Brief regering : Verslag van de Europese Raad, de Westelijke Balkantop en de Eurozonetop van 23 en 24 juni 2022
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1824 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juli 2022
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, het verslag aan van de Europese
Raad, de Westelijke Balkantop en de Eurozonetop van 23 en 24 juni 2022.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
VERSLAG VAN DE EUROPESE RAAD, DE EUROZONETOP EN DE WESTELIJKE BALKANTOP VAN 23 EN
24 JUNI 2022
Op donderdag 23 en vrijdag 24 juni vond in Brussel een Europese Raad (ER) plaats.1 Tijdens de ER werd gesproken over «Wider Europe», de gevolgen van de Russische invasie in Oekraïne en de EU-lidmaatschapsaanvragen
van Oekraïne, Moldavië en Georgië. Verder stonden het Europees Semester, de toetreding
van Kroatië tot de euro en de uitkomsten van de Conferentie over de Toekomst van Europa
op de agenda. Voorafgaand aan de ER vond een bijeenkomst van de leiders van de EU
met landen in de Westelijke Balkan plaats. Op vrijdag 24 juni vond een Eurozonetop
plaats. De Minister-President heeft deelgenomen aan de ER, de bijeenkomst met de landen
in de Westelijke Balkan en de Eurozonetop.
Voorts maakt het kabinet graag gebruik van deze brief om terug te komen op een aantal
openstaande punten uit het plenair debat over de Europese top van 22 juni jl.
Europese Raad
EU-lidmaatschapsaanvragen Oekraïne, Moldavië en Georgië
De aanvragen voor EU-lidmaatschap van Oekraïne, Moldavië en Georgië werden besproken
tijdens deze ER, op basis van de opinies van de Europese Commissie hierover die op
17 juni jl. zijn gepresenteerd. Tijdens de discussie was er grote eensgezindheid over
de toenadering van deze landen tot de EU. Nederland benadrukte dat de opinies van
de Commissie van goede kwaliteit waren en de juiste balans vonden, inclusief nadruk
op de benodigde hervormingen, en dat het kabinet het advies van de Commissie kon overnemen,
conform de inzet in de kabinetsappreciatie van de opinies.2
De ER erkende het Europese perspectief van Oekraïne, Moldavië en Georgië en bevestigde
dat de toekomst van deze landen in de EU ligt. De ER heeft besloten de status van
kandidaat-lidstaat toe te kennen aan Oekraïne en Moldavië. De ER bevestigde ook dat
het bereid is om de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen aan Georgië zodra
de prioriteiten zoals uiteengezet in de opinie van de Commissie zijn aangepakt. De
voortgang van ieder land richting de EU zal afhangen van de eigen merites om te voldoen
aan de Kopenhagencriteria. Hierbij dient de absorptiecapaciteit van de Unie om nieuwe
leden op te nemen in overweging genomen te worden. Dit werd door de ER via videoverbinding
persoonlijk medegedeeld aan president Zelensky, president Sandu en president Zourabichvili
van respectievelijk Oekraïne, Moldavië en Georgië.
De Commissie is door de ER uitgenodigd om aan de Raad te rapporteren over de uitvoering
van de voorwaarden zoals uiteengezet in de opinies van de Commissie, als onderdeel
van het reguliere uitbreidingspakket. De Raad zal besluiten over verdere stappen zodra
volledig voldaan is aan al deze voorwaarden.
Oekraïne
De ER boog zich opnieuw over de gevolgen van de agressie van Rusland tegen Oekraïne
in zijn verschillende dimensies. De ER herhaalde dat het ferm achter Oekraïne blijft
staan en dat de EU de sterke steun voor Oekraïnes economische, militaire, sociale
en financiële weerbaarheid, inclusief humanitaire hulp, zal voortzetten.
Sancties
De ER concludeerde dat de aanname van het zesde pakket de druk op Rusland verder verhoogt
om een einde te maken aan zijn oorlog tegen Oekraïne. Het werk aan sancties zal worden
voortgezet, onder meer om de uitvoering ervan te versterken en omzeiling te voorkomen.
De ER riep alle landen, met name de kandidaat-lidstaten, ertoe op om zich bij de EU-sancties
aan te sluiten. De ER concludeerde tevens dat er nu snel de laatste hand moet worden
gelegd aan het besluit van de Raad betreffende de toevoeging van schending van beperkende
maatregelen van de Unie aan de lijst van EU-misdrijven. De sectorale sancties jegens
Rusland werden met zes maanden verlengd.
Wapenleveranties
De ER stelde ook vastbesloten te zijn om verdere militaire steun te verlenen om Oekraïne
te helpen zijn inherente recht op zelfverdediging tegen de Russische agressie uit
te oefenen en zijn territoriale integriteit en soevereiniteit te verdedigen. In dit
verband riep de ER de Raad ertoe op snel werk te maken van het verder opvoeren van
de militaire steun. Nederland heeft de oproep van de ER voor verdere leveranties vanwege
het verloop van de oorlog onderstreept. Nederland blijft zelf wapenleveranties aan
Oekraïne voortzetten, waaronder zwaarder materieel, conform de motie van het lid Sjoerdsma
c.s. d.d. 15 juni jl.3 Het kabinet onderschrijft de oproep van de ER voor verdere militaire steun en staat
open voor alle vormen van samenwerking om Oekraïne militair maximaal te kunnen steunen.
Voedselzekerheid
De ER concludeerde dat Rusland, door voedsel als wapen in te zetten in zijn oorlog
tegen Oekraïne, verantwoordelijk is voor de mondiale voedselzekerheidscrisis die het
daardoor heeft teweeggebracht. De ER dringt er bij Rusland op aan om onmiddellijk
op te houden landbouwvoorzieningen als doelwit te nemen en graan weg te halen. Ook
riep de ER Rusland op de blokkade van de Zwarte Zee, en met name van de haven van
Odessa, op te heffen om de export van graan en commerciële scheepvaartactiviteiten
weer mogelijk te maken. De ER steunt de inspanningen die de Secretaris-Generaal van
de Verenigde Naties levert. De ER benadrukt dat de EU-sancties tegen Rusland het vrije
verkeer van landbouwproducten en levensmiddelen en het verstrekken van humanitaire
hulp niet hinderen.
De ER sprak steun uit voor de inspanningen van de Secretaris-Generaal van de Verenigde
Naties en bevestigde tevens de solidariteitscorridors die de uitvoer van levensmiddelen
uit Oekraïne via verschillende routes over land en via EU-havens moeten faciliteren.
In lijn met de tijdens de recent overeengekomen Raadsconclusies over voedselzekerheid4, benadrukte de ER het belang van een Europese inzet op voedselzekerheid via verschillende
kanalen. De ER riep de Commissie en de lidstaten ertoe op om, voortbouwend op initiatieven
van de VN en de G7, hun inspanningen op te voeren om ontwikkelingslanden te ondersteunen
bij het, waar nodig, heroriënteren van hun toeleveringsketens of de ontwikkeling van
productiemiddelen.
Wider Europe
De oorlog in Oekraïne maakt duidelijk dat er een noodzaak is voor meer samenwerking
om de weerbaarheid van het Europese continent te bevorderen. De ER besprak in dit
licht de relatie van de EU met partners op het Europese continent. In dit verband
kwam het door de Franse president Macron gelanceerde idee voor een Europese Politieke
Gemeenschap (EPG) aan de orde. Het doel is om een platform voor politieke coördinatie
op te zetten voor samenwerking met alle Europese landen waar de EU nauwe banden mee
heeft. De leden van de ER, waaronder ook Nederland, omarmden dit idee en benadrukten
daarbij dat dit geen alternatief is voor het uitbreidingsproces. Afgesproken werd
dat dit idee nader zal worden uitgewerkt en dat een eerste bijeenkomst zal worden
gepland tijdens het Tsjechisch EU-voorzitterschap in het tweede semester van dit jaar.
Het zal een lichte structuur worden waarbij bijeenkomsten afwisselend binnen en buiten
de EU zullen plaatsvinden. Er was overeenstemming dat een dergelijke samenwerking
niet is bedoeld om bestaande instrumenten of beleid te vervangen. Het zal voornamelijk
een plaats zijn voor politieke dialoog en samenwerking ten aanzien van onderwerpen
van gemeenschappelijk belang zoals veiligheid, economie en klimaat.
Westelijke Balkan
Ook de situatie in de Westelijke Balkan werd besproken. De ER bevestigde opnieuw de
steun voor het EU-perspectief van de Westelijke Balkan. Ook riep de ER de Commissie,
de Hoge Vertegenwoordiger en de Raad op om de geleidelijke integratie tussen de EU
en de regio verder te bevorderen in een omkeerbare en op merites gebaseerde benadering.
De ER bevestigde ook het belang van hervormingen, met name op het terrein van de rechtsstaat
en in het bijzonder ten aanzien van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht
en de strijd tegen corruptie. Nederland heeft de steun voor het EU-perspectief van
de landen in de Westelijke Balkan herbevestigd en tevens opgeroepen tot een intensivering
van de relatie tussen de EU en deze landen.
De ER werd geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen in de gesprekken tussen Bulgarije
en Noord-Macedonië. De ER riep op tot een spoedige oplossing van de uitstaande zaken
zodat de toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië zonder verdere vertraging
kunnen starten. Nederland heeft steun uitgesproken voor de pogingen van het Franse
voorzitterschap om een oplossing te vinden waar beide partijen mee kunnen instemmen
zodat de onderhandelingen met Noord-Macedonië zo snel mogelijk kunnen starten. Tevens
bevestigde de ER de noodzaak om tastbare voortgang te boeken op het gebied van uitstaande
bilaterale en regionale conflicten, in het bijzonder de Belgrado-Pristina-dialoog.
Ten aanzien van visumliberalisatie voor Kosovo heeft de Europese Commissie toegezegd
om in oktober met een update te komen over de vorderingen die sinds het laatste rapport
van de Commissie hierover in 2018 geboekt zijn. Nederland heeft dit omarmd, conform
de motie van het lid Piri c.s. van 22 juni jl.5 waarin het kabinet wordt opgeroepen om op basis van een nieuw advies van de Commissie
op zeer korte termijn een afweging te maken over visumliberalisatie voor Kosovo.
Tevens verwelkomde de ER de politieke overeenkomst van 12 juni jl. tussen de leiders
van Bosnië-Herzegovina. De ER riep de politieke leiders op om de afspraken in de overeenkomst
snel te implementeren en de constitutionele en electorale hervormingen met urgentie
af te ronden, zodat het land beslissende voortgang kan boeken op het Europese pad,
in lijn met de opinie van de Commissie. De ER concludeerde tevens dat het de Commissie
uitnodigt om zonder vertraging te rapporteren over de implementatie van de 14 kernprioriteiten
van de opinie over Bosnië-Herzegovina, met speciale aandacht voor de prioriteiten
die substantiële hervormingen bevatten met als doel te kunnen besluiten over het al
dan niet verlenen van het kandidaat-lidmaatschap. Nederland heeft hierbij in het kader
van de ‘strikt, fair en betrokken’-benadering op EU-uitbreiding benadrukt dat voortgang
in het toetredingsproces afhankelijk is van daadwerkelijke voortgang op de prioriteiten
zoals uiteengezet in de opinie van de Commissie.
Economische onderwerpen
De ER verwelkomde dat Kroatië alle convergentiecriteria vervult zoals uiteengezet
in het verdrag en bekrachtigde het Commissievoorstel dat Kroatië per 1 januari 2023
kan toetreden tot de euro. De ER nodigde de Raad uit de relevante Commissievoorstellen
spoedig aan te nemen. Na bekrachtiging door de ER en na consultatie met het Europees
Parlement zal de Ecofinraad van 12 juli formeel besluiten over toetreding van Kroatië
tot de euro en over de conversiekoers van de Kroatische kuna naar de euro.
De ER bekrachtigde voorts de landspecifieke aanbevelingen, zoals goedgekeurd door
de Ecofinraad van 17 juni jl. Deze zullen formeel worden aangenomen tijdens de Ecofinraad
van 12 juli aanstaande. Daarmee wordt het Europees Semester voor dit jaar afgerond.
De ER herhaalde het verzoek aan de Commissie om samen met internationale partners
mogelijkheden in kaart te brengen om de stijging van energieprijzen te verminderen,
inclusief, indien opportuun, via tijdelijke maximering van energieprijzen. Mede in
het licht van het gebruik van gas als oorlogswapen door Rusland werd de Commissie
tevens uitgenodigd haar inspanningen voort te zetten energietoeleveranties zeker te
stellen tegen betaalbare prijzen. Ook werd afgesproken dat de Raad samen met de Commissie
de coördinatie tussen lidstaten op het terrein van energie zal versterken.
Conferentie over de Toekomst van Europa
Tijdens de ER zijn conclusies aangenomen over de Conferentie over de Toekomst van
Europa. Deze conferentie is op 9 mei jl. afgerond. De Conferentie was een unieke gelegenheid
om te engageren met de burgers. De ER benadrukte het belang om de burgers te informeren
over wat er met de uitkomsten gebeurt. Er werd afgesproken dat de instellingen effectieve
opvolging zullen geven aan het eindrapport en de daarin opgenomen voorstellen, ieder
binnen de eigen competenties en in lijn met de verdragen.
Externe betrekkingen
De ER sprak zorg uit over de recente en herhaalde acties en verklaringen door Turkije
en gaf aan dat Turkije de soevereiniteit en territoriale integriteit van alle EU lidstaten
moet respecteren. De ER gaf aan van Turkije te verwachten dat het land internationaal
recht respecteert, spanningen in de oostelijke Middellandse Zee de-escaleert en goede,
duurzame relaties met buurlanden bevordert.
Ook onderstreepte de ER het democratische recht van de bevolking van Wit-Rusland om
nieuwe, vrije en eerlijke verkiezingen te hebben. De ER riep de Wit-Russische autoriteiten
op mensenrechten, democratie en de rechtsstaat te respecteren, repressie te beëindigen
en politieke gevangenen vrij te laten.
Westelijke Balkan Leaders Meeting
Op 23 juni, voor aanvang van de ER, zijn de leiders van de Westelijke Balkanlanden
door het Franse Voorzitterschap en de voorzitter van de ER uitgenodigd voor een Leaders Meeting waarbij de volgende thema’s besproken zijn: cyberveiligheid, jongeren, economische
voortuitgang en energie. Tijdens de bijeenkomst is er ook gesproken over de gevolgen
van de Russische inval in Oekraïne voor de stabiliteit op de Westelijke Balkan. De
relatieve stabiliteit op de Westelijke Balkan is al enige tijd precair. De gebeurtenissen
in Oekraïne kunnen, aangewakkerd door de pro-Russische retoriek van politieke leiders
in Servië en de Bosnische deelstaat Republika Srpska, tot extra spanningen in de regio
leiden.
De bijeenkomst was ook bedoeld als een signaal naar de landen in de Westelijke Balkan
dat de EU betrokken is en blijft bij de regio en om eventuele zorgen over het mogelijk
verleggen van de aandacht te ontkrachten. Vrijwel alle lidstaten, waaronder Nederland,
benadrukten tijdens de bijeenkomst het belang van blijvende aandacht voor deze regio,
waarbij het belang van een doorbraak op de voortdurende blokkade van Bulgarije van
het onderhandelingsraamwerk voor Noord-Macedonië extra werd benadrukt. Nederland heeft
dit tijdens de bijeenkomst bekrachtigd. Behoud van stabiliteit en ondersteuning van
de hervormingsagenda in het kader van het EU-toetredingsproces blijven centraal staan
in het kabinetsbeleid ten aanzien van de Westelijke Balkan, conform het coalitieakkoord.
Eurozonetop
En marge van de ER vond op 24 juni jl. een Eurozonetop plaats waar alle 27 lidstaten
aan deelnamen. De regeringsleiders bespraken de economische situatie. De Russische
aanval tegen Oekraïne wakkert de prijzen van energie, grondstoffen en voedsel op de
wereldmarkt aan en vergroot de onzekerheid. Hierdoor remt de economische groei en
neemt de inflatie wereldwijd toe.
De president van de Europese Centrale Bank heeft de recente besluiten van de Governing Council toegelicht. Ze gaf aan dat de ECB heeft besloten om het reguliere opkoopprogramma
per 1 juli a.s. stop te zetten en de rente in juli en september te verhogen. Daarnaast
gaf zij aan dat de ECB versneld een nieuw instrument gaat ontwikkelen om de financiële
fragmentatie tegen te gaan.
Nederland heeft aangegeven de zorgen over de hoge inflatiecijfers in de lidstaten
te delen en benadrukt dat een eventueel fragmentatie-instrument wel moet passen binnen
de verdragsrechtelijke kaders. Ook heeft Nederland erop gewezen dat het nodig is dat
de lidstaten hervormingen blijven doorvoeren teneinde de economieën en begrotingsposities
te versterken.
De regeringsleiders van de eurolanden namen een verklaring aan waarin zij verwezen
naar de brief van 21 juni jl. van de voorzitter van de Eurogroep.6 Zij constateerden dat de economieën van de lidstaten een stevige basis houden door
de maatregelen van de EU, de eurozone en de lidstaten. Zij willen eensgezind de veerkracht
van Europese economieën verder vergroten. De regeringsleiders hebben de Eurogroep
verzocht de economische ontwikkelingen op de voet te volgen.
De regeringsleiders van de eurolanden constateerden dat een sterk Europees financieel
stelsel van cruciaal belang is voor het aantrekken van duurzame investeringen, het
ondersteunen van innovatie, het versterken van de veerkracht en het onderbouwen van
robuuste groei.
• Zij verwelkomden de verklaring van de Eurogroep over de toekomst van de Bankenunie
en hebben de Commissie verzocht hiervoor wetgevingsvoorstellen in te dienen om deze
af te ronden binnen de huidige zittingstermijn van Parlement en Commissie;
• Zij verwelkomden de toezegging van de Eurogroep om op basis van consensus verdere
maatregelen vast te stellen ter versterking en voltooiing van de Bankenunie;
• Zij riepen op tot verdere inspanningen om de kapitaalmarktenunie te verdiepen;
• En zij verwelkomden de vorderingen die zijn gemaakt met de wetgevingswerkzaamheden
ter bevordering van langetermijninvesteringen in de Europese Unie, de aanpassing van
de prudentiële regelgeving voor banken en verzekeringen, de bescherming van financiële
transacties tegen cyberdreigingen en criminele dreigingen, de regulering van digitale
financiering en de bestrijding van het witwassen van geld.
De regeringsleiders verwelkomden tot slot het verwachte aflopen van het enhanced surveillance
framework voor Griekenland. Dit is een belangrijke mijlpaal voor duurzame groei, de financiële
stabiliteit en de blijvende budgettaire verantwoordelijkheid van Griekenland. De volgende
Eurozonetop is voorzien en marge van de Europese Raad van december 2022. De regeringsleiders
zullen dan de voortgang evalueren.
Openstaande punten plenair debat over de Europese top van 22 juni jl.
Effecten SWIFT-sancties op export van graan naar Afrikaanse landen
Zoals aan uw Kamer toegezegd tijdens het plenair debat over de kabinetsinzet bij de
Europese top van 22 juni jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 95, debat over de Europese
Top van 23 en 24 juni 2022) wordt hierbij ingegaan op de rol van SWIFT-sancties bij
de export van graan naar Afrikaanse landen. Zoals reeds genoemd in deze brief concludeerde
de ER dat Rusland vanwege het blokkeren van Oekraïens graan hoofdverantwoordelijke
is voor de huidige acute verergering van de voedselcrisis. Nederland steunt dat standpunt
volledig en dringt er met de EU bij Rusland op aan de blokkade op te heffen. Nederland
verwelkomt de onverminderde diplomatieke inspanningen van de VN en Turkije voor de
Zwarte Zee-corridor om granen in grote volumes uit te kunnen voeren uit Oekraïne.
Daarnaast wordt in EU-verband gewerkt aan solidarity lanes om via alternatieve routes de export van voedsel uit Oekraïne mogelijk te maken.
Het voedselzekerheidsvraagstuk in algemene zin is tegelijkertijd complex en het is
daarom lastig om een specifiek element zoals beperkingen in het betalingsverkeer te
isoleren en daar de effecten van te beschrijven.
Voorop staat dat EU-sancties niet gericht zijn tegen voedsel en daarmee niet direct
raken aan wereldwijde voedselzekerheid. Zo bestaat er geen import- of exportverbod
van voedsel (behalve op luxegoederen zoals bijvoorbeeld kaviaar) en bestaan er bijvoorbeeld
uitzonderingen in het havenverbod om Russische transporteurs toe te laten als zij
voedsel vervoeren. Net zoals bij humanitaire hulp is het basisprincipe dat dit nooit
onder de sancties valt. Tegelijkertijd ontvangt het kabinet signalen uit het bedrijfsleven
dat de EU-sanctieregelgeving verder verhelderd kan worden omtrent de precieze verbodsbepalingen
in bijvoorbeeld het faciliteren van betalingen, hetgeen mogelijk overcompliance door het bedrijfsleven in de hand werkt. Daarom is het kabinet constant in gesprek
in EU-verband en daarbuiten om dergelijke verduidelijkingen te realiseren. Hierin
worden signalen uit het bedrijfsleven ook meegenomen. Het uitgangspunt blijft ook
hier echter dat voedsel niet onder de sancties valt.
Rusland werkt actief aan een narratief waarin het Westen de schuld draagt voor de
huidige stijgende mondiale voedselprijzen en problemen in mondiale leveringsketens.
Voor het kabinet staat buiten kijf dat Rusland daar zelf schuldig aan is door de inval
in Oekraïne en de constante ongebreidelde agressie waarmee productie in en transport
van voedsel uit Oekraïne wordt belemmerd. Zoals hierboven geschetst werkt Nederland
actief mee aan een oplossing van deze problematiek. Daarnaast investeert Nederland
jaarlijks met OS-middelen en kennis en expertise in voedselsystemen, voeding en landbouwonderzoek
en innovatie, onder andere ook in Afrika.
Het is tenslotte belangrijk om op te merken dat SWIFT een systeem voor automatisch
berichtenverkeer is dat in de informatie-uitwisseling over betalingen voorziet, maar
niet de betalingen zelf uitvoert. Zonder toegang tot SWIFT kunnen financiële instellingen
weliswaar nog wel betalingen verzenden en ontvangen, maar de communicatie hierover
moet op alternatieve wijze plaatsvinden. Als een instelling van SWIFT wordt afgesloten,
kan dat alleen door het volledig van SWIFT te blokkeren. SWIFT kan niet selectief
aan blijven staan voor bepaalde typen transacties, of alleen voor transacties naar
bepaalde andere entiteiten. Wat echter duidelijk is, is dat niet alle Russische banken
zijn afgesloten van het SWIFT-netwerk en er dus betalingsmogelijkheden blijven bestaan
via reguliere kanalen voor de export van graan uit Rusland.
Veiligheidsimplicaties voor de EU naar aanleiding van het toekennen van het kandidaat-lidmaatschap
aan Oekraïne en Moldavië
Naar aanleiding van de van de leden motie Stoffer en Omtzigt7 tijdens het plenair debat over de Europese top kan het kabinet aangeven dat het toekennen
van het kandidaat-lidmaatschap aan Oekraïne en Moldavië geen directe veiligheidsimplicaties
heeft in het licht van de wederzijdse bijstandsclausule uit Artikel 42 lid 7 Verdrag
betreffende de Europese Unie (VEU). Artikel 42 lid 7 VEU bevat de verplichting voor
(de overige) lidstaten van de EU om een lidstaat van de EU met alle middelen waarover
zij beschikken hulp en bijstand te verlenen indien die lidstaat een beroep doet op
Artikel 42 lid 7 VEU omdat die gewapenderhand wordt aangevallen op zijn grondgebied.
Het Verdrag betreffende de Europese Unie is alleen van toepassing op lidstaten van
de Europese Unie. Een dergelijke verplichting is derhalve niet van toepassing op kandidaat-lidstaten
zoals Oekraïne en Moldavië.
Terugkoppeling G7-conferentie over voedselzekerheid
In lijn met de beantwoording op vragen van het lid Sjoerdsma tijdens het plenaire
debat over de Europese top, heeft het kabinet afgelopen vrijdag bij de G7-conferentie
over voedselzekerheid gepleit voor het tot stand brengen van een VN-resolutie en -missie
als alternatief voor het exporteren van het Oekraïense graan. Bij deze voedselzekerheidsconferentie
werd echter duidelijk dat andere landen in dit stadium prioriteit geven aan de onderhandelingen
via de VN. Het is daarom niet opportuun om deze route te kiezen, omdat een dergelijke
resolutie om een brede coalitie van landen vraagt die er niet is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken