Brief regering : Voortgang compensatieprojecten gemeenschap Hawija
27 925 Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 899 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 april 2022
Conform toezegging aan de vaste commissie voor Defensie, informeer ik u hierbij over
de voortgang van de compensatieprojecten voor de gemeenschap in Hawija, Irak. Deze
brief volgt op de brief van 5 november 2021 (Kamerstuk 27 925, nr. 862). In onderhavige brief wordt ingegaan op de uitvoering van de opgestelde plannen
en de specifieke besteding van de toegezegde middelen.
De inhoud van deze brief bouwt voort op de beantwoording van de schriftelijke vragen
van de leden Hammelburg en Belhaj (beiden D66) over de compensatieprojecten voor de
gemeenschap in Hawija (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2412).
Vergoeding getroffen gemeenschap Hawija
Op 15 december 2020 is de Kamer geïnformeerd dat door een tweetal gerenommeerde organisaties
in opdracht van Nederland projecten worden uitgevoerd ten gunste van de gemeenschap
in Hawija, die in de nacht van 2 op 3 juni 2015 is getroffen door een Nederlandse
wapeninzet (Kamerstuk 27 925, nr. 766). Het betreft projecten van de International Organization for Migration (IOM) en het United Nations Development Programme (UNDP) – Funding Facility for Stabilization (FFS).
Project IOM
Het contract met IOM is in april 2021 ondertekend en in mei 2021 is het project gestart.
Het project heeft een looptijd tot en met 31 oktober 2022. De hoofddoelstelling van
het project is bij te dragen aan het post-conflict herstel van het district Hawija,
door de infrastructuur te herstellen ter bevordering van het economisch herstel, het
scheppen van werkgelegenheid en het herstel van basisvoorzieningen. De lokale gemeenschap
en autoriteiten worden nauw bij iedere stap van het proces betrokken, om het project
zo goed mogelijk te laten aansluiten op de behoeften van de begunstigden.
Het project van IOM bestaat grofweg uit drie componenten: herstel van de industriële
infrastructuur, herstel van de landbouwinfrastructuur, en puinruimen in de industriële
zone. Met betrekking tot het herstel van de industriële infrastructuur heeft IOM tot
op heden 171 bedrijfspanden (waaronder winkels, showrooms, werkplaatsen) geïdentificeerd
voor herstelwerkzaamheden. Voor de uitvoering van deze werkzaamheden hanteert IOM
een owner driven benadering. IOM heeft in overleg met de eigenaren een herstelplan voor de bedrijfspanden
opgezet. De eigenaren van de bedrijfspanden zullen van IOM een subsidie ontvangen
waarmee zij dit herstelplan binnen een bepaalde termijn kunnen uitvoeren. Dit gebeurt
onder supervisie van IOM en op basis van een contract dat wordt ondertekend door de
eigenaar, IOM en de gemeente Hawija. De eerste 30 contracten zijn inmiddels ondertekend.
De volgende 30 contracten zijn aan de respectievelijke pandeigenaren toegestuurd ter
ondertekening. In totaal zullen circa 171 contracten worden ondertekend. De verwachting
is dat de daadwerkelijke herstelwerkzaamheden in mei 2022 zullen beginnen, enkele
weken later dan eerder gecommuniceerd (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2412).
Parallel hieraan treft IOM voorbereidingen voor het herstel van de landbouwinfrastructuur.
IOM heeft meerdere focusgroepen en key informant interviews georganiseerd om de behoeften van de gemeenschap te identificeren. Hieruit
kwam naar voren dat de huidige landbouwinfrastructuur ontbrekende en/of beschadigde
sluizen bevat, wat de distributie en stroming van het irrigatiewater beïnvloedt. Op
basis hiervan is besloten tot het herstel van drie verschillende irrigatiekanalen
in Hawija, middels het leveren en installeren van nieuwe sluisdeuren en hijssystemen.
Dit zal leiden tot een kwalitatieve en kwantitatieve verbetering van de waterstroom
en een gelijkere verdeling tussen hoger- en lagergelegen landbouwgebieden. Het project
wordt momenteel verder uitgewerkt met de ingenieurs van IOM, partners en de autoriteiten.
Op basis van het huidige projectvoorstel, verwacht IOM circa 950 boeren te bereiken.
IOM heeft een puinruimer naar Irak geïmporteerd. Deze is maart jl. in Erbil gearriveerd
en wordt momenteel gereed gemaakt voor wegtransport naar Hawija. Dit is later dan
oorspronkelijk gepland, vanwege een vertraging in de lokale toestemmings- en douaneprocedures.
Het Ministerie van Defensie en de ambassade in Bagdad houden hierbij vinger aan de
pols.
In de periode tussen november 2021 en eind januari 2022 heeft IOM samen met het ontmijningsbedrijf
Tetra Tech de veiligheid van het te ontruimen gebied onderzocht en beoordeeld. De
verwachting is dat het Iraakse Ministerie voor Mijnactie de noordelijke zone van de
industriële zone op korte termijn veilig zal verklaren voor de ontruimingsactiviteiten.
Dit zal gebeuren middels een cash-for-work (CfW) programma, waaraan ongeveer 180 mensen zullen meewerken. De zware, grootschaligere
herstelwerkzaamheden zullen worden uitgevoerd door een lokale aannemer. Lichtere herstelwerkzaamheden
zullen worden uitgevoerd via CfW, met inachtneming van de veiligheid en beveiliging
van de arbeiders. De verwachting is dat dit programma medio mei 2022 van start gaat.
Project UNDP
Het contract met UNDP/FSS is in juli 2021 ondertekend. De projectuitvoering is daaropvolgend
gestart. De hoofddoelstelling van het project is het verbeteren van het elektrische
distributienetwerk van Hawija, ten gunste van het industriegebied en de omliggende
woonwijk. Het project heeft een looptijd tot in ieder geval augustus 2022. Het project
van UNDP bestaat uit twee componenten. Enerzijds werkzaamheden aan het elektriciteitsdistributienetwerk,
anderzijds het installeren van een extra mobiel onderstation. Dit onderstation is
bedoeld om het beschikbare vermogen te stabiliseren en reguleren zodat het ook de
zware industrie stabiel kan faciliteren en dat verschillende apparatuur, inclusief
hoogspanningsapparatuur, kan worden gebruikt zonder beschadigd te raken.
De werkzaamheden voor het herstel van het elektriciteitsdistributienetwerk zijn in
oktober 2021 begonnen en op 19 februari jl. afgerond. Er zijn 325 elektriciteitspalen
geplaatst en 20 transformatoren. Er zijn 25.000 meter met staal versterkte kabels1 en 12.000 meter antenne gebundelde kabels2 geplaatst. Vertegenwoordigers van de eindgebruiker, zijnde technische experts van
het Iraakse Ministerie van Elektriciteit, zijn nauw betrokken geweest bij de projectactiviteit
en hebben de posities van de palen en transformatoren gekozen. De toezichtcommissie,
bestaande uit vertegenwoordigers van het ministerie en ingenieurs van UNDP, heeft
de voortgang van dit proces gemonitord. De eindgebruiker heeft het netwerk reeds getest
en functioneel verklaard. Het netwerk is nu overgedragen aan de eindgebruiker. Zij
zijn verantwoordelijk voor het onderhoud en eventuele uitbreiding. De twintig geïnstalleerde
transformatoren hebben er toe geleid dat de stroomaanlevering in het industriegebied
is gestabiliseerd.
Het contract voor de levering en de installatie van het mobiele onderstation is in
november 2021 gegund. De fabrieksfabricage van het mobiele onderstation is vervolgens
in december 2021 gestart in Turkije en was in begin april jl. voor circa 23% gereed.
De federale regering van Irak heeft de regels omtrent belastingvrijstellingen aangepast
voor goederen die via de Koerdische Regio in Irak worden ingevoerd. Dit kan mogelijk
voor vertraging bij het vervoer van het onderstation van Turkije naar Hawija zorgen.
UNDP is zich hiervan bewust en probeert hier rekening mee te houden in de projectplanning.
Contact met de lokale autoriteiten en gemeenschap
IOM en UNDP betrekken de lokale autoriteiten en inwoners van Hawija bij de uitvoering
van hun projecten om te zorgen dat deze zo goed mogelijk aansluiten op de lokale behoefte.
Beide organisaties hebben regelmatig contact met de Iraakse autoriteiten op verschillende
niveaus, waaronder de gemeente Hawija, de provincie Kirkuk en verschillende ministeries.
Zo werkt UNDP nauw samen met de gouverneur van Kirkuk en het Iraakse Ministerie van
Elektriciteit. Ook informeert UNDP de gemeente van Hawija consequent over de voortgang.
IOM heeft contact met het Iraakse Ministerie voor Mijnactie en informeert de gemeente
van Hawija eveneens. IOM nodigt de burgemeester van Hawija met regelmaat uit voor
besprekingen. Het is aan de burgemeester zelf om te besluiten hier al dan niet bij
aanwezig te zijn.
Projectverloop
IOM en UNDP streven ernaar de afgesproken projectdoelstellingen binnen de afgesproken
tijdspaden te behalen. Wel hebben beide organisaties over de afgelopen periode op
verschillende fronten vertraging ondervonden ten aanzien van hun oorspronkelijke projectplanning.
De vertraging die IOM tot op heden heeft opgelopen, is voornamelijk te wijten aan
administratieve barrières, uitstel van beslissingen door autoriteiten, veiligheidsredenen,
en wijzigingen in de landelijke importregelgeving. Dergelijke ontwikkelingen zijn
niet ongebruikelijk in de lokale context van Irak en beide projectorganisaties hebben
ruimschoots ervaring in hoe hiermee om te gaan. Het project van UNDP heeft bij de
start vertraging opgelopen door een administratieve omissie aan de kant van het Ministerie
van Defensie, waarbij een fout werd gemaakt bij de eerste uitbetaling in augustus
2021. Dit is begin oktober 2021 hersteld, waarna UNDP met de uitvoering van het project
kon starten.
Het kabinet is zich er van bewust dat het voltooien van werkzaamheden in deze regio
uitdagingen met zich meebrengt en er ontwikkelingen kunnen optreden die de planning
beïnvloeden. Voorop staat dat de hoofddoelstellingen moeten worden behaald.
Financiering
In totaal wordt een bedrag van $ 5.398.323 (€ 4.424.855) aan de projecten van IOM
en UNDP besteed, waarvan $ 3.640.777 aan IOM en $ 1.757.546 aan UNDP. Beide projecten
worden gefinancierd in twee termijnen. De eerste termijnbetalingen zijn bij de start
van de projecten voldaan. Voor IOM bedroeg de eerste termijnbetaling $ 3 miljoen,
voor UNDP $ 1.25 miljoen.
Voor IOM geldt dat de tweede en laatste termijnbetaling van het resterende bedrag
ongeveer 13 maanden na de startdatum wordt volbracht, onder voorbehoud van het (financieel)
jaarverslag.
Voor UNDP geldt dat zij vanwege de kortere projectduur reeds op 28 februari jl. een
tussentijdse financiële rapportage hebben aangeleverd. Blijkens deze rapportage heeft
UNDP inmiddels $ 1.599.798,60 besteed. De tweede en laatste termijnbetaling van het
resterende bedrag wordt op korte termijn voldaan zodat het project over voldoende
liquiditeiten blijft beschikken.
Monitoring en rapportage
Het Ministerie van Defensie heeft contractafspraken met UNDP en IOM waar monitoring
en rapportage een onderdeel van zijn. Beide organisaties rapporteren ieder kwartaal
over de voortgang van de projecten. Ook is er geregeld tussentijds contact tussen
het Ministerie van Defensie, de Nederlandse ambassade in Irak, UNDP en IOM over de
uitvoering van de projecten. Vanwege de ontstane vertraging binnen het projectplan
van IOM is het contact hierover geïntensiveerd. Beide organisaties zullen tevens voorzien
in een eindrapportage.
Overeenkomend met de toezegging aan de vaste commissie van Defensie zal ik u na deze
brief, namens het kabinet, halfjaarlijks informeren over de uitvoering van de projecten
en zo vaak als er relevante ontwikkelingen zijn.
De Minister van Defensie, K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie