Brief regering : Hoofdlijnen media 2022
32 827 Toekomst mediabeleid
Nr. 246
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juni 2022
In deze brief beschrijf ik hoe ik de komende jaren wil investeren in de media. Media
zijn onmisbaar voor onze democratie. Nederland heeft gelukkig een grote variatie aan
vrije, onafhankelijke en goede media, publiek en commercieel.
Maar er zijn ook bedreigingen voor de media. De persvrijheid staat onder druk, ook
in Nederland.1 Journalisten hebben last van intimidatie en bedreigingen. En globalisering en digitalisering
hebben grote gevolgen voor de media en gebruikers.
In het coalitieakkoord (bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) heeft het kabinet besloten om vanaf 2023 jaarlijks € 30 miljoen extra te investeren
in media. In 2022 gaat het om € 22,5 miljoen. Hiermee verhoog ik in 2022 het budget
voor onderzoeksjournalistiek met € 2,4 miljoen. En ik investeer € 11 miljoen in de
kwaliteit van de lokale journalistiek. Het is de bedoeling dat de media daar snel
mee aan de slag kunnen. De sector kan dan voortbouwen op wat met impulsen van het
vorige kabinet in gang is gezet. De resterende € 9 miljoen komt in 2023 en verder
beschikbaar voor de doelen die ik in deze brief uitdraag2.
Samen met de Minister van J&V, zal ik u voor het zomerreces in een brief informeren
over een plan van aanpak om de veiligheid van journalisten verder te versterken. Er
zijn ook nog andere maatregelen in voorbereiding voor 2023. Daarover zal ik u in het
najaar informeren.
Het belang van vrije media, journalistiek en betrouwbare informatievoorziening
Vrije media en onafhankelijke journalistiek zijn onmisbaar voor onze democratische
rechtsstaat. Ze vertellen ons wat er speelt, dichtbij en veraf. Ze controleren de
macht, geven duiding aan nieuws en actualiteiten en bieden ruimte aan opinie en debat.
Media zijn ook een bron van amusement en cultuur, die verbindt, inspireert en verrijkt.
Zo dragen ze bij aan een sterke, vrije samenleving.
Uitwerking coalitieakkoord
Het kabinet ziet voor zichzelf de volgende drie hoofdtaken.
1. Nieuwe toelatings- en verantwoordingscriteria voor de landelijke publieke omroep
Regelmatig wordt gevraagd naar het bestaansrecht van een publieke omroep. Er is inmiddels
zo veel te kiezen voor het publiek. Informatie is overal, komt van over de hele wereld
en allang niet meer alleen van vertrouwde journalistieke bronnen. De invloed van grote,
mondiaal opererende bedrijven neemt toe. De informatievoorziening fragmenteert. Er
ontstaan informatiebubbels waar alleen gelijkgestemden elkaar treffen en voorzien
van eenzijdige informatie. Media dreigen hierdoor aan verbindende kracht te verliezen.
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat onderzoekt de mogelijkheid om de mededingingswet
te moderniseren om dominantie van grote buitenlandse spelers te voorkomen.
De publieke omroep blijft van groot belang. Dat komt door het aanbod van onder meer
bijzondere culturele programma’s en educatieve (kinder)programmering. De publieke
omroep verbindt met zijn grote bereik bevolkingsgroepen met verschillende culturele
achtergronden, uit alle sociale groepen.3 Bovendien is het aanbod er vrij van overheidsinvloeden, commercie en andere deelbelangen.
En tot slot kan jong talent bij de publieke omroep vernieuwende programma’s maken.
De publieke omroep is geworteld in de samenleving, representeert verschillende maatschappelijke
stromingen en verzorgt een pluriform, onafhankelijk en hoogwaardig media-aanbod. Het
feit dat er nog steeds nieuwe omroepen bijkomen in het bestel, geeft aan dat de publieke
omroep leeft en dat verschillende groepen in de samenleving zich verenigen om de publieke
omroep representatiever te maken. Dit open bestel heeft echter ook een nadeel. Doordat
er wel omroepen bij kunnen komen maar nooit één het bestel verlaat, wordt het steeds
lastiger om het bestel beheersbaar te houden.
Toch wil ik de openheid van ons bestel behouden. Dat brengt vernieuwing, houdt bestaande
omroepen scherp en voorkomt dat de publieke omroep in zichzelf gekeerd raakt. Daarom
zijn er andere criteria nodig om omroepen te beoordelen. Criteria die ruimte bieden
aan nieuwe toetreders, zonder dat de omroep onbestuurbaar wordt. Die criteria moeten
uitlegbaar, redelijk, proportioneel en praktisch uitvoerbaar zijn, om de onafhankelijkheid
van de omroepen te garanderen.
Aanpak
Ik ben van plan een onafhankelijk adviescollege in te stellen om een goed onderbouwd
voorstel te doen voor nieuwe criteria voor toelating en verantwoording, plus een nieuwe
beoordelingssystematiek. Na de zomer informeer ik u over de samenstelling en de exacte
opdracht van het adviescollege. Uiterlijk juli 2023 moet er een definitief voorstel
voor de nieuwe toelatings- en verantwoordingscriteria liggen.
2. Versterking lokale publieke omroep
Lokale publieke omroepen hebben een belangrijke rol in het lokale medialandschap.
Ze zijn echter afhankelijk van gemeentelijke bekostiging, die niet altijd toereikend
is om als professionele journalistieke organisatie te werken.4 En zelfs waar gemeenten wel voldoende bijdragen, kan die afhankelijkheid schadelijk
zijn voor de rol van de omroep als bewaker van de lokale democratie. Daarom wil ik
de positie van lokale omroepen versterken.
Aanpak
Met de VNG en NLPO ben ik in gesprek over de invulling van de ambitie uit het coalitieakkoord
rond de financiering van lokale omroepen. Deze gesprekken worden de komende tijd voortgezet.
Daarbij komen er op dit punt scherpere criteria en een heldere procedure voor organisaties
die een lokale publieke omroep willen worden. Daarmee kan het Commissariaat voor de
Media op basis van hogere eisen en een minder bepalende rol van gemeenten beter beoordelen
welke omroep in aanmerking komt.
Deze maatregelen vereisen veel voorbereiding en een wetswijziging, waar ik in 2022
circa € 1 miljoen voor uittrek. Bedoeling is dat dit op 1 januari 2025 in werking
treedt. Voorbereidende gesprekken met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
de VNG, de NLPO en het Commissariaat lopen.
Tegelijkertijd investeer ik in de kwaliteit en professionalisering van de lokale omroepen,
zodat die zich kunnen voorbereiden op het nieuwe stelsel. In 2022 stel ik € 6,5 miljoen
beschikbaar voor nieuwe professionaliseringstrajecten en trainingen voor (vrijwillige)
medewerkers van lokale omroepen. Verder investeer ik ruim € 3 miljoen in verdere digitale
distributie van de omroepkanalen en € 0,4 miljoen in vernieuwende journalistieke projecten
van lokale media.
Het is voor de lokale journalistiek en informatievoorziening belangrijk dat de drie
lagen van het publieke bestel met elkaar samenwerken. Inmiddels wisselen de NOS, regionale
en lokale omroepen content, journalisten en faciliteiten uit. Die samenwerking blijf
ik stimuleren.
3. Versterking onderzoeksjournalistiek
Onderzoeksjournalistiek
Goede onderzoeksjournalistiek kost tijd en geld. Het vraagt een investering die niet
altijd gedaan kan worden, ondanks de wil van partijen. Veranderingen in de advertentiemarkt,
digitalisering en de opkomst van sociale media tasten verdienmodellen aan. Ook de
coronacrisis zette de journalistiek onder druk, vooral lokaal.
Aanpak
Ik zal het budget voor onderzoeksjournalistiek in 2022 met € 2,4 miljoen verhogen.
Zo gaan we door met wat werkt. Met de verhoging zijn extra investeringen mogelijk
en kunnen het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek en het Fonds Bijzondere Journalistieke
Projecten een aantal nieuwe activiteiten ontwikkelen.
Daarnaast wil ik met de journalistieke sector overleggen over hoe we de ondersteuning
van de onderzoeksjournalistiek in Nederland verder kunnen uitbouwen.
Ik informeer u later over de maatregelen na 2022.
Veiligheid van journalisten
Bedreiging van journalisten en andere mediawerkers neemt toe. Of het nu gaat om het
verwijderen van logo’s van busjes, online intimidatie of zelfs fysiek geweld, het
is onacceptabel dat journalisten hun werk niet in veiligheid en vrijheid kunnen doen.
Werkgevers en opdrachtgevers dragen de zorg voor de veiligheid van hun journalisten.
Dit doen zij door bijvoorbeeld het aanbieden van trainingen, het verschaffen van beschermende
hulpmiddelen en het bieden van nazorg wanneer een journalist een onveilige situatie
heeft moeten meemaken. Een groep die extra aandacht behoeft, zijn freelance journalisten.
Zij krijgen of ervaren onvoldoende steun vanuit hun opdrachtgever(s) om in hun veiligheid
te voorzien.
Aanpak
Zoals toegezegd aan uw Kamer kom ik voor de zomer samen met de Minister van Justitie
en Veiligheid (J&V) met een plan van aanpak ter versterking van persveiligheid en
persvrijheid, waarbij ieder departement zijn onderwerpen behandelt waarvoor uw Kamer
aandacht heeft gevraagd. Vanuit mijn portefeuille richt ik me op de impact van het
brede maatschappelijke klimaat op het mediabestel en de (ervaren) veiligheid en vrijheid
van journalisten. De focus ligt meer concreet op preventie.
Een belangrijk hulpmiddel bij de bescherming van journalisten is het project PersVeilig.
De Nederlandse Vereniging van Journalisten, het Genootschap van Hoofdredacteuren,
de politie en het Openbaar Ministerie werken daarin samen aan zowel preventieve als
repressieve maatregelen om journalisten te beschermen.
De Minister van J&V en ik zetten de lopende financiële bijdrage aan PersVeilig in
ieder geval tot en met 2024 voort. Voor de periode daarna kijken wij samen met PersVeilig
naar wat nodig is om PersVeilig volledig door de sector gedragen te laten worden.
Voor freelancers is vorig jaar het Flexibel Beschermingspakket Freelancers opgezet.
Dit pakket heeft een looptijd tot eind 2023. In navolging van het coalitieakkoord
ga ik met de Minister van J&V en met de sector in gesprek over het pakket voor de
periode na 2023.
Een sterke, weerbare en creatieve Nederlandse mediasector
Internationaal en makkelijk toegankelijk media-aanbod groeit. Een sterke en creatieve
Nederlandse mediasector blijft nodig. Een sector die het belang van het Nederlandse
verhaal ziet en een maatschappelijke verantwoordelijkheid voelt om bij te dragen aan
een democratische, inclusieve en veilige Nederlandse samenleving. De afgelopen jaren
hebben partijen via deelname aan de samenwerkingsagenda laten zien hieraan te willen
werken.
Versterking van samenwerking
Ik roep partijen op om het gesprek voort te zetten en te bezien welke mogelijkheden
er zijn om het Nederlands brede medialandschap verder te versterken. Ik kan daarbij
een faciliterende en verbindende rol vervullen. Ik zal dan ook het initiatief nemen
voor een gesprek met partijen op korte termijn om de stand van zaken te bespreken
en vooruit te kijken hoe we verder kunnen gaan.
Beeld & Geluid
Ik span mij in om het archiefmateriaal van Beeld & Geluid af te kopen en zoveel mogelijk
rechtenvrij beschikbaar te stellen. Hierdoor kan Beeld & Geluid nog beter bijdragen
aan het «Geheugen van Nederland», dat beelden en verhalen uit digitale collecties
van verschillende erfgoedinstellingen samenbrengt en aan het publiek presenteert.
Cultureel audiovisueel aanbod
Het Nederlands cultureel audiovisueel aanbod weerspiegelt de vele verhalen en leefwerelden
in onze samenleving. Door het toenemende internationale aanbod vind ik het belangrijk
dat de productie, toegankelijkheid en zichtbaarheid van Nederlandse films, series
en documentaires van Nederlandse bodem worden gestimuleerd. Dit hangt samen met de
culturele en creatieve sector. Zoals gesteld in mijn Hoofdlijnenbrief Cultuur ga ik,
om de continuïteit in de audiovisuele sector te waarborgen, onafhankelijke producenten
die niet gefinancierd worden door het Filmfonds ondersteunen door verzekeringsrisico’s
op te vangen. Ook maak ik geld vrij voor onafhankelijke producenten en de zichtbaarheid
van Nederlandse films bij de publieke omroep. Daarnaast stimuleer ik via het Filmfonds
dat meer wordt geïnvesteerd in grote Nederlandse drama-, documentaire- en animatieseries.
Eerder zijn hiermee onder andere Vliegende Hollanders en Het verhaal van Nederland gefinancierd.
Ik zal uw Kamer binnenkort in een aparte brief informeren over de aangekondigde investeringsverplichting
voor streamingsdiensten.
Tot slot
Ik zie uit naar een goede samenwerking met uw Kamer op alle thema’s uit deze brief.
Door samen te werken aan een sterke, pluriforme en onafhankelijke mediasector dragen
we bij aan een essentiële bouwsteen van onze vrije, open, democratische samenleving.
Daar wil ik mij de komende jaren voor inzetten.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
G. Uslu
Financieel overzicht uitwerking coalitieakkoord 2022
Media
Maatregel
Totaal x € mln
Inclusief uitvoeringslasten
Uitbreiden budget voor onderzoeksjournalistiek
2,39
Vernieuwing financiering lokale omroepen en extra investeringen in lokale journalistiek
11,05
Onderzoeken
0,5
Professionalisering lokale omroepen
6
Brede laagdrempelige trainingen
0,5
Overgang digitale distributie
3
Innovatie lokale journalistiek
0,4
Versterking informatiepositie gemeenten
0,25
Ondersteuning door NLPO
0,2
Uitvoeringkosten voorbereiding
0,2
Subtotaal vernieuwing financiering en investeringen
11,05
Totaal
13,44
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.