Brief regering : Beantwoording vragen commissie over de IPKO-reis in mei 2022 (herdruk)
33 845 Interparlementair Koninkrijksoverleg
AL/ Nr. 46 HERDRUK1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2022
De vaste commissies voor Koninkrijksrelaties van de Eerste en de Tweede Kamer hebben
mij op 2 juni jl. verzocht om als coördinerend bewindspersoon Koninkrijksrelaties
18 vragen te beantwoorden van de leden van de Tweede Kamer die deel uitmaakten van
de delegatie van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) dat plaatsvond van
4 tot 6 mei jl. in Sint Maarten.
Hierbij doe ik u de beantwoording toekomen, mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Schriftelijke Vragen gesteld door een aantal leden van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties,
met de daarop door de Staatssecretaris gegeven antwoorden
Vraag 1
Kan het kabinet uiteenzetten waarom praktische zaken zoals BIG-registratie, DigiD,
notarissen en financieel en elektronisch bankverkeer (pinnen, openen bankrekeningen
e.d.), maar ook de ease of doing business nog niet zijn opgelost? Waarom kost het
ook zo veel voor burgers? In hoeverre kan digitalisering op onderdelen een uitkomst
bieden?
Antwoord
Een goed toegankelijke notariële en bancaire dienstverlening is van groot belang en
ik begrijp de zorgen van de inwoners op Sint Eustatius en Saba hieromtrent dan ook
goed. De drempels en kosten om te ondernemen moeten verlaagd. Om deze problematiek
aan te pakken, ga ik op korte termijn een taskforce inrichten zoals ik ook heb aangegeven
in mijn brief over onder meer de bestuurlijke afspraken van 1 juli jl. (Kamerstuk
35 925 IV, nr. 69) en zoals ik heb toegelicht in het WGO met de Tweede Kamer op 4 juli. Die taskforce
gaat zich met een plan van aanpak richten op een aantal praktische thema’s en problemen
die daarbij spelen. De taskforce brengt die in kaart en komt met oplossingen. De taskforce
richt zich in ieder geval op bancaire dienstverlening, notariële dienstverlening,
het Kadaster, de overdracht van gronden en onverdeelde boedels. Beoogd is om met een
integrale aanpak – met de openbare lichamen en de vakdepartementen – de benodigde
transacties in het publieke en private verkeer te vergemakkelijken en knelpunten op
te lossen.
Notarissen
Momenteel kan ik aangeven dat de vacature voor een waarnemer op Saba en Sint Eustatius
door het Gemeenschappelijk Hof is opengesteld. De insteek is dat de waarnemer zo snel
mogelijk van start zal gaan, maar dit is afhankelijk van hoe snel de procedure kan
worden doorlopen en wanneer de waarnemer kan starten. In deze trajecten is het van
belang om naast een tijdelijke oplossing, ook duurzame oplossingen te vinden. Daar
werkt het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) aan. Juist om niet alleen nu,
maar ook in de komende jaren de toegang tot het recht op de BES-eilanden te borgen,
zoals ook in de JenV beleidsagenda 2021–2025 voor Caribisch Nederland is verwoord.
Digitalisering kan daarbij helpen en dit is tijdens de COVID-19 pandemie ook gebleken.
Hierbij moet worden bezien of de huidige ICT-systemen voldoende (privacy)waarborgen
bieden voor het aanbieden van digitale notariële dienstverlening. Een belangrijk aandachtspunt
daarbij is dat de digitale dienstverlening ondersteunend is en niet volledig de fysieke
dienstverlening vervangt. Daarbij is het van belang om fysiek te kunnen verschijnen
om de kans op fraude te verkleinen.
Bankverkeer
Vanwege de beperkte schaal en het insulaire karakter staat de continuïteit van de
bancaire dienstverlening op de BES onder druk. Sommige banken hebben moeite hun dienstverlening
winstgevend aan te bieden. Dit geldt in het bijzonder voor Sint Eustatius en Saba:
op die eilanden is per eiland nog maar één bank via een kantoor actief. De situatie
is kwetsbaar op Saba en Sint Eustatius. Uiteindelijk is het aan de bancaire sector
zelf om verbeteringen in de dienstverlening te realiseren. Daarnaast ben ik samen
met de Minister van Financiën en de Nederlandsche Bank in gesprek of en op welke manier
de Rijksoverheid hierbij kan ondersteunen.
DigiD
De Kamer heeft op 31 mei 2022 een brief ontvangen met een stand van zaken van de invoering
van het burgerservicenummer (BSN) en DigiD. Daarin is uiteengezet dat DigiD pas werkt
in Caribisch Nederland als daar het BSN is ingevoerd. Om het BSN in te voeren moeten
diverse wetten worden aangepast. Ik ben voornemens om in 2023 te beginnen met de inhoudelijke
actielijnen die daarvoor nodig zijn (Kamerstukken 27 859 en 32 761, nr. 157).
Digitalisering
Digitalisering kan een uitkomst bieden om de dienstverlening te verbeteren. Toch zijn
ook fysieke loketten nodig. Ten eerste moet de digitale infrastructuur worden verbeterd;
ten tweede is niet iedereen digitaal vaardig of in gelegenheid om diensten digitaal
af te nemen. Digitalisering kan en moet dus ondersteunend zin. Na de zomer kom ik
met een digitaliseringsagenda waarin Caribisch Nederland wordt meegenomen. Beoogd
is de digitale infrastructuur op orde te krijgen met als doel de digitale overheid
en digitale economie te versterken.
BIG-registratie
Zie de beantwoording bij vraag 2.
Vraag 2
Kent u de problemen met de BIG-registratie, die zeer lang duurt, waardoor kansen voorbijgaan,
bijvoorbeeld voor iemand uit Zuid-Afrika die Nederlands spreekt?
Antwoord
De problemen zijn bekend. Buitenlandse artsen die geen BIG-registratie hebben en niet
beschikken over een Nederlands diploma, een aangewezen EER-diploma of een verklaring
van vakbekwaamheid kunnen in aanmerking komen voor een ontheffing2 op basis van een verklaring van vakbekwaamheid BES. Dit kunnen langdurige trajecten
zijn, vooral als een individuele inhoudelijke beoordeling noodzakelijk is. Voor zorgverleners
met een BIG-registratie of een diploma dat voorkomt op de lijst aangewezen diploma’s
duurt de aanvraagprocedure maximaal 8 weken. Voor zorgverleners met een diploma uit
een derde land is de doorlooptijd afhankelijk van hoe het dossier wordt aangeleverd.
De betrokken autoriteiten, waaronder CIBG, werken hard om conform de wet- en regelgeving
de ontheffingen tijdig te verstrekken. In deze processen is zorgvuldigheid echter
van groot belang en het is onwenselijk om de kwaliteit van de beoordelingen onder
snelheid te laten lijden.
Vraag 3
Klopt het dat het juridisch mogelijk is een virtuele notaris op Saba te vestigen,
maar dat er onwelwillendheid is het probleem op te lossen? Herkent u het beeld dat
bestuurders zich machteloos voelen, omdat praktische zaken niet worden opgelost en
dat deze situatie gevaarlijk is voor een stabiel bestuur op Saba: Why should I vote
for you again?
Antwoord
Op dit moment is het juridisch gezien niet mogelijk om een virtuele notaris op Saba
te vestigen. Het is noodzakelijk om in persoon te verschijnen bij de notaris. Op die
manier wordt de identiteit van de klant zeker gesteld en wordt de kans op fraude voorkomen.
Indien er sprake is van een noodgeval is het mogelijk om de procedure volledig digitaal
af te handelen, maar wel onder de voorwaarde dat de notaris zijn of haar cliënt tenminste
éénmaal fysiek heeft gezien (mag ook in een eerdere opdracht zijn geweest). Derhalve
zijn zowel Saba als Sint Eustatius grotendeels afhankelijk van fysieke dienstverlening,
waarbij digitalisering natuurlijk zoals hierboven aangegeven wel ondersteunend kan
zijn. Het gaat hierbij dus niet om onwil of het uitblijven van het regelen van praktische
zaken. Er wordt aan een praktische oplossing gewerkt waarbij het openstellen van de
vacature voor een waarnemer door het Gemeenschappelijk Hof een eerste stap is.
Vraag 4
Wat gaat het Kabinet doen aan de gevoelens «dat Den Haag over alles beslist», de lokale
democratie daardoor erodeert en jonge politici gefrustreerd raken en zich terugtrekken?
Antwoord
Het kabinet richt zich er op samen met de openbare lichamen als gelijkwaardig partner
te zorgen voor een beter leven voor alle inwoners van Caribisch Nederland, waarbij
wordt toegewerkt naar een situatie waarin de openbare lichamen hun eigen taken en
bevoegdheden eigenstandig kunnen uitvoeren. Daartoe wordt er elke maand een bestuurlijk
overleg georganiseerd.
In de kabinetsreactie RvS/IBO is aangegeven dat de taakverdeling tussen Rijk en openbare
lichamen wordt verduidelijkt en herijkt. Het Ministerie van BZK heeft in samenwerking
met de departementen en openbare lichamen een overzicht opgesteld van alle Rijks-
en eilandelijke taken. De volgende stap is de aangevulde takenlijst en mogelijke verschuivingen
vast te leggen. Zodra de takenlijst is vastgesteld wordt deze met de Tweede Kamer
gedeeld. De takenlijst zal de basis vormen voor het onderzoek naar de eilandelijke
middelen, waarover ik u op 8 april 2022 heb geïnformeerd (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 60).
Dit onderzoek – over de eilandelijke taken in relatie tot de eilandelijke middelen
(de vrije uitkering) wordt in het eerste kwartaal van 2023 afgerond.
Over het stimuleren van betrokkenheid bij de lokale politiek van jongeren zijn in
de bestuurlijke afspraken met Saba, Sint Eustatius en Bonaire afspraken gemaakt. De
betrokkenheid kan bijvoorbeeld gestimuleerd worden door middel van de debatgroepen
en inzet in de Jeugdraden. Op 1 juli jl. heeft de Tweede Kamer een brief ontvangen
met deze bestuurlijke afspraken (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 69).Het Ministerie van BZK zet in op (jeugd)participatie en beziet ook in de aanloop
van de eilandsraadverkiezingen van maart 2023 hoe – samen met de openbare lichamen
– campagnes en trainingen voor potentiële politici opgezet kunnen worden. Daarnaast
werkt het Ministerie van BZK aan het versterken van de bestuurs-, uitvoerings- en
handhavingskracht, om het voor (jonge) politici het aantrekkelijk te maken om hun
werk te blijven doen.
Vraag 5
Hoe wordt democratische vernieuwing, burgerparticipatie en betrokkenheid bij de Europees-Nederlandse
maatschappij en politiek verbeterd?
Antwoord
De Minister van BZK werkt aan het wetsvoorstel «Wet Versterking participatie op decentraal
niveau» waarmee onder andere de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
wordt gewijzigd. Het wetsvoorstel geeft de ontwikkelingen op burgerparticipatie op
decentraal niveau een plaats in de wet. Het wetsvoorstel wordt naar verwachting rond
de zomer van 2022 verstuurd naar de Tweede Kamer. Aangezien de representatieve democratie
beter kan functioneren met aanvullende inbreng van inwoners, bedrijven, maatschappelijke
organisaties en groepen, wordt de huidige inspraakverordening gemoderniseerd en verbreed
naar een participatieverordening. Daarin wordt, naast de betrokkenheid van inwoners
bij de voorbereiding, ook de betrokkenheid van inwoners bij de uitvoering en de evaluatie
van beleid geregeld. Met dit wetsvoorstel wordt de zeggenschap van de volksvertegenwoordiging
over burgerparticipatie bevestigd en worden decentrale volksvertegenwoordigers gestimuleerd
om bij verordening heldere kaders voor inwoners en volksvertegenwoordigers te scheppen
voor participatie.
Voor de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 is er in opdracht van het Ministerie
van BZK een voorlichtingscampagne gehouden, met als doel meer bekendheid te geven
aan het verkiezingsproces onder de inwoners van Caribisch Nederland, en hen zo goed
mogelijk in staat te stellen een stem uit te brengen. Voor Caribisch Nederland is
een eigen voorlichtingscampagne ontwikkeld, zodat deze campagne aansloot op de lokale
belevingswereld. Na de verkiezingen heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar de
effecten van de campagne. De aanbevelingen uit dit onderzoek zullen bij de volgende
verkiezingen worden meegenomen. Ook voor de eilandsraadverkiezingen van 2023 zal een
dergelijke campagne georganiseerd worden, samen met de openbare lichamen en geïnteresseerde
partijen/kandidaat-politici.
Vraag 6
Klopt het dat het Openbaar Lichaam Sint Eustatius nog steeds werkt vanuit 21 locaties?
Waarom is dat niet al sterk verminderd?
Antwoord
Ja, het openbaar lichaam Sint Eustatius (OLE) werkt vanuit 21 locaties. Er loopt een
project nieuwbouw Centraal Overheidskantoor, waarin het OLE en rijksdiensten gezamenlijk
worden gehuisvest. In 2020 is hier door mijn voorganger een herziene convenant voor
getekend en er wordt momenteel gewerkt aan een herijking van de businesscase. Verwacht
wordt dat besluitvorming op basis van de nieuwe businesscase in het najaar plaats
kan vinden. Ten slotte is het Ministerie van BZK op dit moment ook in gesprek met
het OLE over de financiering van het project.
Vraag 7
Hoe gaat u het netwerk versterken van ambtenaren, met bijvoorbeeld een Nederlandse
contactpersoon, zodat men minder bevreesd wordt iets collegiaal te vragen?
Antwoord
Vanuit de dossiers waarop zij werkzaam zijn, hebben rijksambtenaren in Europees Nederland
zeer regelmatig contact met hun counterparts in de Landen en in Caribisch Nederland.
Dit gebeurt vanuit de dagelijkse werkzaamheden en bijvoorbeeld tijdens dienstreizen,
wanneer er op ambtelijk niveau ontmoetingen en overleggen plaatsvinden. Ambtenaren
in de Landen en in Caribisch Nederland hebben dus in veel gevallen een direct aanspreekpunt
voor (collegiale) vragen en weten hun collega´s overzees in de praktijk ook goed te
vinden.
Het Ministerie van BZK faciliteert technische assistentie voor zowel de autonome landen
(bijvoorbeeld als onderdeel van de landspakketten) als voor Caribisch Nederland, en
stimuleert hiermee het contact tussen ambtenaren van Nederlandse gemeenten en hun
counterparts in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Onder een eenjarige pilot voor
een uitwisselingsnetwerk die deze zomer van start zal gaan, organiseert de VNG een
loket waar de openbare lichamen en de landen terecht kunnen met een hulpvraag of verzoek
tot technische assistentie. De VNG matcht de hulpvraag vervolgens met kennis en expertise
uit Europees-Nederlandse gemeenten.
Vraag 8
Waarom wordt er een apart klein vliegtuig tegen hoge kosten gehuurd waar mensen c.q.
een lijkkist niet goed in kunnen, met respectloze gevolgen, in plaats van gebruik
te maken van WinAir, die toch al vliegt en groter is, niet vol zit en waarvan we gedeeltelijk
aandeelhouder zijn? Kan aangegeven worden wie hier welk financieel belang heeft?
Antwoord
Vóór de Covid-pandemie had het Ministerie van VWS afspraken met Winair om verzekerden
te vervoeren. Tijdens de Covid-pandemie had Winair het financieel zwaar. Dat heeft
geleid tot operationele keuzes, die tot gevolg hadden dat vluchten voor het Ministerie
van VWS soms werden afgezegd, waardoor patiënten dan moesten overnachten op Sint Maarten.
De flexibiliteit om op maat vluchten te organiseren voor dialysepatiënten vanuit Sint
Eustatius en Saba werd ook te laag. Dan moesten patiënten die behandeld waren soms
hele dagdelen wachten voordat ze terug konden keren naar het eiland.
Het Ministerie van VWS heeft deze signalen destijds opgevolgd door vervoer met een
andere maatschappij te regelen. Hierbij werd het vooral voor dialysepatiënten en urgente
uitzendingen cruciaal om continuïteit te organiseren. Dankzij de kleinere vliegtuigen
zijn Sint Eustatius en Saba voorzien van continuïteit met vluchttijden op maat, ondanks
alle maatregelen in verband met COVID-19.
Het Ministerie van VWS is op de hoogte van een incident met de repatriëring van een
overledene. Tevens is het Ministerie van VWS bekend met de wens van een aantal inwoners
van Sint Eustatius en Saba om in een groter vliegtuig te mogen vliegen. Het Ministerie
van VWS wil medisch vervoer effectiever organiseren daar waar het kan. Het Ministerie
van IenW voert een verkenning uit naar een openbaredienstverplichting voor luchtvervoer
van passagiers van en naar Saba en Sint Eustatius. Het Ministerie van VWS zal in overleg
met het Ministerie van IenW bekijken in hoeverre patiëntenvervoer hierbij kan worden
aangesloten.
Vraag 9
Welke rol speelt Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (ZJCN) bij doorverwijzing naar
een specialist? Klopt het dat ambtenaren besluiten over doorverwijzing en dat medische
informatie ook aan ambtenaren wordt teruggekoppeld? Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot
eisen van privacy? Heeft de inspectie recent onderzoek hierover uitgebracht en wat
is hiervan de uitkomst?
Antwoord
De rol van ZJCN bij een doorverwijzing staat beschreven in het antwoord op vraag 6
in Kamervragen van de leden Wuite en Paulusma (beiden D66), ingezonden op 8 april
2022 en beantwoord door de Staatssecretaris van VWS op 19 mei 2022 (Aanhangsel Handelingen
II 2021/22, nr. 2788). Om de logistiek en financiën rondom een medische uitzending te regelen is het van
belang dat ZJCN op de hoogte is van de praktische zaken. Dit betekent bijvoorbeeld
dat medewerkers van ZJCN contact opnemen met de patiënt of zorgverlener om te informeren
naar de datum waarop de patiënt zijn/haar laatste afspraak heeft. In deze contacten
wordt zorgvuldig met privacyregels omgegaan. Er is recentelijk geen onderzoek gedaan
door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) naar deze materie.
Vraag 10
Zijn u gevallen bekend van mensen die niet of te laat akkoord kregen voor doorverwijzing
waardoor klachten (veel) ernstiger waren geworden? Herkent u het beeld dat mensen
zich vernederd voelen door ZJCN?
Antwoord
ZJCN valt onder het Ministerie van VWS. ZJCN is niet op de hoogte van de ernstiger
wordende klachten bij verzekerden als gevolg van te laat akkoord door doorverwijzingen
of het beeld dat mensen vernederd worden. Recentelijk, in de maand mei heeft ZJCN
de mogelijkheid gecreëerd voor verzekerden om hun klachten persoonlijk bij de klachtenfunctionaris
te plaatsen. Als er klachten bij ZJCN binnen komen worden deze serieus behandeld en
indien nodig worden medewerkers en ingehuurde partijen aangesproken op ongewenst gedrag.
Naast de reguliere interne klachtenprocedures die bij ZJCN momenteel gelden wordt
er gewerkt aan het installeren van een externe klachtencommissie om nog meer onafhankelijkheid
in het klachtenproces te brengen. Naar aanleiding van de recente overlijdensgevallen
op St. Eustatius heeft St. Eustatius Health Care Foundation (SEHCF) een externe onderzoekscommissie
ingezet. De resultaten hiervan zijn bij het schrijven van deze antwoorden (juni 2022)
nog niet bekend.
Vraag 11
Wat is de stand van zaken inzake ouderenzorg/verpleeghuiszorg Caribisch Nederland
en de financiering daarvan? Hoe wordt er samengewerkt met ziekenhuizen en andere zorginstellingen
in de keten?
Antwoord
De ouderen- en verpleeghuiszorg wordt sinds de verandering van staatkundige verhoudingen
in 2010 gefinancierd en gecontracteerd door het Ministerie van VWS. In Caribisch Nederland
is vanwege de kleine schaal het aantal zorgaanbieders klein. Op Bonaire werken specialisten
ouderengeneeskunde via een samenwerking (jumelage) met Amsterdam UMC. Zij werken voornamelijk
vanuit het verpleeghuis. Het verpleeghuis is onderdeel van het ziekenhuis waardoor
er een nauwe verbinding bestaat tussen zorgprofessionals onderling. Het verpleeghuis
werkt eveneens samen met de huisartsen en de aanbieder van maatschappelijke ondersteuning
op het eiland. Op de bovenwindse eilanden is het verpleeghuis van Saba gefuseerd met
het gezondheidscentrum om zo personeel en expertise te delen en efficiënt in te zetten.
Op Sint Eustatius wordt gekeken hoe de samenwerking tussen het gezondheidscentrum
en het ernaast gelegen verpleeghuis verder vormgegeven kan worden.
Afgelopen jaar zijn er stappen gezet in de ontwikkeling van voorzieningen voor ouderen
in Caribisch Nederland3. Om ervoor te zorgen dat ouderen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba zo lang mogelijk
zelfstandig thuis in hun eigen leefomgeving kunnen blijven wonen zijn de voorzieningen
op gebied van maatschappelijke ondersteuning bestendigd en/of uitgebreid. Op alle
drie de eilanden zijn nu de dagopvang, huishoudelijke hulp, maaltijdvoorziening en
woningaanpassingen structureel geregeld. Op Bonaire is bovendien een locatie voor
respijtzorg geopend en op Sint Eustatius zijn er aanleunwoningen gerealiseerd. Met
betrekking tot de verpleeghuiszorg heeft het Ministerie van VWS goedkeuring gegeven
voor het verder uitwerken van een plan voor de nieuwbouw van een verpleeghuis op Saba
en is de grond hiervoor reeds aangekocht. Op Bonaire zijn er aangepaste woningen gebouwd
voor ouderen met een beperking. Verder onderzoekt het Ministerie van VWS wat er nodig
is om – met de vergrijzing op komst – ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen.
En als dit niet meer gaat welke woon zorg alternatieven er mogelijk een oplossing
bieden indien een verpleeghuisopname nog niet noodzakelijk is. Hieruit volgend wordt
ook onderzocht welke doorontwikkeling er nodig is om voldoende plek in het verpleeghuis
te organiseren.
Vraag 12
Wat is de stand van zaken met betrekking tot bevolkingsonderzoeken? Klopt het dat
verwijzing voor mammografie drie keer is afgewezen? Waarom is een bevolkingsonderzoek
darmkanker niet mogelijk?
Antwoord
De RIVM-pilot bevolkingsonderzoek borstkanker op Bonaire loopt sinds mei 2021. Op
Saba loopt de pilot bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker sinds februari 2022.
Eind juni zal deze pilot starten op Sint Eustatius. Vervolgens zal in het najaar van
2022 gestart worden met het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker op Bonaire. De
introductie van het bevolkingsonderzoek borstkanker op Saba en Sint Eustatius staat
begin 2023 gepland. De verwachting is dat in 2023 de voorbereidingen voor het bevolkingsonderzoek
darmkanker op de drie eilanden van start zullen gaan.
De afwijzing van de mammografie is tot stand gekomen omdat de aanvraag voor verwijzing
niet conform de Regeling aanspraken zorgverzekering BES (RAZ-BES) is ingediend. Met
de nieuwe situatie per 1 januari 2023, waarbij gestart wordt met het screeningsprogramma
borstkanker op de bovenwindse eilanden, zal dit niet meer voorkomen.
Een bevolkingsonderzoek naar darmkanker ís mogelijk, maar de drie bevolkingsonderzoeken
(borst-, baarmoederhals- en darmkanker) kunnen niet tegelijkertijd op alle drie de
eilanden worden geïmplementeerd. Stapsgewijs wordt toegewerkt naar een structureel
en volwaardig aanbod: elk programma vereist een zorgvuldige voorbereiding. Samen met
de uitvoeringsorganisaties op de eilanden is een volgorde vastgesteld op basis van
uitvoeringsaspecten. Zo is een colonoscopie-unit zonder concessies ten opzichte van
Europees Nederlandse screeningsprotocollen en richtlijnen een voorwaarde om veilig
te kunnen starten met het bevolkingsonderzoek darmkanker. Dat is ook van belang omdat
er bij de screening voor darmkanker, in tegenstelling tot screening voor borst- en
baarmoederhalskanker, een zeer kleine kans is op ernstige complicaties. Ook moet er
bijvoorbeeld goed gekeken worden naar de beschikbaarheid van een maag-, darm- en leverarts.
Om deze redenen heeft het RIVM in overleg met de uitvoeringsorganisaties op de eilanden
gekozen om te starten met de implementatie van bevolkingsonderzoeken naar borst- en
baarmoederhalskanker. De verwachting is dat in 2023 de voorbereidingen voor het bevolkingsonderzoek
darmkanker op de drie eilanden van start zullen gaan.
Vraag 13
Hoe zijn arbeidsvoorwaarden van huisartsen geregeld en wie betaalt? Hoe kan meer samenwerking
worden bevorderd?
Antwoord
De huisartsen werkzaam op de bovenwindse eilanden Saba en Sint Eustatius zijn in loondienst
bij Saba Cares en bij SEHCF. Salaris en uitbetaling is conform overeengekomen arbeidsvoorwaarden.
Het Ministerie van VWS werkt samen met Saba Cares en SEHCF, aan het bevorderen van
samenwerking tussen de huisartsen op Bovenwindse eilanden.
Vraag 14
Welke mogelijkheden hebt u om verbetering van de nu vaak moeizame samenwerking tussen
zorgverleners af te dwingen?
Antwoord
Het Ministerie van VWS kan in overleg treden met zorgaanbieders om ze aan te sporen
om met andere zorgaanbieders samen te werken. VWS heeft zich daarom de afgelopen 2
jaar actief opgesteld om de Dutch Caribbean Hospital Alliance (DCHA) tot stand te
brengen. Daarnaast kan VWS op basis van artikel 10, lid 3 van de Wet zorginstellingen
BES in de zorgovereenkomsten met deze aanbieders voorwaarden stellen voor samenwerking
met andere zorgaanbieders.
Vraag 15
Klopt het dat er behoefte is aan, maar bijna geen aanbod van sociale werkers in de
BES-eilanden? Wat wordt hieraan gedaan?
Antwoord
Op elk eiland zijn er door de openbare lichamen nu teams ingericht gericht op het
bieden van laagdrempelige ondersteuning bij problemen op verschillende leefgebieden,
zoals opvoeden, financiën en zelfredzaamheid. Met name op de Bovenwinden ervaren de
openbare lichamen dat het ingewikkeld is om personeel voor deze teams aan te trekken
en te behouden. Aangezien deze formatie nu nog veelal met incidentele middelen wordt
bekostigd, waardoor aan de werknemers geen baanzekerheid kan worden geboden, willen
de Ministeries van VWS en SZW met de openbare lichamen afspraken komen tot structurele
afspraken over de uitvoering van deze taken en de benodigde middelen. Ook komt er
op Sint Eustatius budget voor beroepsgerichte opleidingen voor twee medewerkers voor
de professionele begeleiding van mensen die in armoede leven en/of schulden hebben.
Op Bonaire is ingezet op een professionaliseringsslag en kwaliteitsverbetering om
het aantrekkelijker te maken voor sociaal werkers om aan de slag te gaan.
Op 9 juni 2022 is Sentro Akseso Boneiru officieel geopend. Er hebben twee wervingscampagnes
plaatsgevonden om de gewenste uitgebreide formatie van het sociaal wijkteam te bereiken
en die wervingen zijn succesvol geweest.
Vraag 16
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het pensioenfonds Caribisch Nederland?
Antwoord
De financiële positie van het Pensioenfonds Caribisch Nederland (PCN), het pensioenfonds
voor ambtenaren, medewerkers in het onderwijs en in de zorg op Caribisch Nederland,
is na een verbetering in 2020 in 2021 verder hersteld. Goede resultaten op de beleggingen
van het fonds en een aantrekkende rente hebben ertoe geleid dat de dekkingsgraad van
het fonds is gestegen. Hierdoor heeft het fonds begin 2022 de pensioenuitkeringen
en de pensioenaanspraken kunnen verhogen (indexeren) met 4%. De werkgevers en de betrokken
vakbonden hebben in het voorjaar van 2021 afspraken gemaakt om de inhoud van de pensioenregeling
aan te passen om de regeling ook in de toekomst betaalbaar te houden. Zo wordt onder
meer de pensioengerechtigde leeftijd in de regeling in 2030 verhoogd naar 66 jaar
(die is nu net als de AOV-leeftijd 65 jaar), en is het pensioengevend inkomen afgetopt
op $ 47.500.
Vraag 17
Op welke wijze gaat het kabinet innovatie en economische diversificatie in de agro
business dit jaar versterken?
Antwoord
Innovatie en economische diversificatie in de agro business maakt onderdeel uit van
het Natuur- en milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020–2030. Versterking vindt
plaats door te investeren in duurzame landbouw en visserij. Dit betreft onder andere
investeringen in de versterking van de lokale diensten voor landbouw en visserij,
professionalisering van de geitenhouderij, renovatie van het slachthuis Bonaire, hydroponics
(tuinbouw) op Saba, onderwijs, tuinbouwkassen, marktontwikkeling, watervoorziening
en diverse kennistrajecten.
Vraag 18
Is het kabinet zich bewust van de financiële problemen van GTI en wat zal het beleid
hiervoor zijn?
Antwoord
Het is het kabinet bekend dat Prostar Capital, de eigenaar van GTI Statia, op zoek
is naar kapitaalinjecties. Oorzaken hiervan zijn teruglopende inkomsten die voortkomen
uit de huidige marktomstandigheden en de lage tarieven voor opslag van fossiele brandstoffen.
Tijdens mijn recente reis heb ik samen met de regeringscommissaris het management
van GTI ontmoet om een update te krijgen van de stand van zaken.
GTI Statia is de grootste werkgever op het eiland. Echter, Prostar Capital is zelf
verantwoordelijk voor haar financiële bedrijfsvoering en noch het kabinet noch het
OLE heeft een taak wat de financiële positie van Prostar betreft. Wel zullen het kabinet
en het OLE de situatie blijven volgen, en zal ik met mijn collega-bewindspersonen
in overleg treden om zo nodig tot een interdepartementale aanpak te komen, zodat het
OLE – binnen de afgesproken rolverdeling – ondersteund kan worden.
Indieners
-
Indiener
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties