Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de brief van Hartwig Medical Foundation over 'Uitvoering moties Van Brenk en Sazias over de uitgebreide DNA-test voor patiënten met uitgezaaide kanker opnemen als te vergoeden zorg (Kamerstuk 35383-4) en Den Haan en Kuiken over uitbehandelde kankerpatiënten met een nog goede conditie toegang geven tot uitgebreide moleculaire diagnostiek (Kamerstuk 29477-716)'
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 647
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2022
In maart 2022 heb ik uw Kamer de eerste voortgangsrapportage van Zorginstituut Nederland
(hierna ZIN) toegezonden over het uitvoeringstraject Moleculaire Diagnostiek1. In deze voortgangsrapportage is een overzicht gegeven over de drie deelprojecten
van dit traject waar ZIN samen met betrokken stakeholders aan werkt. Het traject heeft
als doel de moleculaire diagnostiek in de Nederlandse zorg goed en toekomstbestendig
in te richten.
Naar aanleiding van deze voortgangsrapportage heeft de Vaste Kamercommissie een brief
ontvangen van enkele belanghebbenden partijen. Deze partijen zijn benieuwd naar de
uitvoering van een motie over dit onderwerp die vorig jaar is ingediend door de Leden
Den Haan en Kuiken2. In deze motie wordt verzocht om patiënten met kanker die uitbehandeld zijn en nog
een goede medische conditie hebben, toegang te geven tot uitgebreide moleculaire diagnostiek.
Deze motie is voortgekomen uit een eerdere motie van voormalige Leden Brenk en Sazias
waarin gevraagd is uitgebreide moleculaire diagnostiek beschikbaar te maken voor patiënten
met uitgezaaide kanker, te beginnen bij patiënten met een primair onbekende tumor
en uitbehandelde patiënten. Tijdens het commissiedebat van 25 mei jl. (Kamerstuk 29 247, nr. 360) heeft Lid Den Haan mij over het onderwerp moleculaire diagnostiek ook vragen gesteld
waarbij enkele specifieke punten uit de ingezonden brief ter sprake zijn gekomen.
Op uw verzoek geef ik via deze weg een aanvullende schriftelijke toelichting.
Op dit moment hebben patiënten in ons land binnen diverse zorgpaden in de Nederlandse
zorg al toegang tot moleculaire diagnostiek. Dit wordt, voorafgaand aan behandelingen
die onderdeel zijn van de verzekerde zorg, op verschillende manieren toegepast (smalle
en brede testen)3. Door de diagnostiek voorafgaand aan de behandeling uit te voeren kan onderzocht
worden of het zinvol is een patiënt op deze manier te behandelen. Een gerichte (smalle)
moleculaire test is vaak voldoende om de behandelkeuze te maken. De toepassing van
moleculaire diagnostiek in onze zorg neemt toe, maar de toegang is nog niet voor alle
patiënten met dezelfde zorgvraag gelijk.
In de motie van de Leden den Haan en Kuiken wordt verzocht alle uitbehandelde kankerpatiënten
met een nog goede conditie, toegang te geven tot de meest uitgebreide moleculaire
diagnostiek, nl. whole genome sequencing (WGS). De Kamerleden hebben het over toepassing
van whole genome sequencing bij een specifieke patiëntengroep. Met WGS kunnen álle
mogelijke aangrijpingspunten voor behandeling, die op dit moment bekend zijn, opgespoord
worden. Dit kan extra mogelijkheden voor behandelopties geven maar dat hoeft niet
zo te zijn. Voor de groep uitbehandelde patiënten worden vaak geen nieuwe aangrijpingspunten
gevonden waarvoor behandelingen beschikbaar zijn. Als er wel behandelopties zijn,
zijn deze bijna altijd nog niet bewezen effectief.
Advies Zorginstituut
In de motie wordt verzocht om uitgebreide moleculaire diagnostiek voor patiënten met
kanker die uitbehandeld zijn. Een patiënt is uitbehandeld als de bewezen effectieve
behandelopties uitgeput zijn en/of de medische conditie van de patiënt te slecht is
om door te behandelen. Om vergoeding van deze diagnostiek binnen de Zorgverzekeringswet
(Zvw) mogelijk te maken, moet de diagnostiek voldoen aan het wettelijke criterium
«stand van de wetenschap en praktijk». Een diagnostische test voldoet aan de stand
van de wetenschap en praktijk als is aangetoond dat de toepassing van de test plus
behandeling klinisch nuttig is en leidt tot gezondheidswinst voor de patiënt. Gezondheidswinst
betekent voor de patiënten zoals bedoeld in de motie, over het algemeen verlengde
levensduur en/of behoud van kwaliteit van leven. Het klinisch nut van een dergelijke
test is sterk afhankelijk van de behandeling die daaropvolgend kan worden ingezet.
Op dit moment is het nog onduidelijk of deze patiëntengroep iets aan deze test en
de eventuele vervolgbehandeling heeft aangezien het bewijs voor effectiviteit voor
veel vervolgbehandelingen te mager of afwezig is. Als het klinisch nut op het niveau
van de patiëntengroep niet (voldoende) is aangetoond, is het – ook in het licht van
de beweging naar passende zorg – de vraag of deze patiëntengroep deze optie wel geboden
moet worden. Ondanks dat het zo kan zijn dat een individuele patiënt wel voordeel
kan ondervinden.
Een besluit over het vergoeden van dergelijke diagnostiek bij deze patiëntengroep
maak ik niet zonder gedegen advies vanuit ZIN. Als voor alle uitbehandelde patiënten
deze diagnostiek vergoed zou worden, spreken we waarschijnlijk over een budget impact
van ruim 20 miljoen euro. Hierover moet een zorgvuldige en bewuste keuze gemaakt worden
die in lijn is met andere pakketbeslissingen die gemaakt worden binnen de Zvw. Vanuit
de Kamer wordt mij ook meermaals gevraagd alleen bewezen effectieve zorg te vergoeden
uit het verzekerde pakket. Zo heeft de Kamer in de motie van de leden Ellemeet en
Van der Berg4 opgeroepen om een werkwijze te ontwerpen waarbij alle niet bewezen effectieve zorg
altijd in een onderzoeksetting wordt geleverd en roept gewijzigde motie van de leden
Bergkamp en Veldman5 op een model uit te werken waarin richtlijnen doorlopend worden geactualiseerd en
richtlijnen ook explicieter gaan benoemen welke zorg niet of maar zelden effectief
is.
Vervolg
Hoewel het klinisch nut voor deze patiëntengroep nog niet is aangetoond, zie ik dat
deze vorm van diagnostiek in algemene zin veelbelovend is. Ik steun brede inzet van
moleculaire diagnostiek in onze zorg, met name voor patiënten die zich vroeg in het
ziekteproces bevinden. Het klinisch nut kan op een eerder moment in het ziekteproces
nl. groter zijn omdat de patiënt in een betere medische conditie verkeert en er een
behandelperspectief is. Mede daarom vind ik het belangrijk dat we kijken naar de juiste
plaatsbepaling en toepassing van moleculaire diagnostiek, zowel de smalle gerichte
testen als de brede/uitgebreide testen.
Ik heb het ZIN gevraagd om met alle betrokkenen te werken aan een duurzame en toekomstbestendige
systematiek om op basis van de laatste ontwikkelingen snel duidelijkheid te geven
over de plaatsbepaling van moleculaire diagnostiek. Daarbij werken we dus ook aan
de brede vraag die de voormalige Leden Brenk en Sazias neergelegd hebben om voor alle
patiënten met uitgezaaide kanker moleculaire diagnostiek in te zetten. Samen met betrokken
experts en stakeholders pakt ZIN dit op in het uitvoeringstraject «Moleculaire Diagnostiek».
In dit traject wordt bekeken hoe de zorg ingeregeld moet worden om te kunnen bepalen
voor welke patiënten en op welk moment deze diagnostiek toegevoegde waarde heeft.
Ook worden er afspraken gemaakt zodat voor iedere patiënt met dezelfde zorgvraag dezelfde
diagnostiek beschikbaar is. Ik blijf uw Kamer met halfjaarlijkse voortgangsrapportages
op de hoogte houden van dit project.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport