Brief regering : Rapport van de nationaal coördinator sanctienaleving en handhaving
36 045 Situatie in de Oekraïne
Nr. 72 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 mei 2022
Hierbij bied ik u mede namens de Ministers van Financiën, van Economische Zaken en
Klimaat, van Infrastructuur en Waterstaat, van Justitie en Veiligheid, de Ministers
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, voor Rechtsbescherming en voor
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en namens de Staatssecretarissen Cultuur
en Media, van Toeslagen en Douane en van Fiscaliteit en Belastingdienst, het rapport
van de nationaal coördinator sanctienaleving en handhaving aan1. De nationaal coördinator is aangesteld voor een periode van zes weken om snel in
kaart te brengen wat er op korte termijn nodig was, dat uit te voeren en aanbevelingen
te doen voor de (middel)lange termijn. Deze aanbevelingen zien op de eigen organisatie
van de rijksoverheid, gegevensuitwisseling, het verder ontwikkelen van het stelsel
van naleving en toezicht, aanpassingen aan wet- en regelgeving en inspanningen op
EU- en internationaal vlak. De aanbevelingen worden door het kabinet omarmd en zullen
de komende tijd onder coördinatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken worden
uitgewerkt. Hiermee wordt ook uitvoering gegeven aan de motie van het lid Sjoerdsma.2 Veel van de problematiek die in het rapport aan de orde komt is niet specifiek voor
Nederland, reden om het rapport te delen met de Europese Commissie en de andere lidstaten.
Daarnaast bevat het rapport een aantal specifieke aanbevelingen die zien op de EU
en die Nederland daar zal bepleiten.
Terwijl Nederland vorige week 77 jaar vrijheid vierde, blijft de onacceptabele oorlog
van Rusland tegen Oekraïne voortduren. Rusland zet zijn offensief in de Donbas-regio
voort met verschrikkelijke gevolgen. In reactie op de Russische invasie blijft het
kabinet zich inzetten voor maximale steun aan Oekraïne en maximale druk op Rusland.
Een belangrijk instrument hierbij zijn de door de EU tegen Russische en Belarussische
(rechts)personen ingestelde sancties, in gezamenlijkheid met partners als de VS, het
VK, Canada, Japan, Zuid-Korea, Australië en Nieuw-Zeeland. Met deze zware sancties
maakt de EU duidelijk dat de agressie van Rusland tegen Oekraïne onaanvaardbaar is.
De ingestelde maatregelen hebben zowel een direct als een langetermijneffect op Rusland
en Belarus, waarvan het uiteindelijke doel is om de basis te leggen voor het mislukken
van de oorlog. Op het moment van schrijven legt de EU de laatste hand aan het zesde
sanctiepakket, waarmee de sanctiedruk op Rusland verder wordt vergroot met maatregelen
die onder meer zien op de import van olie, het «deswiften» van meer banken, het beperken
van mogelijkheden van zakelijke dienstverlening voor EU bedrijven in Rusland en uitbreiding
van de lijst met personen voor wie individuele sancties gelden. Nederland zet zich
binnen de Raad in voor een snelle aanname van dit pakket, waarbij leveringszekerheid
van energie in de EU en het behouden en uitdragen van de EU eenheid leidende principes
blijven. Nederland zal zich ook bij toekomstige ontwikkelingen actief inzetten om
de sancties tegen Rusland verder te verzwaren, zodat de prijs die Rusland betaalt
voor de agressie tegen Oekraïne nog hoger wordt en de capaciteit tot het voeren of
uitbreiden van oorlog door Rusland verder wordt ingeperkt.
Nederland maakt zich in EU-verband hard voor zo effectief mogelijke maatregelen, gecoördineerd
met partners, om het Russische regime te raken en het vermogen tot oorlogsvoering
zo veel als mogelijk te beperken. Nederland heeft steeds gepleit voor verdergaande
maatregelen, mits deze in eenheid kunnen worden getroffen. Maar deze maatregelen zijn
pas effectief wanneer ze goed geïmplementeerd en gehandhaafd worden. Dat geldt voor
de gehele EU en Nederland heeft daar als handelsland een belangrijke rol in te spelen.
Inmiddels resulteren de inspanningen in Nederland in de volgende getallen.
Categorie
Resultaat naleving
Bevroren financiële tegoeden
€ 640,8 miljoen
Tegengehouden financiële transacties
€ 425,2 miljoen
Vaartuigen
24 vaartuigen in beeld
Vliegtuigen
1 aan de grond, 5 «ingepakt»
Vracht
34.169 containers gestopt en beoordeeld om vast te stellen of ze onder de sanctiemaatregelen
vallen
77.500 uitvoeraangiften beoordeeld
11.300 invoeraangiften beoordeeld
1.750 uitgaande pakketpostzendingen gescand
Vastgoed
Vastgoed (voor zover aanwezig) wordt geacht bevroren te zijn volgens sanctiewet. Geen
indicaties dat dit niet het geval is.
Deze getallen komen zoals in de Kamerbrief van 21 april jl. aangegeven3 overeen met hetgeen valt te verwachten in de Nederlandse economie. In handelsland
Nederland is veel bedrijvigheid internationaal georiënteerd, wat te zien is aan het
totale bedrag aan bevroren tegoeden dat nog wat is toegenomen, een forse toename van
het aantal tegengehouden financiële transacties en het aanzienlijke vrachtvolume dat
de Douane heeft gecontroleerd. De in eerdere brieven genoemde aantallen voor gecontroleerde
vracht en beoordeelde aangiften lopen nog verder op. Andere bedrijven zijn enkel juridisch
in Nederland gevestigd, maar exploiteren hun reële economische activiteiten in het
buitenland. Deze houdstermaatschappijen hebben op geconsolideerde jaarrekeningen in
Nederland soms vele miljarden aan activa staan, maar deze zijn buiten het toepassingsbereik
van de sancties als ze zich buiten de EU bevinden. Soms hebben zulke houdstermaatschappijen
wel een bankrekening in Nederland, maar zulke rekeningen leveren niet de bedragen
op die circuleerden als potentieel te bevriezen vermogen. Een andere zichtbare sector
die interessant is voor oligarchen zijn superjachten. In Nederland liggen superjachten
niet voor anker maar op de werf, hetgeen het werk van de Douane verklaart rondom het
verscherpt toezicht op jachten en een enkele bevriezing van jachten in het geval van
vastgesteld eigenaarschap van een persoon of entiteit op de sanctielijst. Voor vastgoed
ten slotte vergelijkt het Kadaster de sanctielijsten zowel direct als indirect (via
het UBO-register in het Handelsregister) met de Basisregistratie Kadaster, maar heeft
dat geen matches opgeleverd van gesanctioneerde (rechts)personen. Dit strookt met
het beeld dat Nederland geen voor gesanctioneerden interessante vastgoedmarkt heeft.
Ook uit openbare bronnen beschikbare informatie over wat omringende landen hebben
bevroren laat zien dat Nederland niet uit de pas loopt. Hierbij moet wel worden aangetekend
dat deze informatie niet compleet en een momentopname is. Zo zijn de genoemde getallen
bij een aantal landen opvallend laag, wat doet vermoeden dat (nog) niet alles in openbare
bronnen wordt vermeld. Aan de andere kant zijn de opvallend hoge getallen bij een
aantal landen te verklaren door bijvoorbeeld hun relatief grote financiële sector
of de aanwezigheid van bepaalde financiële activiteiten zoals clearing.
Land
Sanctie
België
€ 2,7 miljard euro bevroren
Cyprus
€ 86,3 miljoen bevroren
Duitsland
€ 341.595 bevroren
Denemarken
€ 4.195,0 bevroren
Finland
€ 300.000 bevroren
Frankrijk
€ 20 miljard van Centrale Bank
€ 800 miljoen private financiële tegoeden bevroren
Ierland
€ 1,26 miljard bevroren
Italië
€ 586 miljoen financiële tegoeden bevroren
Letland
€ 17,5 miljoen bevroren
Litouwen
€ 13,5 miljoen bevroren
Luxemburg
€ 2,5 miljard bevroren
Nederland
€ 640,8 miljoen bevroren, € 425,2 miljoen aan transacties tegengehouden
Polen
€ 34,5 miljoen bevroren
Spanje
12 bankrekeningen en drie jachten (waarde onbekend)
Tsjechië
€ 10 miljoen bevroren
Verenigd Koninkrijk
Alleen totaalcijfers van Westerse inspanningen bekend, niet specifiek VK.
Zweden
€ 28,7 miljoen bevroren
Zwitserland
€ 7,5 miljard bevroren
Wat er in Nederland is gecontroleerd, gevonden en bevroren strookt met een consistent
beeld dat naar voren is gekomen uit de gesprekken die de nationaal coördinator heeft
gevoerd met marktpartijen, beroepsgroepen en toezichthouders en uit het werk van het
datateam. Zoals aan uw Kamer gemeld in de Kamerbrief d.d. 21 april jl. is er voor
wat betreft tegoedenbevriezingen op basis van de huidige informatie geen aanleiding
om aan te nemen dat er iets is gemist in de naleving. Hiermee is tevens uitvoering
gegeven aan de gewijzigde motie van de leden Ploumen en Klaver.4 Er lijkt dus niet zozeer sprake te zijn geweest van een bevriezingsprobleem, maar
eerder van een rapportageprobleem. Vanwege de ongeëvenaarde aard van de ingestelde
sancties tegen Rusland raken deze veel sectoren van de economie. Dat levert een complex
stelsel op van betrokken ministeries en instanties die op hun deelterrein verantwoordelijk
zijn voor het sanctiebeleid en de uitvoering ervan. Hierdoor was aanvankelijk niet
direct op aanvraag beschikbaar welke inspanningen er precies door wie waren geleverd
bij de naleving van sancties en met welk resultaat. Ook konden vragen vanuit de maatschappij
over de reikwijdte en precieze implicaties van de ingestelde sancties niet altijd
snel en naar tevredenheid worden beantwoord.
De afgelopen periode is de samenwerking van alle betrokken partijen gestroomlijnd
en zijn taken en bevoegdheden helder belegd. Daar waar nodig is met behulp van ministeriële
regelingen gegevensverstrekking mogelijk gemaakt tussen betrokken instanties. De coördinator
heeft met betrokken marktpartijen, beroepsgroepen en (overheids)instanties gesproken
over knelpunten en behoeftes. Zo is een helder beeld ontstaan van wat nodig is voor
een goede naleving van sancties en toezicht daarop en kon dankzij de nadere gegevensverstrekking
tussen betrokken partijen worden nagegaan of er op basis van de beschikbare informatie
reden was aan te nemen dat er iets is gemist bij de bevriezingen. Zoals hierboven
beschreven is dit werk nog niet klaar: de huidige interdepartementale structuur van
stuurgroep en taakgroep zal blijven bestaan onder leiding van een projectdirecteur
of -DG. Tevens wordt een structurele coördinatie-eenheid geworven bij het Ministerie
van Buitenlandse Zaken om dit werk te verankeren. Daarbij zal blijvend beroep worden
gedaan op de expertise, capaciteit en inbreng van de betrokken overheden, particuliere
instellingen en uitvoeringsinstanties.
Ten slotte heeft de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelings-samenwerking
tijdens het Commissiedebat over de gevolgen van de oorlog in Oekraïne voor het Nederlandse
bedrijfsleven van 11 mei toegezegd om in deze brief in te gaan op de vraag van het
lid Stoffer (SGP) over personeelstekorten en problematiek bij de Douane bij afgifte
van exportvergunningen. Voor het besluit over het verlenen van een exportvergunning
voor strategische goederen en sanctiegoederen staat in principe een termijn van acht
weken, met de mogelijkheid om deze met een redelijke termijn te verlengen. De Douane
(Centrale Dienst In- en Uitvoer) en het beleidsverantwoordelijke Ministerie Buitenlandse
Zaken proberen zo snel mogelijk bedrijven van een antwoord te voorzien. Het besluit
over het al dan niet goedkeuren wordt altijd door het ministerie genomen. Hierbij
is een zorgvuldige afweging essentieel en wordt ook regelmatig afstemming gezocht
met de Europese Commissie en andere Europese lidstaten, met het oog op een gelijk
speelveld voor Nederlandse bedrijven en geharmoniseerde implementatie van de sanctiemaatregelen.
Door de complexiteit van de sanctiemaatregelen kost deze afstemming enige tijd. Feit
is dat de handel in deze goederen met Rusland op dit moment moeilijk is. Douane geeft
binnen de aanvragen prioriteit aan Rusland-gerelateerde vergunningen. Zowel de Douane
als het Ministerie van Buitenlandse Zaken spant zich zo veel mogelijk in om bedrijven
te voorzien van juiste informatie omtrent benodigde documentatie en processen. Er
worden ook reeds stappen gezet om de capaciteit ten behoeve van vergunningverlening
te vergroten, in beleid en uitvoering. Zowel het werven als inwerken van nieuw personeel
zal echter tijd kosten gezien de specialistische kennis die hiervoor vereist is.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken