Brief regering : Besluit naar aanleiding van de nader gewijzigde motie van de leden Beckerman en Hagen over het afgraven van de zeedijk van de Hedwigepolder pas inzetten nadat de resultaten van de lopende onderzoeken naar Pfas bekend zijn
35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS
30 862
Goedkeuring van het op 21 december 2005 te Middelburg tot stand gekomen Verdrag tussen
het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest betreffende de uitvoering van
de ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (Trb. 2005, 310)
Nr. 188
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juni 2022
Op 17 mei 2022 heeft uw Kamer een motie aangenomen (Handelingen II 2021/22, nr. 80, Stemmingen) die de regering verzoekt in overleg met de Vlaamse regering te zorgen
dat het afgraven van de zeedijk van de Hedwigepolder pas wordt ingezet nadat de resultaten
van de lopende onderzoeken naar PFAS bekend zijn en vaststaat dat geen negatieve effecten
optreden voor de natuurontwikkeling en een gezonde leefomgeving (Kamerstuk 30 175, nr. 413). Op 7 juni 2022 heb ik u gemeld dat ik vóór 1 juli 2022, in afstemming met Vlaanderen
en provincie Zeeland, zal besluiten of de onderzoeksresultaten aanleiding geven om
de planning van de ontpoldering van de Hedwigepolder aan te passen (Kamerstuk 35 334, nr. 183). Hierbij laat ik u, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW),
mijn besluit weten.
De ontpoldering van de Hedwigepolder maakt onderdeel uit van de herstelopgave, die
nodig is vanwege de slechte staat van de natuur van de Westerschelde als gevolg van
ingrepen in het verleden. Nederland heeft daartoe een herstelverplichting aan de Europese
Commissie op grond van de Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn. In 2005 hebben Nederland
en Vlaanderen een verdrag gesloten over deze herstelopgave, waarin afspraken zijn
gemaakt over de realisatie van natuur in Nederland en België. In Nederland wordt 600 ha
estuariene natuur gerealiseerd, waarvan ca. 300 ha door ontpoldering en inrichting
van de Hedwigepolder.
De ontpoldering van de Hedwigepolder is onderdeel van een grensoverschrijdend project
met Vlaanderen, waarbij aan de Vlaamse kant de aangrenzende Prosperpolder wordt ontpolderd.
Zoals ik u in mijn vorige brief heb gemeld is de zeedijk in de Prosperpolder reeds
zover afgegraven dat er in het komende stormseizoen (oktober-maart) een risico is
dat bij bepaalde weersomstandigheden het water de Prosperpolder instroomt en daarmee
ook (maar dan ongecontroleerd) de Hedwigepolder in.
Ik begrijp de gevoelens van onrust in de Zeeuwse samenleving en uw Kamer, en de uitdrukkelijke
wens en zorg om de PFAS-gehaltes zo snel mogelijk terug te brengen. Met u zou ik willen
dat dit van vandaag op morgen een feit zou kunnen zijn, maar helaas is dat niet mogelijk.
Het kabinet spant zich maximaal in om te komen tot een schonere Westerschelde. Daarom
heeft het kabinet een aantal onderzoeken laten doen naar effecten op natuurontwikkeling
en een gezonde leefomgeving.
Conclusies
In de door uw Kamer aangenomen motie is specifiek gevraagd om op basis van de resultaten
van de lopende onderzoeken vast te stellen of er negatieve effecten optreden voor:
a) de natuurontwikkeling
b) een gezonde leefomgeving
Ik heb de resultaten van elf onderzoeken en metingen naar PFAS in de Westerschelde,
zoals gemeld in mijn brief van 7 juni 2022, meegenomen in mijn besluit. Ik beschouw
deze onderzoeken en metingen als voldoende om op basis van de resultaten een afgewogen
besluit te kunnen nemen. Onderaan deze brief vindt u een korte samenvatting van deze
elf onderzoeken alsook de link om deze onderzoeken zelf in te zien.
a) Natuurontwikkeling
Voor de beoordeling van de effecten op natuurontwikkeling zijn onderzoeken 1, 2, 3,
4, 5, 7, 8, 10 en 11 relevant. Bij het besluit tot ontpoldering van de Hedwigepolder
in 2014 (vaststelling rijksinpassingsplan en uitvoeringsbesluiten) was het uitgangspunt
dat:
– extra hectares natuur noodzakelijk zijn voor natuurherstel in de Westerschelde, waar
Nederland op basis van de Vogel- en Habitatrichtlijnen toe verplicht is;
– de natuur in de dan ontpolderde Hedwigepolder dezelfde kwaliteit krijgt als de huidige
kwaliteit van bestaande natuur in en langs de Westerschelde, zoals in het Land van
Saeftinghe en het Sieperdaschor.
Het besluit tot ontpoldering is genomen in de wetenschap dat er in de Westerschelde
sprake is van vervuiling met verschillende stoffen, waaronder PFOS. Uit de uitgevoerde
metingen en onderzoeken blijkt de vervuiling vanaf 2018 te zijn afgenomen en is een
dalende trend zichtbaar. De verwachting is dat, gezien de genomen en te nemen maatregelen
ten aanzien van het lozen van PFAS, deze dalende trend zich voortzet.
Een specifieke vertaling van natuurkwaliteit vormt de meting van jong slib in de Hedwigepolder.
Deze metingen geven een duidelijk beeld van de te verwachten waterbodemkwaliteit in
de Hedwigepolder en geven een verbetering aan ten aanzien van ouder afgezet slib.
De gemeten concentraties zijn ook lager dan de PFAS-concentraties in het zwevend stof,
die door Rijkswaterstaat zijn gemeten.
De conclusie is dan ook dat op basis van de huidige onderzoeksresultaten de voorwaarden
voor natuurontwikkeling gunstiger zijn dan bij eerdere besluitvorming afgewogen. Dat
maakt onze inspanningen om verdere vermindering van vervuiling in de Westerschelde
van PFAS en andere stoffen overigens niet minder urgent.
b) Gezonde leefomgeving
Voor de beoordeling van de effecten op een gezonde leefomgeving zijn de onderzoeken
6 en 9 relevant. Met de brief van 4 juni 2021 heeft de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat uw Kamer geïnformeerd over de aandacht voor de gezondheidseffecten van
PFAS in Nederland. Op basis van Nederlandse data berekende het RIVM dat mensen via
voedsel en drinkwater samen meer PFAS binnenkrijgen dan de geadviseerde grenswaarde.
De zorg hierover is reden voor het brede onderzoekstraject naar de blootstelling aan
PFAS in Nederland.
De zorgen van inwoners van Zeeland en specifiek uit de omgeving van de Westerschelde
zijn naar aanleiding van de daarin gemeten PFAS-gehalten begrijpelijk. Het is eveneens
begrijpelijk dat er vragen leven over de gezondheidseffecten als Westerscheldewater
in de Hedwigepolder komt.
Voor PFAS in water zijn er vier blootstellingsroutes die dienen de te worden afgewogen:
– Blootstelling via de huid, bijvoorbeeld door slib of water te lopen.
– Door het inademen van kleine waterdruppeltjes met PFAS.
– Door water met PFAS erin te drinken of in te slikken.
– Door het eten van producten uit het water.
In 2018 heeft het RIVM de eerste twee aspecten beoordeeld voor PFOA en GenX (beide
behorend tot de stofgroep PFAS). Het RIVM concludeerde dat de hoeveelheden zodanig
gering zijn dat hiervan geen gezondheidseffecten te verwachten zijn.
In de ontpolderde Hedwigepolder mag niet worden gezwommen of gevist en er mag ook
geen drinkwater worden gewonnen. Een beoordeling op bovengenoemde vier aspecten in
relatie tot de ontpoldering van de Hedwigepolder is dan ook niet direct van toepassing.
Uit de resultaten van de onderzoeken naar zwemmen op aangewezen zwemlocaties in de
Westerschelde en naar voedselveiligheid kunnen adviezen worden geformuleerd hoe inwoners
uit de omgeving een hogere blootstelling aan PFAS uit de Westerschelde kunnen vermijden.
Hierbij wijs ik op de conclusies dat veilig kan worden gezwommen, maar dat het eten
van vis en garnalen wordt ontraden en voor mosselen en oesters uit de Westerschelde
wordt geadviseerd deze maximaal 10 keer per jaar te eten.
Ik begrijp dat bewoners uit de omgeving van de Westerschelde graag willen dat ik in
mijn besluit ook een bevolkingsonderzoek betrek om te bezien hoe de blootstelling
aan PFAS in het verleden zich heeft vertaald in bloedwaarden. Een dergelijk onderzoek
geeft echter geen inzicht in de effecten van het toelaten van water in de Hedwigepolder
en daarom heeft het geen toegevoegde waarde om de uitkomsten van dit onderzoek af
te wachten. Via de PFAS-coördinatoren die Rijk en provincie hebben aangesteld volg
ik de besluitvorming van de Zeeuwse gemeenten in de GGD-Zeeland nadrukkelijk.
Eindconclusie
Op basis van het bovenstaande concludeer ik dat de resultaten van de elf onderzoeken
en metingen geen aanleiding geven om de planning van de ontpoldering van de Hedwigepolder
aan te passen. Dit betekent dat de graafwerkzaamheden aan de zeedijk kunnen worden
hervat en volgens de huidige planning eb en vloed eind september/begin oktober 2022
in de Hedwigepolder terugkeert.
Conclusie per onderzoek
Hierna heb ik per onderzoek en meting de conclusie en het verband met de planning
van de ontpoldering van de Hedwigepolder aangegeven alsmede een link naar het betreffende
rapport of meting.
1. PFAS in bodem Hedwigepolder
Datum
1 december 2019
Link naar het onderzoek/meting
Bodemkwaliteitskaart PFAS Zeeuws-Vlaanderen (overheid.nl).
De statistische kengetallen voor PFAS voor de Hedwigepolder zijn opgenomen in bijlage
5A en 5B.
Korte omschrijving van het onderzoek
De boven- en ondergrond van de Hedwigepolder is op twintig locaties geanalyseerd op
PFAS. Het doel is om de nulsituatie (de situatie vóór de terugkeer van eb en vloed)
voor PFAS-gehalten in de bodem van de Hedwigepolder vast te leggen.
Conclusie
De PFAS-gehalten in de boven- en ondergrond laten geen uitzonderlijke waarden zien
in vergelijking met landelijk achtergrondwaardenonderzoek uit 2020.
Verband met de planning van de ontpoldering van de Hedwigepolder
Deze metingen geven geen aanleiding om de planning aan te passen. Met dit onderzoek
is een nulsituatie in de bodem vastgelegd en zijn geen uitzonderlijke waarden PFAS
aangetroffen.
2. PFAS in grondwater, kwelwater en oppervlaktewater Hedwigepolder
Datum
31 januari 2022
Link naar het onderzoek/meting
https://www.rivm.nl/pfas/bodem
Korte omschrijving van het onderzoek
De PFAS-gehalten in het grondwater, kwelwater en oppervlaktewater van de Hedwigepolder
zijn op vier locaties gemeten. Het doel is om de nulsituatie (de situatie vóór de
terugkeer van eb en vloed) voor PFAS-gehalten in het grondwater, kwelwater en oppervlaktewater
van de Hedwigepolder vast te leggen.
Conclusie
De PFAS-gehalten in het grondwater, kwelwater en oppervlaktewater liggen (ruim) onder
de risicogrenzen, zoals gehanteerd door het RIVM.
Verband met de planning van de ontpoldering van de Hedwigepolder
Deze metingen geven geen aanleiding om de planning aan te passen. Met dit onderzoek
is (aanvullend op onderzoek 1) de nulsituatie vastgelegd in grondwater, kwelwater
en oppervlaktewater en liggen de gemeten PFAS-gehalten (ruim) onder de door het RIVM
gehanteerde risicogrenzen.
3. Risico van PFAS in natuurontwikkelingsprojecten langs de Westerschelde
Datum
2 november 2021
Link naar het onderzoek/meting
Korte omschrijving van het onderzoek
Kennisinstituut Deltares heeft een overzicht gemaakt van de beschikbare kennis over
de risico’s van PFAS in buitendijkse natuurontwikkelingsprojecten langs de Westerschelde.
Tevens is Deltares gevraagd of de gemeten PFAS-gehalten in het water en het slib van
de Westerschelde aanleiding geven om de conclusie te herzien van Imares uit 2010 dat
de vervuiling van de Westerschelde de aanleg van een nieuw natuurgebied langs de Westerschelde
niet in de weg staat. Imares concludeerde destijds dat het hele areaal van de Westerschelde
al is aangetast door verontreinigingen afkomstig uit het Scheldestroomgebied en dat
een met de Westerschelde aaneengesloten nieuw natuurgebied dezelfde natuurkwaliteit
en ontwikkelingsmogelijkheden zal hebben (qua verstoring door verontreinigingen) als
bestaand areaal van de Westerschelde.
Conclusie
Deltares concludeert dat de recente data van PFAS in zwevend stof en recent aangeslibd
materiaal in en langs de Westerschelde geen reden geven om van deze conclusie af te
wijken.
Deltares doet twee aanbevelingen:
– Een analyse van het risico dat oude verontreinigingen, die nu liggen opgeslagen onder
of in bestaande schorren, vrijkomen bij erosie, na het realiseren van de ontpoldering.
Beschikbare data geven aan dat diepere, oudere lagen minder verontreinigd zijn. Dat
wijst naar een beperkter risico als de achterblijvende lagen voldoende oud zijn (zie
onderzoek 4).
– Aanvullende metingen, gericht op de kwaliteit van vers aangeslibd materiaal, vooral
van nabij de Vlaams-Nederlandse grens, om de resterende onzekerheid over de kwaliteit
van nieuwe aanslibbingen in de Hedwigepolder te verminderen (zie onderzoek 11).
Verband met de planning van de ontpoldering van de Hedwigepolder
Dit onderzoek geeft geen aanleiding om de planning aan te passen. De recente data
van PFAS in zwevend stof en recent aangeslibd materiaal in en langs de Westerschelde
geven Deltares geen reden om af te wijken van de conclusie van Imares uit 2010 dat
een met de Westerschelde aaneengesloten nieuw natuurgebied dezelfde natuurkwaliteit
en ontwikkelingsmogelijkheden zal hebben (qua verstoring door verontreinigingen) als
bestaand areaal van de Westerschelde.
4. Onderzoek gevolgen natuurlijke erosie
Datum
(1) Mei 2022
(2) Maart 2022
Link naar het onderzoek/meting
Korte omschrijving van het onderzoek
(1) In het kader van de ontpolderingswerken aan de Hedwigepolder worden buitendijks
de geulaanzetten uitgegraven en de Scheldeschorren verlaagd. Onderzocht is de omvang
van de erosie na verlaging van de Scheldeschorren en uitgraving van de geulaanzetten
en welke verspreiding verwacht wordt van aanwezige verontreiniging.
(2) In het kader van de voorgenomen werkzaamheden in de Hedwigepolder zijn PFAS-gehalten
gemeten in de diepere bodemlagen om inzicht te verkrijgen in de kwaliteit van de (na
afgraving van de voor de Hedwige liggende Scheldeschorren) vrijkomende waterbodem
ten aanzien van PFAS.
Conclusie
(1) Het PFAS-gehalte in de diepere lagen van het Scheldeschor ligt onder het herverontreinigingsniveau
van 3,7 μg/kg droge stof.
(2) Erosie vindt de eerste tien jaar plaats en bedraagt ongeveer 15–20 cm. Naarmate
de tijd vordert vindt ook op meerdere plaatsen depositie plaats van enkele decimeters.
Verband met de planning van de ontpoldering van de Hedwigepolder
De onderzoeken geven geen aanleiding om de planning aan te passen, omdat het PFAS-gehalte
in de diepere lagen van het Scheldeschor laag ligt (in ieder geval onder het herverontreinigingsniveau
van 3,7 μg/kg droge stof). Op basis van dit onderzoek is het niet waarschijnlijk dat
op de nieuwe waterbodem in de Hedwigepolder hogere PFAS-concentraties dan genoemde
waarden zouden ontstaan.
5. Validatie milieueffectrapportage (MER) Rijksinpassingsplan Hedwigepolder
Datum
18 januari 2022
Link naar het onderzoek/meting
Korte omschrijving van het onderzoek
Antea Group heeft nagegaan of de informatie in het MER die in 2014 ten grondslag heeft
gelegen aan het besluit om de Hedwigepolder te ontpolderen nog steeds valide is met
de actuele informatie van PFAS-gehalten in de Westerschelde. Centrale vraag was of
met deze actuele informatie hetzelfde besluit zou zijn genomen.
Conclusie
Antea Group concludeert dat de actuele informatie over PFAS-gehalten in de Westerschelde
een toevoeging vormt voor de effectbeschrijving van het MER, maar niet leidt tot een
andere conclusie ten aanzien van de ontpoldering van de Hedwigepolder.
Verband met de planning van de ontpoldering van de Hedwigepolder
Dit onderzoek geeft geen aanleiding om de planning aan te passen, omdat met de actuele
informatie over PFAS-gehalten in de Westerschelde het besluit om de Hedwigepolder
te ontpolderen nog steeds valide is.
6. Voedselveiligheid
Datum
25 mei 2022
Link naar het onderzoek/meting
https://www.rivm.nl/nieuws/pfas-in-westerschelde
Korte omschrijving van het onderzoek
Het RIVM en de Wageningen Universiteit hebben een onderzoek naar PFAS-gehalten in
vis, garnalen, schaal- en schelpdieren en zeegroenten in de Westerschelde uitgevoerd.
Dit onderzoek geeft met name inzicht hoe inwoners rond de Westerschelde gezondheidsrisico’s
als gevolg van PFAS in de Westerschelde kunnen vermijden.
Conclusie
Uit dit onderzoek blijkt dat er verhoogde PFAS-waarden in vis, garnalen, schaal- en
schelpdieren worden aangetroffen. De GGD Zeeland adviseert daarom om geen zelf gevangen
vis en garnalen uit de Westerschelde te eten en maximaal 10 keer per jaar een portie
oesters of mosselen uit de Westerschelde te eten. Zeegroenten kunnen veilig geconsumeerd
worden.
Verband met de planning van de ontpoldering van de Hedwigepolder
De ontpolderde Hedwigepolder is een natuurgebied, waarin niet mag worden gevist. Dit
onderzoek geeft derhalve geen aanleiding om de planning aan te passen.
7. PFAS-concentraties in het water
Datum
Doorlopende metingen (conclusie op basis van de metingen t/m november 2021)
Link naar het onderzoek/meting
Data over de periode tot eind 2021 beschikbaar via de RWS-portal https://waterinfo.rws.nl en RWS Servicedesk Data.
Korte omschrijving van het onderzoek
Rijkswaterstaat meet periodiek de PFAS-gehalten in water in het kader van de Monitoring
Waterstaatkundige Toestand des Lands.
Conclusie
Over het algemeen zijn de waarden voor de meeste gemeten PFAS in de Westerschelde
hoger dan in andere Nederlandse wateren. De metingen in oktober en november 2021 onderschrijven
dit beeld. Alleen voor PFOS is een maximaal toegestane waarde voor oppervlaktewater
vastgesteld, die in 2027 moet worden gehaald. De metingen laten op dit moment hogere
waarden voor PFOS zien, maar tevens een dalend trend sinds 2018. De verwachting is
dat de PFOS-gehalten verder zullen dalen, mede omdat PFOS sinds 2011 geheel verboden
is en er maatregelen genomen worden om de emissies te beperken.
Verband met de planning van de ontpoldering van de Hedwigepolder
De PFAS-gehalten in het water van de Westerschelde zijn geen goede indicatie voor
de te verwachten PFAS-gehalten, die zich op de bodem van de ontpolderde Hedwigepolder
zullen vormen. De beste indicatie voor de op termijn te verwachten PFAS-waarden op
de waterbodem van de ontpolderde Hedwigepolder is het zwevend stof dat uiteindelijk
zal bezinken. De metingen van PFAS in het water van de Westerschelde geven dan ook
geen aanleiding om de planning aan te passen.
8. PFAS in zwevend stof
Datum
Doorlopende metingen (conclusie op basis van de metingen t/m november 2021)
Link naar het onderzoek/meting
Data over de periode tot eind 2021 beschikbaar via de RWS-portal https://waterinfo.rws.nl en RWS Servicedesk Data RWS Servicedesk Data.
Korte omschrijving van het onderzoek
Rijkswaterstaat meet periodiek de PFAS-gehalten in zwevend stof in het kader van de
Monitoring Waterstaatkundige Toestand des Lands.
Conclusie
De PFAS-gehalten t/m november 2021 laten voor PFOS in zwevend stof waarden tussen
1,3 en 2,8 μg/kg droge stof zien en lijken op het eerste gezicht vergelijkbaar met
de data die de Minister van IenW op 5 oktober 2021 als bijlage bij de Kamerbrief aan
u heeft gezonden. De PFOS-gehalten liggen onder het herverontreinigingsniveau van
3,7 μg/kg droge stof.
Verband met de planning van de ontpoldering van de Hedwigepolder
In de brief van de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van
5 oktober 2021 aan uw Kamer (Kamerstuk 30 862, nr. 114) wordt de conclusie getrokken dat de natuurontwikkeling in de Hedwigepolder past
binnen de regelgeving en dat er geen aanleiding is om het project te wijzigen. De
recente metingen van PFAS in het zwevend stof van de Westerschelde geven mij geen
aanleiding deze conclusie te herzien.
9. Beoordeling zwemwater
Datum
10 mei 2022
Link naar het onderzoek/meting
https://www.rivm.nl/nieuws/pfas-en-zwemmen-in-westerschelde
Korte omschrijving van het onderzoek
Het RIVM heeft aan het begin van het zwemseizoen een risicobeoordeling uitgevoerd
naar gezondheidseffecten van zwemmen in de Westerschelde op de aangewezen zwemlocaties
als gevolg van de aanwezigheid van PFAS in het water.
Conclusie
Op basis van de metingen heeft het RIVM aan het begin van het zwemseizoen geconcludeerd
dat de hoeveelheid PFAS in het oppervlaktewater bij Schaar van Ouden Doel (meetpunt
het dichtst bij de Hedwigepolder) geen negatieve gevolgen heeft voor de gezondheid
van zwemmers. Gedurende dit zwemseizoen worden nieuwe data verzameld om de ontwikkelingen
te volgen.
Verband met de planning van de ontpoldering van de Hedwigepolder
De ontpolderde Hedwigepolder is een natuurgebied, waarin niet mag worden gezwommen.
Dit onderzoek geeft derhalve geen aanleiding om de planning aan te passen.
10. PFAS in grondwater en oppervlaktewater rond Hedwigepolder
Datum
8 juni 2022
Link naar het onderzoek/meting
https://www.rivm.nl/pfas/bodem
Korte omschrijving van het onderzoek
De PFAS-gehalten in het grondwater en oppervlaktewater rond de Hedwigepolder zijn
op circa tien locaties gemeten. Het doel is om de nulsituatie (de situatie vóór de
terugkeer van eb en vloed in de Hedwigepolder) voor PFAS-gehalten in het grondwater
en oppervlaktewater in het binnendijks gebied naast de Hedwigepolder vast te leggen.
Met dit onderzoek kan voor omliggende grondeigenaren in de toekomst worden getoetst
of er sprake is van toename van PFAS-gehaltes (met mogelijke risico’s voor grondgebruik)
nadat eb en vloed in de Hedwigepolder is teruggekomen.
Conclusie
De gemeten gehalten van PFOS en PFOA in het grondwater van alle peilbuizen en het
watermonster van het oppervlaktewater liggen (ruim) onder de risicogrenzen van het
RIVM. Voor de overige PFAS geldt dat verhoogde concentraties zijn gemeten, maar dat
de risicogrenzen voor grondwater niet worden overschreden.
Verband met de planning van de ontpoldering van de Hedwigepolder
Deze metingen geven geen aanleiding om de planning aan te passen. Met dit onderzoek
is de nulsituatie vastgelegd in het naast de Hedwigepolder liggende gebied en de liggen
de gemeten PFAS-gehalten (ruim) onder de door het RIVM gehanteerde risicogrenzen.
PFAS-gehalten in kwelstromen
Er leven in Zeeland zorgen over de mogelijkheid dat kwelstromen onder de dijk PFAS-concentraties
bevatten, die van invloed kunnen zijn op binnendijkse landbouwgronden. Het onderzoek
naar PFAS in grondwater en oppervlaktewater rond Hedwigepolder geeft voor een aantal
grondwatermeetpunten de gevonden PFAS-waarden. De drie meetpunten die het dichtst
bij de huidige dijk liggen, en daarmee het meest beïnvloed zouden kunnen worden door
mogelijke kwelstromen, laten waarden zien die vergelijkbaar zijn met waarden elders
in Nederland.1 Dat zou betekenen dat eventuele kwelstromen de grondwaterkwaliteit binnendijks niet
of nauwelijks beïnvloeden. Uiteraard blijf ik dit nauwgezet volgen door middel van
de opvolging van het genoemde onderzoek.
11. PFAS in jong slib omgeving Hedwigegebied
Datum
7 juni 2022
Link naar het onderzoek/meting
Korte omschrijving van het onderzoek
De PFAS-concentraties in jong slib rond de Hedwigepolder zijn gemeten naar aanleiding
van een advies van Deltares (onderzoek 3) om de kwaliteit van het pas aangeslibde
sediment te bepalen. Deze meting is uitgevoerd door Deltares en Wageningen Marine
Research.
Conclusie
De gemeten concentraties uit in de studie naar jong slib rond de Hedwigepolder zijn
lager dan de PFAS-concentraties in zwevend stof die door Rijkswaterstaat zijn gemeten
in het kader van de Monitoring Waterstaatkundige Toestand des Lands (onderzoek 8).
De gemeten concentraties liggen tevens lager dan de PFAS-concentraties in de waterbodemmonsters,
die in 2020 zijn verzameld buitendijks voor de Hedwigepolder en naastgelegen Prosperpolder.
Verband met de planning van de ontpoldering van de Hedwigepolder
Deze metingen geven geen aanleiding om de planning aan te passen, omdat deze een betere
kwaliteit van de waterbodem geven ten aanzien van ouder afgezet slib. De gemeten concentraties
zijn ook lager dan de PFAS-concentraties in het zwevend stof, die door Rijkswaterstaat
zijn gemeten.
De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof