Brief regering : Verslag van de vergadering van de Coalitie van Ministers van Financiën voor klimaatactie op 19 april, de G20 vergadering van ministers van Financiën en centralebankpresidenten op 20 april en de bijeenkomst van het International Monetary and Financial Committee (IMFC) op 21 april
26 234 Vergaderingen Interim Committee en Development Committee
Nr. 268 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juni 2022
Hierbij stuur ik u het verslag van de vergadering van de Coalitie van Ministers van
Financiën voor klimaatactie op 19 april, de G20 vergadering van Ministers van Financiën
en centralebankpresidenten op 20 april en de bijeenkomst van het International Monetary
and Financial Committee (IMFC) op 21 april1.
De na afloop gepubliceerde statements zijn bijgevoegd. Dit betreft het IMFC Chair’s
statement van de IMFC voorzitter Calviño en het IMFC-statement dat ik namens onze
kiesgroep heb uitgegeven.
De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag
Verslag van de vergaderingen van de Coalitie van Ministers van Financiën voor klimaatactie,
het International Monetary and Financial Committee (IMFC) en de G20 Ministers van
Financiën en Presidenten van Centrale Banken op 19, 20 en 21 april
Op woensdag 20 en donderdag 21 april vond de voorjaarsvergadering van het Internationaal
Monetair Fonds (IMF) in hybride vorm plaats in Washington D.C. Nederland vertegenwoordigde
de Nederlands-Belgische IMF-kiesgroep tijdens het International Monetary and Financial Committee (IMFC). En marge van deze voorjaarsvergadering vond op dinsdag 19 april de zevende
ministeriële vergadering van de Coalitie van Ministers van Financiën voor klimaatactie
plaats. Minister Kaag gaf tijdens deze vergadering een videoboodschap namens Nederland
af. Daarnaast was op woensdag 20 april de tweede vergadering van de G20 Ministers
van Financiën en Presidenten van Centrale Banken (FMCBG) onder Indonesische voorzitterschap,
waarvoor Nederland als gastland was uitgenodigd en Minister Kaag Nederland vertegenwoordigde.
De vergaderingen stonden in het teken van de Russische oorlog in Oekraïne, en het
effect daarvan op de mondiale financieel-economische situatie. Daarnaast stonden de
oprichting van de Resilience and Sustainability Trust, de externe financieringsbehoeftes van lage-inkomenslanden, schuldenproblematiek,
en klimaat op de agenda.
Na afloop van de vergaderingen is een IMFC Chair’s Statement en de IMFC-verklaring
namens de kiesgroep.2
Onderstaand verslag gaat in op de toezegging aan lid Alkaya tijdens het Commissiedebat
IMF d.d. 13 april 2022 om het onderwerp toegevoegde waarde van cryptovaluta mee te
nemen. Tevens wordt met dit verslag voldaan aan de toezegging van de Minister van
Financiën aan het lid van Weyenberg om dieper in te gaan op de klimaatgerelateerde
hervormingen van de RST, evenals de toezegging aan het lid van Weyenberg om een update
te geven van de vordering om USD 100 miljard aan Special Drawings Rights door te lenen.
International Monetary and Financial Committee
Mondiale economie
Een belangrijk thema tijdens de IMF voorjaarsvergadering betrof de mondiale economische
vooruitzichten, en met name de macro-economische implicaties van de oorlog in Oekraïne.
In het World Economic Outlook (WEO) rapport, dat op 19 april jl. is gepubliceerd,
geeft het IMF aan dat de mondiale economie, na het herstel van de pandemie met 6,1%
in 2021, zowel in 2022 en 2023 naar verwachting met 3,5% zal groeien. Dit is 0,9%-punt
en 0,3%-punt lager in vergelijking met de januari-raming.
Ten eerste worden Oekraïne en de landen in de regio het hardst geraakt door de oorlog.
De Russische oorlog in Oekraïne zal het ingezette mondiale economische herstel na
de pandemie afremmen. De economische gevolgen van het conflict zijn merkbaar via hogere
grondstoffenprijzen, toegenomen onzekerheid voor huishoudens, bedrijven en financiële
markten en verminderde export naar conflictgebieden en landen met lagere groeivooruitzichten.
Tijdens de vergaderingen kwam vooral naar voren dat opkomende economieën en lage-inkomenslanden
relatief kwetsbaar zijn gebleken voor de effecten van de oorlog. De impact op diverse
regio’s en landen lopen echter sterk uiteen; zo worden importeurs van voedsel en energie
hard geraakt, terwijl grondstoffenexporteurs profiteren van de fors gestegen prijzen.
Het IMF gaf daarnaast aan dat de toegenomen druk op grondstoffenprijzen en aanhoudende
verstoringen in toeleveringsketen verder zullen bijdragen aan de alreeds hoge inflatie.
Dit holt de koopkracht van huishoudens uit en zal naar verwachting consumptieve bestedingen
verder onder druk zetten. Deze aanhoudende inflatie kan tijdelijke en gerichte steun
voor kwetsbare huishoudens op korte termijn rechtvaardigen. De oorlog plaatst overheden
echter wel voor een dilemma tussen enerzijds het dempen van de inkomensschok voor
lage inkomens en anderzijds het herstellen van begrotingsbuffers na de pandemie. De
opbouw van buffers in aanloop van de crisis en het gebruik van noodsteunmaatregelen
tijdens de crisis zijn volgens het IMF effectief gebleken in het dempen van de negatieve
economische gevolgen van de pandemie. Het IMF benadrukt echter dat de noodsteunmaatregelen
tijdig moeten worden afgebouwd en buffers verder aangesterkt naarmate landen de pandemie
achter zich laten, vooral in de huidige context van hoge inflatie.
Daarnaast lichtte het IMF toe dat overheden aandacht moeten hebben voor de klimaattransitie
en digitalisering, en in de toekomst het beleid moeten richten op structurele hervormingen
en investeringen die het economische aanpassingsvermogen vergroten en de productiviteitsgroei
op de langere termijn bevorderen. Mondiale schuldenniveaus lijken zich te stabiliseren
rond 94%3 in de periode 2022–2024, ruim boven het niveau van voor de pandemie. Dit impliceert
een verhoogd risico voor schuldhoudbaarheid, juist in een tijd waarin de mondiale
financieringscondities verkrappen. Het IMF benadrukte het belang dat overheden passende
begrotingskaders vaststellen om schuldhoudbaarheid te waarborgen en begrotingsbuffers
op de middellange termijn opbouwen.
De huidige hoge inflatie brengt volgens het IMF het risico voor een ontankering van
inflatieverwachtingen met zich mee. Volgens het IMF is een tijdige normalisatie van
het beleid daarom van belang. Het IMF pleit daarnaast voor een duidelijk gecommuniceerde
benadering voor het aanpassen van de toekomstige monetaire koers.
Tijdens de voorjaarsvergadering is daarnaast gesproken over publiek digitaal geld
zoals centrale bank digitale valuta (CBDC) en private alternatieven zoals crypto’s.
Het IMF benadrukt dat crypto’s meerdere kansen kunnen bieden voor de financiële sector
en de reële economie, waaronder snelle en eenvoudige betalingen, innovatieve financiële
dienstverlening alsook inclusieve toegang tot voorheen «unbanked» delen van de wereld.
Tegelijkertijd heeft het IMF oog voor mogelijke risico’s die gepaard gaan met de ontwikkeling
van crypto’s en ziet het noodzaak voor regulering op internationaal niveau. Zo evalueert
het IMF ook de ontwikkelingen op het gebied van CBDC in verschillende landen en regio’s,
en brengt het lessen en ervaringen samen zodat landen van elkaar kunnen leren.
IMF
Het IMF heeft het afgelopen jaar belangrijke stappen gezet om de mondiale economie
te stabiliseren en ondersteunen, onder andere via noodliquiditeit en een generieke
allocatie van speciale trekkingsrechten (Special Drawing Rights, SDR).4 In de huidige context van onzekerheid door de Russische invasie in Oekraïne levert
het IMF belangrijke ondersteuning aan de leden via beleidsadvies, tijdige financiële
steun en gerichte capaciteitsontwikkeling.
Tijdens de vergadering werd dit keer geen gezamenlijk communiqué aangenomen vanwege
het gebrek aan unanimiteit in verband met de Russische invasie van Oekraïne. In plaats
daarvan heeft de Spaanse voorzitter Calviño een statement uitgebracht, waarbij brede
steun was voor de grote inhoudelijke thema’s. Voor Nederland was het belangrijk dat
deze IMFC geen «business as usual» was en dat er duidelijk stelling genomen zou worden
tegen de oorlog van Rusland in Oekraïne. Nederland heeft tijdens de interventie solidariteit
uitgesproken met het Oekraïense volk en het geweld van Rusland veroordeeld. Daarnaast
heeft Nederland zich aangesloten bij verschillende andere landen die de vergadering
verlieten tijdens de interventie van Rusland, die overigens niet fysiek deelnam aan
de vergadering.
Hoog op de agenda van het IMFC stond de noodzaak voor additionele financiering om
aan de liquiditeitsbehoefte van Oekraïne te voldoen. Oekraïne heeft urgent behoefte
aan liquiditeit aangezien reguliere overheidsuitgaven zoals sociale zekerheid en ambtenarensalarissen
blijven bestaan terwijl belastinginkomsten dalen. Per maand komt het land ca. USD
5 mld. tekort. Het IMF heeft in maart noodliquiditeit voor Oekraïne goedgekeurd ter
waarde van EUR 1,2 mld. De leden van het IMFC verwelkomden de oprichting van de IMF
Ukraine Administered Account waarmee donoren financiële steun aan Oekraïne kunnen geven. Canada heeft CAN 1 mld.
toegezegd aan Oekraïne via de IMF Administered Account.5 De leden riepen op tot sterke coördinatie tussen de internationale partners om Oekraïne
te ondersteunen in hun financieringsnood.
Het IMF speelt een sleutelrol bij het verstrekken van financiële steun in aangrenzende
regio’s die economisch en financieel sterk verbonden zijn met het conflictgebied,
evenals landen die hard geraakt worden door de stijgende voedsel- en energieprijzen.
Zo is inmiddels het Extended Credit Facility programma van Moldavië uitgebreid en is een staff-level agreement overeengekomen met Georgië over een Stand-By Arrangement. Daarnaast is onder andere Egypte in gesprek over een mogelijk programma. Het IMF
staat met voldoende capaciteit klaar om landen in nood te helpen.
Het IMFC heeft brede steun uitgesproken voor de oprichting van de Resilience and Sustainability Trust (RST), met name gericht op klimaat en pandemische paraatheid. De RST is op 1 mei
opgericht. De RST is bedoeld voor financiering aan landen die hervormingen doorvoeren
om risico’s van onder meer klimaatverandering en pandemieën te mitigeren en tevens
stabiliteit van de betalingsbalans in de toekomst te borgen. Dit zou de weerbaarheid
tegen schokken, zoals klimaatverandering en pandemieën, kunnen versterken in kwetsbare
opkomende economieën en lage-inkomenslanden.6
Er komen 143 landen in aanmerking voor de RST, namelijk alle lage-inkomenslanden en
een brede groep middeninkomenslanden. Om een RST-programma te ontvangen, dient een
land aan de volgende eisen te voldoen: i) een pakket beleidsmaatregelen van hoge kwaliteit
in lijn met het doel van de RST; ii) een lopend IMF-programma van hoge kwaliteit;
en (iii) houdbare schuld en voldoende capaciteit om het Fonds terug te betalen. Een
programma zal maximaal 150% van quota bedragen of SDR 1 mld., waarbij de laagste bovengrens
bindend is.
Landen met een RST programma committeren zich aan hervormingsmaatregelen gerelateerd
aan klimaatverandering of pandemische paraatheid. Nederland heeft zich uitgesproken
voor een sterke relatie van de hervormingen aan klimaat. Klimaatgerelateerde hervormingen
zijn erop gericht om klimaatrisico's te integreren in economische beslissingen en
om landen te ondersteunen met adaptatie, mitigatie en transitie. Hierbij kan worden
gedacht aan koolstofbeprijzing of het integreren van klimaatbudgettering. Het IMF
werkt op dit moment aan een meer gedetailleerde analyse – gebruikmakend van expertise
binnen en buiten het IMF – waarin indicatieve gebieden en maatregelen voor RST-hervormingen
en conditionaliteit verder worden uitgewerkt.7
Middelen via de RST zullen worden uitgegeven als begrotingssteun en zullen geen gerichte
aanwending kennen. RST-financiering kan bijvoorbeeld worden gebruikt om tegemoet te
komen aan (i) het dekken van eventuele kortere termijn betalingsbalansbehoeften; ii) meer
beleidsruimte voor begrotingsuitgaven en hervormingen in verband met structurele uitdagingen;
en iii) het vergroten van buffers op langere termijn om het vermogen om schokken het
hoofd te bieden te versterken. Zo kunnen landen de RST financiering onder andere gebruiken
voor doelgerichte en tijdelijke subsidies om groene technologieën te stimuleren of
sociale uitgaven te verhogen om herverdelingseffecten van koolstofbeprijzing te compenseren.
Om in het najaar operationeel te zijn, zijn er tijdig voldoende bijdragen nodig aan
de RST. Een aantal landen heeft tijdens de G20 Top in Oktober reeds aangegeven bereid
te zijn 20% van de in 2021 gealloceerde SDR’s door te lenen. Tijdens de IMFC-vergadering
is door een aantal landen een concrete toezegging gedaan voor het vrijwillig doorlenen
van gealloceerde SDR’s aan de RST, waaronder Japan en Canada.8 In het G20 FMCBG communiqué in juli zal naar verwachting een update worden gegeven
van de totale omvang van doorgeleende SDR’s.
Het IMFC heeft het belang van houdbare schulden benadrukt. De IMFC-leden hebben daarom
hun steun uitgesproken voor effectieve implementatie van het G20 Common Framework for Debt Treatments beyond the Debt Service Suspension Initiative en opgeroepen de implementatie daarvan te versnellen. Dit raamwerk biedt een structurele
oplossing voor landen met onhoudbare schuld. De IMFC-leden onderstrepen daarbij het
belang van schuldentransparantie. Nederland heeft daarbij aandacht gevraagd voor het
toenemende gebruik van complexe schuldenstructuren, zoals het gebruik van onderpand
en impliciete verplichting op de overheidsbalans.
G20 bijeenkomst van Ministers van Financiën en Centrale Bankpresidenten
Op 20 april vond de G20-vergadering van Ministers van Financiën en Presidenten van
Centrale Banken (FMCBG) plaats. Voor Nederland was het belangrijk dat deze G20 geen
«business as usual» FMCBG zou zijn en dat er duidelijk stelling genomen zou worden
tegen de oorlog van Rusland in Oekraïne. Nederland heeft tijdens de interventie solidariteit
uitgesproken met het Oekraïense volk en het geweld van Rusland veroordeeld. Daarnaast
heeft Nederland zich aangesloten bij verschillende andere landen die de vergadering
verlieten tijdens de interventie van Rusland, die overigens niet fysiek deelnam aan
de vergadering.
De vergadering bestond uit vier inhoudelijke themasessies waarin Ministers met elkaar
van gedachten konden wisselen: 1) de mondiale economie en risico’s, 2) internationale
initiatieven op het gebied van gezondheid, 3) de mogelijkheden om kwetsbare landen
economisch te steunen en 4) duurzame financiering. Gezien hetgeen besproken tijdens
de eerste en derde sessie sterk overlapt met de IMFC wordt dit hier niet separaat
toegelicht.
Tijdens de sessie over mondiale economie was veel aandacht was voor de oorlog in Oekraïne
en de economische gevolgen daarvan. Een grote groep landen, waaronder Nederland, veroordeelde
de Russische agressie. Veel landen uitten daarnaast hun zorgen over de hoge inflatie
en hoge energieprijzen. Nederland benadrukte daarbij het belang van blijvende financiële
steun voor Oekraïne en voor het richten van nationale beleidssteun op kwetsbare groepen
en het verduurzamen van de economie. Enkele landen vroegen ook aandacht voor de grensoverschrijdende
gevolgen van monetaire verkrapping.
Op het gebied van gezondheid is gesproken over de verschillende manieren om de financiering
van pandemische paraatheid en respons sneller, toereikender en voorspelbaarder te
maken. Verschillende landen gaven aan dat een Financial Intermediary Fund ondergebracht bij de Wereldbank de beste optie lijkt en dat de komende periode gewerkt
kan worden aan de vormgeving hiervan. Enkele landen gaven aan dat het belangrijk is
duplicatie van bestaande initiatieven te voorkomen. Naar verwachting zal tijdens de
FMCBG vergaderingen in juli en oktober opnieuw aandacht zijn voor dit onderwerp, met
het doel dit jaar te komen tot de oprichting van een FIF.
Vervolgens is van gedachten gewisseld over de mogelijkheden om kwetsbare landen economisch
te steunen. Landen spraken net als bij de IMFC Plenary breed steun uit voor de oprichting
van de RST met een focus op klimaat en pandemic preparedness. Een aantal landen heeft de intentie herhaald om SDR’s door te lenen, onder andere
ook aan de RST. Nederland benadrukte daarnaast net als veel andere landen het belang
van implementatie van het Common Framework en van het vergroten van transparantie omtrent overheidsschulden.
Tot slot is gesproken over duurzame financiering. Veel landen uitten hun zorgen over
de beschikbaarheid van financiering voor de groene transitie als gevolg van COVID-19,
de oorlog in Oekraïne en de hoge prijsniveaus. Dit is met name een risico voor lage-inkomenslanden,
die relatief weinig budgettaire ruimte hebben. Verschillende landen steunden daarnaast
de ambitie van het Indonesische voorzitterschap om een raamwerk voor transitiefinanciering
op te stellen. Dit raamwerk moet een gezamenlijk begrip creëren van welke uitgaven
geclassificeerd kunnen worden als transitiefinanciering.
Verslag Ministeriële bijeenkomst Coalitie van Ministers van Financiën voor klimaatactie
Op 19 april 2022 vond de zevende ministeriële bijeenkomst plaats van de Coalitie van
Ministers van Financiën voor Klimaatactie, die inmiddels 71 leden telt. Op deze bijeenkomst
kwamen leden van de coalitie virtueel bijeen om onder het co-voorzitterschap van Finland
en Indonesië te spreken over beleidsinstrumenten van Ministers van financiën om de
klimaatcrisis te adresseren in de context van verschillende internationale en regionale
carbon pricing initiatieven. Nederland heeft op deze bijeenkomst de impact van de
huidige crisis in Oekraïne benoemd die het belang van een energietransitie onderstreept
waarbij aandacht moet zijn voor zowel energiezekerheid, energieopslag en verduurzaming.
Mechanismen voor koolstofbeprijzing zijn een belangrijk instrument in de toolbox van
Ministers van Financiën om hier aan bij te dragen. Omdat klimaatverandering niet stopt
bij grenzen is internationale coördinatie van belang. Nederland is daarom positief
over de internationale initiatieven op dit thema van bijvoorbeeld de Wereldbank, de
OESO en het IMF, en vindt het belangrijk dat deze zo open en inclusief mogelijk zijn.
Minister Kaag heeft net als enkele andere Ministers een videoboodschap opgenomen om
de discussies binnen de coalitie te ondersteunen. Deze is terug te zien op de website
van de coalitie9.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën