Brief regering : Geannoteerde agenda Informele Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking van 20 mei 2022
21 501-04 Ontwikkelingsraad
Nr. 250 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 mei 2022
Hierbij bied ik u aan de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking
van 20 mei 2022.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING VAN 20 MEI 2022
Introductie
Op vrijdag 20 mei vindt de Raad Buitenlandse Zaken Ontwikkelingssamenwerking plaats.
De Raad zal spreken over de wereldwijde gevolgen van de oorlog in Oekraïne. In het
bijzonder zal de Raad van gedachten wisselen over de toenemende voedselonzekerheid
in derde landen en over de EU-respons ter ondersteuning van partnerlanden. In deze
Geannoteerde Agenda wordt tevens voldaan aan de toezegging van de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking tijdens het noodhulpdebat1 op 14 april jl. om de Kamer voorafgaand aan de Raad Buitenlandse Zaken/Ontwikkelingssamenwerking
schriftelijk te informeren over de internationale inspanningen om de huidige voedselcrisis
te lijf te gaan, inclusief een appreciatie van de internationaal ontwikkelde plannen.
Tijdens de Raad zal Eurocommissaris voor Internationale Partnerschappen Jutta Urpilainen
onder any other business een korte update geven over de implementatie van de Raadsconclusies over het versterken
van de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling. Tijdens de lunch spreekt
de Raad informeel met VN Hoge Commissaris voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties,
Filippo Grandi.
Wereldwijde gevolgen van de oorlog in Oekraïne
De COVID-19 crisis zette de voortgang op de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs)
reeds onder druk. Deze druk wordt verder opgevoerd door de oorlog in Oekraïne. De
oorlog heeft geleid tot een ongekende humanitaire crisis, waarin miljoenen mensen
gedwongen zijn ontheemd. Daarnaast heeft de oorlog een forse secundaire impact op
ontwikkelingslanden. Bijvoorbeeld door de stijgende energie- en voedselprijzen wereldwijd.
Hierdoor ontstaat een verdere druk op de overheidsfinanciën van partnerlanden en hun
schuldenpositie, die vaak al kwetsbaar was. Armoede en honger zijn toegenomen en de
sociale onrust is in sommige landen al zichtbaar. De Raad zal spreken over deze secundaire
impact van de oorlog in Oekraïne op ontwikkelingslanden en de noodzaak tot een gecoördineerde
en multilaterale aanpak. Deze inzet sluit aan bij de ambities van het kabinet om de
weerbaarheid van partnerlanden en gemeenschappen te bevorderen, om schokken op economisch
terrein of ten gevolge van klimaatverandering beter op te kunnen vangen. De bespreking
in de Raad zal zich richten op het belang van multilaterale samenwerking bij de internationale
response op de wereldwijde gevolgen, met name rondom de uitdagingen op het terrein
van voedselzekerheid.
Voedselzekerheid:
De oorlog tegen Oekraïne heeft enorme impact op wereldwijde voedselonzekerheid. Voedselzekerheid
stond ook voor de oorlog tegen Oekraïne al onder druk. Door COVID-19 is honger wereldwijd
toegenomen met zo’n 180 miljoen mensen tot ca. 800 miljoen totaal. De verwachting
is dat dit aantal nu verder doorstijgt. Verder is gezonde voeding doorgaans het kind
van de rekening en is er vaak sprake van terugval in armoede. SDG2 «Zero Hunger» raakt
steeds verder uit beeld.
De Food Price Index van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) is nog nooit zo hoog geweest,
in april 2022 lag deze 30% hoger dan in april 2021. De gevolgen van de oorlog tegen
Oekraïne hangen per land af van de lokale situatie. Landen met eenzijdige import-afhankelijkheid
van graan uit Oekraïne en Rusland, zoals in de MENA-regio, Afghanistan en de Hoorn
van Afrika, worden direct geraakt. Hogere voedsel-, energie- en kunstmestprijzen raken
vooral lage inkomenslanden met kwetsbare of onhoudbare schuldenposities. De problematiek
wordt verergerd door de maatregelen van een aantal voedselproducerende landen die,
in reactie op de hoge voedselprijzen, al vormen van exportrestricties hebben ingevoerd.
De UN Conference on Trade and Development (UNCTAD) heeft eerder een sterke correlatie vastgesteld tussen hoge voedselprijzen
en maatschappelijke onrust in kwetsbare landen zoals in de MENA-regio. Er zijn verschillende
internationale inspanningen gaande om de huidige voedselcrisis te lijf te gaan. Conform
de toezegging aan de Kamer tijdens het noodhulpdebat op 14 april jl. zijn deze in
deze Geannoteerde Agenda uiteengezet en wordt een appreciatie gegeven.
In maart jl. heeft de VN Secretaris Generaal de Global Crisis Response Group on Food, Energy and Finance (GCRG) opgericht.2 Dit is internationaal het belangrijkste coördinatiemechanisme waarin alle relevante
multilaterale organisaties samenwerken, van de Wereldhandelsorganisatie tot de Voedsel-
en Landbouworganisatie (FAO) en de Wereldbank. De belangrijkste aanbevelingen van
de GCRG dateren van 13 april jl.: (1) zet in op multilaterale coördinatie en response
want individueel komen landen hier niet uit; (2) houd de handel gaande, zet voedselvoorraden
internationaal in en help landen met diversificatie van waar zij input voor voedsel(-productie)
inkopen, inclusief binnenlands; (3) help boeren met de landbouwcyclus van 2022: toegang
tot zaden, kunstmest, brandstof, etc. (4) versterk sociale vangnetten om toegang tot
voedsel voor de meest kwetsbaren te garanderen, (5) zorg dat humanitaire hulp overeind
blijft en voorkom dat exportrestricties het Wereldvoedselprogramma (WFP) raken (deze
uitzondering voor WFP kan op de Wereldhandelsorganisatie (WTO)-vergadering in juni
worden vastgesteld) en (6) zorg voor toegang tot financiering via Crisis Response Window (CRW), het Central Emergency Response Fund (CERF) en het Wereldbank loket voor lage inkomenslanden (IDA), waarbij ook moet worden
gekeken naar kwetsbare landen die niet in aanmerking komen voor deze financiering.3
Deze aanbevelingen van de GCRG klinken ook door in de analyses en het werk van de
FAO. FAO’s inzet is vooral gericht op (1) het helpen van boeren en de sector in Oekraïne
zelf;4 (2) aandacht voor de huidige landbouw cyclus en sociale vangnetten; (3) inzet op
dataverzameling en (markt)transparantie en (4) het initiatief voor de ontwikkeling
van een Global Food Import Financing Facility5 waarmee de meest kwetsbare landen gecompenseerd zouden worden voor de prijsverschillen
t.o.v. voor de crisis. Een dergelijke faciliteit zal zou gaan om miljarden en zou
met de internationale financiële instellingen besproken moeten worden.
Naast de GCRG en FAO zijn ook het WFP, het Internationaal Fonds voor Landbouwontwikkeling
(IFAD), de Europese Commissie en de Wereldbank actief. De respons van het WFP is in een vroeg stadium gericht geweest op Oekraïne zelf. De organisatie zelf wordt
daarnaast aanzienlijk geraakt door haar afhankelijkheid van granen uit Oekraïne en
Rusland en de hoge wereldmarktprijzen. Voor landen en regio’s als Afghanistan en Oost-Afrika
is de voedselcrisis helaas niet nieuw maar wel verdiept. Hier heeft WFP reeds operationele
programma’s die opgeschaald kunnen worden, maar ze zijn hierbij afhankelijk van aanvullende
steun van donoren. IFAD’s respons is gericht op het beschermen van livelihoods en productievermogen van kleinschalige boeren in de meest geraakte kwetsbare landen
en heeft inmiddels een Crisis Response Initiative gelanceerd. Tot de negen meest prioritaire landen behoren veel landen uit de Hoorn
(Eritrea, Somalië, Ethiopië) plus Jemen, naast o.a. Mozambique en Burundi.
De Europese Commissie heeft op 23 maart jl. een mededeling uitgebracht over voedselzekerheid6. Een toelichting op deze mededeling staat in het verslag van de Landbouw- en Visserijraad
van 7 april jl7. De Commissie wijst op haar beleid om mondiale voedselzekerheid te stimuleren en
herhaalt dat de EU voedselzekerheid niet in het geding is en dat de beoogde transitie
naar een weerbaar en duurzaam, voedselsysteem onverminderd moet worden voortgezet
om voedselzekerheid, ook in de toekomst, te kunnen garanderen. Naast actieve coördinatie
met EU lidstaten en in G7-verband, is een aantal praktische follow-up stappen in EU
verband genomen: (1) een high-level event op 6 april rond de Sahel met een EU pledge
van bijna EUR 1 miljard; (2) de oprichting van een Food and Resilience Facility for the Southern Neighbourhood (EUR 225 miljoen) en (3) de organisatie van een internationaal high-level event voor de Hoorn van Afrika op 26 april, waar de Europese Commissie en EU lidstaten
gezamenlijk EUR 633 miljoen hebben toegezegd.
De Wereldbank heeft in een paper van 12 april jl.8 haar inzet gedeeld. Voor de korte termijn wordt vooral ingezet op steun voor Oekraïne
en landen in de directe omgeving die o.a. te maken hebben met de vluchtelingenstromen.
Voor minst-ontwikkelde landen kunnen emergency response windows van bestaande leningen worden ingezet. Voor de middellange termijn komt de Bank in
juni met een meer specifieke landenanalyse en plan van aanpak, inclusief expliciete
aandacht voor voedsel en energie.
Nederland is doordrongen van de ernstige gevolgen voor voedselzekerheid in kwetsbare
landen en regio’s als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Aanhoudende voedseltekorten
of prijsstijgingen zouden instabiliteit kunnen aanwakkeren, mogelijk ook met uitstraling
naar de EU, gezien de nabijheid en verbondenheid van de EU met veel van deze landen
en regio’s. Nederland verwelkomt de internationale aandacht voor de situatie en de
concrete acties die al ondernomen worden, waaronder de oprichting van de Global Crisis Response Group.
Nederland zet zelf vanuit het voedselzekerheidsbeleid in op versterken van weerbaarheid
van voedselsystemen wereldwijd. In dat kader investeert Nederland jaarlijks circa
EUR 325 miljoen binnen een brede, internationaal gecoördineerde inzet. Daarbinnen
is EUR 10 miljoen vrijgemaakt ter ondersteuning van het Crisis Response Initiative van IFAD, gericht op de landbouwproductie in de meest kwetsbare landen.
Nederland ziet de impact van deze crisis op voedselzekerheid in ieder geval voor 2022
en 2023 voortduren en waardeert de inzet van de Wereldbank om volgende maand met een
meer gedetailleerde analyse en lange termijn strategie te komen. Nederland zal de
daarin voorgestelde acties analyseren en in overweging nemen als mogelijk onderdeel
van haar eigen antwoord op de crisis.
Het kabinet kijkt naar de mogelijkheid, binnen de begroting uit de extra middelen
door de BNI aanpassing, om een structurele verhoging door te voeren voor het voedselzekerheidsprogramma.
Dit in het licht van deze crisis die voor honger en ondervoeding nog een multiplier
vindt in de al bestaande problemen als gevolg van COVID en klimaatverandering. Het
voedselzekerheidsprogramma wordt uitgevoerd in samenwerking met het Ministerie van
LNV en Nederlandse kennis en kunde op gebied van agrifood worden nauw betrokken bij
de inzet.
Met betrekking tot humanitaire (voedsel)hulp heeft Nederland inmiddels in totaal EUR
39,5 miljoen ingezet, waaronder EUR 20 miljoen voor het VN Flash Appeal voor Oekraïne, en EUR 15 miljoen via de Samenwerkende Hulp Organisaties. Nederland
is één van de grootste donoren van ongeoormerkte bijdragen aan humanitaire partners
en fondsen. Dit stelt humanitaire organisaties in staat snel een effectief te reageren
in tijden van (humanitaire) crisis. Om aan de wereldwijd sterk toegenomen noden en
kosten voor leniging daarvan tegemoet te komen zal een ongeoormerkte extra financiële
bijdrage van EUR 47 miljoen aan humanitaire hulp worden ingezet via de meest geëigende
humanitaire organisaties en fondsen.
Nederland steunt de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties met zijn initiatief
voor een Global Crisis Response Group en onderschrijft de aanbevelingen die deze groep heeft gedaan in haar notitie van
13 april. Tijdens de Raad zal het kabinet, in lijn met de gewijzigde motie van het
lid Van der Graaf c.s.9 en de Nederlandse inbreng bij de Europese Raad van 23 en 24 maart10, oproepen om de Team Europe inzet aan te laten sluiten op dit coördinerend kader en initiatieven van betrokken
VN-instellingen ruimhartig te ondersteunen, waarbij ongeoormerkte financiering een
sterke voorkeur verdient.
Nederland steunt en waardeert de initiatieven en acties van de Commissie tot nu toe.
Tijdens de Raad zal het kabinet de Commissie aanmoedigen de situatie proactief te
blijven volgen en concrete acties en steunmaatregelen te ondernemen met prioriteit
voor het Europese nabuurschap, de Sahel en Hoorn van Afrika. Het is daarbij belangrijk
goed te blijven coördineren met de bilaterale bijdragen van de lidstaten.
Multilaterale inspanningen in Oekraïne
De oorlog in Oekraïne woedt in volle hevigheid voort met grote gevolgen voor de Oekraïense
bevolking. In EU-verband en vanuit de bredere internationale gemeenschap wordt grote
solidariteit betoond richting Oekraïne, onder meer via steun op humanitair en economisch
terrein. Met de voortdurende oorlog zullen de noden van Oekraïne evenwel verder toenemen.
Dit vraagt om een gemeenschappelijke reactie vanuit de internationale gemeenschap.
Nederland zal daarom in de Raad het belang van een goede coördinatie tussen multilaterale
instellingen en belangrijke internationale partners, waaronder de Europese Unie, de
Verenigde Staten en Canada, benadrukken. Het zal voor de Oekraïense overheid gemakkelijker
zijn om samen te werken met internationale partners, indien deze hun inzet zo goed
mogelijk coördineren. Bovendien dient ervoor gezorgd te worden dat deze inzet optimaal
aansluit bij de lokale behoeften in Oekraïne. Het kabinet ziet een belangrijke rol
voor de Europese Commissie bij dergelijke internationale coördinatie.
Naar verwachting zal de Europese Commissie op de korte termijn een mededeling publiceren
over de voorgestelde vormgeving van het in de Europese Raad overeengekomen Ukraine Solidarity Trust Fund, waarmee de EU Oekraïne in de toekomst zal ondersteunen bij de wederopbouw. Bij deze
Raad zal nog niet worden gesproken over dit Trust Fund en voor de algemene inzet van Nederland op wederopbouw, verwijs ik u graag naar de
Kamerbrief die hierover binnenkort zal verschijnen. Tijdens het Commissiedebat «Gevolgen
oorlog Oekraïne voor Nederlands bedrijfsleven» op 11 mei zegde ik uw Kamer toe dat
deze brief u voor het Rondetafelgesprek over «Herstel en wederopbouw van Oekraïne»
op 19 mei toe zal komen.
Europese Financiële Architectuur voor Ontwikkeling (EFAD)
Tijdens de Raad zal Eurocommissaris Internationale Partnerschappen een korte update
geven over de implementatie van de Raadsconclusies over het versterken van de Europese
financiële architectuur voor ontwikkeling.11 Zoals toegelicht in de Kamerbrief over EU-Ontwikkelingssamenwerking, die uw Kamer
toekomt rond dezelfde tijd als deze Geannoteerde Agenda, wordt met deze Raadsconclusies
ingezet op een effectieve, efficiënte, ontwikkelingsgeleide, coherente en zichtbare
architectuur. Hiervoor is het van belang dat de betrokken instellingen, zoals de Europese
Investeringsbank, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) en nationale
ontwikkelingsbanken zoals FMO, hun samenwerking bevorderen en optimaal gebruikmaken
van hun individuele specialisaties.
Bij dit agendapunt is geen discussie voorzien. In het algemeen blijft het kabinet
bij de implementatie van deze Raadsconclusies aandacht vragen voor het waarborgen
van adequate financiering aan de minst ontwikkelde landen, de samenwerking met de
private financiële instellingen en bedrijven en het belang van projectontwikkeling.
Informele lunch met UNHCR Grandi
Tijdens de lunch zal de Raad in gesprek gaan met de Hoge Commissaris voor Vluchtelingen
van de Verenigde Naties, Filippo Grandi. Dhr. Grandi zal naar verwachting ingaan op
de diverse vluchtelingencrises in de wereld, met daarbinnen specifiek aandacht voor
de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. De informele bespreking zal zich verder
richten op hoe de EU en haar lidstaten de samenwerking met UNHCR verder kunnen versterken,
inclusief het belang van de triple nexus tussen humanitaire hulp, ontwikkeling en vrede. Nederland verwelkomt deze gelegenheid
tot uitwisseling en onderschrijft het belang van goede coördinatie tussen de EU, haar
Lidstaten en VN-organisaties zoals UNHCR. Daarbij is het goed dat er tijdens deze
bijeenkomst, naast Oekraïne, ook aandacht is voor de andere vluchtelingencrises in
de wereld. Nederland werkt nauw samen met UNHCR, bijvoorbeeld binnen het Prospects
partnerschap in het Midden-Oosten en de Hoorn van Afrika, om opvang en bescherming
van vluchtelingen en ontheemden te versterken en zal in dat kader het belang van de
genoemde nexus-benadering onderstrepen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.