Brief regering : Fiche: Mededeling Europees noodplan voor vervoer
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3466
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2022
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 3 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).
Fiche: Richtlijn verminderen ongelijke behandeling vreemd en eigen vermogen en beperking
renteaftrek (Kamerstuk 22 112, nr. 3465)
Fiche: Mededeling Europees noodplan voor vervoer
Fiche: Richtlijn Ontneming en confiscatie van vermogensbestanddelen
(Kamerstuk 22 112, nr. 3467)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Fiche: Mededeling Europees noodplan voor vervoer
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch
en Sociaal Comité van de Regio’s: Een noodplan voor vervoer
b) Datum ontvangst Commissiedocument
mei 2022
c) Nr. Commissiedocument
COM (2022) 211
d) EUR-Lex
EUR-Lex – 52022DC0211 – EN – EUR-Lex (europa.eu)
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie
N.v.t.
f) Behandelingstraject Raad
Transportraad
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
2. Essentie voorstel
De afgelopen twee jaar is de vervoerssector van de EU zwaar getroffen door twee grote
crises: de COVID-19-pandemie en de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne.
Als reactie op deze recente crises heeft de Commissie een mededeling uitgebracht met
daarin een strategie om de weerbaarheid van transport te versterken bij toekomstige
crises. Terugblikkend op reeds getroffen maatregelen ter versterking van deze weerbaarheid
verwijst de Commissie onder andere naar de tijdens de COVID-19-pandemie ingestelde
Green Lanes, het opgestarte EU-netwerk van nationale transport-contactpunten om transport draaiende
te houden, en naar de verschillende ad-hoc wetgevende voorstellen om de sector te
ondersteunen, zoals tijdelijke verlenging van de geldigheid van rijbewijzen1 en certificaten en tijdelijke aanpassing aan de slotverordening2.
Hierop voortbouwend presenteert de Commissie acht sturende principes die gerespecteerd
zouden moeten worden bij toekomstig (nationaal, regionaal of lokaal) handelen in crises.
Te nemen maatregelen moeten allereerst proportioneel zijn, alsook non-discriminatoir.
Maatregelen moeten goed gecoördineerd worden tussen EU-lidstaten, transparant zijn
en in samenspraak met stakeholders worden opgesteld. Ook moeten maatregelen zoveel
mogelijk in lijn zijn met EU-beleid en de integriteit van het transportsysteem in
ogenschouw nemen. Ten slotte wijst de Commissie op de noodzaak om passagiersrechten
mee te nemen, evenals zorg voor goede werkomstandigheden van transportmedewerkers.
De Commissie presenteert daarnaast een toolbox met een tiental aanbevelingen en maatregelen. Allereerst moet EU-transportwetgeving
crisisbestendig worden, bijvoorbeeld door de opname van «crisisclausules» die geactiveerd
kunnen worden. Dit heeft de Commissie recentelijk al meegenomen in het voorstel voor
de TEN-T herziening3. Ten tweede wijst de Commissie op het belang van adequate (financiële) middelen.
Hierbij benoemt de Commissie het belang van gebruik van fondsen zoals de Recovery and Resilience Facility (RRF), maar ook de Connecting Europe Facility (CEF) en de Cohesiefondsen. De Commissie doet geen aankondiging voor aanvullende EU-financiering.
Als derde verwijst de Commissie naar het behoud van vrij verkeer van goederen, diensten
en personen. Hierbij verwijst de Commissie naar het voortzetten van het Green Lanes concept, onder meer via opname in de Schengengrenscode4. Als vierde benadrukt de Commissie het belang van het managen van migratiestromen
en repatriëring van EU-burgers of transportmedewerkers. Hierbij wijst de Commissie
zowel naar het EU Civil Protection Mechanism en rescEU, maar ook naar het belang voor lidstaten om voldoende consulaire capaciteit te hebben.
De Commissie kan waar mogelijk ondersteunen bij het opzetten van veilige transitcorridors.
Als vijfde zet de Commissie in op het behoud van minimumconnectiviteit en passagiersbescherming,
waarbij de Commissie aankondigt wetgeving te onderzoeken om passagiers te beschermen
bij het wegvallen van transportondernemers als gevolg van liquiditeitsproblemen door
een crisis.
Als zesde benoemt de Commissie het belang van goede informatievoorziening, zowel op
EU-, nationaal als regionaal niveau. Hierbij wijst zij o.a. op het goede gebruik van
de Galileo Green Lanes app die real-time verkeersdata inzichtelijk maakt. Als zevende zet de Commissie in op
behoud en versterken van EU-coördinatie, onder meer via de eerder genoemde nationale
contactpunten, maar ook door goede afstemming met onder andere het Raadsinstrument
geïntegreerde regeling politieke crisisrespons (IPCR) en internationale organisaties.
Als achtste zet de Commissie in op versterken van cybersecurity, specifiek ten aanzien
van kritieke infrastructuur. Hier heeft de Commissie recent al een wetgevend voorstel
voor gedaan5. Als negende beoogt de Commissie de weerbaarheid regelmatig te testen, waarbij de
Commissie aangeeft transport mee te nemen in de Parallel and Coordinated Exercise 2022. Ten slotte benadrukt de Commissie het belang van goede afstemming met mondiale partners.
Hierbij wijst de Commissie naar de recente mededeling over de Global Gateway6 en het koppelen van de Westelijke Balkan aan het TEN-T netwerk7.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het kabinet acht het versterken van de weerbaarheid van transport ten tijde van crises,
zoals bijvoorbeeld in het kader van de COVID-19-pandemie en de militaire agressie
van Rusland tegen Oekraïne, van belang. Het kabinet zet in op een sterke, duurzame
en eerlijke interne markt voor zowel ondernemers als burgers en werknemers8. Het kabinet hanteert daarbij als uitgangspunt dat beleid gebaseerd moet zijn op
feiten en behoeften uit de praktijk. Dat moet uitmonden in meer maatwerk en betere
informatievoorziening voor ondernemers. Het kabinet zet voorts in op verbetering van
implementatie, uitvoering en handhaving van interne-marktregelgeving. Het kabinet
zet in op het wegnemen van onnodige belemmeringen, op een zo spoedig mogelijk herstel
van de interne markt na de COVID-19-pandemie en op versterking van de weerbaarheid
van de interne markt. Zo moeten EU-interne exportbeperkingen in de toekomst voorkomen
worden.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet staat positief tegenover de mededeling. Nederland heeft bij de Commissie
meermaals verzocht om een gedegen evaluatie van de recente crises om daar lessen uit
te trekken. Met deze mededeling komt de Commissie hier, in ieder geval voor het transportdomein,
aan tegemoet.
Het kabinet herkent de geschetste evaluatie en kan zich vinden in de lessen die de
Commissie hieruit trekt. Het kabinet benadrukt dat bij het opstellen van nationale,
regionale, of lokale noodplannen, het interne-marktacquis het uitgangspunt zou moeten
blijven. Een beperking van het vrije verkeer van goederen, diensten, of personen moet
zoveel mogelijk voorkomen worden. Daarbij is het kabinet positief over het specifiek
voortzetten van maatregelen die reeds hebben bewezen te werken, zoals de Green Lanes en de opgezette coördinatiestructuur via het nationale contactpuntensysteem.
Het kabinet verwelkomt de aandacht voor eventuele crises bij het vormgeven van toekomstige
wetgeving. Een dergelijke juridische basis kan helpen bij het behouden van eenduidige
uitvoering. Het kabinet benadrukt wel dat per wetgevend voorstel eventuele uitzonderingsclausules
ten behoeve van crises op hun merites zullen moeten worden beoordeeld. Dit om eventueel
misbruik te voorkomen, zoals het onnodig of te makkelijk kunnen activeren van dergelijke
clausules door de lidstaten voor specifieke nationale belangen. Daarnaast wordt in
het plan verwezen naar het – nog te verschijnen – interne-marktnoodinstrument. Het
is van belang dat bij de ontwikkeling van Europese regelgeving gericht op het voorkomen
en bestrijden van crises overzicht bewaard blijft en dat er geen breed scala aan crisismechanismen
ontstaat. Het kabinet waakt dan ook voor proliferatie van sectorale crisisinstrumenten
omwille van de overzichtelijkheid en uitvoerbaarheid.
In lijn hiermee is het kabinet van mening dat politieke sturing tijdens een crisis
vanuit de lidstaten, in Raadsverband, moet komen. IPCR zou om die reden een meer strategisch,
sector-overstijgend knooppunt en agenda-zettend forum moeten zijn waar, onder andere
door (stimulering van) de ontwikkeling van protocollen, betere voorbereiding op crises
kan worden geboden. Dit Raadsinstrument zou zich in «warme» en «koude» fases9 bezig moeten houden met voorbereiding op en het coördineren van crises binnen de
EU, zodat de coördinatie van een crisis slechts door opschaling van bestaande structuren
vlot kan plaatsvinden. Hierdoor kunnen politieke beslissingen sneller en efficiënter
worden omgezet in operationele acties. Degelijke aansluiting van sectorale crisisinstrumenten
op IPCR acht het kabinet hierbij essentieel, zowel voor voeding van informatie voor
de discussies in de IPCR, als de uitwerking van de in IPCR genomen beslissingen.
Het kabinet acht de inzet van de Commissie bij de instelling van het netwerk van nationale
transportcontactpunten een goed voorbeeld hiervan. Het betreft een informeel netwerk
dat snelle uitwisseling van informatie tijdens de COVID-19-pandemie tussen lidstaten
en Commissie en ook tussen lidstaten onderling mogelijk maakt. Het netwerk is uitdrukkelijk
niet bedoeld voor besluitvorming. Voorzitterschap van de Commissie van dit netwerk
werkte goed in de COVID-19-pandemie; het kabinet verwelkomt daarom het voorstel van
de Commissie om dat voort te zetten.
Het kabinet is tevreden dat de Commissie ook aandacht heeft voor informatievoorziening.
Het kabinet vindt het hierbij wel van belang dat de Commissie ook aan de slag gaat
om informatie gericht op specifieke doelgroepen, zoals het bedrijfsleven, te presenteren.
Eerder heeft het kabinet in dit kader onder andere gepleit voor het opzetten van een
netwerk van nationale contactpunten specifiek gericht op dergelijke informatievoorziening
om dit te ondersteunen.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Naar verwachting zal het merendeel van de lidstaten de mededeling verwelkomen. Verschillende
lidstaten hebben, net als Nederland, in het verleden meermaals benadrukt een dergelijke
evaluatie en strategie aan te moedigen. Diverse elementen, zoals financiële steun,
het tijdelijk opschorten van bepaalde wetgeving, of verbeterde communicatie, worden
door verschillende lidstaten benadrukt.
Het Europees Parlement heeft zich nog niet uitgesproken over de mededeling, maar zal
naar verwachting de algemene richting steunen.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
a) Bevoegdheid
De grondhouding ten aanzien van bevoegdheid is positief. De mededeling heeft betrekking
op de volgende terreinen: interne markt, vervoer, trans-Europese netwerken, als ook
gemeenschappelijke veiligheidsvraagstukken op het gebied van volksgezondheid, voor
de in het onderhavige Verdrag genoemde aspecten. Op deze beleidsterreinen is sprake
van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten (artikel 4, lid 2, onder
a, g, h en k Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)).
b) Subsidiariteit
De grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit is positief. De mededeling schetst
een strategie met daarin maatregelen om de weerbaarheid van transport te versterken
bij toekomstige crises. Gezien grensoverschrijdend vervoer per definitie meerdere
EU-lidstaten, als ook andere landen, raakt, kan deze doelstelling onvoldoende door
de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau worden verwezenlijkt. Door een
gecoördineerde EU-aanpak kan optimaal worden samengewerkt tussen de lidstaten, en
hun vervoerders, om eventuele belemmeringen bij toekomstige crises te voorkomen. Om
die redenen is optreden op het niveau van de EU gerechtvaardigd.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief.
De mededeling schetst een strategie met daarin maatregelen met als doel om de weerbaarheid
van transport te versterken bij toekomstige crises. De mededeling is geschikt om deze
doelstelling te bereiken, omdat deze de benodigde oplossingen biedt voor het versterken
van de weerbaarheid van transport ten tijde van crises door voort te bouwen op reeds
bewezen maatregelen en acties en draagt daarmee bij aan de weerbaarheid van de interne
markt. Het daarbij aangekondigde beleid gaat, voor zover nu te overzien, ook niet
verder dan noodzakelijk. Er wordt voornamelijk ingezet op herziening van bestaande
richtlijnen en verordeningen via al reeds gedane voorstellen, zoals de herziening
van de TEN-T Verordening. Ook de andere maatregelen, zoals het versterken van communicatie
en coördinatie, zijn de afgelopen jaren noodzakelijk gebleken om transport in beweging
te houden. Tegelijkertijd is er binnen de door de Commissie geschetste kaders voldoende
ruimte voor de lidstaten om op nationaal of regionaal niveau bepaalde maatregelen
te nemen ten tijde van crisis.
d) Financiële gevolgen
De mededeling zelf heeft geen financiële gevolgen. Wel verwijst de Commissie op verschillende
plekken naar gebruik van bestaande EU-financieringsmogelijkheden. De financiële gevolgen
van voorstellen waar de Commissie naar verwijst, zijn reeds opgenomen in de respectievelijke
BNC-fiches of zullen worden beoordeeld bij de toekomstige voorstellen.
Nederland is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen
de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze
moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.
Eventuele budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke
departementen, conform de regels van de budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
De gevolgen voor de regeldruk worden beperkt geschat. Hoewel ten tijde van crises
mogelijk meer druk ontstaat voor het mitigeren van de gevolgen van de crises, helpen
de voornemens van de Commissie om dit zoveel mogelijk te voorkomen. De gevolgen voor
de concurrentiekracht en geopolitieke aspecten worden positief ingeschat, gezien het
overeind houden van transport in een crisis voor zowel het Europese en Nederlandse
bedrijfsleven positief is, alsook voor het zoveel mogelijk in stand houden van mondiale
vervoersstromen, het managen van migratiestromen en repatriëring van EU-burgers of
transportmedewerkers middels veilige transitcorridors.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken