Brief regering : Evaluatie verslaggevingsstelsel rijksoverheid
31 865 Verbetering verantwoording en begroting
Nr. 209 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juni 2022
In de kabinetsreactie1 op het eindrapport van de Adviescommissie Verslaggevingsstelsel rijksoverheid (AVRo)
uit 2018 is aangegeven dat het functioneren van het verslaggevingsstelsel van de Nederlandse
rijksoverheid over het algemeen op orde is, maar dat er tevens aanleiding was om in
de komende jaren stappen te zetten om het verslaggevingsstelsel verder te verbeteren
en harmoniseren. In de bovengenoemde kabinetsreactie is aangekondigd dat met een tussentijdse
evaluatie (hierna: evaluatie) onderzocht diende te worden welke eventuele verdere
stappen in de richting van een pragmatisch vormgegeven baten-lastenstelsel noodzakelijk
zijn. De evaluatie is in de tweede helft van 2021 en het eerste kwartaal van 2022
uitgevoerd. Hierbij bied ik u deze evaluatie als bijlage bij deze brief aan.
Zoals ook is gemeld in de onderzoeksopzet2 staat in de evaluatie de informatiebehoefte van de verschillende gebruikers centraal.
Hierbij is met name gekeken naar de informatiebehoefte van twee belangrijke gebruikersgroepen:
het parlement en de gebruikers binnen de rijksoverheid zelf. Tevens zijn de meest
relevante nationale en internationale ontwikkelingen op de inrichting van het verslaggevingsstelsel
betrokken in de evaluatie.
Scope evaluatie en samenhang overige ontwikkelingen
De evaluatie focust zich op de financiële informatie(-voorziening) van de rijksoverheid. Hierbij wordt onderkend dat er momenteel
verschillende ontwikkelingen zijn die juist betrekking hebben op het verkrijgen van
een duidelijkere verbinding tussen beleid, instrumenten, resultaten en budget (bijvoorbeeld
het betrekken van Brede Welvaart in het begrotingsproces en het gebruik van artikel
3.1 CW). Zoals ik u heb toegezegd in de Kamerbrief over de evaluatie van de Comptabiliteitswet3 zal ik in de loop van 2023 een hoofdlijnennotitie opstellen waarin de verschillende
ontwikkelingen van de diverse onderdelen van het comptabele bestel inzichtelijk worden
gemaakt. Tevens wordt hierin aangegeven welke eventuele aanvullende acties nodig zijn.
Verbetervoorstellen
Op basis van de evaluatie wordt voorgesteld om de informatie(-voorziening) te verbeteren
op twee specifieke gebieden: toekomstige financiële risico’s en investeringsprojecten/bezittingen.
Hiernaast worden nog enkele voorstellen gedaan die zien op de verbetering van de informatievoorziening
in brede zin. Bij de uitwerking en implementatie van deze verbetervoorstellen wordt
een stapsgewijze aanpak voorgestaan. Ik hecht aan deze benadering om te borgen dat
de veranderingen ook daadwerkelijk uitvoerbaar zijn en de extra uitgaven tot een minimum
te beperken. De stappen zoals hieronder opgenomen vragen een forse inspanning en komen
op de reeds bestaande werkzaamheden en uitdagingen bij de ministeries. Bij het uitwerken
van de verschillende verbetervoorstellen worden steeds de kosten en de baten afgewogen
en op basis van deze afweging wordt besloten hoe een stap daadwerkelijk wordt vormgegeven.
De uitwerking van de voorstellen vindt plaats in samenwerking met verschillende ministeries.
Voor de informatie(-voorziening) omtrent toekomstige financiële risico’s zal het komend
jaar een voorstel worden uitgewerkt hoe dit inzicht kan worden vergroot en waar dit
dient terug te komen in de verslaglegging (begroting- en/of verantwoording). Bij het
uitwerken dient te worden bepaald op basis van welke verslaggevingsgrondslagen en
met welke verslaggevingsregels dit inzicht kan worden verkregen. Hierbij ligt in eerste
instantie de focus op het inzichtelijk maken van financiële risico’s uit lopende juridische
procedures. Deze stap zal samen met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden uitgewerkt. Het parlement
zal met het Financieel Jaarverslag Rijk over 2022 het voorstel ontvangen op welke
wijze deze stap wordt vormgegeven.
Als tweede stap wordt de informatie-(voorziening) rondom investeringsprojecten/ bezittingen
verbeterd en worden deze zoveel als mogelijk binnen de financiële administratie gebracht
(intra-comptabel). Door het vergroten van het inzicht wordt beoogd om de kwaliteit
van de beheersing, besturing en besluitvorming rondom investeringsprojecten binnen
de ministeries te verhogen. Tevens wordt binnen deze stap onderzocht in hoeverre deze
informatie onderdeel dient te zijn van de externe verantwoording. Met deze stap wordt
opvolging gegeven aan de aanbevelingen uit het rapport Zicht op Rijksbezit van de
Algemene Rekenkamer. Voor het uitwerken wordt aangesloten bij de lopende ontwikkelingen
bij het Ministerie van Defensie en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Het parlement zal met het Financieel Jaarverslag Rijk over 2023 het voorstel ontvangen
op welke wijze deze stap wordt vormgegeven.
Naast deze twee concrete verbeterstappen worden drie voorstellen gedaan die zien op
de verbetering van de financiële informatievoorziening in brede zin.
1. Ten eerste zal worden onderzocht hoe de uniformiteit van de rijksbrede financiële
informatie kan worden vergroot, onder andere door gebruik van eenduidige definities
en taxonomie. Voor de uitwerking hiervan zullen verschillende lopende ontwikkelingen
en onderkende aandachtsgebieden worden gebruikt, waaronder de wijze waarop verplichtingen
worden geregistreerd en het tot stand komen van de departementale saldibalansen. Tevens
zal worden bezien of de rijksbrede informatievoorziening van de financiële transacties
die samenhangen met ICT-projecten kan worden geüniformeerd en verbeterd.
2. Hiernaast is als bijlage bij de evaluatie een overzicht van de belangrijkste uitgangspunten
opgenomen die worden gehanteerd bij het gebruik van verschillende begrotingsinstrumenten
(o.a. fondsen, reserves) voor het creëren van zekerheid over de meerjarige beschikbaarheid
van budgetten voor een bepaald beleidsterrein.
3. Als derde stel ik voor om op meer systematische wijze de dialoog te voeren over de
gebruikersbehoefte, waaronder met de Tweede Kamer. De wijze waarop de (financiële)
informatievoorziening is ingericht is namelijk een continue proces. Gebruikersbehoeften
zijn niet statisch en de technische mogelijkheden van informatievoorziening blijven
zich ontwikkelen. Door het voeren van een meer systematische dialoog kan worden geborgd
dat de (financiële) informatievoorziening – en het onderliggende verslaggevingsstelsel –
ook in de toekomst ondersteunend is aan de oordeels- en besluitvorming van de gebruikers.
Graag bezie ik samen met de commissie voor de Rijksuitgaven op welke wijze deze dialoog
het beste vormgegeven kan worden.
Ten slotte
Door het zetten van bovengenoemde stappen wordt uiteindelijk gekomen tot een meer
toekomstbestendig en pragmatisch ingericht verslaggevingsstelsel, waarin de relevante
financiële informatie overzichtelijk en in samenhang wordt gepresenteerd.
De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag
Indieners
-
Indiener
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.