Brief regering : Vooruitblik beheer staatsdeelnemingen 2022
28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid
Nr. 369
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 april 2022
Conform de monitoringscyclus staatsdeelnemingen zoals vastgesteld door de vaste commissie
voor Financiën, informeer ik uw Kamer in het voorjaar over belangrijke ontwikkelingen
rondom staatsdeelnemingen. In deze brief blikken de Staatssecretaris van Financiën
– Fiscaliteit en Belastingdienst en ik vooruit op het jaar 2022. Zoals gebruikelijk
informeer ik uw Kamer met deze brief tevens over de recent goedgekeurde investeringsvoorstellen
van de staatsdeelnemingen1. Een overzicht hiervan is bijgevoegd bij deze brief2.
In 2022 is het opstellen van een nieuwe Nota Deelnemingenbeleid rijksoverheid (hierna:
Nota) een belangrijke prioriteit voor mij. Ik streef ernaar deze Nota voor de zomer
van dit jaar aan uw Kamer te kunnen aanbieden. In deze brief schets ik op hoofdlijnen
de ambities die ik heb voor het nieuwe deelnemingenbeleid. Daarnaast ga ik in op de
meest recente ontwikkelingen rondom TenneT en Gasunie. Ook ontvangt u, zoals toegezegd
tijdens het Commissiedebat Staatsdeelnemingen op 26 januari 2022 (Kamerstuk 28 165, nr. 367), een overzicht van de meest recente cijfers over de verleende COVID-steun aan staatsdeelnemingen.
Tot slot zal de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst ingaan
op actualiteiten en toezeggingen rondom de deelnemingen in de kansspelsector.
Nieuwe Nota Deelnemingenbeleid rijksoverheid
De wereld is veranderd sinds het verschijnen van de huidige Nota in 2013. Verschillende
ontwikkelingen die sindsdien hebben plaatsgevonden en de doorlichting van het huidige
deelnemingenbeleid3 zijn voor mij aanleiding om het deelnemingenbeleid te herzien. Graag neem ik uw Kamer
mee in de contouren voor de Nota zoals ik die voor ogen heb.
Introductie
Een aantal (maatschappelijke) ontwikkelingen vraagt om een herwaardering van wat we
als publieke belangen zien en de wijze waarop ik het aandeelhouderschap wil invullen.
Hierbij zoek ik nadrukkelijk de verbinding met de ambities uit het Coalitieakkoord.
Nog meer dan voorheen zie ik een rol voor deelnemingen om op maatschappelijk verantwoorde
wijze bij te dragen aan de publieke belangen en de transformatie die de economie in
de komende jaren en decennia moet ondergaan. Wet- en regelgeving en instrumenten als
gedrags- en financiële sturing zijn in de regel de eerst aangewezen instrumenten om
publieke belangen te borgen. Soms zijn publieke belangen zo veelzijdig en veranderlijk
dat deze niet goed omschreven of afgebakend kunnen worden. Dit worden niet-contracteerbare
publieke belangen genoemd. Instrumenten als wet- en regelgeving bieden in die gevallen
niet altijd voldoende flexibiliteit om snel en slagvaardig in te kunnen spelen op
ontwikkelingen. In die gevallen kan staatsaandeelhouderschap in een onderneming bijdragen
aan de borging van de publieke belangen.
Ik streef een actief aandeelhouderschap na, waarbij het publieke belang altijd vooropstaat.
Behoud van financiële waarde en het bijdragen aan goed ondernemingsbestuur zijn onlosmakelijk
met deze publieke belangen verbonden.
Publieke belangen zijn zeer divers en aan verandering onderhevig, bijvoorbeeld door
politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. Zo heeft dit kabinet maatschappelijk
verantwoord ondernemen (MVO) hoog op de agenda staan. Ik verwacht dat deelnemingen
een voorbeeldrol vervullen in hun eigen sector bij het nastreven van een positieve
impact op mens, maatschappij en milieu en daarbij relevante richtlijnen op het gebied
van MVO naleven. Ook de energietransitie is een belangrijk thema. Het slagen van de
energietransitie is van essentieel belang voor het realiseren van de klimaatambities
en daarmee voor de leefbaarheid voor toekomstige generaties en voor het in stand houden
van de concurrentiekracht van de Nederlandse economie. Een goede samenwerking tussen
overheid en bedrijfsleven is hierbij cruciaal. Deelnemingen kunnen een belangrijke
rol spelen, als schakel op het snijvlak tussen publiek en privaat, en daarmee een
bijdrage leveren aan het succesvol tot stand brengen van deze transitie. Tot slot
leggen nieuwe geopolitieke en technologische ontwikkelingen kwetsbaarheden van de
economische openheid van Nederland en Europa bloot. In 2022 is eens te meer duidelijk
geworden dat veiligheid in Europa geen vanzelfsprekendheid is. Staatsdeelname kan
een optie zijn om een bijdrage te leveren aan (economische) veiligheid en zekerheid
te bieden in onzekere tijden.
Afwegingskader voor het aangaan en afstoten van deelnemingen
Het aangaan of afstoten van een deelneming blijft maatwerk. Om een weloverwogen besluit
te kunnen nemen over het aangaan of afstoten van een deelneming, neem ik een afwegingskader
op in de Nota. Dit afwegingskader biedt een handvat bij de vraag of aandeelhouderschap
(en de daaraan gekoppelde zeggenschap) van de staat van toegevoegde waarde is om een
publiek belang te kunnen borgen. Het uitgangspunt blijft dat de staat terughoudend
omgaat met het risicodragend participeren in ondernemingen. Voor een dergelijk ingrijpende
vorm van overheidsingrijpen moet daarom ook de vraag worden beantwoord of het aangaan
van een deelneming en het maatschappelijk kapitaal dat daarmee is gemoeid, in verhouding
staat tot het publiek belang dat wordt gediend. Ditzelfde afwegingskader zal worden
gebruikt bij het periodiek evalueren van alle deelnemingen, waarbij wordt getoetst
of het aandeelhouderschap nog steeds van toegevoegde waarde is. Bij de voorbereiding
van het privatiseren van een deelneming, wordt uiteraard ook het relevante besliskader
van de Parlementaire Onderzoekscommissie van de Eerste Kamer in acht genomen4.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Ik vind het belangrijk dat deelnemingen op een maatschappelijk verantwoorde wijze
bijdragen aan de borging van publieke belangen. Van deelnemingen verwacht ik op dit
vlak een voorbeeldrol. Zij dienen relevante internationale MVO-richtlijnen na te leven
en ambitieuze doelen te stellen. Van deelnemingen vraag ik om binnen hun activiteiten
aandacht te besteden aan de thema’s klimaat en milieu, veilige werkomgeving (inclusief
brede diversiteit5), mensenrechten en financiële transparantie & anti-corruptie. Hierbij kijk ik ook
naar de verbinding met de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, die
onderdeel zijn van de indicatoren voor de Brede Welvaart6. Bij het uitvoeren van de aandeelhoudersbevoegdheden (zoals bijvoorbeeld het goedkeuren
van investeringsvoorstellen en het bespreken van de strategie) wordt MVO sterker verankerd.
In het kader van de voorbeeldrol zal ik cyclisch het ambitieniveau van de deelnemingen
toetsen.
Strategie en investeringen
Om er zorg voor te dragen dat de koers van een deelneming in lijn is met het publieke
belang, wil de staat als aandeelhouder nauwer betrokken zijn bij de strategie van
de deelnemingen. In de nieuwe Nota wordt de wijze waarop ik als aandeelhouder invulling
wil geven aan mijn betrokkenheid bij de strategie toegelicht. De strategie moet de
deelneming in staat stellen om waarde te creëren op de lange termijn voor alle stakeholders.
Voor de beoordeling van investeringen blijven de wijze waarop deze bijdragen aan het
publiek belang én tegelijkertijd financieel rendabel zijn de belangrijkste criteria.
In de Nota ga ik ook in op de risico-rendementsafwegingen die spelen bij investeringen in de energietransitie.
Brede activiteiten van deelnemingen
De activiteiten die deelnemingen uitvoeren voor de borging van het publieke belang
zie ik als de kernactiviteiten. Er kunnen redenen zijn dat deelnemingen bredere activiteiten
ontplooien, zoals branchevreemde of buitenlandse activiteiten. Bij dergelijke activiteiten
is de grondhouding van de staat als aandeelhouder kritischer, omdat deze activiteiten
verder afstaan van het door de deelneming te borgen publieke belang. In de Nota zal
ik een kader opnemen dat nader inzicht geeft in hoe ik naar deze brede activiteiten
kijk. In lijn met de motie van de leden Grinwis en Inge van Dijk7 sta ik afwijzend tegenover buitenlandse activiteiten van deelnemingen die enkel financieel
rendement als doel hebben zonder dat de Nederlandse samenleving daarvan profiteert.
Benoemingen raad van bestuur en raad van commissarissen
De aandeelhouder benoemt – op voorstel van de ondernemingen zelf – de leden van de
raad van commissarissen en in veel gevallen ook de leden van de raad van bestuur.
Ik verwacht van de deelnemingen dat zij minimaal aan de geldende diversiteitsstandaarden
voor beide organen voldoen. Dit betekent dat bij de deelnemingen zowel de raad van
commissarissen als de raad van bestuur voor ten minste een derde uit vrouwen en ten
minste een derde uit mannen bestaat. Het streven is een evenredige vertegenwoordiging
van vrouwen en mannen in beide organen. Daarnaast ga ik in gesprek met de deelnemingen
over bredere diversiteit en inclusie in de raad van bestuur en raad van commissarissen.
Het gaat daarbij niet alleen om genderdiversiteit, maar ook om aspecten als culturele
achtergrond, leeftijd, seksuele oriëntatie en arbeidsbeperkingen.
Beloningen
Het beloningsbeleid moet een deelneming in staat stellen om gekwalificeerde en deskundige
bestuurders en commissarissen aan te trekken. Tegelijkertijd is een sober beloningsbeleid
passend, onder andere gelet op de aard van een deelneming en het maatschappelijke
kapitaal dat hiermee is gemoeid. Voor deelnemingen worden bestuurders en commissarissen
gezocht die een grote intrinsieke motivatie hebben en die een goed gevoel hebben voor
de rol die deelnemingen innemen in de maatschappij.
Financiële positie
Een gezonde financiële positie van deelnemingen is belangrijk om ervoor te zorgen
dat ze hun activiteiten ook op de langere termijn kunnen blijven uitvoeren. Het is
belangrijk dat deelnemingen sturen op een gezonde balans, een solide rendement en
sterke onderliggende operationele prestaties. In onderlinge dialoog met de deelneming
wil ik goed inzicht en begrip hebben de financiële positie en prestaties om waar nodig
te kunnen bijsturen.
Coronasteun
In onderstaande tabel staat de coronasteun in miljoenen euro’s per staatsdeelneming,
uitgesplitst naar type steun, in de periode tot 1 maart 2022. Alle deelnemingen zijn
– net als alle andere ondernemingen – gebonden aan de relevante bepalingen omtrent
het terugbetalen van te veel ontvangen steun.
Staatsdeelneming
Holland Casino
KLM
Schiphol
NS
Thales
NOW aanvraagperiode 1
definitieve tegemoetkoming
38,9
360
37,8
n.n.b.
n.n.b.
voorschot
–
–
92,81
–
NOW aanvraag periode 2 t/m 8
voorschot
174,1
1.260
117,1
34,7
–
TVL
1,4
2,4
Garanties
–
2.1602
–
–
–
Leningen
–
1.0003
–
–
–
Beschikbaarheidsvergoeding OV 2020 en 2021
–
–
–
1.743
–
Belastinguitstel
294,74
1.471
–
–
–
X Noot
1
NS heeft reeds een groot gedeelte van de NOW 1 terugbetaald, omdat de voorwaarden
van de Beschikbaarheidsvergoeding OV bepalen dat voor het hoofdrailnet geen gebruik
mag worden gemaakt van de NOW-regeling.
X Noot
2
De garantie betreft een 90% garantie op een lening van € 2,4 miljard. Op deze lening
van € 2,4 miljard is tot 1 januari 2022 € 665 miljoen getrokken. De garantie over
dat bedrag bedraagt € 598,5 miljoen.
X Noot
3
Tot 1 januari 2022 heeft KLM € 277 miljoen getrokken op deze lening.
X Noot
4
Belastinguitstel februari is nog niet bekend.
TenneT
Vorig jaar hebben wij uw Kamer in deze brief geïnformeerd over de investeringsagenda
en kapitaalbehoefte van TenneT8. Nu TenneT op 16 maart 2022 haar jaarverslag heeft gepubliceerd, informeren wij u
wederom over de laatste stand van zaken.
In voorgaande jaren bedroeg de verwachte 10-jaarsinvesteringsagenda € 50–60 miljard
(2021), € 40–50 miljard (2020), € 35 miljard (2019) en € 28 miljard (2018). TenneT
verwacht in de komende 10 jaar op zijn minst € 6 miljard per jaar, oftewel minimaal
€ 60 miljard in de periode 2022–2031, te kunnen investeren in het Nederlandse en Duitse
elektriciteitsnet. Tegelijk voorziet TenneT dat de projecten voortkomend uit de politieke
ambities tot 2030 tot investeringen van ongeveer € 90 miljard leiden.
TenneT signaleert daarmee een discrepantie tussen enerzijds de toenemende politieke
klimaatambities en anderzijds de doorlooptijd van de projecten. TenneT ziet het aantal
projecten dat het moet realiseren ieder jaar toenemen, terwijl het tijdsbestek waarbinnen
TenneT deze projecten moet opleveren, verkort wordt. Vanwege de lange doorlooptijden
van vergunningentrajecten en de huidige schaarste op de arbeidsmarkt voor technisch
personeel en de grondstoffenmarkt, zorgt de energietransitie voor een enorme opgave
voor de TenneT-organisatie en de achterliggende keten van aannemers, leveranciers
en andere industriële dienstverleners. Binnen deze context signaleert TenneT dat investeringen
van meer dan € 6 miljard per jaar nu nog niet aannemelijk zijn. TenneT hoopt de randvoorwaarden
evenwel in samenwerking met haar stakeholders te verbeteren waardoor het bedrijf alsnog
meer kan investeren en alle politieke ambities kan realiseren. TenneT heeft in de
afgelopen jaren al een behoorlijke groei doorgemaakt. Zo heeft TenneT in 2021 € 4
miljard in de energietransitie geïnvesteerd. Dat is meer dan een verdubbeling ten
opzichte van 5 jaar geleden (2016: € 1,8 miljard). Hoewel de omvang van de investeringsagenda
slechts een ruwe schatting is en bovendien aan continue verandering onderhevig, vind
ik het als aandeelhouder van TenneT belangrijk dat de onderneming de dialoog intensiveert
met de beleidsverantwoordelijke ministeries in Nederland en Duitsland over de potentiële
consequenties en risico’s hiervan voor de algehele doorloop van de energietransitie.
Daarnaast ben ik in gesprek met TenneT over wat deze nieuwe cijfers en inzichten betekenen
voor de eigen vermogen behoefte van TenneT voor de Nederlandse en Duitse activiteiten.
Op dit moment hanteer ik nog de inschattingen van vorig jaar, namelijk € 4,25 miljard
voor Nederland (zoals reeds opgenomen in de Rijksbegroting), € 4,5 miljard voor Duitsland
en gezamenlijk € 7,9 miljard (door financieringsvoordelen). Ik informeer uw Kamer
in de zomer nader over de potentiële gevolgen voor de eigen vermogen behoefte en,
zoals toegezegd in het commissiedebat van 26 januari jl., informeer u dan ook over
de voortgang rond de gesprekken over de invulling van de eigen vermogen behoefte van
TenneT Duitsland.
Gasunie
Het kabinet is voornemens om de import van Russisch gas af te bouwen, in lijn met
de ambitie die de Europese Unie heeft uitgesproken in het REPowerEU pakket. Gasunie
speelt hierin een belangrijke rol als beheerder van het landelijke gasnet en als LNG-terminal
beheerder (LNG staat voor liquefied natural gas, vloeibaar aardgas).
Een van de belangrijkste pijlers van het EU-voorstel is het vergroten van de import
van LNG. Hiervoor dient ook de fysieke LNG-aanvoercapaciteit vergroot te worden. Gasunie
is reeds 50% eigenaar van de LNG-terminal GATE in de Rotterdamse haven. De Minister
voor Klimaat en Energie heeft in zijn brief van 14 maart 2022 aangegeven dat hij samen
met Gasunie de optie uitwerkt om de capaciteit van de GATE-terminal te vergroten9 van 12 miljard m3per jaar naar maximaal 16 miljard m3per jaar. Dit moet worden gezien in relatie tot een totale Nederlandse gasvraag van
ca. 40 miljard m3per jaar. Daarnaast zet Gasunie zich in om extra importcapaciteit te realiseren door
middel van een drijvende LNG-terminal. Gasunie heeft inmiddels succesvol een dergelijke
installatie gecontracteerd voor een periode van vijf jaar bij het Belgische bedrijf
Exmar. De terminal zal worden afgemeerd in de Eemshaven, vanaf daar zal de LNG in
het gasnet worden gevoed. Hiermee kan, bij tijdige aansluiting op het gasnetwerk,
voor aankomende winter een extra LNG-doorvoercapaciteit van 4 miljard m3 per jaar worden gerealiseerd.
Naast deze extra maatregelen in Nederland is Gasunie ook actief op de Duitse markt.
Op vrijdag 4 maart 2022 hebben Gasunie, de Kreditanstalt für Wiederaufbau (namens
de Duitse Bondsregering) en RWE een Memorandum of Understanding ondertekend voor de
gezamenlijke bouw van een terminal voor de invoer van LNG op de locatie Brunsbüttel
in Duitsland. Het is de bedoeling dat deze terminal op termijn wordt omgebouwd zodat
er groene waterstof in de vorm van ammoniak geïmporteerd kan worden.
Kansspelen
In het commissiedebat Staatsdeelnemingen van 26 januari 2022 heb ik uw Kamer toegezegd
om persoonlijk in overleg te treden met de directies van Holland Casino en Nederlandse
Loterij om te spreken over hun rol in de online kansspelsector. Meer specifiek heb
ik toegezegd in die gesprekken in te gaan op het door Holland Casino en Nederlandse
Loterij toepassen van speellimieten bij het online kansspelaanbod en uw Kamer daarover
te informeren.
In het verlengde hiervan heb ik ook toegezegd, naar aanleiding van de motie van het
lid Grinwis10, om in de gesprekken het reclamebeleid van beide staatsdeelnemingen voor online kansspelen
aan de orde te stellen. Deze motie verzoekt de regering zich vanuit haar rol als aandeelhouder
hard te maken voor een terughoudender en minder wervende inzet van gokreclames door
de staatsdeelnemingen Holland Casino en Nederlandse Loterij, zodat jongeren en andere
consumenten beter beschermd worden tegen de gevaren van gokken en gokverslaving.
Tot slot heb ik toegezegd om in de gesprekken in te gaan op een mogelijk verband tussen
COVID-19 maatregelen en een verhoogde toestroom van jongeren naar online kansspelen.
Dit onderwerp heb ik thans echter buiten de gesprekken gelaten, aangezien de Minister
voor Rechtsbescherming uw Kamer hierover, naar aanleiding van de aangenomen motie
van het lid Kathmann c.s.11, reeds op 17 maart jl. over heeft geïnformeerd12.
Inmiddels heb ik de gesprekken met de directies van Holland Casino en Nederlandse
Loterij gevoerd. Hierbij informeer ik u over deze gesprekken.
Kansspelbeleid
Het uitgangspunt van het huidige kansspelbeleid van de Minister voor Rechtsbescherming
is dat Nederlandse Loterij en Holland Casino moeten zorgen voor een verantwoord en
betrouwbaar aanbod van kansspelen. Hiermee dragen zij bij aan de borging van de publieke
belangen en centrale doelstellingen van het kansspelbeleid: het tegengaan van kansspelverslaving,
het beschermen van de consumenten en het tegengaan van criminaliteit en illegaliteit.
Dit deden zij tot de opening van de online kansspelmarkt vooral in de landgebonden
sector, waar beide deelnemingen een bewezen verslavingspreventiebeleid hebben ontwikkeld.
Ook op de relatief nieuwe, opengestelde online markt voor kansspelen moeten Holland
Casino en Nederlandse Loterij als vertrouwde merken in staat zijn deze belangrijke
maatschappelijke opdracht als verantwoord aanbieder en uitvoerder van het kansspelbeleid
uit te kunnen voeren.
Voorbeeldrol
In de gesprekken die ik met de deelnemingen heb gevoerd stond de invulling van de
maatschappelijke opdracht centraal. Ik heb benadrukt dat ik meer van hen verwacht
dan van andere online kansspelaanbieders. Dat ze een voorbeeldrol vervullen als het
gaat om responsible gaming en trendsettend in de sector moeten zijn als het gaat om verantwoord spelaanbod.
Deze voorbeeldrol bestaat er voor mij ook uit dat de deelnemingen niet alleen handelen
naar de letter van de wet maar ook naar de geest ervan. Dat zij transparant zijn in
wat zij op het gebied van verantwoord en veilig aanbod doen en daarover publiekelijk
communiceren. Dat zij de lat hoog leggen. Niet alleen voor zichzelf maar voor de hele
sector, bijvoorbeeld via hun inbreng in de branchevereniging VNLOK13. In dit kader is het goed om te benoemen dat er spanning zit tussen het vervullen
van deze maatschappelijk opdracht en de verwachting dat beide deelnemingen daarin
voorop lopen op en het zorgen voor financiële continuïteit van de onderneming in een
sterk concurrerende sector. Om binnen dit spanningsveld goed te opereren, moeten Holland
Casino en Nederlandse Loterij zich ook zichtbaar (commercieel) kunnen profileren.
In reactie op deze boodschap gaven beide deelnemingen aan zich zeer bewust te zijn
van hun voorbeeldrol en maatschappelijke opdracht. Bij beide deelnemingen hebben de
publieke belangen een centrale rol in de strategie. Zo hebben beide deelnemingen reclamecampagnes
gericht op kansspelverslavingspreventie en consumentenbescherming. Ook houden beide
deelnemingen kwetsbare doelgroepen, zoals jongvolwassenen, extra in de gaten door
sneller het gesprek aan te gaan en sneller over te gaan tot het opleggen van interventies.
Ik heb aangegeven dit soort initiatieven toe te juichen en moedig Holland Casino en
Nederlandse Loterij aan hiermee door te gaan.
Speellimieten
Artikel 4.14 van het Besluit kansspelen op afstand vereist dat aanbieders een speler
slechts mogen inschrijven nadat de speler de grenzen van zijn of haar speelgedrag
heeft aangegeven14.
Tijdens het commissiedebat Staatsdeelnemingen van 26 januari 2022 lichtte ik toe dat
Holland Casino destijds al een stortingslimiet van € 500 per maand en Nederlandse
Loterij een verlieslimiet van € 400 per maand voor jongvolwassenen hanteerden. Uw
Kamer wees mij er echter tijdens het commissiedebat op dat Holland Casino en Nederlandse
Loterij op hun websites de grenzen van enkele andere speellimieten op hun platforms
dusdanig breed hadden opgezet voor spelers, dat in redelijkheid niet kon worden gesproken
van daadwerkelijke begrenzing van speelgedrag. Ik heb beide deelnemingen hierop aangesproken
en aangegeven dat ik feitelijk onbegrensde limieten niet passend vind bij de rol die
ik van de staatsdeelnemingen verwacht.
In navolging van deze gesprekken heb ik van Holland Casino begrepen dat zij de stortingslimiet
heeft verlaagd naar € 400 per maand voor jongvolwassenen. Van Nederlandse Loterij
heb ik begrepen dat zij vanaf 21 februari 2022 de maximale dagelijkse stortingslimiet
heeft verlaagd. Ik begrijp verder van Nederlandse Loterij dat zij spelers een vrijwillige
speelplanner met een weekagenda aanbiedt om bepaalde speelmomenten uit te sluiten.
Bovendien kan je bij beide deelnemingen inmiddels nog maar maximaal 8 uur per dag
ingelogd zijn, i.p.v. bijvoorbeeld de eerdere mogelijkheid om dit op 24 uur te zetten.
Reclame
In lijn met de motie van het lid Grinwis heb ik met Nederlandse Loterij en Holland
Casino ook gesproken over hun reclamebeleid. Ook op dit terrein verwacht ik een voorbeeldrol,
waarbij voor mij, in lijn met de motie, met name de bescherming van kwetsbare groepen
zoals minderjarigen en jongvolwassenen vooropstaat. Er mag geen discussie zijn of
reclame-uitingen zich wel of niet op deze kwetsbare groepen richten.
Ten aanzien van het aantal reclames op televisie is het goed om op te merken dat er
sinds januari 2022 een substantiële daling heeft plaatsgevonden vergeleken met de
eerste maanden na opening van de markt. Het aantal gokreclames in de maand januari
2022 is met bijna de helft verminderd ten opzichte van november en december 2021.
Bij Holland Casino en Nederlandse Loterij is het aanbod onder alle kansspelaanbieders
het meest gedaald, respectievelijk met 61% en 67%. Deze daling is doorgezet in februari
2022. Dat vind ik een goede ontwikkeling.
Het gesprek over eventuele andere aanscherpingen of aanpassingen van de normen ten
aanzien van gokreclames voor de hele sector wordt op dit moment door uw Kamer gevoerd
met de beleidsverantwoordelijke Minister voor Rechtsbescherming. Hierover heeft de
Minister voor Rechtsbescherming uw Kamer op 17 maart jl. de hierboven reeds genoemde
Kamerbrief gestuurd.15 In die brief informeert hij uw Kamer onder andere over de uitvoering van de moties
van het lid Van Nispen c.s. over het instellen van een verbod op ongerichte reclame
voor risicovolle kansspelen (Kamerstuk 24 557, nr. 186 en 36 029, nr. 1). Vanzelfsprekend volg ik de ontwikkelingen in dit verband nauwgezet.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. Van Rij
Indieners
-
Indiener
S.A.M. Kaag, minister van Financiën -
Medeindiener
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën