Brief regering : Meerjarenagenda Slachtofferbeleid 2022-2025
33 552 Slachtofferbeleid
Nr. 91 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 mei 2022
Slachtoffers van criminaliteit hebben niet gevraagd om slachtoffer te worden. Slachtofferschap
heeft vaak een grote en soms een blijvende impact op hun leven. Erkenning van slachtofferschap
en ondersteuning van slachtoffers bij het te boven komen van de gevolgen vormt dan
ook de basis van mijn beleid. Die erkenning geef ik door slachtoffers een stevige
positie in het recht te geven, door hen waar nodig te beschermen en hen te ondersteunen
op de weg naar herstel.
In het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) heeft het kabinet de doelstelling opgenomen om de positie van het slachtoffer te
borgen. In lijn met dat uitgangspunt is mijn ambitie de komende jaren gericht op het
zo goed mogelijk tot uitvoering brengen van de slachtofferrechten en -voorzieningen
die het afgelopen decennium zijn geïntroduceerd. Waar rechten nog niet of niet volledig
zijn geïmplementeerd moet dat zo snel mogelijk, maar altijd in goed overleg met de
uitvoeringspraktijk, gebeuren. Waar voorzieningen nog niet naar behoren werken of
beter kunnen worden uitgevoerd, moet dat op het juiste niveau worden gebracht. Aan
het eind van de kabinetsperiode die deze Meerjarenagenda beslaat moeten slachtoffers
dit ook echt merken in de praktijk. Ter afsluiting van deze brief geef ik aan waar
slachtoffers die concrete verbetering in 2025, of zoveel eerder als mogelijk, moeten
gaan merken.
Deze agenda is in nauwe samenwerking met betrokken ketenpartners opgesteld en zal
ook in nauwe samenwerking met hen worden uitgevoerd. Vanzelfsprekend onderdeel van
die samenwerking is dat bij ontwikkeling en implementatie van beleid steeds acht wordt
geslagen op beschikbare capaciteit bij ketenpartners en rekening wordt gehouden met
het absorptievermogen van organisaties.
In het onderstaande werk ik mijn ambitie voor het slachtofferbeleid van dit kabinet
op de volgende vier hoofdthema’s nader uit:
1) Versterken rechtspositie slachtoffers
2) Verbeteren bescherming slachtoffers
3) Herijken schadeverhaal slachtoffers
4) Uitbreiden ondersteuning slachtoffers
Daarnaast zijn twee bijlagen bijgevoegd: bijlage 1 waarin de randvoorwaarden voor
een goede uitvoering van de Meerjarenagenda worden uiteengezet en bijlage 2 waarin
de verschillende acties en maatregelen in een tijdlijn zijn uiteengezet1.
In deze Meerjarenagenda staan ook maatregelen voor verbetering van de ondersteuning
van slachtoffers van zedendelicten. Een breder pakket aan maatregelen wordt na de
zomer door het kabinet gepresenteerd in de vorm van het Nationaal Actieplan tegen
seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.
1) Versterken rechtspositie slachtoffers
De overheid is ervoor verantwoordelijk dat slachtoffers gebruik kunnen maken van hun
rechten. Versterking van de positie van slachtoffers in het strafproces blijft de
komende jaren daarom een belangrijk aandachtspunt.
a. Implementatie Wet uitbreiding slachtofferrechten
b. Actieve benadering van slachtoffers door Slachtofferhulp Nederland voor juridische
ondersteuning
c. Uitbreiding slachtofferrechten in Caribisch Nederland
a) Implementatie Wet uitbreiding slachtofferrechten
De Wet Uitbreiding Slachtofferrechten (hierna: WUS) is op 20 april 2021 door de Eerste
Kamer aangenomen. Op dit moment wordt gewerkt aan de implementatie en worden de uitvoeringsconsequenties
nader in kaart gebracht. Ik verwacht dat de verschillende onderdelen van de WUS op
de volgende momenten in werking kunnen treden:
• per 1 juli 2022: de schriftelijke motiveringsplicht bij het niet verstrekken van een
kopie van de aangifte bij zedenzaken (hierbij wordt voortaan een individuele afweging
gemaakt of een kopie wordt verstrekt), de uitbreiding van de informatierechten en
uniformering van het moment van het uitoefenen van het spreekrecht;
• per 1 januari 2023: de uitbreiding van het spreekrecht naar stieffamilie en het beperkte
spreekrecht bij verlengingszittingen over terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging
of plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (pij);
• per 1 juli 2023: de verschijningsplicht van verdachten bij zittingen.
