Brief regering : Reactie op verzoek commissie over toezending van werkinstructies met betrekking tot vorderingen van de POK
35 510 Parlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag
Nr. 98 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juni 2022
In uw brief van 25 april 2022 verzoekt u om de werkinstructies met betrekking tot
het lakken van door de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK)
gevorderde stukken. Daarnaast verzoekt u om de werkinstructies voor de behandeling
van Wob-verzoeken over de kinderopvangtoeslag die zijn ingediend in de periode tot
en met de openbare verhoren van de POK of in de periode daarna, inclusief instructies
voor het lakken van de betreffende stukken. Als bijlage treft u de gevraagde werkinstructies.
In het navolgende geef ik een toelichting op de betreffende stukken.
Lakinstructies POK
Bijgevoegd treft u de lakinstructies die door het Ministerie van Financiën zijn gehanteerd
voor het lakken van de stukken die onder de informatievorderingen van de POK vielen.
De lakinstructies bevatten drie gronden voor het lakken van informatie:
1. Ten eerste werd informatie gelakt die (evident) buiten de reikwijdte van de informatievorderingen
viel. Dat betrof informatie over andere onderwerpen die in hetzelfde document stond
als de informatie die wel onder de informatievorderingen viel.
2. Ten tweede werd informatie gelakt waarvan verstrekking in strijd zou zijn met het
belang van de staat, zoals opgenomen in artikel 19 en 20 van de Wet op de parlementaire
enquêtes (Wpe). Met betrekking tot deze lakgrond zijn in de samenwerkingsafspraken
met de ondervragingscommissie bepalingen opgenomen om – indien sprake zou zijn van
een belang van de staat dat zich verzet tegen verstrekking – te bezien op welke andere
wijze de ondervragingscommissie van de betreffende informatie kennis zou kunnen nemen.
Uiteindelijk is slechts voor twee documenten gebruik gemaakt van deze uitzonderingsgrond.
De ondervragingscommissie heeft vervolgens middels inzage alsnog kennis kunnen nemen
van deze stukken.1
3. De derde lakgrond betrof de vertrouwelijkheidsgronden van artikel 40 van de Wpe. Informatie
die onder één van de vertrouwelijkheidsgronden viel werd evenwel niet gelakt, maar
werd verstrekt aan de ondervragingscommissie met een verzoek om de betreffende informatie
vertrouwelijk te behandelen en beperkingen te stellen aan de openbaarheid ervan. Informatie
die op basis van de vertrouwelijkheidsgronden hiervoor in aanmerking kwam betrof:
informatie die de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen; informatie die
de veiligheid van de staat zou kunnen schaden; persoonsgegevens als bedoeld in de
artikelen 9, 10 en 87 van de AVG en verslag van een voorgesprek of een besloten verhoor.
Voorts kwam informatie voor vertrouwelijkheid in aanmerking indien de ondervragingscommissie
(al dan niet op verzoek van het Ministerie van Financiën) openbaarmaking niet vond
opwegen tegen het belang van: betrekkingen van Nederland met andere landen of internationale
organisaties; de economische of financiële belangen van de staat; de opsporing en
vervolging van strafbare feiten; inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;
eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; bescherming van concurrentiegevoelige
bedrijfs- en fabricagegegevens; de bescherming van het milieu waarop de informatie
betrekking heeft; de beveiliging van personen en bedrijven; het goed functioneren
van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen of bestuursorganen of onevenredige
benadeling van een ander belang dan genoemd in het tweede of derde lid. Voor 35 documenten
is een beroep gedaan op de vertrouwelijkheid en aan de ondervragingscommissie verzocht
om beperkingen te stellen aan de openbaarheid. Het is aan de ondervragingscommissie
daarover een oordeel te vellen.
Naast de lakgronden is met de ondervragingscommissie afgesproken dat namen van externen
en van ambtenaren onder het niveau van directeur zouden worden gecodeerd. De coderingslijsten,
waarin stond opgenomen welke naam bij welke codering hoort, lagen ter inzage voor
de ondervragingscommissie bij het Ministerie van Financiën. De coderingen in de stukken
zijn voor openbaarmaking van het archief van de POK alsnog gelakt zodat dit niet herleidbaar
zou zijn tot personen.
De werkinstructies omtrent het lakken van de stukken bevatten tot slot technische
instructies voor het werken met het lakprogramma dat is gebruikt. De gehanteerde technische
instructies zijn aan het eind van de lakinstructies toegevoegd.
Gedurende de periode waarin de stukken gelakt werden, zijn vragen omtrent het lakken
besproken met de betreffende medewerkers die het lakken uitvoerden. Op die manier
is gedurende het lakken nadere invulling gegeven aan de werkinstructies. Deze nadere
invulling heeft op sommige punten geleid tot aanpassing van de lakinstructie zelf
(zie onderstaande beschrijving van het verschil tussen de bijgevoegde lakinstructies).
Ook is het voorgekomen dat een nadere concretisering per email is bevestigd, zoals
de afspraak dat tussenkopjes ongelakt worden weergegeven zodat de ondervragingscommissie
inzichtelijk zou hebben welke informatie is weggelaten en kon de ondervragingscommissie
waar nodig verzoeken om de stukken alsnog ongelakt te verstrekken. Dat is ook gebeurd
en naar aanleiding van vragen van de ondervragingscommissie om bepaalde passages alsnog
ongelakt te verstrekken, is besloten om aan die onderwerpen gelieerde passages voortaan
direct ongelakt te verstrekken. In algemene zin geldt dat steeds minder informatie
gelakt werd en steeds meer (passages in) stukken als vallend onder de verschillende
informatievorderingen werd beoordeeld.
Toelichting op het verschil tussen de twee de lakinstructies
Bij deze brief zijn twee lakinstructies gevoegd. De eerste lakinstructie (document
met kenmerk 00002) betreft de instructie die is gehanteerd voor het lakken van de
set documenten van de eerste deellevering van 1 september 2020. De tweede instructie
(document met kenmerk 00001) betreft de instructie die is gehanteerd voor het lakken
van de documenten uit de overige informatieleveringen. De lakinstructies verschillen
daarin, dat in de tweede lakinstructie de instructie voor het coderen van namen van
ambtenaren en externen ontbreekt. De reden daarvoor is dat de codering van namen in
de eerste lakronde plaatsvond door het lakteam (die daarover geïnstrueerd moesten
worden) en in de tweede ronde door een aparte groep medewerkers. Daarnaast is in de
tweede lakinstructie nog een nadere verduidelijking rondom de informatievorderingen
opgenomen en bij de lakgrond «vertrouwelijkheidsgronden» is een onterechte verwijzing
naar de Wet openbaarheid bestuur (Wob) verwijderd. Tot slot is ook een andere, aanvullende
technische instructie gehanteerd.
Lakinstructies Wob-verzoeken
Bij de behandeling van Wob-verzoeken over de kinderopvangtoeslag werd gebruik gemaakt
van de door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) opgestelde
«Instructie ten behoeve van de uitvoering van de Wet openbaarheid van bestuur» van
21 december 2016. Deze instructie was een intern, praktisch kader ten behoeve van
de vele behandelaars van Wob-verzoeken binnen de rijksoverheid, dat richting geeft
voor een eenduidige, efficiënte en uniforme werkwijze. Het is dus geen beleidsregel
in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De instructie gaf behandelaars van Wob–verzoeken
handvatten om efficiënt te kunnen werken, geïnspireerd op praktijkvoorbeelden.
Een meer recente versie van deze instructie van 16 april 2021 is reeds openbaar gemaakt
met het Wob-besluit van BZK van 21 juni 2021.2 Deze instructie is gewijzigd na het aannemen van de Wet open overheid (Woo) op 26 januari
2021. Vooruitlopend op aanvaarding door de Eerste Kamer van de Woo werden prognoses,
beleidsalternatieven en de gevolgen van beleidsalternatieven voortaan openbaar gemaakt.
Ook werden persoonlijke beleidsopvattingen ouder dan vijf jaar openbaar, behoudens
bijzondere omstandigheden. Dit heeft geleid tot aanpassing in de instructie van de
bepalingen inzake de omgang met persoonlijke beleidsopvattingen (hoofdstuk 12 e.v.).
In geen van beide versies van deze generieke instructie zijn passages opgenomen die
specifiek zien op de behandeling van Wob-verzoeken over de kinderopvangtoeslag.
In aanvulling op de generieke instructie(s) van BZK werd binnen het Ministerie van
Financiën gebruik gemaakt van een document waarin veel voorkomende passages per weigeringsgrond
van de Wob werden uitgelicht. Dit document was bedoeld voor beleidsmedewerkers die
voor het eerst met een Wob-verzoek te maken kregen en gaf handvatten over wat er wel
en niet gelakt kon worden op grond van de Wob. In die praktische algemene handreiking
wordt dan ook per weigeringsgrond van de Wob uiteengezet hoe het «lakbeleid» is bij
het Ministerie van Financiën en werden er praktijkvoorbeelden gegeven. Het document
is opgesteld naar de op dat moment geldende stand van zaken en is gebaseerd op de
meest recente jurisprudentie. Het betreft een dynamisch document en kan worden aangepast
indien er in de rechtspraak uitzonderingsgronden anders worden opgevat. Van dit document
bestaan op het moment van schrijven van deze brief vier versies.3
Specifiek in relatie tot de afhandeling van Wob-verzoeken over de kinderopvangtoeslagenaffaire
geldt dat – naar aanleiding van het rapport «Ongekend onrecht» van de POK van 17 december
2020 (Bijlage bij Kamerstuk 35 510, nr. 2) en de kabinetsreactie daarop van 15 januari 2021 (Kamerstuk 35 510, nr. 4) – bij artikel 11, tweede lid, van de Wob in de instructie enkel de volgende passage
is opgenomen:4
Instructie Wob-verzoeken kinderopvangtoeslagaffaire
In beginsel worden de persoonlijke beleidsopvattingen (niet zijnde feiten, prognoses,
beleidsalternatieven, gevolgen van beleidsalternatieven) niet openbaar gemaakt. Dit
is anders bij Wob-verzoeken die raken aan de toeslagenaffaire. Er is toegezegd om
bij dergelijke Wob-verzoeken in geen enkel geval toepassing te geven aan artikel 11,
eerste lid, van de Wob.
Deze aanpassing is gedaan in de derde versie van het document (versie 1.2, van 9 februari
2021). Buiten deze passage om is er geen werk- of lakinstructie voorhanden die specifiek
ziet op de behandeling van Wob-verzoeken over de kinderopvangtoeslagaffaire.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën