Brief regering : Stand van het politieonderwijs
29 628 Politie
Nr. 1077
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 april 2022
De politie staat midden in de samenleving en tussen de mensen. Politiemedewerkers
zetten zich dag en nacht in voor een veilige en rechtvaardige samenleving en verdienen
hiervoor, naast waardering, ook de juiste randvoorwaarden. Onmisbaar hierbij is dat
er voldoende en goed opgeleide politiemedewerkers zijn die hun taken adequaat kunnen
uitvoeren. De politieorganisatie is verantwoordelijk voor het op peil houden van de
politiecapaciteit met inachtneming van het financiële kader; de Politieacademie moet
ervoor zorgen dat, op basis van de behoeften van het korps, politiemedewerkers het
onderwijs aangeboden krijgen dat zij nodig hebben.
Als stelselverantwoordelijke voor de politie en het politieonderwijs werk ik, samen
met de Politieacademie en de politie, aan de verbeteringen in het politieonderwijs.
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de stand van zaken rond het politieonderwijs,
mede naar aanleiding van de vragen die zijn gesteld tijdens het commissiedebat van
17 februari 2022 (Kamerstuk 29 628, nr. 1073). Daarnaast ga ik in op de toezegging die ik tijdens het hoofdlijnendebat van 10 maart
2022 heb gedaan om in te gaan op het absorptievermogen van de Politieacademie. In
het eerstvolgende halfjaarbericht politie zal ik een geactualiseerd overzicht geven
van de meerjarige ontwikkeling van de operationele sterkte inclusief de instroom van
aspiranten.
In deze brief ga ik achtereenvolgend in op de volgende onderwerpen:
• de instroom in het basispolitieonderwijs;
• de invoering van de nieuwe basispolitieopleiding
• de doorstroomtrajecten voor huidige politiemedewerkers;
• het vakspecialistisch politieonderwijs;
• de opleidingen voor politievrijwilligers;
• leren en ontwikkelen binnen de politieorganisatie; en
• de Politieacademie.
De Politieacademie staat de komende jaren voor een aantal grote opgaven. Een van die
opgaven is het vernieuwen van het politieonderwijs en tegelijk het opleiden van hogere
aantallen aspiranten. Daarnaast is er door constante ontwikkelingen in de maatschappij
sprake van een veranderende vraag naar opleidingen waardoor actualisering van vakspecialistische
opleidingen, zoals die voor cyberspecialisten of voor persoonsbeveiliging, nodig is.
Tot slot is er behoefte aan hoger opgeleid politiepersoneel waardoor een onderwijsvernieuwing
gericht op het hoger politieonderwijs noodzakelijk is.
Instroom in het basispolitieonderwijs1
De politie kampt op dit moment met capaciteitsproblemen. Dit wordt veroorzaakt door
een combinatie van uitbreiding van de operationele formatie en het feit dat er tegelijk
veel politiemedewerkers met (vroeg)pensioen gaan. De verwachting is dat de bezetting
in de loop van 2024 (operationele sterkte) en 2025 (gebiedsgebonden politiezorg) weer
op orde is. Om de instroom van nieuwe politiemedewerkers te versnellen is de basispolitieopleiding
gemoderniseerd en verkort. In plaats van 3 jaar duurt de nieuwe basispolitieopleiding
2 jaar.
Als we kijken naar de meerjarige ontwikkeling van de instroom bij de Politieacademie,
dan zien we dat de instroom in 2021 is verviervoudigd ten opzichte van 2014 (zie onderstaande
grafiek), naar 2.148 fte aspiranten in 2021. Het merendeel hiervan is ingestroomd
in de nieuwe basispolitieopleiding niveau 4. Deze aspiranten zullen naar verwachting
in 2023 afstuderen en instromen in de operatie als startbekwaam opgeleide beroepskrachten.
Hiermee wordt de capaciteit van de Politieacademie maximaal benut voor het op peil
brengen van de operationele sterkte. Vanaf 2024 ontstaat er bij de Politieacademie
ruimte om extra politiemedewerkers op te leiden om invulling te geven aan de uitbreiding
van de basisteams (met 700 fte’s) binnen de regionale eenheden met agenten die in
en voor de wijk werken (moties Eerdmans en Hermans).
Bron: Politieacademie (2021). Vanwege de samenloop van de ontwikkeling van de nieuwe
basispolitieopleiding en COVID-19 heeft er in 2020 noodgedwongen een lagere instroom
plaatsgevonden.
In 2021 hebben de politie en de Politieacademie afspraken gemaakt over de politiebehoefte
aan onderwijs en de aanvullende opleidingscapaciteit die per 2022 nodig is om het
gewenste aantal aspiranten in de jaren 2022–2024 in te laten stromen. Hiervoor zijn
in totaal 80 fte extra docenten en onderwijsondersteuners nodig. De werving van deze
nieuwe docenten heeft inmiddels plaatsgevonden, maar nog niet alle vacatures zijn
ingevuld en daarom is herhaalde openstelling nodig. Ook hebben Politieacademie, politie,
mbo-instellingen en hogescholen nieuwe afspraken gemaakt over samenwerking om de instroom
in de politie te vergroten. Voor de instroom vanuit het mbo naar de Politieacademie
zijn er aparte keuzedelen ontwikkeld, die mbo-studenten beter voorbereiden op hun
vervolgopleiding bij de Politieacademie.2
Invoering nieuwe basispolitieopleiding
De Politieacademie is in februari 2021 gestart met de nieuwe basispolitieopleiding.
Deze nieuwe opleiding is in zeer korte tijd ontwikkeld en gerealiseerd. Er is bij
de ontwikkeling van de nieuwe basispolitieopleiding bewust gekozen voor een nieuw
onderwijsconcept.3 In het eerste jaar van de opleiding ligt de nadruk op theoretische vorming en in
het tweede jaar op de praktijkvorming. Inmiddels zitten de eerste groepen aspiranten
van de nieuwe basispolitieopleiding in het tweede praktijkjaar. Deze nieuwe opleiding
sluit niet alleen beter aan op de huidige politiepraktijk, ook is er in de opleiding
veel aandacht voor de ontwikkeling van een beroepsidentiteit en worden afwisselende
didactische werkvormen toegepast die passen bij de onderwijsdoelen. Met de nieuwe
basispolitieopleiding willen we het politieonderwijs toekomstbestendig maken. Door
middel van regelmatige monitoring wordt in de gaten gehouden of dit doel gerealiseerd
wordt.
Deze manier van onderwijs vraagt veel van aspiranten, docenten en praktijkbegeleiders.
Aspiranten hebben in de praktijk onduidelijkheden ervaren en docenten en praktijkbegeleiders
hadden tijd nodig om naar het nieuwe onderwijs om te schakelen. Tijdens mijn werkbezoeken
spreek ik veel aspiranten. Ik zie dat ze zich aan de nieuwe opleiding gecommitteerd
hebben en hard werken om deze succesvol af te kunnen afronden. De aspiranten zijn
blij met de nieuwe opleiding, maar vertellen ook dat er aandachtspunten zijn, zoals
de behoefte aan meer persoonlijke begeleiding door van hun docenten. Deze neem ik
zeer serieus en breng ik onder de aandacht in mijn gesprekken met de Politieacademie
en de politie. De voortgang van het nieuwe onderwijs wordt regelmatig gemonitord onder
studenten en docenten zodat tussentijds verbeteringen kunnen worden doorgevoerd.
De uitval van studenten vanaf de start van de nieuwe opleiding is tot nu toe laag.
Waarschijnlijk zal de uitval in het tweede leerjaar, het praktijkjaar waarin studenten
werkend leren, hoger zijn dan in het eerste leerjaar. Op dit moment zijn er nog geen
uitvalcijfers beschikbaar, omdat de eerste aspiranten de nieuwe basispolitieopleiding
nog niet hebben voltooid. De uitval gedurende de oude driejarige basisopleiding was
over de periode 2015–2019 gemiddeld 11,9%.
Bij elke grote onderwijsvernieuwing zijn er aanloopproblemen en dit is ook bij de
nieuwe basisopleiding het geval. Het vergt veel van de docenten van de Politieacademie
en de praktijkbegeleiders in de eenheden om de vernieuwde opleiding direct vanaf de
start goed werkend te krijgen, omdat studenten, docenten en begeleiders moeten wennen
aan het nieuwe onderwijsconcept. Zij worden vanuit de Politieacademie en de politie
goed ondersteund. Daarnaast gaan er veel docenten en praktijkbegeleiders met pensioen,
wat leidt tot extra (werk)druk.
Om de kwaliteit van de nieuwe basispolitieopleiding te borgen heeft de Politieacademie
nieuwe kwalificaties ontwikkeld, waaronder de kwalificaties Politieagent Gebiedsgebonden
Politie en Politieagent Opsporing, beide niveau 4.4 Deze kwalificaties liggen ten grondslag aan de nieuwe basispolitieopleiding. Wat
een aspirant aan het eind van de basispolitieopleiding moet kennen en kunnen staat
in deze kwalificaties. De kwalificaties maken onderdeel uit van de nieuwe kwalificatiestructuur
politieonderwijs waarin ook het hoger politieonderwijs is opgenomen. De kwalificatiestructuur
dient voor de inhoudelijke aansluiting van het politieonderwijs op de politiepraktijk.
Hiermee wordt de kwaliteit van de inhoud van de politieopleidingen geborgd. Door middel
van de kwalificatiestructuur wordt de verbinding gelegd tussen het politievak en de
opleiding daartoe.
Vanaf september 2022 en doorlopend in 2023 zal de Politieacademie de bachelors politieagent,
wijkagent, rechercheur en politieleider in het hoger onderwijs ontwikkelen. Om daartoe
capaciteit vrij te spelen worden in 2023 geen nieuwe studenten in de Bachelor Politiekunde
en de Premaster en Master Criminal Investigation aangenomen. Door het aanbieden van
een nieuwe, verkorte bacheloropleiding voor instromers die al een bachelordiploma
in een relevante richting hebben, blijft de totale instroom naar de eenheden op hetzelfde
niveau.
Omdat het gaat om meerjarige opleidingen zal de opleidingscapaciteit in 2023 wel worden
ingezet om de zittende HO-studenten hun opleidingen te laten volgen.
In onderstaand schema wordt weergegeven welke plaats in de HRM-keten het politieonderwijs
inneemt vanaf de instroom bij de politie tot en met de uitstroom als startbekwaam
politiemedewerker in de eenheden.
Bron: Politieonderwijsraad (2019).
Het landelijk programma Politieopleiding 2021 (PO21) draagt zorg voor de invoering
van de nieuwe opleiding. Dit programma volgt de invoering van de nieuwe opleiding
op de voet om knelpunten op tijd te signaleren en waar mogelijk direct op te lossen.
Ook is er een monitor in ontwikkeling om de ontwikkelingen op de langere termijn te
volgen, waarbij uitval tijdens de opleiding, studievoortgang, tevredenheid van afgestudeerden
en hun leidinggevenden worden gevolgd. In het reguliere overleg tussen het ministerie,
de korpsleiding en de directie van de Politieacademie worden de uitkomsten van de
korte- en de langetermijnmonitor periodiek besproken. Zodra ervaring is opgedaan met
de werking van de nieuwe basispolitieopleiding en de eerste aspiranten in 2023 in
de politieorganisatie zijn ingestroomd, zal de Inspectie van Justitie en Veiligheid
aandacht besteden aan de kwaliteit van de nieuwe basispolitieopleiding en de organisatie
ervan. De Inspectie zal de nieuwe opleiding in het najaar 2023 nader bezien. Zij komt
begin 2024 met een eerste oordeel hierover.
Doorstroomtrajecten voor huidige politiemedewerkers
Het is van groot belang om politiemedewerkers de mogelijkheid te bieden door te groeien
binnen de politieorganisatie. Daarom zijn de cao-afspraken die gemaakt zijn over de
twee doorstroomtrajecten om de ontwikkeling van politiemensen gedurende hun loopbaan
te stimuleren ook zo belangrijk. Ten eerste het Doorstroomtraject N2 waarbij assistenten
met een politiediploma niveau 2 zich kunnen kwalificeren voor de functie van medewerker
Gebiedsgebonden Politie. Dit doorstroomtraject N2 wordt door de politie, de Politieacademie
en de vakbonden gezamenlijk georganiseerd. Inmiddels zijn voor dit traject pilotklassen
gestart. En ten tweede het Overgangstraject N3-Generalist dat is gericht op generalisten
niveau 3 die binnen de afspraken van het overgangsbeleid naar de functie Senior kunnen
doorgroeien. In alle eenheden is het Overgangstraject N3-Generalist gestart. Circa
2500 generalisten niveau 3 kunnen dit traject binnen drie jaar afronden. Daarna wordt
hetzelfde Overgangstraject aangeboden aan generalisten niveau 3, die zich niet eerder
voor het Overgangsbeleid naar de functie Senior hebben aangemeld, zodat ook zij de
mogelijkheid krijgen door te groeien naar de functie Senior.
Vakspecialistisch politieonderwijs
Vakspecialistisch politieonderwijs richt zich op vervolgopleidingen waarmee huidige
politiemedewerkers zich kunnen specialiseren binnen een bepaald vakgebied en een politiebevoegdheid.
Het bestaat uit circa 450 verschillende vakspecialistische opleidingen en trainingen.
Het vakspecialistische politieonderwijs varieert van korte trainingen van één of meer
dagen tot meerjarige opleidingen. Aan een deel van deze opleidingen is een certificaat
(van bekwaamheid) verbonden dat vereist is voor het uitoefenen van specifieke politiebevoegdheden.
Jaarlijks volgen ongeveer 30.000 politiemedewerkers een vakspecialistische opleiding
of training op vakgebieden zoals: «Bewaken, Beveiligen en Interventies», «Crisis-
en Conflictbeheersing», «Generieke Opsporing en Intelligence».
Bij het vakspecialistisch politieonderwijs is al jaren sprake van spanning tussen
de hoge vraag van de eenheden en wat de Politieacademie kan aanbieden. Om tot een
goede afstemming tussen de opleidingsbehoefte en opleidingscapaciteit te komen is
het belangrijk dat de vraag naar vakspecialistisch politieonderwijs door de politie
tijdig en zo volledig mogelijk wordt geformuleerd. Op basis van de gestelde behoefte
door de politie kan de Politieacademie aangeven welke mensen en middelen nodig zijn
om in de opleidingsbehoefte te voorzien. Om het behoeftestellingsproces te verbeteren
heeft de politie, mede op aandringen van de Inspectie van Justitie en Veiligheid (Inspectie)
dit proces opnieuw ingericht. Met deze herinrichting constateert de Inspectie dat
er een begin is gemaakt met de verbetering en dat het nieuwe proces positieve resultaten
laat zien.5 Het verbeteren van dit behoeftestellingsproces is nog niet afgerond en vervolgstappen
zijn nodig, waaronder het ontwikkelen van een Strategisch Personeelsplan. De Inspectie
heeft geconstateerd dat de randvoorwaarden aanwezig zijn om te komen tot een goed
behoeftestellingsproces. Daarmee beëindigt de Inspectie het traject van intensief
toezicht. Ik monitor aan de hand van rapportages vanuit het overleg tussen het ministerie,
de korpsleiding en de directie van de Politieacademie de voortgang hiervan.
Opleidingen Politievrijwilligers
Politievrijwilligers leveren een belangrijke bijdrage aan het politiewerk en vergroten
de betrokkenheid van burgers bij het politiewerk. Ze zijn werkzaam binnen de gebiedsgebonden
politiezorg, verrichten specialistische taken binnen verschillende vakgebieden zoals
Intelligence en Forensische Opsporing en ondersteunen bij administratieve, technische
en huishoudelijke politietaken. Politievrijwilligers vervullen altijd een ondersteunde
rol.
Vanwege de capaciteitsproblematiek is ervoor is gekozen om bijna alle beschikbare
opleidingscapaciteit in te zetten voor het opleiden van beroepskrachten. Hierdoor
blijft de instroom van politievrijwilligers achter. Op basis van de maximale beschikbare
opleidingscapaciteit en de toezeggingen uit 2020 hebben politie en de Politieacademie
afgesproken voor 2022 in totaal 168 politievrijwilligers op te leiden. Het gaat hierbij
om 72 vrijwilligers voor de doorstroomopleiding voor huidige politievrijwilligers,
24 vrijwilligers voor de deeltijdvariant van de nieuwe basispolitieopleiding en 72
vrijwilligers voor de deeltijdvariant opleiding Politiemedewerker Specifieke Inzet.
Op dit moment onderzoek ik samen met de politie hoe de nieuwe instroom van politievrijwilligers
op korte en langere termijn kan worden versterkt. Dankzij de motie-Bikker is voor
dit jaar € 0,6 miljoen extra vrijgemaakt voor initieel onderwijs van executieve politievrijwilligers.
Voor de invulling hiervan verken ik de mogelijkheid van extern verzorgde opleidingstrajecten
in samenwerking met de Politieacademie, reguliere onderwijsinstellingen en de Landelijke
Organisatie van Politievrijwilligers. Het doel is om eind 2027 door te groeien naar
5000 politievrijwilligers. Hiervoor volgen politievrijwilligers de doorstroomopleiding,
de deeltijdvariant van de nieuwe basisopleiding of de deeltijdvariant van de opleiding
Politiemedewerker Specifieke Inzet.
Politievrijwilligers hebben de mogelijkheid om door te stromen naar volwaardig beroepskracht.
Politievrijwilligers kunnen op reguliere vacatures solliciteren en doorlopen hiervoor
de reguliere selectieprocedure. Tijdens deze selectieprocedure voor de politie wordt
getoetst of zij voldoen aan de instroomeisen voor de basispolitieopleiding niveau
4. In het verleden werden politievrijwilligers ten onrechte niet meegenomen in de
selectieprocedure. Dit is medio 2021 rechtgetrokken, waardoor politievrijwilligers
nu wel door de reguliere selectieprocedure kunnen komen.
Leren en ontwikkelen binnen de politieorganisatie
De politie wil voor haar medewerkers mogelijkheden creëren om zich gedurende hun hele
loopbaan te kunnen blijven ontwikkelen. Hierom werkt de politie aan een korpsvisie
en -strategie Leren en Ontwikkelen als onderdeel van het Strategisch Organisatie-
en Personeelsbeleid 2022–2025/2030. In de visie staat de brede ontwikkeling van alle
medewerkers centraal. Het politievak staat voorop in het ontwikkelen van start- en
vakbekwaamheid, maar dit staat niet los van de persoonlijke ontwikkeling, loopbaanontwikkeling
en teamontwikkeling. De politie streeft naar een breed leer- en ontwikkellandschap
dat voor iedereen toegankelijk is, dat rendement voor de medewerker en organisatie
oplevert en waarin diverse vormen van leren worden toegepast, vooral leren in het
werk.
Op dit moment werkt de Politieacademie aan de Strategische Agenda 2022–2026 waarin
de opgaven voor de komende jaren zijn verwoord. De Politieacademie kijkt bij het opstellen
van deze strategische agenda ten eerste naar het langetermijnperspectief van de politie
en de bijdrage van onderwijs en kennis aan goed politievakmanschap. Het onderwijs
aan de Politieacademie bereidt zich al enige tijd voor op belangrijke veranderingen,
zoals de doorontwikkeling van het hoger politieonderwijs om daarmee tegemoet te komen
aan de behoefte aan meer hoger opgeleide politiemedewerkers. Daarnaast kijkt de Politieacademie
als onderwijsinstelling naar de ontwikkelingen in de onderwijswereld. In het overleg
van het ministerie, directie Politieacademie en Korpsleiding vindt de bespreking van
het bestendigen van de huidige opgaven en onderwijsvernieuwingen plaats.
Politieacademie
De Politieacademie is sinds 2002 een zelfstandig bestuursorgaan en valt onder de Kaderwet
zelfstandige bestuursorganen (hierna Kaderwet), die in 2017 in werking is getreden.
Hieruit vloeit voort dat er een evaluatieverplichting is. De evaluatie wordt dit jaar
uitgevoerd. Naast de aandachtsgebieden doelmatigheid en doeltreffendheid richt deze
evaluatie zich op de governance van het zelfstandig bestuursorgaan. Ik heb het Wetenschappelijk
Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) gevraagd de uitbesteding van het evaluatieonderzoek
en de begeleiding ervan op zich te nemen. Ik zal, na afronding van het onderzoek,
het verslag en mijn reactie hierop zenden aan beide Kamers der Staten-Generaal.
Het huidige financieringsmodel van het politieonderwijs blijkt in de praktijk niet
optimaal te werken. Daarom heb ik de heer Van Ginkel verzocht een rapportage op te
stellen met daarin een toekomstig ontwerp van de financieringssystematiek voor de
uitvoering van de wettelijke taken door de Politieacademie. Deze systematiek moet
leiden tot een stabiel meerjarig financieel perspectief, waardoor meerjarige budgetten
gekoppeld kunnen worden aan de meerjarige onderwijsopgaven van de Politieacademie.
Binnen de systematiek moeten de schommelingen in de instroomaantallen van aspiranten
opgevangen kunnen worden. In het tweede halfjaarbericht van 2022 zal ik uw Kamer verder
informeren over de ontwikkeling en uitvoering van het politieonderwijs.
Ik heb groot vertrouwen in alle aspiranten, politievrijwilligers en politiemedewerkers
die zich via een doorstroomtraject verder willen ontwikkelen. Door hun inspanningen
en doorzettingsvermogen leveren zij een belangrijke bijdrage aan onze samenleving.
Tot slot wil ik hier mijn waardering uitspreken voor alle docenten, ondersteuners
en praktijkbegeleiders die zich gezamenlijk inzetten voor het opleiden van de politiemedewerkers
van de toekomst.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid