Brief regering : Juridische definitie van racisme
30 950 Rassendiscriminatie
Nr. 315
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2022
Tijdens het commissiedebat van 24 februari jl. (Kamerstuk 30 950, nr. 286) vroeg het lid Simons mij om een juridische definitie van de term «racisme». In dat
debat gaf ik aan dat ik hier over advies zou vragen bij het College voor de Rechten
van de Mens (hierna: het College). Met deze brief wil ik u informeren over het advies
over de (juridische) definitie van racisme.
Aanpak van discriminatie centraal
Uw Kamer vroeg om deze definitie, omdat uw Kamer aangaf op zoek te zijn naar een gezamenlijk
uitgangspunt, waarbij een juridische definitie in ieder geval kan helpen als houvast.
De discussie over racisme is, zoals ook benoemd werd in het debat, een precaire discussie,
waarin we met respect moeten proberen om te gaan met ieders standpunten.
Het advies van het College voor de Rechten van de Mens biedt een basis om te komen
tot dat gezamenlijk uitgangspunt voor de aanpak van discriminatie. In die aanpak staat
het discriminatieverbod voor het kabinet voorop. Discriminatie is verboden, in al
zijn vormen. En dat wil het kabinet bestrijden, met meer focus en betere samenhang.
Een aanpak die momenteel onder coördinatie van de NCDR tot stand wordt gebracht. Voor
discriminatie en racisme is geen plek in onze samenleving. Iedereen moet in gelijke
gevallen gelijk behandeld worden en we moeten voorkomen dat er verboden onderscheid
wordt gemaakt. Ik wil het College bedanken voor haar uitgebreide advies1.
Wat is racisme?
Het College concludeert in haar advies dat racisme, in tegenstelling tot discriminatie
zelf, geen juridische definitie kent. Het is een sociologisch begrip. Wel kent de
Nederlandse wetgeving bepalingen waarin een verbod op discriminatie of verboden onderscheid
op grond van «ras» is vervat. Er kan volgens het College wel sprake zijn van overlap
en samenloop tussen de juridische term en de sociologische term (in de zin dat discriminatie
op grond van ras door racisme kan zijn ingegeven), maar dat maakt racisme nog geen
juridisch begrip.
Voor de definitie van de sociologische term heeft het College mede teruggegrepen op
internationale definities en de definitie van het Kennisplatform Inclusief Samenleven
(KIS). KIS stelt in haar literatuuronderzoek «Institutioneel racisme
in Nederland»: «Simpeler gezegd gaat het om het denken dat de ene groep mensen beter is dan de andere,
wat voortkomt uit, en zorgt voor, structurele machtsverschillen in onze samenleving
en deze in stand houdt, of vergroot». Gelet op de internationale definities én de definitie van KIS in haar literatuurstudie
adviseert het College om racisme te typeren als:
1. een theorie, idee of opvatting, met als inhoud
2. een onderverdeling van mensen in groepen op grond van een verondersteld «ras», waarbij
3. een of meer groepen als superieur en/of andere als minderwaardig worden beschouwd.
Complexiteit door overlap termen
Zoals hierboven is beschreven zit er overlap tussen de juridische term rassendiscriminatie of discriminatie op grond van ras en de sociologische term racisme, maar het zijn geen synoniemen van elkaar. De termen kunnen wel in elkaars verlengde
liggen en er kan sprake zijn van overeenkomsten, maar dat hoeft niet. Dat maakt het
complex, want in het maatschappelijk taalgebruik worden de termen racisme en discriminatie op grond van ras
2 vaak door elkaar gebruikt. Als gesproken wordt over racisme, wordt vaak discriminatie op grond van ras wordt bedoeld, in de definitie van het advies van het College. Ook zorgt de juridische
term ras voor mogelijke verwarring. Juridisch gezien is ras een verzamelterm voor huidskleur,
afkomst en nationale of etnische afstamming, terwijl in de sociologische definitie
van racisme ras een onderverdeling is van mensen in groepen op grond van een verondersteld
ras.
Racistisch gedachtegoed kan een oorzaak, motief en/of voedingsbodem zijn om iemand
te discrimineren op grond van «ras3». In het maatschappelijk taalgebruik wordt dit soms racisme of racistische gedragingen
genoemd, maar aan dergelijke gedragingen kunnen ook andere motieven ten grondslag
hebben gelegen (zoals onbewuste vooroordelen, of het motief om te voldoen aan veronderstelde
(discriminerende) verwachtingen van klanten). De gedragingen, uitlatingen en handelingen
die gevoed worden door het racisme zijn per definitie altijd discriminatoir, omdat
ze leiden tot verboden onderscheid op grond van «ras»4.
De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme heeft bij mij aangegeven dat
hij in zijn gesprekken vaak hoort dat rassendiscriminatie of te wel discriminatie
die het gevolg is van (een reeks) racistische handelingen, gedragingen en uitingen
nog te vaak voorkomt en vraagt om een gerichte aanpak. Voor racisme en discriminatie
op grond van ras is geen plek in onze maatschappij. Deze oproep van de NCDR sluit
aan bij de visie van het kabinet dat elke vorm van discriminatie bestreden moet worden,
zoals beschreven aan het begin van deze brief.
Ook de taalkundige overlap tussen de termen «racisme» en «institutioneel racisme»
kan voor complexiteit zorgen in de discussie over de definities. Racisme en institutioneel
racisme zijn niet hetzelfde, ondanks dat ze hetzelfde zelfstandig naamwoord delen.
In het hierboven genoemde literatuuronderzoek van KIS wordt uitgelegd dat racisme
een persoonlijke vorm kent (wanneer een individu anderen discrimineert op basis van
«ras») en een institutionele vorm (wanneer een instituut discrimineert op basis van
afkomst, religie en/of huidskleur)5. Dit onderscheid geeft aan dat het geen gelijke begrippen zijn, maar verschillende
vormen zijn. Het College heeft in haar visienota en in dit advies uitgelegd dat institutioneel
racisme6 een maatschappelijk verschijnsel is dat wordt gekenmerkt door het discriminerende
effect of resultaat, en beschrijft dus geen theorie, idee of opvatting. Beide vormen
kunnen zowel los van elkaar voorkomen, als op hetzelfde moment voorkomen. In een figuur
ziet het er als volgt uit: de blauwe cirkel is discriminatie op grond van ras, de
gele cirkel is racisme en de groene cirkel is institutioneel racisme. Het laat zien
dat het onvermijdelijk is dat in het dagelijks spraakgebruik overlap is tussen de
termen en de kans aanwezig is dat termen door elkaar gebruikt worden.
Figuur 1: visualisatie overlap rassendiscriminatie, racisme en institutioneel racisme.
De blauwe cirkel staat voor rassendiscriminatie, de groene cirkel voor institutioneel
racisme en de gele cirkel racisme. De figuur laat zien dat er zowel sprake is van
overlap als verschil tussen begrippen en dat de termen soms in elkaar overlopen.
Afsluitend
Zoals ik al in het begin van deze brief aangegeven heb, zijn de termen «racisme» en
«institutioneel racisme» complexe termen. Complex omdat het termen zijn die mensen
raken. Daarom moeten we er zorgvuldig mee omgaan. Het is goed om te benadrukken dat
er geen onderscheid is in de mate van verwerpelijkheid. Iedere vorm van discriminatie
en racisme is verwerpelijk en moet bestreden worden. En daar wil het kabinet zich
dan ook voor in zetten. Want discriminatie (in dit geval op grond van ras) is verboden.
Deze brief, samen met het advies, die ik u stuur vanuit mijn rol als coördinerend
Minister voor de aanpak van discriminatie is geen sluitstuk in het brede gesprek dat
wij moeten voeren over discriminatie. Het is ook een uitnodiging om met uw Kamer van
gedachten te blijven wisselen hoe we samen kunnen waarborgen dat het non-discriminatiebeginsel
het uitgangspunt blijft. Dat vraagt om bewustwording, om een respectvolle omgang met
verschillende inzichten en vertrekpunten, om een preventieve aanpak, om zicht op de
omvang van de problematiek en om handhaving van het verbod op discriminatie. Maar
het vraagt bovenal om een aanpak waarbij een samenleving centraal staat waar mensen
vrij zijn om te zijn wie ze zijn en waar uitsluiting wordt voorkomen. Ik verwacht
u rond de zomer het Nationaal Programma te kunnen sturen, waarin de aanpak van het
kabinet verwerkt is, dat momenteel onder coördinatie van de NCDR wordt opgesteld,
waarin maatregelen staan die moeten bijdragen aan de bestrijding van verboden onderscheid.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties