Brief regering : Reactie op de jaarverslagen 2021 van de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman
36 046 Jaarverslag van de Nationale ombudsman, de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman over 2021
Nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2022
Hierbij reageer ik namens het kabinet op het Jaarverslag 2021 van de Nationale ombudsman
en van de Kinderombudsman. Dit doe ik mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport. De Minister van Defensie heeft gereageerd op het Jaarverslag 2021
van de Veteranenombudsman in de Veteranennota 2021–2022, die op 8 juni aan uw Kamer
is gezonden (Kamerstuk 36 046, nr. 2). In deze brief ga ik per thema in op het jaarverslag van de Nationale ombudsman
en daarna ga ik in op het jaarverslag van de Kinderombudsman. Ik deel graag eerst
met u enkele algemene reflecties.
De jaarverslagen van de ombudsmannen houden de overheid een spiegel voor vanuit het
burgerperspectief. Om de relatie met de samenleving te versterken, moet de overheid
juist vanuit dat perspectief kijken naar haar eigen handelen en oog hebben voor de
soms onrechtvaardige uitkomsten daarvan. Het werk van de ombudsmannen is daarom van
groot belang en wordt door het kabinet zeer gewaardeerd. Daar komt bij dat de ombudsmannen
praktische oplossingen en interventies aanreiken die direct het verschil kunnen maken
voor mensen.
Boodschap ombudsmannen: de burger kan niet wachten
De ombudsmannen schrijven in hun voorwoord dat het vertrouwen van burgers in de overheid
in 2021 verder op de proef werd gesteld. Door het aftreden van het kabinet, de verkiezingen
en de lange formatie kwamen veel noodzakelijke ontwikkelingen in een «wachtstand»
terecht. De ombudsmannen roepen de overheid op om door te pakken op de onderwerpen
die te lang zijn blijven liggen. Het aantal mensen dat niet meer mee kan doen aan
de samenleving is in 2021 toegenomen. Deze groep dreigt langdurig in een kwetsbare
positie te komen.
Te vaak blijkt de overheid niet in staat om burgers op een adequate manier te helpen.
De reflex is dan vaak om meer maatwerk te bieden. Maar maatwerk is volgens de ombudsmannen
geen oplossing voor slecht beleid. De ombudsmannen blikken tevens terug op de aanpak
van de coronapandemie in 2021. Deze vroeg om onconventionele maatregelen die raakten
aan fundamentele rechten van burgers. Volgens de ombudsmannen is daarbij onvoldoende
gekeken naar de proportionaliteit van de maatregelen en het effect op het leven van
mensen. In het bijzonder vragen zij aandacht voor de impact die de coronamaatregelen
hebben gehad op kinderen en jongeren.
Een benaderbare en mensgerichte overheid
Het baart mij zorgen dat het de overheid niet altijd lukt om kwetsbare mensen te beschermen,
benaderbaar te zijn en fouten (tijdig) te herstellen. Ik onderschrijf dan ook het
pleidooi van de ombudsmannen voor een overheid die benaderbaar is en persoonlijk contact
heeft met burgers. Ook onderschrijf ik het uitgangspunt dat maatwerk geen oplossing
is voor beleid dat onvoldoende uitgaat van het burgerperspectief. Over het bevorderen
van de menselijke maat in en bij de toepassing van wetten en regels stuur ik voor
het zomerreces een brief naar de Kamer. Hierin ga ik in op het vervolg van het onderzoek
naar hardvochtige effecten van wetten en regels,1 een nieuwe beleidsvisie op hardheidsclausules en op de hoofdlijnen van een wetsvoorstel
tot aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht om deze meer mensgericht te maken.
Het jaarverslag biedt concrete aanbevelingen om burgers beter van dienst te zijn en
zo de betrouwbaarheid van de overheid te vergroten. Vanuit mijn rol als coördinerende
Minister op democratie en bestuur, zie ik – in samenwerking met mijn collega vakdepartementen
– toe op de opvolging van de aanbevelingen. In het coalitieakkoord stelt het kabinet
daarnaast extra middelen beschikbaar voor de ombudsmannen.
Thema 1: Armoede
Hersteloperatie van de kinderopvangtoeslagaffaire
De Nationale ombudsman stelt terecht dat de klachtenbehandeling door de Uitvoeringsorganisatie
Herstel Toeslagen (UHT) tekortschoot in de periode van maart tot juli 2021.
Daarna heeft de voormalig Staatsecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane de volgende
maatregelen genomen:
• Verhoging van de capaciteit van het klachtenteam van het UHT. In de zomer en het najaar
van 2021 zijn de achterstanden ingelopen.
