Brief regering : Het onderwijsakkoord 'Samen voor het beste onderwijs'
31 293 Primair Onderwijs
31 289 Voortgezet Onderwijs
Nr. 615 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 april 2022
We kennen allemaal die éne leraar, die een vuurtje bij je aanwakkert, ziet wie je
bent en je stimuleert om het beste uit jezelf te halen. Leraren die hun leerlingen
enthousiast maken om een boek te lezen, rekenen steeds weer begrijpelijk uitleggen
en leren hoe je respectvol met elkaar omgaat. We willen dat elk kind en elke jongere
zulke leraren tegenkomen op school. Zodat iedereen die van school komt goed kan lezen,
schrijven, rekenen en weet hoe we met elkaar omgaan in Nederland.
Het is daarvoor essentieel dat er genoeg leraren zijn die hun vak goed kunnen uitoefenen,
samen met schoolleiders, onderwijsassistenten en al die andere mensen die de school
elke dag weer draaiende houden. Dat is niet altijd gemakkelijk, zeker niet als je
te weinig collega’s hebt door het personeelstekort waar heel ons land mee kampt. Mijn
eerste weken als Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs ben ik hier direct
over in gesprek gegaan met leraren, schoolleiders, ondersteuners en alle partijen
uit het veld. Ik heb daarbij de complexiteit meegekregen om hiermee aan de slag te
gaan, maar ook de noodzaak. Met de basis die het coalitieakkoord biedt om hier een
stap in te zetten, heb ik met vertegenwoordigers van docenten, schoolleiders, onderwijs
ondersteunend personeel, werkgevers en opleiders gesproken. Ik zie dat er veel energie
is om aan de slag te gaan en om acties te nemen om een goed werkende onderwijsarbeidsmarkt
te realiseren. Actie is nodig, niet alleen vandaag, ook de komende jaren. En we moeten
het samen doen. Het onderwijs en de politiek hebben het te lang lastig gehad met elkaar.
Onrustige jaren, waarin leraren zich miskend voelden en er te weinig geld was voor
scholen. Laten we dat achter ons laten. We slaan de handen ineen en investeren deze
kabinetsperiode in goede leraren en daarmee in goed onderwijs.
Met deze brief informeer ik uw Kamer dat ik samen met de PO-Raad, de VO-Raad, de Algemene
Onderwijsbond (AOb), het CNV Onderwijs, de Federatie van Onderwijsvakorganisaties
(FvOv), de Algemene Vereniging voor Schoolleiders (AVS) en FNV O&O een onderwijsakkoord
heb gesloten om structureel € 1,5 miljard euro te investeren in het funderend onderwijs.
Het onderwijsakkoord inclusief de financiële tabel vindt u in de bijlage bij deze
brief1.
En we doen nog meer. We beseffen dat de grote uitdagingen in het onderwijs een lange
adem vragen. Samen met de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, deze partijen
en andere betrokken organisaties, waaronder de lerarenopleidingen werken we een ambitieuze
agenda uit voor de komende jaren; een eerste opzet hiertoe is reeds ontworpen. Hierover
hoop ik u gezamenlijk met de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap voor de
zomer verder te kunnen informeren. Zo willen we alles uit de kast halen om het lerarentekort
aan te pakken en tot een goed werkende arbeidsmarkt van de sector onderwijs te komen.
Het onderwijsakkoord
Hoger salaris onderwijspersoneel primair onderwijs
We beginnen met het dichten van de loonkloof tussen het primair en voortgezet onderwijs,
een langgekoesterde wens in het onderwijs én opgave uit het regeerakkoord2. Het gaat om een enorme investering van 919 miljoen euro3 in de beloning van al het onderwijspersoneel in het primair onderwijs, inclusief
het voortgezet speciaal onderwijs. Met deze investering krijgen zij dezelfde beloning
als collega’s in de sector voortgezet onderwijs met gelijkwaardige functies. Het loonperspectief
de komende jaren voor het personeel in het primair onderwijs verbetert als gevolg
hiervan gemiddeld met 9 procent; dit jaar is dat minimaal 4 procent. Voor leraren
bedraagt de gemiddelde loonstijging de komende jaren zo’n 5.300 euro per jaar, dat
is circa 10 procent. Voor het onderwijsondersteunend personeel gaat het om gemiddeld
ongeveer 5 procent. Deze percentages geven een indicatie van de stijging in de beloning.
Er zijn echter grote individuele verschillen in procentuele groei. Dat komt doordat
het hierbij gaat om een transitie naar een nieuw salarisgebouw en niet om een generieke
loonmaatregel.
Schoolleiders primair en voortgezet onderwijs
Ook voor schoolleiders wordt de loonkloof gedicht. Schoolleiders in het primair onderwijs
ontvangen een arbeidsmarkttoelage. Zij hebben een cruciale rol om met het lerarenteam
te zorgen voor goed onderwijs. Het loonperspectief (inclusief verbetering als gevolg
van het dichten van de loonkloof) verbetert de komende jaren met gemiddeld 11 procent
(circa 8.300 euro per jaar); dit jaar is dat minimaal 5 procent. Voor de schoolleiders
in het voortgezet onderwijs komen extra middelen beschikbaar voor hun professionele
ontwikkeling. Hiervoor komt structureel 10 miljoen euro beschikbaar.
Minder werkdruk
De laatste jaren is er in de kranten en op tv veel aandacht geweest voor leraren op
de basisschool, en minder voor docenten op de middelbare school. Maar ook daar is
de werkdruk hoog en staan leraren voor grote uitdagingen. We willen ook deze onmisbare
vakmensen steun en waardering geven. Daarom investeren we 300 miljoen euro in de aanpak
van werkdruk in het voortgezet onderwijs, zoals dat eerder al in het primair onderwijs
gebeurd is. De sociale partners kijken gezamenlijk wat in het voorgezet onderwijs
goede afspraken zijn over de besteding, zodat het geld daar terecht komt waar het
nodig is en bijdraagt aan meer plezier in het werk. Hier zal bijvoorbeeld de medezeggenschapsraad
een rol in hebben, net als in het primair onderwijs.
Extra tijd
Als je je vak goed wilt blijven uitoefenen, wil je je blijven ontwikkelen en bijscholen.
Daar heb je tijd voor nodig. Leraren krijgen hier vanaf dit schooljaar extra ruimte
voor. Hiervoor is 118 miljoen euro structureel beschikbaar. De manier waarop dit verdeeld
wordt, wordt nog uitgewerkt in de cao. We helpen leraren, leidinggevenden en onderwijsondersteuners
ook door het onderwijs een duidelijke opdracht mee te geven. We focussen meer op de
basisvaardigheden taal, rekenen en burgerschap. De extra ruimte is een steun in de
rug om deze focus op basisvaardigheden én de bijstelling van het curriculum te kunnen
doen.
Extra toelage
Alle kinderen hebben goede leraren nodig, maar voor de één is dit nog belangrijker
dan voor de ander. Als je extra hulp nodig hebt omdat je taal zo moeilijk vindt. Of
omdat je bijvoorbeeld veel zorgen hebt, omdat het thuis niet lekker loopt. Dan is
het essentieel dat op jouw school voldoende leraren, ondersteuners en begeleiders
zijn, zodat ook jij eerlijke kansen krijgt en een stevige basis voor de toekomst bouwt.
Op scholen met veel kwetsbare leerlingen, krijgt het onderwijspersoneel daarom een
arbeidsmarkttoelage bovenop het salaris. Hiermee is met het Nationaal Programma Onderwijs
al ervaring opgedaan en dit krijgt vanaf 2023 een structureel karakter. Op basis van
de ervaringen en evaluatie van de huidige arbeidsmarkttoelage kan de precieze invulling
van de toelage wijzigen, maar het doel ervan blijft overeind. Sociale partners maken
hierover een afspraak in de cao. Hiervoor komt structureel ruim 150 miljoen euro beschikbaar.
Een opzet tot een brede werkagenda
Het komend jaar werken de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap en ik samen
met sociale partners en andere betrokken organisaties, waaronder de lerarenopleidingen,
verder aan maatregelen die de werkomgeving van de onderwijsprofessional aantrekkelijker
maken. We kijken hoe schoolbesturen – via hun strategisch personeelsbeleid – de professionele-
en loopbaanontwikkeling ondersteunen. Zowel van de leraar, de schoolleider als van
het onderwijsondersteunend personeel. We bekijken hoe we de zeggenschap van het onderwijspersoneel
en de inspraak van ouders en leerlingen kunnen verbeteren. En we kijken hoe we de
deeltijdfactor kunnen vergroten. Tot slot verkennen we dit jaar de mogelijkheden voor
één cao in het primair én voortgezet onderwijs, inclusie het vso. We starten hier
direct na het mei reces mee.
Daarnaast gaan we snel met de lerarenopleiders en andere betrokkenen stappen zetten
in de gezamenlijke aanpak van het verbeteren van de onderwijsarbeidsmarkt en de aanpak
van de tekorten. We denken daarbij aan het verhogen van de instroom in de opleidingen
en het verbeteren van de zijinstroom routes. We zullen een plan maken om in het bijzonder
de academische instroom te verhogen. De begeleiding van startende leraren en schoolleiders
is ook van groot belang. Tegelijkertijd kijken we ook naar innovatieve manieren om
de organisatie rond het geven van onderwijs stapsgewijs verder te brengen waarbij
de kwaliteit van onderwijs steeds voorop zal blijven staan. Tot slot willen we werken
aan het oplossen van de knelpunten in het huidige bevoegdhedenstelsel. Het huidige
stelsel voldoet voor een groot deel van het onderwijs, maar kent vooral in het voortgezet
onderwijs knelpunten. Deze zijn het meest urgent in het vmbo, daarom pakken we die
het eerst op.
Tot slot
We houden elkaar vast, ook als het lastig is. Want alleen als we sámen strijden voor
het allerbeste onderwijs, kunnen we slagen. Zodat, op hun beurt, elke leerling in
ons land goed onderwijs krijgt. Aan de slag!
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma
Indieners
-
Indiener
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs