Brief regering : Gesprekken tussen kabinet en agrarische sector
30 252 Toekomstvisie agrarische sector
Nr. 31 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT EN VOOR NATUUR EN
               STIKSTOF
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2022
Zoals nadrukkelijk aangegeven tijdens het debat over de maatschappelijke onrust als
                  gevolg van de publicatie van de startnotitie Nationaal Programma Landelijk Gebied
                  (NPLG) (Kamerstukken 34 682 en 35 334, nr. 96) en de brief met betrekking tot het perspectief voor agrarische ondernemers (Kamerstukken
                  30 252 en 35 334, nr. 28), is het kabinet zich zeer bewust van de onrust en commotie die dit teweeg heeft
                  gebracht bij veel agrarische ondernemers en hun omgeving. In dat debat heeft de Minister-President
                  toegezegd op zeer afzienbare termijn een onafhankelijk gespreksleider te vragen een
                  aantal gesprekken tussen het kabinet en betrokken partijen uit de agrarische sector
                  te begeleiden. Dit met als doel weer te komen tot een verstandhouding waarbij de inhoud
                  en het gesprek over een duurzame toekomst voor agrarische ondernemers en het landelijk
                  gebied centraal staan. Met deze brief informeren wij u langs welke lijnen het kabinet
                  hier invulling aan wil geven.
               
Beoogd is dat er op korte termijn meerdere gesprekken zullen plaatsvinden. Het kabinet
                  zal de Kamer op korte termijn informeren over wie de rol van onafhankelijk gespreksleider
                  op zich zal nemen. Naast ons beiden zal de Minister-President namens het kabinet aan
                  één of meerdere van deze gesprekken deelnemen.
               
Het kabinet ziet de gesprekken als een belangrijke plek om de zorgen en emoties te
                  benoemen zodat er een beter begrip ontstaat voor elkaars positie, en de verhouding
                  zo wordt dat er weer een constructieve dialoog gevoerd kan worden over de toekomst
                  van het landelijk gebied. Het kabinet is er namelijk van overtuigd dat de betrokkenheid
                  van de agrarische sector essentieel is bij de concrete invulling in de gebieden om
                  de transitie voor elkaar te brengen. Dat moet per gebied met alle belanghebbenden
                  aan tafel.
               
Het kabinet ziet de hierboven genoemde gesprekken in het licht van de omwille van
                  de klimaat-, natuur-, en waterproblematiek benodigde-transitie van het landelijk gebied
                  en de noodzaak om die gezamenlijk vorm te geven. Om daar richting aan te geven, wordt
                  nu hard gewerkt aan de realisatie van gebiedsprogramma’s onder het NPLG. Het kabinet,
                  maar ook provincies, hechten daarbij veel waarde aan de kennis, expertise, waarden
                  en inzichten van agrarische ondernemers. Om daar ruimte voor te hebben, recht aan
                  te doen en belangen open af te kunnen wegen is het essentieel dat alle belanghebbenden
                  gelijkwaardig en met wederzijds vertrouwen aan tafel zitten.
               
De voorgestelde gesprekken dienen er niet toe om de doelstellingen en uitgangspunten
                  zoals die zijn opgenomen in het coalitieakkoord en het NPLG ter discussie te stellen.
                  Het kabinet acht deze stappen onvermijdelijk met het oog op de staat van de natuur,
                  de noodzaak om de vergunningverlening verder op gang te brengen, en niet in de laatste
                  plaats, om agrarische ondernemers een duurzaam toekomstperspectief te bieden.
               
Voor onder andere de te nemen maatregelen en het noodzakelijke maatwerk in het gebied
                  worden de gebiedsprocessen ingericht. Naast de gebiedsprocessen bestaat ook op Rijksniveau,
                  zoals tot nu toe altijd het geval was, ruimte om over de diverse vraagstukken het
                  gesprek aan te gaan. Het kabinet beoogt met de te voeren gesprekken deze dialogen
                  weer een goede basis te geven. Ook zal Minister Staghouwer zoals toegezegd namens
                  het kabinet voor Prinsjesdag een nadere uitwerking van de brief over het perspectief
                  voor de landbouw aan de Kamer sturen.
               
Het kabinet staat er pal voor agrariërs in staat te stellen om de grote uitdagingen
                  waar ze voor gesteld staan, aan te gaan, met uiteindelijk een sterkere landbouwsector
                  tot gevolg. Samen willen wij werken aan een duurzame positie voor de landbouw en agrarische
                  ondernemers in ons land. Wij zijn er stellig van overtuigd dat die er is.
               
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer
De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - 
              
                  Mede ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof