Brief regering : Beleidsdoorlichting artikel 1 EZK-begroting
30 991 Beleidsdoorlichting Economische Zaken en Klimaat
Nr. 37 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2022
Hierbij stuur ik u de beleidsdoorlichting van artikel 1 «Goed functionerende economie
en markten» van de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK).
De beleidsdoorlichting gaat over de periode 2015 tot en met 2020. Ik ga in deze brief
eerst in op het begrotingsartikel en de achtergrond van de beleidsdoorlichting. Daarna
vat ik de bevindingen van de beleidsdoorlichting samen en geef ik aan wat ik hiermee
ga doen.
Aanleiding en achtergrond beleidsdoorlichting
Artikel 1
Beleidsartikel 1 gaat over het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende
economie en markten, waaronder de markt voor elektronische communicatie. Dit moet
zorgen voor een goede prijs-kwaliteitverhouding voor consumenten en bedrijven. Onder
artikel 1 vallen onder andere het algemene mededingingsbeleid, het aanbestedingsbeleid,
het consumentenbeleid, het sectorspecifieke beleid voor de telecomsector en de financiering
van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)1. De financiële grootte van artikel 1 in de EZK-begroting is relatief klein. In 2021
ging het om € 233,1 miljoen aan uitgaven (conform EZK-begroting 2021).
Beleidsdoorlichting
Een beleidsdoorlichting is een periodiek onderzoek naar de doeltreffendheid en doelmatigheid
van beleid op het niveau van een begrotingsartikel. In dit geval gaat het dus over
het beleid dat onder artikel 1 valt. Deze beleidsdoorlichting vat samen wat bekend
is over de verschillende beleidsonderdelen die onder artikel 1 vallen, zoals in evaluaties
en jaarverslagen. De richtlijnen voor het uitvoeren van zo’n onderzoek staan in de
Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE).
De beleidsdoorlichting is uitgevoerd door onderzoeksbureau Panteia. Het onderzoek
van Panteia zit als bijlage bij deze brief. Daarnaast stuur ik u een oordeel dat twee
onafhankelijk deskundigen, prof. mr. dr. Anna Gerbrandy (hoogleraar Mededingingsrecht
aan de Universiteit Utrecht) en prof. dr. Paul Timmers (gastonderzoeker aan de Universiteit
van Oxford), hebben gegeven over de beleidsdoorlichting.
Conclusies en aanbevelingen beleidsdoorlichting
Onderzoek Panteia
Panteia schetst een positief beeld in haar rapport. Het beleid in artikel 1 lijkt
in het algemeen doeltreffend en doelmatig. Het beleid en de instrumenten dragen bij
aan het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende economie en markten.
Panteia merkt op dat het aantal beschikbare evaluaties, of de periode waarover de
evaluaties gaan, beperkt was. Panteia heeft dit waar nodig aangevuld met eigen onderzoek.
Daarom was het moeilijk voor Panteia om voor de meeste beleidsonderdelen onder artikel 1
harde conclusies te trekken. Panteia beveelt aan om de planning van evaluaties op
de afzonderlijke beleidsonderdelen zo goed mogelijk af te stemmen op de vijfjaarlijkse
beleidsdoorlichting.
Verder vindt Panteia de doelstelling van het beleidsartikel erg breed. Panteia adviseert
om het artikel in drieën op te delen, bijvoorbeeld: 1) het scheppen van voorwaarden
voor goed functionerende markten 2) het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende
digitale samenleving, en 3) het voorzien in maatschappelijke behoefte aan statistieken.
Zo krijgen de afzonderlijke beleidsvelden meer aandacht, kunnen scherpere en concretere
doelstellingen worden bepaald en kunnen de resultaten van het beleid beter in de gaten
worden gehouden. Panteia beveelt ook aan om de doelstellingen concreter te maken en
hiervoor meetbare graadmeters en streefwaarden te gebruiken. Panteia adviseert daarnaast
om het beleid dat gaat over de verbetering van de Europese interne markt aan artikel 1
toe te voegen.
Bij deze beleidsdoorlichting is ook gekeken naar wat de mogelijkheden zijn als er
aanzienlijk (20%) minder of meer geld beschikbaar is. De belangrijkste conclusie is
dat in veel gevallen een besparing van 20% botst met juridische verplichtingen. Denk
hierbij aan langer lopende contracten of Europese regelgeving. Daarnaast zorgt een
besparing van 20% ervoor dat de belangrijkste activiteiten van het betreffende beleidsonderdeel
niet meer goed kunnen worden uitgevoerd. Gemaakte afspraken kunnen dan niet meer worden
nagekomen. Dat is slecht voor het behalen van de doelen van een goed functionerende
economie en markten. Panteia merkt daarnaast op dat de beschikbare evaluaties onvoldoende
houvast bieden om uitspraken over te doen over de mogelijkheid van kleinere besparingen.
Panteia stelt vast dat de Europese Commissie digitalisering erg belangrijk vindt.
Dit blijkt uit het grote aantal Europese voorstellen op dit gebied. Om aan de groeiende
Europese verplichtingen te voldoen is meer geld nodig. Als meer geld beschikbaar is,
vindt Panteia het logisch om dit aan digitalisering uit te geven.
Reflectie digitale ontwikkelingen
Het economisch digitaliseringsbeleid is nog geen onderdeel van deze beleidsdoorlichting.
Dat is bij de volgende doorlichting wel het geval. Daarom heeft het kabinet Panteia
gevraagd om na te denken over de stand van zaken van de digitale ontwikkelingen. Het
is belangrijk dat het bestuderen van de resultaten van dit beleid bijdraagt aan toekomstige
evaluaties. Panteia merkt op dat de rol van digitalisering in de economie en de samenleving
in de afgelopen jaren sterk is gegroeid. Dit neemt in de toekomst verder toe. Het
meeste digitaliseringsbeleid is behoorlijk nieuw en nog niet uitontwikkeld. Panteia
stelt dat de Europese Unie een belangrijke plek is voor de ontwikkeling van digitaliseringsbeleid.
De Europese Commissie is daarin de invloedrijkste speler. Het kabinet is het eens
met wat Panteia hierover zegt. Nederland draagt actief bij aan de totstandkoming van
het digitaliseringsbeleid in Europa. Voorbeelden hiervan zijn verschillende lopende
Europese wetsvoorstellen, zoals de Digital Markets Act,2 Digital Services Act3 en de Artificial Intelligence Act.4
Oordeel externe deskundigen
De onafhankelijke deskundigen vinden dat de uitvoering van de beleidsdoorlichting
zorgvuldig en professioneel is gedaan. Zij hebben wel een paar opmerkingen. Die opmerkingen
gaan over de weinige bronnen voor de beleidsdoorlichting, over de beleidsvisie, en
over de ingewikkeldheid en de manier van beleidsontwikkeling en -evaluatie. De deskundigen
vinden, net als Panteia, dat de planning van de evaluaties van de afzonderlijke beleidsterreinen
niet altijd samenloopt met de planning van de beleidsdoorlichting zelf. Ook vinden
zij dat de onderliggende evaluaties onderling verschillen van aard, opzet en uitvoering.
Vervolgstappen
Ik ben blij dat uit het onderzoek blijkt dat het beleid onder artikel 1 in het algemeen
doeltreffend en doelmatig lijkt. Ik ga daarom geen grote veranderingen doen. Wel neem
ik op basis van de aanbevelingen een aantal vervolgstappen.
Planning individuele evaluaties
Allereerst ben ik het eens met de aanbeveling om individuele evaluaties en de planning
hiervan goed af te stemmen op een toekomstige beleidsdoorlichting, zodat hiervoor
meer evaluaties beschikbaar zijn. Ik ga hiermee aan de slag via de verdere ontwikkeling
van de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) in de EZK-begroting, waarbij periodieke
rapportages en de onderliggende evaluatieplanning gericht worden op beleidsthema’s.5
Aanpassing doelstellingen beleidsartikel
Ten tweede ben ik van plan om de doelstelling van het beleidsartikel aan te passen,
zoals de deskundigen en Panteia adviseren. Ik ben van plan om de voorgestelde opsplitsing
binnen artikel 1 in drie subdoelen over te nemen. Bij de uitwerking betrek ik ook
de andere aanbevelingen, zoals het meenemen van maatschappelijke ontwikkelingen bij
het bepalen en uitwerken van doelstellingen, de periodieke herijking van doelstellingen,
het beschrijven van de (noodzaak voor) de rol van de overheid en de manier waarop
het beleid moet bijdragen aan het bereiken van de doelen. Verder bekijk ik of het
beleid over de Europese interne markt aan artikel 1 kan worden toegevoegd. Ik informeer
uw Kamer hierover in het kader van de gebruikelijke EZK-begrotingscyclus.
Benoemen besparingsmogelijkheden in evaluatierapporten
Ten derde ga ik mij ervoor inzetten dat onderliggende evaluatierapporten beter geschikt
zijn om bij een beleidsdoorlichting of een andere periodieke rapportage iets te zeggen
over concrete besparingsmogelijkheden. Zelfs als er juridische belemmeringen zijn,
vind ik het belangrijk om te blijven nadenken over wat besparingen betekenen voor
de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid en om te bekijken wat de mogelijkheden
zijn om het beleid effectiever en efficiënter te maken.
Conclusie
Ik bedank de onderzoekers en de onafhankelijke deskundigen voor hun bijdrage aan de
totstandkoming van het doortimmerde en gedetailleerde rapport. In het rapport staan
nuttige aanbevelingen om zowel de beleidsdoorlichting als de onderliggende rapportages
verder te verbeteren en te kijken naar een aanpassing van het brede beleidsartikel 1
van de EZK-begroting. Ik ga hiermee aan de slag en houd uw Kamer op de hoogte van
hoe het daarmee staat.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat