Brief regering : Geannoteerde agenda informele Raad Algemene Zaken van 15 juli 2022
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2509 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2022
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de informele Raad Algemene Zaken
van 15 juli 2022.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 15 JULI
Op vrijdag 15 juli aanstaande vindt de informele Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats
in Praag. Op de agenda staan een presentatie van de prioriteiten van het Tsjechisch
voorzitterschap, de versterking van democratische instituties en een werklunch over
de Conferentie over de Toekomst van Europa.
De Minister van Buitenlandse Zaken is verhinderd voor deze informele RAZ. De Nederlandse
ambassadeur te Praag zal Nederland vertegenwoordigen.
Presentatie prioriteiten Tsjechisch voorzitterschap
Tijdens de informele Raad zal het Tsjechisch voorzitterschap haar prioriteiten voor
de komende zes maanden presenteren. Het Tsjechisch voorzitterschap heeft vijf hoofdprioriteiten
geïdentificeerd, zijnde het beheersen van de vluchtelingencrisis en de wederopbouw
van Oekraïne, energieveiligheid, versterken van de Europese defensiecapaciteiten en
cyberveiligheid, strategische veerkracht van de Europese economie, en de veerkracht
van democratische instellingen. Het kabinet verwelkomt de prioriteiten van het Tsjechische
voorzitterschap.
Versterking democratische instituties en mediavrijheid
De leden van de Raad zullen spreken over de versterking van de weerbaarheid van instituties
die bijdragen aan de bescherming en ontwikkelen van de Europese democratie en rechtsstaat.
De discussie spitst zich toe op de regelgeving rondom verkiezingen en de belangrijkste
uitdagingen met betrekking tot het beschermen van de vrijheid van meningsuiting en
mediapluriformiteit.
Het Tsjechische voorzitterschap heeft aangegeven een verkennende discussie op hoofdlijnen
te willen voeren. Het voorzitterschap zal de lidstaten vragen in te gaan op de prioriteiten
ten aanzien van het versterken van de regels omtrent verkiezingen met als doel democratie
te versterken in Europa. Hieronder vallen het wetgevingspakket «versterking van democratie
en integriteit van verkiezingen» en het voorstel van het Europees Parlement ten aanzien
van de herziening van de Europese Kiesakte.
Binnen het wetgevingspakket «versterking van democratie en integriteit van verkiezingen»
is voor Nederland met name het Commissievoorstel voor de verordening betreffende transparantie
en gerichte politieke reclame prioritair.1 Tijdens de informele RAZ zal benoemd worden dat Nederland er aan hecht om onder het
Tsjechische voorzitterschap tot een Raadspositie te komen. Daarbij zal Nederland aangeven
dat onder andere goed uitgewerkt moet worden hoe deze verordening zich verhoudt tot
de Digital Services Act en de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
Wat betreft het voorstel van het Europees Parlement inzake de Europese Kiesakte heeft
uw Kamer het kabinetsstandpunt op 17 juni jl. ontvangen2, dat met uw Kamer is besproken tijdens het Commissiedebat Behandelvoorbehoud Europese
Kiesakte van 21 juni jl. Tijdens de informele RAZ zal Nederland het belang benadrukken
om binnen de Raad te bespreken of en hoe de verschillende elementen uit het voorstel
bijdragen aan het vergroten van de democratische legitimiteit van de Europese Unie.
Daarbij zal Nederland, conform het kabinetsstandpunt, noemen dat het openstaat voor
een niet juridisch bindend politiek commitment vanuit de Raad ten aanzien van het
spitzenkandidatensysteem, waarbij de bevoegdheden van de Europese Raad moeten worden
gerespecteerd. Verder zal Nederland, conform motie van het lid Strolenberg c.s.,3 benoemen dat het negatief staat ten aanzien van het voorstel om transnationale kieslijsten
te introduceren en, conform de overgenomen motie van het lid Bisschop4, dat Nederland niet kan instemmen met een voorstel waarin een vaste dag (9 mei) voor
de Europese verkiezingen is opgenomen.
Het bevorderen van mediavrijheid is een belangrijke prioriteit binnen het Nederlandse
mensenrechtenbeleid. Mediavrijheid, zowel online als offline, is essentieel voor het
bevorderen van democratie, voor het beschermen van vrijheid van meningsuiting en toegang
tot betrouwbare informatie. De Europese Commissie werkt momenteel aan een wetsvoorstel
inzake mediavrijheid (European Media Freedom Act). Het kabinet waardeert het initiatief van de Europese Commissie om mediavrijheid
en pluriformiteit in de Europese Unie te bevorderen en kijkt uit naar het voorstel,
waarvan de publicatie in het vierde kwartaal van 2022 wordt verwacht. Mogelijk wordt
tijdens deze Raad ook gesproken over de recent gepubliceerde richtlijn en aanbeveling
«strategische rechtszaken tegen publieke participatie», waar de Kamer op 3 juni 2022
(Kamerstuk 22 112, nr. 3457) een BNC fiche over ontving. Dit voorstel ziet toe op de bescherming van journalisten
en het maatschappelijk middenveld tegen kennelijk ongegronde of onrechtmatige gerechtelijke
procedures (SLAPPs). Het kabinet verwelkomt het doel van de richtlijn, maar plaatst
kanttekeningen bij de gekozen aanpak ten aanzien van de voorgestelde procesrechtelijke
maatregelen, de uitvoerbaarheid en de mate waarin de maatregelen bijdragen aan de
bescherming van doelwitten.
Conferentie Toekomst van Europa
Het Tsjechisch voorzitterschap zal de leden van de Raad informeren over de laatste
ontwikkelingen omtrent de Conferentie over de Toekomst van Europa. Dit betreft onder
meer de opvolging van de resultaten uit de Conferentie. Het bespreken van de inhoudelijke
voorstellen zal gebeuren op basis van de eerder verschenen analyse van het Raadssecretariaat5 welke de uitvoerbaarheid van de maatregelen uiteenzet. Daarnaast ziet het voorzitterschap
ook de mededeling van de Europese Commissie6 als basis voor de verdere inhoudelijke besprekingen. Zowel de analyse van het Raadssecretariaat
als de mededeling van de Commissie komen overeen met de eerdere analyse van het kabinet7 en stellen dat de meerderheid van de aanbevelingen opgevolgd kan worden binnen de
kaders van het huidige verdrag. Zoals bekend, staat het kabinet open voor verdragswijziging
naar aanleiding van de Conferentie, mits dit in Nederlands en Europees belang is.
Het Tsjechisch voorzitterschap stelt voor om tijdens de informele Raad een start te
maken met een brede gedachtewisseling over de opvolging van de resultaten van de Conferentie.
Daarbij kunnen vraagstukken worden besproken zoals het verdergaand invoeren van besluitvorming
op basis van gekwalificeerde meerderheid, het verbreden van mogelijkheden voor participatieve
democratie op basis van de ervaringen opgedaan bij de Conferentie, de mogelijkheden
voor het hervormen van het toetredingsproces om het geopolitieke potentieel hiervan
beter te benutten, en verdieping van sectorale samenwerking. Het voorzitterschap heeft
daarbij te kennen gegeven open te staan voor andere voorstellen en bereid te zijn
ook over voorstellen te spreken die als controversieel worden beschouwd.
Het kabinet vindt het belangrijk dat opvolging wordt gegeven aan de uitkomst van de
Conferentie, ook richting de burgers die hebben deelgenomen. Wat betreft de opvolging
van de aanbevelingen acht het kabinet het van belang eerst te kijken naar aanbevelingen
die op korte termijn kunnen worden gerealiseerd en die in lijn zijn met de uitkomsten
van de Nederlandse burgerdialogen «Kijk op Europa» zoals op het gebied van klimaat,
veiligheid en economie. Daarnaast zet het kabinet zich in voor betere betrokkenheid
van burgers en transparantie ten aanzien van EU-besluitvorming, wat ook naar voren
kwam uit andere Europese en nationale burgerconsultaties. De Kamerbrief die uw Kamer
op 8 juli jl. is toegegaan, zet de opvolging vanuit de verschillende instellingen
en de kabinetspositie verder uiteen. Conform de toezegging gedaan tijdens het Commissiedebat
voor de RAZ van 14 juni jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2506) ga ik graag met uw Kamer na het zomerreces verder in debat voor de bespreking van
de uitkomsten van de Conferentie over de Toekomst van Europa en een eventueel besluit
in Europa om een conventie tot verdragswijziging uit te schrijven.
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.