b) Actieve benadering van slachtoffers door Slachtofferhulp Nederland voor juridische
ondersteuning
In de huidige werkwijze van Slachtofferhulp Nederland (SHN) worden slachtoffers van
misdrijven direct nadat zij aangifte hebben gedaan actief benaderd om praktische en
emotionele ondersteuning aan te bieden. Ik wil deze aanpak ook inzetten voor een meer
actieve benadering van slachtoffers van high impactzaken door juridische dienstverleners
van SHN. Hierdoor kan SHN deze slachtoffers niet alleen tijdig de juiste informatie
over de procedure in het strafproces verschaffen, maar bijvoorbeeld ook beter ondersteunen
bij het uitoefenen van het spreekrecht tijdens de zitting.
c) Uitbreiding slachtofferrechten Caribisch Nederland
Voor de Caribische delen van het Koninkrijk is een nieuw gemeenschappelijk Caribisch
Wetboek van Strafvordering in de maak. Zodra de Staten van de andere landen van ons
Koninkrijk hiermee hebben ingestemd, wordt het traject gestart om het huidige Wetboek
van Strafvordering voor Caribisch Nederland te vervangen. Zo worden er rechten toegekend
aan alle slachtoffers en niet alleen aan degenen die zich gevoegd hebben als benadeelde
partij. Daarnaast worden bestaande rechten uitgebreid, zoals het recht op informatie
en worden nieuwe rechten zoals het spreekrecht geïntroduceerd. Daarmee worden ook
de slachtofferrechten in het Caribisch wetboek op vergelijkbaar niveau gebracht als
in Europees Nederland.
2) Verbeteren bescherming slachtoffers
Slachtoffers hebben recht op bescherming; van hun persoonsgegevens in het strafdossier
maar ook van hun fysieke integriteit tegen een verdachte of dader.
a. Beter beschermen van slachtoffergegevens in het strafdossier
• Implementeren landelijk uniforme werkwijze van domiciliekeuze
• Impactanalyse en mogelijke implementatie amendement Van Wijngaarden
b. Verbeteren en uitbreiden werking van de Individuele Beoordeling
c. Informeren en raadplegen tijdens de tenuitvoerlegging van sancties
a) Beter beschermen van slachtoffergegevens in het strafdossier
Implementeren landelijke werkwijze domiciliekeuze
Domicilie-keuze is een belangrijk instrument waarmee voorkomen kan worden dat verdachten
via het proces-verbaal van aangifte kennis kunnen nemen van de adresgegevens van een
slachtoffer. Bij domicilie-keuze worden deze gegevens van het slachtoffer in het proces-verbaal
vervangen door een alternatief adres. Het instrument werkt echter nu nog niet afdoende,
zoals ook gesignaleerd door SHN in het witboek «Privacy van het slachtoffer, feit of fictie?».2 De afgelopen maanden is daarom door de politie en het OM gewerkt aan het opstellen
en vaststellen van een landelijk uniforme werkwijze, zodat dit voor slachtoffers in
heel Nederland op dezelfde wijze toegepast kan worden. Domicilie-keuze is beschikbaar
voor alle slachtoffers die hier gebruik van willen maken. Wanneer het slachtoffer
niet zelf een alternatief adres kan opgeven, wordt vanuit de overheid een adres beschikbaar
gesteld. Met de inzet van dit instrument kan in ieder geval voor een deel al in de
praktijk tegemoet worden gekomen aan hetgeen met het amendement Van Wijngaarden (zie
onder) is beoogd.
Impactanalyse ten behoeve van implementatie amendement Van Wijngaarden
In overleg met het OM, de politie en de Rechtspraak is het afgelopen half jaar gewerkt
aan het bepalen van de reikwijdte en vervolgens de (financiële) impact van het amendement.3 Daarbij is gekeken naar de groep slachtoffers waarvoor de met het amendement beoogde
privacybescherming van toepassing zou kunnen zijn en tevens naar het type persoonsgegevens
dat zou moeten worden afgeschermd. De vertaling van het amendement naar concrete werkprocessen
is complex. Gedurende de impactanalyse die is uitgevoerd is dan ook gebleken dat de
werkprocessen nog niet kunnen worden opgesteld, zodat de impact van het amendement
nog niet kan worden bepaald. Het ontbreekt op dit moment onder andere aan helderheid
over de (juridische) verdeling van verantwoordelijkheden op basis waarvan deze werkprocessen
zullen moeten worden ingericht. De hierover gerezen vragen zullen eerst beantwoord
worden in samenwerking met betrokken ketenpartners alvorens over de inrichting van
het werkproces zal kunnen worden gesproken.
Tegelijkertijd verwacht ik in juni de uitkomsten van een onderzoek van de Raad voor
de rechtspraak waaruit moet blijken in hoeveel gevallen persoonsgegevens van het slachtoffer,
zoals adres en woonplaats, voor de rechter strafvorderlijk relevant zijn. Ook de uitkomst
van dit onderzoek is relevant voor de uitvoering van het amendement. Ik zal uw Kamer
in de volgende voortgangsbrief over het vervolg kunnen informeren.
b) Verbeteren en uitbreiden werking Individuele Beoordeling
De politie heeft het recht op bescherming van slachtoffers vertaald in de werkwijze
van de Individuele Beoordeling (hierna: IB) die per 1 juni 2018 landelijk is ingevoerd.
Met deze werkwijze heeft de politie systematisch en structureel aandacht voor eventuele
kwetsbaarheid van slachtoffers, het voorkomen van herhaald slachtofferschap, secundaire
victimisatie, intimidatie en/of vergelding, zodat beschermingsmaatregelen kunnen worden
getroffen als dat nodig is. In het rapport «Een kwetsbaar recht» van de Inspectie Justitie en Veiligheid is in kaart gebracht hoe de politie de IB
in de praktijk sinds 1 juni 2018 uitvoert.4 De Inspectie heeft geconcludeerd dat dit nog onvoldoende is. De politie zal op korte
termijn een plan van aanpak opleveren, waarin wordt uiteengezet hoe deze werkwijze
kan worden verbeterd. De focus zal hierbij liggen op het verbeteren van de opleiding
voor politiemedewerkers, het verbeteren van de tekortkomingen in de taakuitvoering
en een betere informatie-uitwisseling tussen de politie, SHN en het OM. Deze verbeteringen
worden geïmplementeerd bij de politiemedewerkers van fase 1 (basisteams) en in de
implementatie van fase 2, waarbij de werkwijze ook zal worden geïmplementeerd bij
de medewerkers van de regionale servicecentra en de recherche.
c) Informeren en raadplegen tijdens de tenuitvoerlegging van sancties.
Ook in de tenuitvoerleggingsfase van sancties moet er oog zijn voor de behoefte van
slachtoffers. Als een slachtoffer behoefte heeft aan bescherming kan worden ingezet
op een contact- of locatieverbod op het moment dat een dader uit detentie komt. In
het huidige wettelijke systeem is het OM verantwoordelijk voor het informeren van
slachtoffers in de tenuitvoerleggingsfase. Momenteel wordt samen met het OM gewerkt
aan de overdracht van deze verantwoordelijkheid aan het Centraal Justitieel Incassobureau
(CJIB). Het CJIB en het OM streven ernaar deze overdracht per 1 januari 2023 in de
praktijk te brengen. Ik grijp deze overdracht van verantwoordelijkheid aan om het
informeren van slachtoffers en het betrekken van hun belangen in de tenuitvoerleggingsfase
waar nodig te verstevigen. In overleg met het CJIB wordt momenteel bekeken hoe de
kennis en kunde van SHN hierbij kan worden benut. In het coalitieakkoord zijn voor
het informeren en raadplegen van slachtoffers in de tenuitvoerleggingsfase middelen
beschikbaar gesteld.
3) Schadeverhaal slachtoffers
Het vergoed krijgen van de door een strafbaar feit geleden schade is belangrijk voor
de erkenning van slachtoffers, hun herstel en hun vertrouwen in de maatschappij.
a. Inhoudelijke beleidsreactie op het advies van de commissie Onderzoek stelsel schadevergoeding
voor slachtoffers van strafbare feiten
b. Schadevergoeding voor minderjarigen
a) Inhoudelijke beleidsreactie op het advies van de commissie Onderzoek stelsel schadevergoeding
voor slachtoffers van strafbare feiten
Op 16 april 2021 heeft mijn ambtsvoorganger het adviesrapport van deze commissie,
die onder leiding stond van dhr. mr. J.P.H. Donner, aan uw Kamer gezonden.5 In dit rapport worden aanbevelingen gedaan om te komen tot een afgewogen, consistent
en betaalbaar schadevergoedingsstelsel voor slachtoffers van strafbare feiten. Op
dit moment worden de voorstellen binnen het «Programma Compensatie Slachtoffers van
een strafbaar feit» verder uitgewerkt. Samen met de betrokken ketenpartners wordt
gekeken naar de impact van de verschillende voorstellen en met welke kosten deze gepaard
gaan. Ik streef ernaar uw Kamer eind 2022 over de uitkomst hiervan te kunnen informeren
en met een integraal voorstel te komen inzake de opvolging van de aanbevelingen.
b) Schadevergoeding voor minderjarigen
Uitbetaling van schadevergoeding door het CJIB gebeurt nu niet altijd op een rekening
met een zogenoemde BEM-clausule, zodat er geen garantie bestaat dat de schadevergoeding
daadwerkelijk bij het minderjarige slachtoffer terecht komt. Een bankrekening met
een BEM-clausule is een geblokkeerde bankrekening op naam van een kind jonger dan
18 jaar, waarvan de wettelijk vertegenwoordiger alleen met toestemming van de kantonrechter
geld kan opnemen. Wanneer daar in een concreet geval aanleiding voor bestaat, kan
hier al in worden voorzien. Op dit moment ben ik met de betrokken partijen in gesprek
om te kijken of het nodig en wenselijk is om deze werkwijze meer gestandaardiseerd
toe te passen. Ik verwacht uw Kamer hierover in de volgende voortgangsbrief nader
te kunnen berichten.
4) Uitbreiden ondersteuning slachtoffers
De overheid heeft een zorgplicht om hulp en ondersteuning te bieden aan slachtoffers
die daar behoefte aan hebben. Verdere professionalisering van deze hulp aan slachtoffers
blijft een speerpunt.
a. Optimalisering MijnSlachtofferzaak.nl
b. Verbeteren ondersteuning slachtoffers zedendelicten
c. Goede ondersteuning slachtoffers van hate crime
d. Reinigen plaats delict
e. Slachtoffergericht werken in detentie
a) Optimalisering MijnSlachtofferzaak.nl
MijnSlachtofferzaak.nl is een ketenbreed portaal dat de informatiepositie van slachtoffers
verbetert. Door raadpleging van het portaal kunnen slachtoffers (derden, naasten en
nabestaanden kunnen vanaf Q3 van 2022 het portaal raadplegen) in het portaal op elk
moment en via één ingang informatie vinden over de voortgang in hun zaak van vijf
samenwerkende ketenpartners: de politie, het OM, het CJIB, SHN en het SGM. Naast het
optimaliseren en notificeren van de huidige functionaliteiten, is de komende jaren
het streven om informatie aan slachtoffers uit te breiden en te zorgen voor nieuwe
functionaliteiten (zoals het tweeweg-verkeer, interactie met slachtoffers en het notificeren
waarbij slachtoffers worden geattendeerd op een nieuw bericht).
b) Verbeteren ondersteuning van zedenslachtoffers
Er is het afgelopen decennium geïnvesteerd in een betere zorg voor slachtoffers van
zedendelicten. Zo is met behulp van o.a. initiële financiering vanuit het Ministerie
van VWS en JenV een landelijk netwerk van Centra Seksueel Geweld (CSG) tot stand gekomen
waar slachtoffers van seksueel geweld zich kunnen melden voor medische en psychologische
hulp, terwijl SHN ook in alle gevallen psychosociale en juridische hulp kan bieden
aan zedenslachtoffers. Over de bestuurlijke en financiële borging van de CSG’s zal
ik uw Kamer voor de zomer van 2022 informeren.
Verbeteren ondersteuning slachtoffers van zedendelicten
Uw Kamer heeft gevraagd naar de mogelijkheden voor het inrichten van één loket voor
slachtoffers van seksueel geweld. Momenteel wordt onderzocht hoe laagdrempelige hulp
is ingericht en waar de verschillende slachtoffergroepen behoefte aan hebben. Deze
resultaten, die ik in het najaar van 2022 verwacht, zullen worden gebruikt om de hulp
en zorg voor slachtoffers van seksueel geweld de komende jaren zo optimaal mogelijk
in te richten.
Daarnaast wordt gewerkt aan de voorbereiding van een landelijke implementatie van
een nieuwe werkwijze, waarbij zedenslachtoffers nog voor de aangifte kunnen worden
bijgestaan door een slachtofferadvocaat. Ik verwacht dat hierover eind dit jaar een
besluit kan worden genomen. Ik zal uw Kamer daar in de daaropvolgende voortgangsrapportage
slachtofferbeleid nader over informeren.
Ondersteuning door SHN
In het recent opgeleverde WODC-onderzoek «What Works. Psychosociale dienstverlening Slachtofferhulp Nederland» komt naar voren dat de psychosociale ondersteuning die SHN biedt aan slachtoffers
van ernstige gewelds- en zedendelicten aansluit bij zowel Europese als Nederlandse
richtlijnen. Daarnaast worden drie aanbevelingen gedaan. Deze zien op het verlenen
van nazorg, het gebruik van het huidige registratiesysteem ten behoeve van evaluatie
en het beter in beeld krijgen van de «slachtofferreis» na een doorverwijzing door
SHN naar meer specialistische hulp.6 De komende periode wordt bekeken op welke wijze opvolging kan worden gegeven aan
deze aanbevelingen. Ik verwacht uw Kamer in de volgende voortgangsrapportage nader
te kunnen informeren.
c) Goede ondersteuning slachtoffers van hate crime
Het WODC heeft onderzoek gedaan naar de behoeften van slachtoffers van hate crime
in het strafproces en de hulp die hen wordt geboden.7 Door de onderzoekers is aanbevolen om meer helderheid te scheppen over de doorverwijzing
van aangevers/melders van hate crimes. In de beleidsreactie van 16 maart 2020 heeft
mijn ambtsvoorganger toegezegd hierover in gesprek te gaan met de politie, SHN en
Antidiscriminatievoorzieningen om te onderzoeken of er knelpunten worden ervaren in
de doorverwijzing. Deze gesprekken hebben inmiddels plaatsgevonden. Naast de standaarddoorverwijzing
door de politie naar SHN, zoals de onderzoekers ook al aanbevelen, wordt door genoemde
partijen ingezet op een sterke samenwerking en een eenduidig landelijk werkproces
dat door de gehele keten wordt gedragen.
d) Reinigen plaats delict
Situaties waarbij nabestaanden na een geweldsmisdrijf met dodelijke afloop worden
geconfronteerd met een ernstig vervuilde woning waar hun dierbare is omgebracht en
waarbij zij zelf verantwoordelijk zijn voor de reiniging, zijn zeer schrijnend. Op
dit moment ben ik met de politie en SHN in gesprek of tot een landelijk uniforme werkwijze
kan worden gekomen, zodat nabestaanden in dit soort situaties emotioneel, financieel
en praktisch zo goed mogelijk worden ondersteund.8 Ik zal uw Kamer hierover in de volgende voortgangsrapportage nader informeren.
e) Slachtoffergericht werken in detentie
In detentie wordt ingezet op herstel- en slachtoffergericht werken. Naast de positieve
werking die dit kan hebben op het delictsbesef bij daders, kan dit ook bijdragen aan
het herstel van slachtoffers. Als onderdeel van de JenV-brede inzet op herstelrecht
als vorm van geschillenbeslechting zal herstelgericht werken in detentie ook de komende
periode mijn aandacht hebben.
Tot slot
Ontwikkelingen in de Europese Unie
Onlangs heeft de Europese Commissie haar eerste meerjarenstrategie op het terrein
van slachtoffers gepubliceerd. Daarin kondigt zij aan de Europese regelgeving op dit
terrein te gaan evalueren en tegen het eind van het jaar met aanpassingsvoorstellen
te zullen komen. Vanuit de focus op goede uitvoering van bestaande rechten zal mijn
inzet voor Nederland hierbij zijn om vooral aandacht voor de uitvoeringspraktijk te
bepleiten, zonder ingrijpende aanpassing van de regelgeving.
Financiële dekking
Vanuit het coalitieakkoord wordt voor de uitvoering van de activiteiten bij de trajecten
onder 1a (Implementatie WUS), 1b (Actieve benadering door SHN voor juridische ondersteuning),
2a (amendement Van Wijngaarden) en 2c (informeren en raadplegen tijdens tenuitvoerlegging)
structureel circa 30 miljoen euro vrijgemaakt. Uw Kamer wordt voor het zomerreces
in een aparte incidentele suppletoire begrotingswet (ISB) geïnformeerd over de overheveling
van deze middelen naar de JenV-begroting.
Vooruitblik naar 2025
Zoals ik in deze brief heb toegelicht wil ik in deze kabinetsperiode primair focussen
op het borgen van de slachtofferrechten en -voorzieningen die de afgelopen jaren zijn
geïntroduceerd. Door in te zetten op bovenstaande maatregelen zullen slachtoffers
die gebruik maken van hun spreekrecht dit in het bijzijn van de verdachte doen, als
gevolg van de in 2023 geïmplementeerde verschijningsplicht. Slachtoffers zullen in
2025, of zoveel eerder als mogelijk, standaard een individuele beoordeling krijgen
bij de politie op basis waarvan zij bescherming kunnen krijgen. Nog dit jaar zullen
slachtoffers gaan merken dat zij betere juridische ondersteuning kunnen krijgen van
Slachtofferhulp Nederland. Het zal veel inspanning vragen van alle betrokken ketenpartners
om deze concrete resultaten in de praktijk ook voelbaar te maken voor slachtoffers.
Niettemin zal ik mij daar, samen met deze ketenpartners, 100% voor gaan inzetten.
De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind
BIJLAGE I RANDVOORWAARDEN VOOR EEN GOEDE UITVOERING
Om op een goede manier uitvoering te kunnen geven aan de hiervoor beschreven doelen
en activiteiten, moet aan een aantal randvoorwaarden zijn voldaan.
a) Informatie-uitwisseling in de keten
Een goede informatie-uitwisseling is essentieel voor een sterke ketensamenwerking
en een goede uitvoering van slachtofferrechten. Worden slachtoffers niet goed doorverwezen
vanwege technische moeilijkheden, dan kunnen zij hun recht niet halen. Uitgangspunt
moet steeds zijn dat de organisatie die een taak heeft voor slachtoffers ook beschikt
over de informatie om die taak uit te kunnen voeren. Knelpunten bij informatie-uitwisseling
tussen de verschillende ketenpartners en andere betrokken partijen moeten waar mogelijk
worden weggenomen. Zo verwacht ik nog dit jaar een concrete verbetering in de informatie-uitwisseling
tussen politie en SHN te kunnen bewerkstelligen, waardoor meer slachtoffers van de
politie naar SHN kunnen worden doorgeleid. Ook zal waar relevant de verbinding worden
gemaakt met andere trajecten gericht op de digitalisering van de strafrechtketen.
In dit kader moet wel steeds de geldende privacywetgeving in acht worden genomen.
Ook de impact van eventuele wijzigingen in de informatie-uitwisseling tussen organisaties
zal goed in kaart moeten zijn gebracht voordat hierover besluiten kunnen worden genomen.
b) Onderzoeken, monitoren en evalueren
Beleid moet zoveel mogelijk gebaseerd zijn op de laatste wetenschappelijke inzichten.
Daarnaast vind ik het van belang om te toetsen of het ingezette beleid ook leidt tot
het daarmee beoogde resultaten en effecten voor slachtoffers. Ik zal hiervoor enerzijds
aan de hand van (evaluatie)onderzoek een vinger aan de pols houden, door in alle onderzoeken
die worden uitgevoerd meer focus te leggen op de doeltreffendheid en doelmatigheid
van het gevoerde slachtofferbeleid. Dit doe ik conform de beleidsreactie op de beleidsdoorlichting
van artikel 34.4 slachtofferzorg die u op 24 september 2021 van mijn ambtsvoorganger
heeft ontvangen.9 Anderzijds ga ik de aankomende periode met de verschillende ketenpartners in gesprek
om te kijken op welke manier we kunnen komen tot monitoring en meetbaarheid van de
ondersteuning van slachtoffers. Ik houd uw Kamer op de hoogte van de voortgang hiervan.
Een belangrijke stap bij het verbeteren van de uitvoering wordt de komende tijd gezet
door het OM. In lijn met mijn ambitie om bestaande slachtofferrechten beter tot uitvoering
te brengen heeft het OM aangegeven de komende jaren te willen inzetten op het verbeteren
van de slachtoffertaken van het OM. Het OM zal hierbij onder andere richting slachtoffers
meer structureel aandacht besteden aan een goede uitleg en motivering van sepotbeslissingen.
Op dit moment worden voorbereidingen getroffen voor de uitvoering door het WODC van
de Slachtoffermonitor. In deze monitor wordt de kwaliteit van justitiële slachtofferzorg
gemeten op basis van ervaringen van slachtoffers met verscheidene organisaties in
de strafrechtketen. Het rapport wordt uiterlijk in Q1 van 2023 aan uw Kamer aangeboden.
Daarnaast wordt op dit moment in opdracht van het WODC onderzoek gedaan naar de praktijk
van het onbelemmerd spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden in strafzaken. Dit
betekent dat er geen beperkingen worden opgelegd over hetgeen zij in het kader van
de strafzaak aan de orde willen stellen. Naar verwachting is het rapport eind van
dit jaar gereed, waarna ik uw Kamer hierover zal informeren.
c) Input op relevante wetstrajecten, vinger aan de pols bij relevante maatschappelijke
en internationale ontwikkelingen
Het is van groot belang om oog te blijven houden voor de wereld om ons heen, voor
zover die van invloed is op het slachtofferbeleid. Daarmee doel ik allereerst op maatschappelijke
ontwikkelingen, zoals Metoo, waardoor een verschuiving plaatsvindt in het soort misdrijven
dat wordt gepleegd of ter kennis komen van de overheid. Een ander voorbeeld is de
verschuiving van traditionele criminaliteit naar online criminaliteit. 10 Waar nodig moet de bescherming van en hulpverlening aan slachtoffers daarop worden
aangepast.
Daarnaast moet de verbinding gemaakt worden met aanpalende uitvoeringstrajecten of
beleidsterreinen die van belang zijn voor slachtoffers van criminaliteit. De modernisering
van het Wetboek van Strafvordering is in dit kader zeer belangrijk.
Slachtoffers kunnen ook baat hebben bij de inzet van herstelrecht en mediation. In
de eerstvolgende voortgangsbrief herstelrecht, die ik half juni naar uw Kamer zal
sturen wordt hier aandacht aan besteed. In dat kader zal ook expliciet de positie
van het slachtoffer worden belicht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.