• Borging van goede toegankelijkheid en zorgvuldige registratie. Daarmee is aan de basisvereisten
van professionele klachtbehandeling voldaan.
Uit de herijking van de hersteloperatie bleek dat ouders een snel, maar vooral zorgvuldig
proces willen, met eerder persoonlijk contact. Dit komt overeen met de observaties
van de Nationale ombudsman. Naar aanleiding hiervan biedt het UHT nu versneld duidelijkheid.
Over de overige maatregelen, is uw Kamer recent nader geïnformeerd.2
Zzp’ers financieel in de knel
De Nationale ombudsman bespreekt in zijn jaarverslag verschillende financiële problemen
waar zelfstandigen tegenaan lopen, mede als gevolg van de coronacrisis. Inzake de
schuldhulpverlening onderneemt het kabinet het volgende:
• De Minister van Armoedebeleid, participatie en pensioenen gaat in overleg met de VNG,
om te zorgen dat gemeenten beter invulling kunnen geven aan hun wettelijke taak om
adequate hulp te bieden aan zelfstandig ondernemers met schulden.
• De Nationale ombudsman heeft op 14 april jl. het rapport «Zelfstandigen over de drempel»
gepubliceerd. Uit het rapport van de Nationale ombudsman blijkt dat veel gemeenten
hier al stappen in hebben gezet, maar ook dat er meer nodig is. Het kabinet komt voor
de zomer met een uitgebreide reactie op dit rapport.
Ook de Belastingdienst zet zich in om zelfstandigen in financiële problemen tegemoet
te komen door:
• Waar mogelijk maatwerk te bieden in schrijnende situaties.
• Verzoeken om sanering te behandelen met een welwillende blik. Vanaf 1 augustus 2022
wordt tijdelijk genoegen genomen met een lager uitkeringspercentage bij minnelijke
saneringsakkoorden.
• Deel te nemen aan de casuïstiektafel, waar de Belastingdienst samen met RVO en UWV
werkt aan individuele oplossingen voor ondernemers met schuldstapeling.
Tenslotte onderzoekt het kabinet, ter uitvoering van de motie Stoffer/Idsinga, scenario’s
om problemen met het aflossen van de opgebouwde coronaschuld het hoofd te bieden.
De uitkomsten van de onlangs afgeronde internetconsultatie worden daarin meegenomen.
Schuldenvrije toekomst
Het kabinet deelt de opvatting van de Nationale ombudsman dat mensen met problematische
schulden snel en goed geholpen moeten worden en zicht moeten hebben op een schuldenvrije
toekomst. Gemeenten hebben daartoe een hulppakket, en als dat niet werkt volgt de
schuldsanering via de wettelijke schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) (Kamerstuk
35 915).
Het kabinet stelt hiertoe onder meer de volgende aanpassingen voor van de Wsnp:
• De goede trouw toets om toegang te krijgen tot de Wsnp wordt verkort van vijf naar
drie jaar.
• Invoering van een hardheidsclausule, die kan worden toegepast nadat mensen opnieuw
het gemeentelijk traject hebben doorlopen.
Voor de hardheidsclausule komen mensen in aanmerking die buiten hun schuld opnieuw
in de financiële problemen zijn gekomen. Ook staat dit traject open voor mensen die
eerder een Wsnp-traject niet hebben afgerond en die daar door de rechter-commissaris
en bewindvoerder wel toe in staat worden geacht.
De Recofa (rechters-commissaris in faillissementszaken) heeft aangegeven dat zij iedere
burger of Wsnp-bewindvoerder die op de hardheidsclausule een beroep doen de mogelijkheid
zullen geven om in te stromen als de persoon verder aan de Wsnp-criteria voldoet.
Het kabinet volgt hoe vaak een beroep wordt gedaan op de hardheidsclausule, of de
rechter-commissaris daar coulant mee omgaat en neemt dit mee in de evaluatie van de
wet.
Tijdens de eerste termijn van de plenaire behandeling van dit wetsvoorstel (Handelingen
II 2021/22, nr. 89, Debat over de verbetering van de doorstroom van de gemeentelijke schuldhulpverlening
naar de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen) zijn door de leden
Kat en Ceder en door het lid Kathmann amendementen ingediend die zien op verkorting
van de duur en versimpeling van de toegang (Kamerstuk 35 915, nrs. 12 ) en 14. Daarop heeft de Minister voor Rechtsbescherming de Kamer om aanhouding van het debat
verzocht om de komende maanden advies te vragen aan onder meer de VNG, Raad voor de
rechtspraak, bureau Wsnp en de branchevereniging voor bewindvoerders hoe zij deze
amendementen afzonderlijk en in samenhang zien en of deze amendementen helpen om een
burger met problematische schulden sneller schuldenvrij te krijgen. Daarbij wordt
ook gevraagd naar de beschikbare capaciteit en middelen alsook het doel van de brede
schuldenaanpak, de rol van de gemeenten en de positie van de Wsnp daarbinnen.
Schrijnende situatie van vrouwen in de opvang
De Nationale ombudsman vraagt al enige tijd aandacht voor de financieel kwetsbare
positie van de vrouwen in de opvang. Het kabinet neemt een aantal maatregelen om hun
positie te verbeteren:
• Een nieuwe werkwijze, waardoor vrouwen kinderbijslag en het kindgebonden budget toegekend
krijgen;
• Het sneller uitbetalen van bijstandsuitkeringen, door problemen te verhelpen met de
inschrijving bij de Basisregistratie Personen.
• In aanvulling hierop heeft de VNG recent de handreiking «vrouwen uit de knel» ontwikkeld.
Ook werkt het kabinet samen met een groot aantal partijen aan het verbeteren van de
doorstroom naar passende huisvesting. Dit doet het kabinet door:
• Samenwerking met provincies, gemeenten en woningcorporaties in het programma «Een
thuis voor iedereen». Daarmee wordt passende huisvesting gerealiseerd voor mensen
in specifieke aandachtsgroepen, met een evenwichtige verdeling over gemeenten en met
de juiste zorg, ondersteuning en begeleiding.3
• Gemeenten wettelijk te verplichten in dat kader woonzorgvisies en urgentieregelingen
op te stellen (beoogd per 2024).
Thema 2: Toegang tot voorzieningen
Toekomst van de zorg
Eind 2020 entameerde de Nationale ombudsman een discussie over de toekomst van het
zorgstelsel. De Minister van VWS heeft destijds de handschoen opgepakt en hierover
een brede veldconsultatie georganiseerd4. Mede in reactie hierop neemt het kabinet onder meer de volgende maatregelen:
• Het opstellen van regiobeelden die een herschikking van het zorglandschap tot gevolg
kunnen hebben;
• Het afsluiten van een integraal zorgakkoord en een woon zorg programma;
• Passende zorg wordt de norm. Het kabinet maakt onder andere afspraken hierover met
veldpartijen in het integrale zorgakkoord. Daarnaast werkt het kabinet bijvoorbeeld
ook aan het verbeteren en verbreden van de toets op het basispakket. Uw Kamer wordt
hierover na de zomer geïnformeerd.
Ondersteuning mantelzorg schiet tekort
De 5 miljoen mantelzorgers die Nederland rijk is, zijn van onschatbare waarde voor
hun naasten en voor ons zorgstelsel. Tegelijkertijd voelen velen van hen (9,1%) zich
overbelast. De Nationale ombudsman stelt terecht dat deze groep beter moet worden
ondersteund. Onder het vorige kabinet zijn hier al de nodige stappen in gezet, in
het samenwerkingsprogramma «Samen sterk voor mantelzorg»5. Dit kabinet bouwt hierop voort door:
• Publicatie van de Handreiking Logeerzorg, om gemeenten te ondersteunen bij het inkopen
en inrichten van het aanbod respijtzorg;
• Faciliteren van het netwerk logeerzorg voor gemeenten, verzekeraars en zorgprofessionals,
om ervaringen uit te wisselen en de praktijk te verbeteren;
• Mantelzorgers inzicht geven in de taken die zwaar vallen of energie geven via mantelzorgtest.nl.
Deze site verwijst ook door naar bestaand lokaal aanbod aan ondersteuning;
• In 75 pilots zijn gemeenten aan de slag gegaan om de toegang tot mantelzorgvoorzieningen
te verbeteren, bijvoorbeeld door de toegang meer te stroomlijnen of te experimenteren
met een mantelzorgverklaring. Een adviesteam ondersteunt deze pilot-gemeenten met
het opstellen van plannen en het doorvoeren van verbeteringen. Ervaringen worden breed
gedeeld en geëvalueerd zodat ook andere gemeenten hiervan kunnen leren.
Daarnaast werkt het kabinet de komende tijd toe naar een integrale visie op informele
zorg – inclusief mantelzorg – met een bijbehorende uitvoeringsagenda.
Thema 3: Fundamentele rechten
Klachtbehandeling etnisch profileren
Onjuist gebruik van afkomst-gerelateerde indicatoren kan grote gevolgen hebben voor
burgers. Het kabinet onderschrijft dan ook de opvatting van de Nationale ombudsman
dat mensen met klachten over etnische profilering serieus moeten worden genomen. Het
kabinet neemt daarom op de volgende wijze actie:
• Het delen van de uitkomsten van het onderzoek «Verkleurde beelden» van de Nationale
ombudsman in het interdepartementale netwerk van klachtbehandelaars. Bij de bespreking
hiervan betrek ik de Nationale ombudsman.6
• Inzet op het verhogen van de meldings- en aangiftebereidheid inzake discriminatie
binnen de rijksoverheid.7
• Kennisverspreiding onder medewerkers van de overheid over het gebruik van het juridisch
toetsingskader etnisch profileren van het College voor de Rechten van de Mens. Ook
wordt kennis verspreidt over waar medewerkers van de overheid terecht kunnen bij klachten.8
Behoorlijk gebruik van data en algoritmen
De Nationale ombudsman stelt terecht vast dat het perspectief van burgers moet worden
versterkt in de wijze waarop data en algoritmen door de overheid worden ingezet, en
door daarbij de nadruk te leggen op duidelijkheid, toegankelijkheid en oplossingsgerichtheid.
Daartoe neemt het kabinet de volgende maatregelen:
• Publieksvoorlichting over hoe de overheid data en algoritmen inzet;
• Het creëren van een algoritmeregister;
• Samenwerking tussen verschillende ministeries aan instrumenten voor verbeterde transparantie
van besluitvorming en de zorgvuldige vertaling van wetten naar algoritmen. Daarbij
is een centrale vindplaats gecreëerd voor open regels, zodat burgers dit vertaalproces
beter kunnen controleren.
De dilemma’s omtrent de inzet van algoritmen en de (potentiële) impact daarvan dienen
wat het kabinet betreft in een open dialoog te worden besproken met burgers, organisaties
die opkomen voor de belangen van burgers en experts.
Het kabinet is het met de Nationale ombudsman eens dat burgers uit systemen moeten
kunnen worden gehaald en dat persoonlijk contact van grote waarde is. Daartoe zet
het kabinet zich in om:
• Te zorgen dat burgers de mogelijkheid hebben hun recht te halen bij een neutrale (rechterlijke)
instantie, waarbij zij kunnen beschikken over voldoende informatie, advies, rechtsbijstand
en begeleiding bij onderhandelingen.
• Fouten in registraties te verhelpen door het openen van het Meldpunt Fouten in Overheidsregistraties
(per januari 2021)
In de uitwerking van de Hoofdlijnenbrief over Digitalisering worden bovenstaande trajecten
in samenhang bezien.
Onacceptabele omstandigheden noodopvang Heumensoord
Na signalen van de Nationale ombudsman en het College voor de Rechten van de Mens,
heeft het kabinet onderkend dat de tijdelijke noodopvang voor evacués uit Afghanistan
niet optimaal is en zo snel mogelijk wordt afgeschaald. Daartoe heeft het kabinet:
• Begin februari 2022 de locatie gesloten, indachtig de benodigde tijd voor verhuizing
van bewoners en afbouw van de noodopvanglocatie;
• De bewoners verspreid over de verschillende locaties van het Centraal Orgaan opvang
asielzoekers (COA);
Het COA zet zich in om de situatie van Afghaanse evacués zoveel mogelijk te laten
aansluiten op reguliere COA-processen. De inzet is thans gericht op huisvesting van
de betrokkenen in Nederlandse gemeenten.
Aandacht voor slachtoffers bij strafbeschikkingen
Het OM en het kabinet achten het van groot belang dat slachtofferrechten worden gerespecteerd.
De zorgen van de Nationale ombudsman, Slachtofferhulp Nederland en slachtofferadvocatuur
hieromtrent zijn begrijpelijk. Mede naar aanleiding van recent overleg tussen het
Ministerie van JenV en het OM hierover, neemt het OM de volgende maatregelen:
• In de betreffende beleidsregel heeft het OM geëxpliciteerd dat ernstige spreekrechtwaardige
feiten, waarbij het slachtoffer of familieleden van het overleden slachtoffer te kennen
heeft/hebben gegeven van het spreekrecht gebruik te willen maken, niet worden afgedaan
met een OM-strafbeschikking.9
• Het OM brengt deze beleidsregel, met de contra-indicaties voor toepassing van de OM-strafbeschikking,
onder de aandacht van hun officieren.
• Het OM zal de ervaringen met het proces rondom de OM-strafbeschikking monitoren en
waar nodig het werkproces aanpassen. Op dit moment onderzoekt het OM een aantal zaken
waarvoor mogelijk ten onrechte een strafbeschikking is uitgevaardigd.
De Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming reageren
voor 1 juli a.s. schriftelijk op de brief van de Nationale ombudsman van 17 mei jl.
Weinig extra standplaatsen voor woonwagenbewoners
Sinds de invoering van het Gemeentelijk Beleidskader Woonwagen- en Standplaatsenbeleid
in 2018, is het aantal standplaatsen voor woonwagens beperkt gestegen. Mijn ambtsvoorganger
heeft aangegeven de teleurstelling van woonwagenbewoners hierover te begrijpen.10 Kern van het Gemeentelijk Woonwagen- en Standplaatsenbeleid is dat gemeenten rekening
houden met de specifieke woonbehoefte van woonwagenbewoners en moeten voorzien in
voldoende standplaatsen. Steeds meer gemeenten ontwikkelen inmiddels woonwagen- en
standplaatsenbeleid of ze geven aan dit te gaan doen. Een aantal gemeenten heeft voor
de realisatie van standplaatsen een bijdrage ontvangen uit de 50 miljoen euro die
voor de huisvesting van specifieke doelgroepen is vrijgemaakt.
Het kabinet gaat in aanvulling daarop gemeenten vragen de behoefte van woonwagenbewoners
(of mensen die in een woonwagen willen wonen) in kaart te brengen in woonzorgvisies,
dit regionaal af te stemmen en daarover prestatieafspraken te maken met betrokken
partijen.11 De woonzorgvisies worden wettelijk verplicht voor alle aandachtsgroepen, beoogde
inwerkingtreding is 2024.
Thema 4: Participatie en invloed
Verkiezingen en de coronacrisis
De Nationale ombudsman meldt rondom de Tweede Kamerverkiezingen enige klachten te
hebben doorgegeven aan de Kiesraad en adviseert met deze klachten rekening te houden
tijdens de gemeenteraadsverkiezingen op 16 maart 2022. De klachten hadden met name
betrekking op het briefstemmen.
De Tweede Kamerverkiezing is door het Ministerie van BZK geëvalueerd, met inbegrip
van de klachten die de Nationale ombudsman heeft doorgegeven.12 De evaluatie van de Tweede Kamerverkiezing is betrokken bij de besluitvorming over
de verlenging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19, in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen.
Hierbij is de mogelijkheid tot briefstemmen uit de wet geschrapt. Overigens is op
30 mei het parlement geïnformeerd13 dat het kabinet de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 (Kamerstuk 35 887) per 1 juli 2022 wil laten vervallen.
Openstaan voor burgerinitiatieven
Als Minister van Binnenlandse Zaken herken ik mij in de aanbevelingen van het jaarverslag
van de Nationale ombudsman over het open staan voor maatschappelijke initiatieven.
De door de Nationale ombudsman genoemde coproductie tussen de overheid en de Burgeralliantie
Voorschoten, na succesvol inroepen van het uitdaagrecht, is een van de vele mooie
voorbeelden van recente initiatieven door het hele land. Een open en uitnodigende
houding van de overheid is daarbij cruciaal.
Dit kabinet wil op decentraal niveau mogelijkheden voor burgerparticipatie en maatschappelijke
initiatieven vergroten door:
• Indiening van het wetsvoorstel versterking participatie op decentraal niveau. Dit
wetsvoorstel beoogt gemeenteraden en de andere decentrale vertegenwoordigende organen
te stimuleren om bij verordening heldere kaders voor inwoners en volksvertegenwoordigers
te scheppen over burgerparticipatie.
• Het ontwikkelen van flankerend beleid bij het wetsvoorstel, ter ondersteuning bij
de implementatie. BZK stimuleert in samenwerking met de VNG het decentrale bestuur
en ambtelijke organisaties om ruimte te geven aan maatschappelijke initiatieven en
buurtrechten, waaronder het uitdaagrecht. Leergangen, trainingen en tips die bijdragen
aan democratisch ambtelijk vakmanschap en een open en uitnodigende houding voor burgerinitiatieven
blijven beschikbaar en actief onder de aandacht gebracht via www.lokale-democratie.nl.
• Verder inzetten op directe ondersteuning van burgercollectieven zoals het Burgerinitiatief
Voorschoten, Landelijk Samenwerkingsverband Actie Bewoners (LSA) en het Landelijk
Vereniging van Kleine Kernen (LVKK).
Klachtafhandeling van taken die de gemeente heeft uitbesteed
Het kabinet onderschrijft het uitgangspunt van de Nationale ombudsman dat de overheid
die taken uitbesteedt, op die taken aanspreekbaar moet blijven voor burgers. Juist
ook omdat klachten belangrijk zijn om beleid te verbeteren. Op basis van hoofdstuk
9 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen burgers klachten indienen over gemeenten
en over aanbieders van uitbestede gemeentelijke taken. Daarnaast zijn er domeinspecifieke
wettelijke verplichtingen voor het inrichten van het klachtrecht (denk aan Jeugdwet
en Wmo).
Het is belangrijk dat mensen dichtbij ondersteuning hebben om de weg te vinden en
hun recht te kunnen halen. Hier wordt op verschillende manieren aan gewerkt:
• Klachten in het sociaal domein worden idealiter zoveel mogelijk langs informele weg
en in overleg opgelost, zonder dat de burger zich genoodzaakt voelt zijn toevlucht
te zoeken in juridische procedures. De Handreiking geschilbeslechting in het sociaal
domein14 helpt gemeenten daarbij.
• Eventuele juridische ondersteuning moet laagdrempelig beschikbaar zijn. Om dit te
verbeteren stelt het kabinet geld beschikbaar om in negen pilot gemeenten te kijken
hoe op lokaal niveau de samenwerking tussen het juridisch en sociaal domein kan worden
versterkt.15
Van overheden mag daarnaast in elk geval verwacht worden dat zij de klachtbehandeling
door de uitvoerende instelling monitoren, bijvoorbeeld door het controleren van de
door de uitvoerende instelling over diens klachtbehandeling opgemaakte jaarverslagen.
Verder is het van belang dat overheden zich inzetten om laagdrempelig contact tussen
inwoner en overheid vorm te geven, zeker als het gaat om klachten. Daartoe werkt de
Minister van BZK aan het programma «Passend contact met de overheid».16 Dit programma beoogt regeldruk te verminderen, en zowel de dienstverlening van de
overheid, als de kwaliteit van regels te verbeteren.
Thema 5: Leefbaarheid
Gevolgen Gaswinning in Groningen en Drenthe
Het nieuwe kabinet werd op de dag van de beëdiging geconfronteerd met lange rijen
wachtende bewoners, zoals te zien op de voorzijde van het jaarverslag van de Nationale
ombudsman. De subsidieregeling voor bewoners die was bedoeld als tegemoetkoming voor
het verduurzamen en verbeteren van hun woning leidde tot grote teleurstelling. Het
kabinet heeft de Kamer vrijwel direct laten weten het budget zodanig te verhogen dat
iedere particuliere woningeigenaar die onder de voorwaarden valt, in aanmerking kan
komen voor deze subsidieregeling17. Eigenaren hebben nu ruim drie jaar de tijd om een aanvraag in te dienen op het moment
dat hen goed uitkomt.18 Hiermee worden lange wachttijden, zoals op 10 januari 2022, voorkomen.
De Nationale ombudsman verwijst in zijn jaarverslag naar het rapport «Verscheurd vertrouwen»
dat hij in november 2021 heeft uitgebracht. Hij vat de belangrijkste conclusies samen
in het jaarverslag. Het vorige kabinet heeft gereageerd op dit rapport.19 De hoofdpunten van de reactie zijn inmiddels door het nieuwe kabinet onderschreven
en verder deels uitgewerkt in de volgende nieuwe beleidsvoornemens:
• Het kabinet heeft een novelle ingediend die bewoners recht geeft op kosteloze bouwkundige,
financiële en juridische bijstand.20
• Het kabinet stuurt binnen afzienbare tijd de algemene maatregel van bestuur naar uw
Kamer die de samenwerking tussen IMG en NCG verder regelt.
• Het kabinet start nog voor de zomer met een zogenoemde dorpenaanpak. Onderdeel hiervan
is dat er iemand wordt aangesteld als verbinder met mandaat om onnodige vertraging
te voorkomen, knopen door te hakken waar processen spaak dreigen te lopen, onuitlegbare
verschillen recht te trekken en bewoners daadwerkelijk centraal te stellen. De dorpenaanpak
start in vier dorpen in de kern van het aardbevingsgebied, maar is een leertraject
voor de gehele versterkingsoperatie. Doel is zicht te krijgen op wat er nodig is om
versnelling van de totale versterkingsoperatie mogelijk te maken.21
• Het kabinet informeert uw Kamer voor de zomer over de mogelijkheden om onuitlegbare
verschillen zoveel mogelijk te beperken. Datzelfde geldt voor de invulling van de
ambitie uit het coalitieakkoord om herstel van funderingen onderdeel te laten uitmaken
van de versterkings- en hersteloperatie.
De Staatsecretaris van Mijnbouw gaat zelf actief in gesprek met de bewoners in Groningen
door ten minste twee dagen per maand vanuit Groningen te werken. Nadere toelichting
op de inzet van het kabinet is te vinden in de beleidsbrief die op 7 februari jl.22 naar Uw Kamer is gestuurd.
Het kabinet wil het vertrouwen van de Groningers terugwinnen door naast hen te staan
en concrete resultaten te leveren. Daarnaast blijft het kabinet zich de komende jaren
inzetten voor duurzaam partnerschap met de regio. Samen werken we aan nieuwe kansen
en nieuw perspectief voor een regio waar het veilig en fijn wonen, werken en ondernemen
is.
Beter informeren van burgers
Het kabinet onderschrijft het belang dat de Nationale ombudsman eraan hecht om te
zorgen dat (voorgenomen) overheidsbesluiten die in de leefomgeving burgers raken hen
bereiken. Op 1 juli 2021 is de Wet elektronische publicaties (Wep) daartoe in werking
getreden. De Wep regelt onder meer de online publicatie van overheidsbesluiten en
maakt deze centraal doorzoekbaar. Ook kunnen burgers zich op termijn laten attenderen
op nieuwe publicaties (bijvoorbeeld op publicaties die betrekking hebben op een bepaalde
straal rond de eigen woning).
Thema 6: Caribisch Nederland
Klachtbehandeling door het Korps Politie Caribisch Nederland
Op aanbevelen van de Raad van de Rechtshandhaving bespreekt de korpsbeheerder KPCN
regelmatig met het korps de voortgang van de uitvoering van de gedane toezeggingen.
Ook de aanbevelingen van de Nationale ombudsman worden bij dat gesprek betrokken.
Lopend onderzoek armoedebestrijding
Een belangrijk doel van het nieuwe kabinet is om de levensstandaard voor de inwoners
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba te verbeteren en de armoede te bestrijden.23 Daartoe onderneemt het kabinet het volgende:
• Toewerken naar een ijkpunt sociaal minimum. Dit doen we stapsgewijs en samen met de
openbare lichamen, zodat zij in staat worden gesteld hun taken beter te kunnen uitvoeren.
Om meer zekerheid te krijgen over voldoende inkomen is ook een adequaat stelsel van
sociale zekerheid nodig, samen met een hoger wettelijk minimumloon. Daarnaast is sociaal-maatschappelijke
ondersteuning nodig, gericht op individuele begeleiding en vorming van de mensen met
een afstand tot de arbeidsmarkt, zodat zij uiteindelijk ook op eigen kracht in hun
inkomen kunnen voorzien.
• Aanpakken van de hoge kosten van levensonderhoud en nutsvoorzieningen en komen met
concrete voorstellen. Toegezegd is de Kamer hierover voor de zomer nader te informeren.
• Ontwikkelen van een integrale aanpak om de situatie van jongeren op de eilanden te
verbeteren. Dit mede naar aanleiding van het onderzoek van de Nationale ombudsman
over de ervaringen van alleenstaande ouders en kinderen die op of rond de armoedegrens
leven. Ook hierover wordt de Kamer voor de zomer geïnformeerd.
Afgehandelde kwesties
In een aantal gevallen constateert de Nationale ombudsman in zijn jaarverslag gelukkig
ook dat de overheid op een adequate manier heeft gereageerd op zijn signalen. Dit
is het geval bij de invordering van studieschulden door DUO, de AVG-drempels die kwetsbare
burgers troffen, de achterstanden bij de Huurcommissie, de zorg voor nabestaanden
door het OM en de participatie bij infrastructurele rijksprojecten. Ook de ongemerkte
schulden bij het CAK zijn naar tevredenheid van betrokkenen opgelost. Het doet mij
deugd dat het in deze gevallen gelukt is tot betere resultaten voor burgers te komen.
Het zijn voorbeelden van een lerende en responsieve overheid die tot navolging strekken.
Onderzoeken Nationale ombudsman
De Nationale ombudsman kondigt een aantal onderzoeken aan in zijn jaarverslag, naar
sociale minima, de invloed van burgers in het sociaal domein, en de vluchtelingenproblematiek
in Caribisch Nederland. Het kabinet ziet deze onderzoeken met belangstelling tegemoet.
Jaarverslag 2021 Kinderombudsman
Mede namens de Staatsecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport reageer ik op
het jaarverslag van de Kinderombudsman.
Ik heb het jaarverslag met veel belangstelling gelezen en ik waardeer het werk van
de Kinderombudsman zeer. De Kinderombudsman voorziet de overheid van belangrijke signalen
en adviezen. Met haar ombudswerk en onderzoeken levert de Kinderombudsman een belangrijke
bijdrage aan het verbeteren van de positie van kinderen en jongeren in Nederland.
In april 2021 heeft de Kinderombudsman een rapportage ingediend bij het VN-Kinderrechtencomité.
In haar rapportage benoemt de Kinderombudsman knelpunten op het gebied van kinderrechten
in Nederland. Deze rapportage diende als input voor de zitting van de Nederlandse
regering voor het VN-Kinderrechtencomité die in februari 2022 plaatsvond. Inmiddels
heeft het VN-Kinderrechtencomité Concluding Observations uitgebracht. De Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zal hierover voor de zomer een kabinetsreactie
sturen aan uw Kamer.
Daarnaast heeft de Kinderombudsman ook in 2021 aandacht gevraagd voor de effecten
van de coronamaatregelen op kinderen en jongeren. Op 14 maart 2022 heeft de Kinderombudsman
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een brief aangeboden met een aantal
punten voor het lange termijnplan om met het coronavirus om te gaan. Hierin benoemt
de Kinderombudsman dat het kabinet het belang van kinderen weinig vooropstelt in het
coronabeleid en roept op tot extra aandacht voor kwetsbare kinderen en jongeren. Ik
onderschrijf dat de coronacrisis een negatieve impact heeft gehad op (kwetsbare) kinderen
en jongeren. Op 5 juli 2021 heeft de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport uw kamer geïnformeerd over de aanpak voor herstel en perspectief voor jeugd.24 De Staatssecretaris heeft uw Kamer daarnaast op 10 juni jl. geïnformeerd over een
brede aanpak voor mentale gezondheid met bijzondere aandacht voor jeugd, werkenden
en kwetsbare groepen.
De Kinderombudsman heeft samen met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, Nationale
ombudsman, Nederlandse Zorgautoriteit en Raad voor Volksgezondheid en Samenleving
(coalitie Samen Verder) een analyse over de complexe jeugdzorg gepresenteerd. De samenwerkingscoalitie
sprak met jongeren, ouders, professionals en beleidsmakers, om oplossingen te vinden
voor de aanpak van complexe jeugdzorg. Samen met de samenwerkingscoalitie roept de
Kinderombudsman op tot passende en toegankelijke zorg, tot het loslaten van de leeftijdsgrens
van 18 jaar, en tot een systematische, integrale aanpak van problemen. In maart 2022
heeft de coalitie Samen Verder ook een vervolgrapportage uitgebracht. De Staatssecretaris
erkent de huidige knelpunten in de jeugdzorg. Over de visie op het jeugdzorgstelsel
en noodzakelijke hervormingen is uw Kamer geïnformeerd op 13 mei 2021.25 Bij de verdere uitwerking hiervan zullen de adviezen van de Kinderombudsman worden
meegenomen.
In 2021 heeft de Kinderombudsman ook een aantal publicaties uitgebracht. Zo heeft
de Kinderombudsman met het rapport «Mijn Zorg, Mijn Zaak» (juni 2021) aandacht gevraagd
voor het betrekken van kinderen bij hun medische behandeling. In reactie hierop ondersteunt
het Ministerie van VWS via de subsidieregeling «Leren gebruiken van uitkomstinformatie
voor Samen beslissen» in 2022 projecten met het thema Samen beslissen met kinderen.
Met het rapport «Wie geeft mij(n) zak- en kleedgeld?» vroeg de Kinderombudsman opnieuw
aandacht voor het probleem dat jongeren die in jeugdzorginstellingen verblijven, niet
altijd zak- en kleedgeld ontvangen. De Kinderombudsman roept het Ministerie van VWS
op om tot een landelijke regeling te komen. Hierover voert het Ministerie van VWS
nu gesprekken met Jeugdzorg Nederland en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport informeert uw kamer hier
na de zomer over. Tot slot gaf een eerste analyse van klachten over pestgedrag aanleiding
voor de Kinderombudsman om hier nader onderzoek naar te doen. Dit rapport is verschenen
op 14 juni 2022.
Slot
Voor een goed functionerende democratische rechtsstaat is het nodig dat de overheid
ten dienste staat van de samenleving. Het kan niet zo zijn dat mensen – zeker als
zij zich in een kwetsbare positie bevinden – geen gehoor vinden bij de overheid of
zelfs verder in de problemen komen als gevolg van overheidshandelen. Doelmatigheid,
doeltreffendheid en efficiency dienen in evenwicht te zijn met waarden zoals evenredigheid,
rechtvaardigheid en responsiviteit. Dat vraagt om een overheid die oog heeft voor
de juiste verhoudingen en weet wat er in de samenleving leeft. Als Minister van BZK
is het mijn taak daar een bijdrage aan te leveren. Het werk van de Nationale ombudsman
is daarbij van grote waarde.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties