Brief regering : Verzachtende maatregelen modernisering geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS)
29 477 Geneesmiddelenbeleid
Nr. 759
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2022
In vervolg op mijn brief van 19 april 2022, waarin ik u berichtte dat ik voornemens
ben om per 2023 het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) te moderniseren, informeer
ik u – met het oog op het verzameldebat pakket, geneesmiddelen en hulpmiddelen van
9 juni aanstaande – bij deze graag over twee verzachtende maatregelen waarmee ik de
modernisering gepaard wil laten gaan.
Achtergrond
De GVS-modernisering komt er in de kern op neer dat de vergoedingslimieten van clusters van op populatieniveau onderling vervangbare geneesmiddelen,
worden geactualiseerd (herberekend). Hierdoor zal het GVS weer functioneren zoals
het bedoeld is, namelijk als instrument voor kostenbeheersing van de farmaceutische
zorg. Een herberekening zorgt er immers voor dat voor het overgrote deel van de geneesmiddelen
de vergoedingslimiet daalt. Als een fabrikant voor een geneesmiddel een prijs rekent
die boven de limiet uitkomt, leidt dit tot een bijbetaling voor de patiënt, die dan
dus een reden heeft om over te stappen op een vergelijkbaar geneesmiddel zonder bijbetaling.
De fabrikant kan dit voorkomen door de prijs van zijn geneesmiddel op of onder de
vergoedingslimiet te brengen.
Periodieke herberekening
De vergoedingslimieten zijn sinds 1998 nooit opnieuw vastgesteld. Onderdeel van de
modernisering per 2023 is een herberekening van de vergoedingslimieten op basis van
actuele prijzen van geneesmiddelen en daarmee een actualisatie van het systeem. Om
te voorkomen dat de vergoedingslimieten later opnieuw verouderen, wordt het GVS vanaf
volgend jaar periodiek herberekend. Ik heb u over dit voornemen bericht in mijn brief
van 19 april jl1. Ik heb u echter nog niet geïnformeerd over de lengte van de periode. Ik wil deze
bepalen op 2 jaar.
Dit sluit namelijk aan bij de praktijk. Zo hanteren zorgverzekeraars voor contracten
ten behoeve van het door hen gevoerde preferentiebeleid doorgaans een duur van 2 jaar
en is in de recent overeengekomen Leidraad verantwoord wisselen van geneesmiddelen
bepaald dat partijen streven om patiënten niet meer dan eens per 2 jaar te laten wisselen
tussen geneesmiddelen.
Risicobeheersing en verzachtende maatregelen
Belangrijk uitgangspunt voor mij is dat mogelijke, (te) grote risico’s als gevolg
van de GVS-modernisering voor patiënten beheerst moeten worden. Ik denk hierbij specifiek
aan de gevolgen voor de toegankelijkheid, enerzijds als gevolg van excessief hoge
bijbetalingen en anderzijds als gevolg van risico op beschikbaarheidsproblemen. Daarom
wil ik voor elk van beide risico’s een verzachtende maatregel nemen. Ik bespreek de
maatregelen hieronder.
a) Maximering eigen bijdrage geneesmiddelen
Wanneer fabrikanten hun prijzen na de herberekening niet aanpassen tot op of onder
de nieuwe, vaak lagere, vergoedingslimiet ontstaan bijbetalingen voor patiënten. Het
is dus in eerste instantie aan fabrikanten om die bijbetalingen te voorkomen. Doen
zij dat niet, dan kunnen patiënten veelal wisselen naar een onderling vervangbaar
geneesmiddel zonder bijbetaling. Dat geldt echter niet voor alle patiënten. Hoewel
het GVS uitgaat van clusters met onderling vervangbare geneesmiddelen, geldt dat alleen
op populatieniveau. Het kan dus voor individuele patiënten om medische redenen toch
niet mogelijk zijn om over te stappen op een ander geneesmiddel. Zij moeten dan een
middel met bijbetaling gebruiken. Uw Kamer is vorig jaar door de toenmalig Minister
voor Medische Zorg en Sport bericht dat een medisch inhoudelijk vangnet, waarbij de
bijbetaling in deze specifieke medische situaties niet geïnd zou worden, niet haalbaar
is. Hiervoor bestond onvoldoende draagvlak2. Een financieel vangnet in de vorm van een maximering van de eigen bijdrage voor
geneesmiddelen acht ik wel haalbaar. Daarmee voorkom ik dus voor patiënten die om
medische redenen een geneesmiddel met bijbetaling moeten gebruiken dat zij te maken
krijgen met (excessief) hoge bijbetalingen. Op dit moment geldt al een tijdelijke
maximering van € 250 per patiënt per jaar. Kosten daarboven komen ten laste van de
zorgverzekering.
Ik wil deze maatregel voor de jaren 2023 en 2024 continueren. Wanneer de vergoedingslimieten
van het GVS na 2 jaar (dus in 2025) opnieuw worden geactualiseerd, kan ook opnieuw
worden bezien of voortzetting van de maatregel (nog) nodig is. Tegen die tijd zijn
de effecten van de modernisering duidelijk.
Ruim 150.000 patiënten zouden na de herberekening in het uiterste scenario3 te maken krijgen met een totale bijbetaling van (soms veel) meer dan € 250 per jaar.
Door deze maatregel, de maximering, geldt dat voor deze groep nu dus niet. Overigens,
een herberekening neemt in sommige clusters bijbetalingen weg, omdat de vergoedingslimieten
daar juist stijgen. Dit betekent dat voor ongeveer 350.000 patiënten de huidige bijbetaling
vervalt als gevolg van de herberekening.
Het is niet uit te sluiten dat ook financieel kwetsbaren met bijbetalingen te maken
krijgen. Personen met lagere inkomens hebben gemiddeld genomen namelijk ook meer farmaciekosten.
Ook daarom wil ik de maximering van de eigen bijdrage van het GVS continueren. Daarnaast
heeft het Kabinet het eigen risico van de zorgverzekering bevroren op € 385 per jaar
tot en met 2025. Deze maatregelen dragen bij aan de doelstelling uit het Coalitieakkoord
«Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst» (2021) waarin is aangegeven in
te zetten op het monitoren en voorkomen van stapeling van zorgkosten. Het monitoren
wordt onder andere gedaan door het publiceren van kerncijfers over eigen betalingen
in het kader van de Staat van de Volksgezondheid en Zorg. In de Staat van de Volksgezondheid
en Zorg is overigens ook aandacht voor de financiële toegankelijkheid van zorg.4
b) Maatregel ter bescherming van de zogenoemde «onderkant van de markt»
Fabrikanten hebben bij herhaling aangegeven dat verdere prijsdruk, bijvoorbeeld als
gevolg van een herberekening van het GVS, het risico met zich meebrengt dat het voor
sommige geneesmiddelen niet langer rendabel is om deze op de Nederlandse markt te
houden of te brengen. Hoewel harde cijfers ontbreken, zijn er wel enkele cijfers die
dit signaal lijken te ondersteunen. Zo had verreweg het merendeel van de geneesmiddelen
waarvan de handelsvergunning is ingetrokken in 2021 een omzet onder de € 50.000 in
Nederland per jaar en blijkt dat de vergoedingslimieten van geneesmiddelen uit clusters
met een relatief lage omzet gemiddeld met ongeveer 30% dalen als gevolg van de herberekening.
Ondanks dat hard bewijs ontbreekt, valt daarom toch niet uit te sluiten dat door de
herberekening een geneesmiddel van de markt wordt gehaald omdat het niet langer rendabel
is dit middel op de markt te houden. Dit terwijl het betreffende middel voor sommige
patiënten medisch het aangewezen middel kan zijn. Bovendien heeft de herberekening
een ongewenst bijeffect als clusters daardoor verschralen. Doel van deze voorzorgsmaatregel
is dus om de beschikbaarheid van geneesmiddelen zoveel mogelijk te behouden daar waar
dat mede als gevolg van de herberekening in het gedrang zou kunnen komen.
Opgemerkt moet worden dat het niet mogelijk is om vooraf precies aan te wijzen welke
clusters kwetsbaar kunnen zijn. Hiervoor is inzicht in de marges van producten noodzakelijk
en dat is niet beschikbaar. Voorgesteld wordt daarom om de nog te bepalen clusters
die als mogelijk kwetsbaar aangemerkt kunnen worden, na de herberekening structureel
te voorzien van een opslag. Het aanwijzen van deze clusters gebeurt dan op basis van
de omzet in dat cluster. Ook het in opdracht van VWS recent uitgevoerde onderzoek
van Berenschot naar de onderkant van de markt5 hanteerde deze werkwijze. Hiermee wordt de gemiddelde prijsdruk als gevolg van de
herberekening voor producten in deze clusters gecompenseerd. Dat betekent overigens
niet dat dit voor elk individueel geneesmiddel gebeurt, maar gemiddeld wordt de prijsdruk
in het cluster teniet gedaan.
Ik bericht u deze zomer in meer detail over deze maatregel, zoals welke clusters het
betreft en de hoogte van de opslag, en ook over hoe ik binnen de Wet geneesmiddelenprijzen
opvolging wil geven aan Berenschot rapport.
Communicatie
Herberekening van de vergoedingslimieten van het GVS is primair gericht op het stimuleren
van prijsaanpassingen door fabrikanten van relatief dure geneesmiddelen.
Daar waar dit niet gebeurt, doe ik een beroep op patiënten en zorgverleners om doelmatige
keuzes te maken en dit op zorgvuldige wijze uit te voeren, zoals ik heb gezegd in
mijn brief van 19 april. Ik heb daarin ook gezegd dat het GVS patiënten en zorgverleners
in principe handelingsperspectief biedt. Daarvoor is goede communicatie over de herberekening
en de mogelijke consequenties voor de patiënt een voorwaarde. Communicatie is ook
belangrijk om (financieel) kwetsbare mensen, met minder «doenvermogen», te begeleiden.
Ik ben daarom voornemens om gezamenlijk met partijen een communicatieplan te ontwikkelen
en uit te voeren. Ik heb partijen uitgenodigd deel te nemen aan een projectgroep «communicatie
GVS-modernisering». Het is belangrijk dat de partijen onderling en met VWS samenwerken
om te zorgen dat een eenduidige boodschap patiënten tijdig bereikt.
Monitoring
Mede omdat het gedrag van fabrikanten (en patiënten) niet goed valt te voorspellen,
zijn de exacte uitkomsten van de herberekening onzeker (binnen zekere marges). Om
onwenselijke uitkomsten tijdig op het spoor te komen, zal ik de Stichting Farmaceutische
Kerngetallen (SFK) opdracht geven om de gevolgen van de herberekening en de genoemde
verzachtende maatregelen te monitoren en hierover te rapporteren.
Tot slot
Ook heb ik SIRA Consulting opdracht gegeven om onderzoek te doen naar de regeldrukeffecten
van de modernisering. Wanneer ik u rond de zomer opnieuw informeer over de GVS-modernisering,
stuur ik u dit rapport tevens toe.
Ik besef dat betrokkenen gebaat zijn bij tijdige en duidelijke informatie opdat zij
zelf tijdig de modernisering kunnen vertalen naar het eigen beleid voor 2023 en zij
zich kunnen voorbereiden op de uitvoering. Daarom informeer ik hen, en uw Kamer, geregeld
over tussentijdse stappen en ben ik met hen in gesprek over de inhoud, de gevolgen
en de nodige voorbereidingen van de GVS-modernisering.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport