Brief regering : Voortgang versterking stelsel bewaken en beveiligen
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 347 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 april 2022
Aanleiding
Voor de meeste Nederlanders is het gelukkig de normaalste zaak van de wereld om te
gaan en staan waar je wilt, om in vrijheid naar je werk te kunnen gaan, spontaan een
kroegje te pakken of een wandeling door het park met je kind te maken. Helaas geldt
dit niet voor iedereen in ons land. Er zijn personen, zoals criminaliteitsbestrijders,
journalisten, advocaten, politici en rechters, die naar eer en geweten hun werk doen
en daarmee de rechtsstaat dienen, die vanwege dit werk te maken krijgen met bedreigingen,
intimidatie of nog erger. Dit klinkt wellicht voor veel mensen als ver weg, maar het
raakt ons allemaal. Onze vrije samenleving, onze manier van leven staat hierdoor onder
druk.
In een vrije samenleving als de onze is het onverteerbaar dat journalisten die nieuws
brengen over zaken die anderen liever onbesproken laten worden belaagd en bedreigd.
In een vrije samenleving als de onze is het onverteerbaar dat rechters, advocaten
en officieren van justitie anoniem moeten opereren in een rechtszaal omdat anders
hun veiligheid in het geding komt. En het is onverteerbaar dat in een vrije samenleving
als de onze hardwerkende ondernemers granaten voor hun huisdeur vinden. Dit gaat over
het monddood maken van de vrije pers, het aanvallen van onze rechtsstaat en het doelbewust
angst willen aanjagen in onze samenleving. Als we toegeven aan die angst, er naar
gaan handelen, leveren we steeds een stuk van die rechtsstaat in, die zo belangrijk
voor ons is.
Onze samenleving heeft te maken met verschillende vormen van dreiging, met soms ingrijpende
en afschuwelijke gevolgen. Dreigingen die we niet mogen accepteren en waar we gericht
tegen moeten optreden. Een grote dreiging komt vanuit de georganiseerde criminaliteit,
die zich steeds verder in de haarvaten van onze samenleving nestelt. Waar drugsbazen
jaren geleden vooral elkaar bestreden, deinzen ze er vandaag de dag niet voor terug
om iedereen aan te pakken die hen een strobreed in de weg legt. Nietsontziende criminelen
zetten onze rechtsstaat onder druk door eenieder die iets doet wat hen niet bevalt,
te intimideren of aan te vallen. Dit moeten we en kunnen we alleen bestrijden met
een brede aanpak vanuit de overheid en de samenleving. Deze aanpak scherpen we nu
aan.
Met de middelen die beschikbaar zijn gesteld voor de brede intensivering van de aanpak
ga ik uit van een combinatie van maatregelen om criminaliteit te voorkomen, doorbreken
en bestraffen. Ik trek daarbij samen op met de Minister voor Rechtsbescherming, om
te voorkomen dat georganiseerde criminaliteit tijdens detentie wordt voortgezet of
aangestuurd. Hiervoor zijn diverse maatregelen getroffen, zoals bij de Extra Beveiligde
Inrichting in Vught, waarover uw Kamer in november vorig jaar is geïnformeerd.1 Ook kijk ik met het kabinet naar hoe we gezamenlijk als overheid breed een grens
kunnen trekken om deze dreigingen grondig aan te pakken. Een voorbeeld is het terugdringen
van criminele geldstromen, waarmee criminelen direct en hard worden geraakt. Ik informeer
uw Kamer voor de zomer over de inzet van deze middelen. Ik kom ook bij uw Kamer terug
op nieuwe stappen die hiermee verband houden, zoals de kroongetuigenregeling en het
programma getuigenbescherming, betere gegevensuitwisseling tussen onze diensten, strafverzwaring
en een versterkt internationaal offensief.
De brede aanpak is pas geslaagd, als de mensen die zich soms met gevaar voor eigen
leven inzetten voor het beschermen van de rechtsstaat, zo veilig mogelijk hun werk
kunnen doen. Voor het feit dat zij zich niet laten intimideren en doorgaan met het
dienen van de rechtsstaat, kunnen wij met elkaar alleen maar diep respect hebben.
Aan ons de plicht om ervoor te zorgen dat zij dat werk vervolgens zo veilig mogelijk
kunnen doen.
Dit geldt uiteraard voor alle personen of organisaties die worden bedreigd, uit welke
hoek dan ook. Onze samenleving kent immers ook andere dreigingen dan die van (drugs)criminelen.
Zo moeten we blijvend rekening houden met dreigingen vanuit onder meer jihadistische
en rechts-extremistische bewegingen en statelijke actoren. Daarnaast hebben we tijdens
de Coronacrisis gezien hoe verharding van sentimenten gepaard ging met bedreigingen
van personen zoals artsen, wetenschappers en politici. De verwachting is verder dat
dreiging en intimidatie steeds vaker zullen voorkomen omdat dit laagdrempeliger is
geworden door onder andere sociale media. Het bedreigen en intimideren van mensen
die anders denken of symbool staan voor een beroepsgroep of beleid, wordt daarmee
laagdrempeliger.
Terwijl we, zoals gezegd, alles op alles zetten om dergelijke dreigingen en criminaliteit
te voorkomen en daar waar het niet lukt stevig aan te pakken, is het ook onze kerntaak
om degene die het nodig hebben veiligheid te bieden. Door de hierboven genoemde ontwikkelingen
is het aantal personen, panden en objecten dat langdurig – zelfs vele jaren – intensief
bewaakt en beveiligd wordt toegenomen. Dat vraagt om veelal omvangrijke operaties,
met grote en ingrijpende gevolgen voor de te beveiligen persoon en voor de beschikbare
capaciteit in het gehele stelsel bewaken en beveiligen.
De versterkingen en het toekomstbestendig maken van het stelsel bewaken en beveiligen
is urgent en daarmee niet voor niets een van mijn prioriteiten. In deze brief richt
ik mij verder primair op dit stelsel. Binnen dit stelsel spannen de betrokken organisaties
en functionarissen zich continu in om waar nodig passende beveiligingsmaatregelen
te treffen die weerstand bieden tegen dreiging en risico. Uw Kamer is bij brief van
27 oktober 2021 en 12 november 2021 door mijn ambtsvoorganger geïnformeerd over het
rapport van het adviescollege «Toekomstbestendig stelsel bewaken en beveiligen» (hierna:
Commissie Bos) en de voorgenomen opvolging van de aanbevelingen uit dit rapport.2 Conform toezegging informeer ik uw Kamer nader over de uitwerking en opvolging van
de aanbevelingen.
Hierna ga ik eerst kort in op de context waarbinnen de versterkingen plaatsvinden,
en vervolgens op de stand van zaken ten aanzien van de aanbevelingen die de Commissie
Bos heeft gedaan. Achtereenvolgens worden de onderwerpen sturing, uitgangspunten stelsel,
capaciteit, informatie, perspectief te beveiligen persoon en ten slotte kennis en
kwaliteit behandeld. Daarbij ga ik ook in op de al eerder ingezette versterkingstrajecten.
Voortgang versterkingen stelsel
Verschillende versterkingstrajecten, één omvangrijke veranderopgave
Om te beginnen is het goed om te benadrukken dat de versterking van het stelsel al
eerder is ingezet. Na de afschuwelijke moorden op de broer van een kroongetuige (2018)
en advocaat Wiersum (2019) zijn verschillende trajecten in gang gezet om de kwaliteit
in de uitvoering te verbeteren, de capaciteiten te versterken en de weerbaarheid van
advocaten, rechters, officieren van justitie en journalisten te verhogen. Vanuit het
zogenoemde «breed offensief tegen de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit (BOTOC)»
zijn hiervoor middelen beschikbaar gesteld en deze zijn in 2021 aangevuld.3
In het verlengde van deze versterking paste ook de vraag of (de werkwijze in) het
stelsel nog op de meest effectieve en efficiënte manier is georganiseerd om het hoofd
te bieden aan huidige en toekomstige dreigingen en vraagstukken. Een onafhankelijke
adviescommissie is gevraagd om naar het stelsel als geheel te kijken en voorstellen
te doen om dit toekomstbestendig te maken. Dit heeft geleid tot de Commissie Bos die
in februari 2021 is gestart en in oktober 2021 haar advies heeft opgeleverd. Deze
trajecten zijn in combinatie met de huidige operationele druk een omvangrijke veranderopgave.
Met deze versterkingen zetten we daarmee extra stappen – bovenop de eerdere versterkingen
– om een toekomstbestendig stelsel te realiseren.
Versterkingen vanuit aanbevelingen Commissie Bos
De hoofdboodschap van de Commissie was dat door de snelle ontwikkelingen en veranderingen
in de dreiging het stelsel onder hoge (operationele) druk staat, vanwege meer complexe
en langdurige zaken. Binnen het stelsel krijgen gezagsdragers en uitvoerende organisaties
steeds vaker te maken met vraagstukken waarop niet altijd een uniform, efficiënt en
flexibel antwoord is geformuleerd. Om tot een toekomstbestendig stelsel te komen,
dient het geheel aan activiteiten en betrokken organisaties flexibel, uniform en proactief
ingericht te zijn. Hiervoor heeft de Commissie Bos gerichte aanbevelingen gedaan die
zich in de kern richten op:
1. een integrale aansturing van het stelsel;
2. verscherping van een aantal (beleids)uitgangspunten die houvast moeten bieden in de
uitvoering;
3. een sterkere informatiepositie om meer aan de voorkant van de dreiging te komen;
4. synergie en innovatie in de uitvoering van beveiligingsopdrachten
5. kennis en kwaliteitsborging;
6. het betrekken van het perspectief van de te beveiligen persoon in dit geheel.
Deze pijlers staan nu centraal bij de versterking van het stelsel.
1. Integrale aansturing van het stelsel
Multidisciplinaire aanpak
«Een toekomstbestendig stelsel moet in staat zijn flexibel in te spelen op ontwikkelingen
in de dreiging en opkomende vraagstukken. Daarvoor is nodig: wendbaarheid, krachtige
aansturing en intensieve samenwerking van ketenpartners.» Dit is een van de centrale
boodschappen van de Commissie Bos. Om het stelsel verder te brengen en het toekomstbestendig
te maken, is het van groot belang – zo stelt de Commissie – dat de betrokken organisaties
vanuit een gezamenlijk stelselperspectief opereren. Organisaties dienen elkaar aan
te vullen en met alleen vanuit de eigen koker denken, kan niet meer worden volstaan.
Deze organisaties en personen zijn inmiddels samengebracht in een breed multidisciplinair
netwerk van professionals om de aanbevelingen van de Commissie Bos gezamenlijk uit
te kunnen werken.
Inrichting landelijke aansturingsstructuur
Om de vraagstukken die op het stelsel afkomen eenduidig en snel op te kunnen pakken,
is het volgens de Commissie noodzakelijk om de governance van het stelsel op landelijk
niveau zo te organiseren dat er een krachtige, integrale sturing komt. Het stelsel
kent nu nog veel overlegstructuren, maar van integrale sturing is geen sprake. De
aansturing van het stelsel als geheel wordt daarom vereenvoudigd en versterkt.
Zoals aangegeven in de brief van 12 november 2021, is – conform aanbeveling van de
Commissie – direct de «Vierhoek bewaken en beveiligen» ingericht voor de doorontwikkeling
van het stelsel en het opstellen van een strategische agenda. In de Vierhoek hebben
de NCTV, de portefeuille houdende procureur-generaal van het College van procureurs-generaal,
de korpschef van de politie en de commandant van de Koninklijke Marechaussee zitting.
In de Vierhoek staat de doorontwikkeling van het stelsel centraal. Eind januari 2022
heeft de Vierhoek de strategische agenda vastgesteld, waarin de opvolging van de aanbevelingen
van de Commissie is uitgewerkt. Daarbij is een aantal aanbevelingen geprioriteerd
die het meest direct kunnen bijdragen aan de versterking van het stelsel en aan de
verlichting van de huidige druk op het stelsel. De uitwerking en de stand van zaken
wordt beschreven in onderhavige Kamerbrief. De voortgang van de strategische agenda
wordt structureel in de Vierhoek besproken, alsmede de voortgang van en samenhang
met eerder ingezette versterkingen. Daarmee is op het hoogste (ambtelijke) niveau
inzichtelijk in welke fase het stelsel zich bevindt en is het mogelijk om tijdig bij
te sturen.
We werken de integrale operationele aansturing van het stelsel uit en geven het verder
vorm. Hierbij betrekken we ook het lokale gezag. Vanuit landelijk overzicht en inzicht
moet integraal afgestemd worden over de omvangrijke operaties binnen het stelsel.
Ervaringen en leerpunten kunnen direct gedeeld en toegepast worden, zodat uniformiteit
en kwaliteit in de operatie geborgd worden. Daarnaast moeten hierdoor de betrokken
gezagen in staat worden gesteld om tijdig bij te sturen bij bijvoorbeeld dreigende
schaarste in operationele capaciteit.
Versterking taken en rollen binnen stelselpartners
Bewaken en beveiligen is bij een aantal organisaties lange tijd slechts als een neventaak
gezien. Dit volstaat echter niet meer. Structurele inrichting, zowel qua expertise
en capaciteit, en aandacht is nodig om het vakgebied effectief te kunnen uitvoeren
en door ontwikkelen. Binnen alle organisaties zijn daarom verschillende ontwikkelingen
in gang gezet met als doel het vakgebied te professionaliseren, de aansturing te vereenvoudigen
en de besluitvorming te verbeteren.
Zo richt de politie bewaken en beveiligen nu in als kerntaak, gelijk aan andere kerntaken
als opsporing, handhaving en noodhulp. De coördinatie op de taak bewaken en beveiligen
tussen de politie-eenheden en de verschillende organisatieonderdelen daarbinnen wordt
versterkt, zodat landelijk meer sturing kan plaatsvinden. Bij de KMar is bewaken en
beveiligen reeds ingericht als hoofdtaak.
Met de eerder beschikbaar gekomen financiële middelen heeft het OM zijn personele
capaciteit uitgebreid voor de ondersteuning van de hoofdofficieren van justitie in
hun rol als gezagsdrager over het bewaken en beveiligen van personen in het decentrale
domein, onder andere door functionarissen vrij te stellen voor (landelijke) coördinatie.
Het OM verbetert hiermee de interne afstemming en coördinatie van de wijze waarop
de betrokken hoofdofficieren van justitie in de verschillende arrondissementsparketten
het gezag uitoefenen. Er vindt veelvuldig overleg plaats tussen de gezagen (NCTV en
de coördinerende hoofdofficier van justitie) bij het bewaken en beveiligen van personen.
Dit draagt bij aan een betere sturing in het stelsel.
De NCTV oefent namens de Minister van JenV het gezag uit op het rijksdomein in het
kader van bewaken en beveiligen van personen (operationele taak) en is daarnaast verantwoordelijk
voor het onderhouden en ontwikkelen van het stelsel («stelselverantwoordelijk»). De
Commissie constateerde dat beide taken belegd waren bij de Coördinator Bewaken en
Beveiligen (CBB) en zijn team, maar dat door de grote operationele druk, de rol van
stelselverantwoordelijke in de verdrukking kwam. Om beide taken – operationele uitvoering
en stelselontwikkeling – goed tot hun recht te laten komen zijn conform aanbeveling
van de Commissie beide rollen organisatorisch gescheiden.
Creëren van inzicht en overzicht
Voor adequate sturing is een volledig en actueel beeld van de stand van zaken nodig.
De Commissie constateerde echter dat het op dit moment ontbreekt aan overzicht van
en inzicht in het aantal (lopende) casussen, de ingezette en beschikbare capaciteit
en het verloop van de ontwikkeltrajecten. Hierdoor is het maar beperkt mogelijk om
ontwikkelingen te signaleren en knelpunten tijdig te detecteren. Naast kwantitatieve
gegevens ontbreekt het ook aan sturingsinformatie over de kwaliteit en effectiviteit
van (de werkprocessen binnen) het stelsel. De Commissie beveelt aan om een dashboard
in te richten waarin alle voor de sturing benodigde informatie geactualiseerd beschikbaar.
Deze aanbeveling is met prioriteit opgepakt en wordt thans ontwikkeld.
De politie en de KMar hebben de informatie over gevraagde, ingezette en beschikbare
capaciteit geanalyseerd en omgezet in kengetallen per beveiligingsproduct. Hiermee
is het nu mogelijk om een algemeen overzicht van de capaciteit in een bepaald tijdvak
te geven. De komende periode zal het overzicht verder worden ontwikkeld, zodat het
ingezet kan worden als sturingsinstrument. Hierdoor kunnen op basis van een integraal
en actueel overzicht scherpe keuzes worden gemaakt, voor effectieve en passende besluitvorming.
De verwachting is dat dit in de zomer gereed is.
Uniformeren van de besluitvorming
Om gelijke gevallen op gelijke manier te behandelen, uniformeren we het besluitvormingsproces
van het op- en afschalen van beveiligingsmaatregelen op operationeel niveau binnen
het stelsel. In combinatie met inzicht en overzicht, draagt uniforme besluitvorming
ook bij aan een doelmatige inzet van capaciteit. Hiervoor worden onder andere instrumenten
ontwikkeld waarmee de besluitvorming kan worden ondersteund, uniform uitgevoerd én
schriftelijk vastgelegd, die als pilot in de praktijk wordt toegepast.
2. Concretisering uitgangspunten stelsel bewaken en beveiligen
Ik hecht er aan om wederom voorop te stellen dat personen die bewaakt en beveiligd
moeten worden, omdat ze hun werk uitoefenen in dienst van de rechtsstaat, hun leven
zoveel mogelijk onbelemmerd zouden moeten kunnen voortzetten. Het is onverteerbaar
als personen vanwege dreiging afzien van bepaalde activiteiten of handelingen. Deze
personen dienen op de overheid te kunnen rekenen wanneer eigen inzet en die van de
werkgever niet volstaat. Het is mijn overtuiging dat de overheid het maximale binnen
haar mogelijkheden moet doen om – op basis van dreiging en risico – de bewegingsvrijheid
en het functioneren van de persoon te faciliteren. Dit is een ambitie die we gezamenlijk
als samenleving moeten hebben.
Tegelijkertijd moeten we ook realistisch zijn dat dit, hoe verschrikkelijk ook, nooit
volledig kan. Enerzijds omdat maatregelen die cruciaal zijn om de veiligheid te waarborgen,
altijd impact zullen hebben op het dagelijkse leven. Anderzijds omdat er sprake is
van schaarse capaciteit en het organisatorisch niet altijd te realiseren is. Met de
huidige druk op het stelsel, moeten hier in de praktijk continu zorgvuldige afwegingen
gemaakt worden.
Om te doen wat mogelijk is, moeten we zo snel mogelijk de aanbeveling uitvoeren om
de uitgangspunten van de overheid te concretiseren bij het beschermen van personen.
Hiervoor onderzoeken we de (juridische) grondslag van de zorgplicht van de overheid
op basis van bestaande wet- en regelgeving en geleerde lessen in de praktijk, die
onder andere volgen uit de jurisprudentie. Aanvullend worden in de gedachtevorming
ook de inzichten en ervaringen van andere landen meegenomen, die volgen uit het internationaal
vergelijkend onderzoek (zie paragraaf 6, kennis en kwaliteit).
De Commissie Bos adviseert de zorgplicht te expliciteren naar primair het waarborgen
van de fysieke veiligheid, waarbij -ten aanzien van functionarissen die een wezenlijke
rol vervullen in het functioneren van de democratische rechtsorde – als nevendoelstelling
en tot op een aanvaardbaar niveau kan worden gestreefd naar «zoveel mogelijk onbelemmerd
functioneren». Daarmee kiest de Commissie voor een verscherping van een aantal uitgangspunten,
zoals nu beschreven in de Circulaire bewaken en beveiligen4.
Ik kan deze aanbeveling van de Commissie in beginsel begrijpen in de context waarin
dit is geformuleerd, gegeven de grote uitdagingen van het stelsel, de huidige operationele
krapte en de constatering dat de dreiging niet zal afnemen in de komende jaren. Maar
als fundamenteel uitgangspunt moet het streven en de ambitie wat mij betreft breder
zijn. We moeten meer kunnen doen om ervoor te zorgen dat deze cruciale functionarissen
veilig kunnen werken en leven. De komende periode kijken we wat nodig is om dit te
kunnen realiseren.
3. Capaciteit en uitvoering
Momenteel is de druk op de – per definitie schaarse – capaciteit groot en wordt er
veel gevraagd van de operationele organisaties om dit te kunnen blijven organiseren.
De partners in het stelsel moeten zich zo organiseren dat ze steeds met de beschikbare
capaciteit flexibel kunnen omgaan met veranderingen in de dreiging, waarbij de juiste
kwaliteit op het juiste moment wordt ingezet. Om hiernaartoe te werken wordt er breed
naar het capaciteitsvraagstuk gekeken.
Versterking vanuit middelen aanpak georganiseerde criminaliteit
In het kader van het breed offensief tegen de georganiseerde criminaliteit is een
bedrag van 55 miljoen structureel beschikbaar gesteld voor de versterking van de stelsels
bewaken en beveiligen en getuigenbescherming, waarvan 51 miljoen voor eerstgenoemde.
Daarvan is een bedrag van circa 32 miljoen vanaf 2024 voor de versterking van de politie
en een bedrag van circa 5,5 miljoen voor de KMar. Verder is er vanaf 2022 een geoormerkt
budget voor de uitvoering van maatregelen oplopend tot 8 miljoen vanaf 2023. In de
brieven van 18 juni 2020, 8 februari 2021 en 17 november 2021 is uw Kamer geïnformeerd
over de uitwerking en voortgang van deze versterkingen.5 In het debat van 27 januari jl. heb ik uw Kamer toegezegd te informeren over de eerdere
investeringen in de politie in het kader van bewaken en beveiligen (Kamerstuk 29 911, nr. 344). Hieronder vindt u het laatste overzicht.
2021
2022
2023
2024
(BenB) flexibilisering uitvoering politie (flexteams)
6.900.000
13.800.000
13.800.000
13.800.000
(BenB) flexibilisering rijksdomein en hoge dreiging
2.000.000
2.000.000
2.000.000
2.000.000
(BenB) Cameratoezicht
8.000.000
8.000.000
8.000.000
8.000.000
(BenB) Informatievoorziening
3.800.0000
4.300.000
4.800.000
5.000.000
(BenB) Gezagen en maatregelenadvies
1.634.023
2.995.709
3.213.579
3.268.046
Totaal
22.343.023
33.095.709
31.813.579
32.068.046
Voor de uitvoering van bewakings- en beveiligingstaken wordt de politie versterkt
met 120 fte. Hiermee worden in alle regionale eenheden bewaken en beveiligen teams
ingericht, die primair beschikbaar zijn voor de uitvoering van deze taken zoals die
nu door de basiseenheden worden uitgevoerd. In vier regionale eenheden van de politie
zijn de nieuwe teams bewaken en beveiligen operationeel; voor het einde van dit jaar
geldt dit naar verwachting voor alle regionale eenheden. Verder is de informatieorganisatie
van bewaken en beveiligen bij de politie met circa 30 fte versterkt, zowel regionaal
als landelijk. Ook is er 27 fte toegevoegd aan de capaciteit voor maatregelenadviezen
bij de politie. Daarnaast is geïnvesteerd in de capaciteit (circa 90 fte) bij de politie
om 24 uur per dag cameratoezicht te kunnen uitvoeren. Deze capaciteit is reeds een
geruime tijd volledig operationeel.
Om meer differentiatie mogelijkheden in de beveiliging te creëren, is het eskadron
Hoog Risicobeveiliging (HRB) van de KMar aanvullend opgeleid om in grotere mate persoonsbegeleidingstaken
uit te voeren, waarbij zij al een geruime tijd in bijstand aan de politie zorgdragen
voor de beveiliging van bedreigde personen.
Deze beveiligingsconcepten zijn een aanvulling op de uitvoering van persoonsbeveiliging
door de Dienst Koninklijke en Diplomatie Beveiliging (DKDB) van de politie, die deze
al dan niet met bijstand van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) van
de KMar uitvoert. De DKDB heeft een formatie van 394 fte. Er zijn momenteel 48 vacatures
voor de uitvoering van persoonsbeveiligingstaken.6 Om de capaciteit van de DKDB op peil te krijgen, zijn al extra maatregelen genomen
ten behoeve van werving, selectie en opleiding.
In het najaar van 2021 is besloten om een structureel bedrag van 15 miljoen in 2022
oplopend tot 30 miljoen in 2025 aanvullend te investeren voor een capaciteitsimpuls
voor de uitvoering van beveiligingsmaatregelen in het hoogste weerstandsniveau.7
Effectiever en flexibeler benutten van bestaande potentieel
Capaciteitsversterkingen zijn afgelopen jaren al ingezet, zoals ik hierboven heb toegelicht.
De realiteit is echter dat dit alles nog niet voldoende is om de toenemende druk op
het stelsel te verlichten. Zoals aangegeven door de Commissie Bos, zal deze druk naar
verwachting niet verminderen. Op dit moment leunt het stelsel in grote mate op de
flexibiliteit van de uitvoerende organisaties. Daardoor wordt capaciteit uit de basisteams
van de politie onttrokken, omdat het gaat om de uitvoering van een neventaak door
medewerkers in de basispolitiezorg. Dit is geen wenselijke situatie voor de lange
termijn. De ingezette capaciteit moet daarom structureel worden ingericht, deze capaciteit
zal namelijk realistisch gezien nodig blijven. Daarnaast is ook meer specialistische
capaciteit nodig. De komende maanden en het komende jaar zal het ook nog krap zijn.
In dat kader bezie ik nadere voorstellen voor versterking.
Geld alleen is echter niet de enige oplossing. Nieuwe capaciteit kan niet direct geworven,
opgeleid en op zeer korte termijn ingezet worden; dit is een gefaseerd proces. Daarom
gaat de versterking van de capaciteit samen met het effectiever en flexibeler benutten
van het bestaande potentieel, en het zoeken naar duurzame alternatieven – al dan niet
met behulp van technologische middelen – en samenwerking met partijen met raakvlakken
of aanvullende expertises, zoals onder andere private partijen en andere overheidsorganisaties.
Verbreding in te zetten capaciteit
In dat kader worden momenteel in samenwerking met onder andere Defensie nieuwe mogelijkheden
voor samenwerking onderzocht. Zo worden, naast de KMar, ook andere defensieonderdelen
betrokken bij de verkenning om het stelsel te versterken. Defensie levert nu al tijdelijke
militaire bijstand bij hoog risicomomenten voor een specifieke beveiligingstaak, zoals
– sinds 1 maar – voor de beveiliging van de extra beveiligde rechtbank in Amsterdam.
De militairen werken samen met en onder leiding van de Bewakingseenheid van de politie.
In groen tenue en bewapend worden de militairen gekoppeld aan een politie-collega.
Flexibilisering capaciteit en beveiligingsconcepten
Ook wordt gewerkt aan verdere flexibilisering van de capaciteit. Zoals aangegeven
bij brief van 12 november 2021, wordt er gekeken naar standaard (vaste) beveiligingspakketten
voor categorieën te beveiligen personen. De politie en de KMar hanteren een aantal
beveiligingsconcepten dat de basis vormt voor de samen te stellen pakketten. Beide
organisaties brengen deze concepten nu integraal in kaart. Dit is een belangrijke
eerste stap om uiteindelijk – per dreigingsniveau – pakketten vorm te geven, zoals
ook de Commissie Bos aanbeveelt. Het werken met pakketten zorgt voor een meer uniform
en helder uitvoeringskader en leidt tot duidelijkheid en gelijkheid voor een te beveiligen
persoon. Door meerdere pakketten te ontwikkelen kan beter aangesloten worden bij de
specifieke situatie van de te beveiligen persoon. Hoewel er al sprake is van een zekere
flexibiliteit in bestaande beveiligingsconcepten, wordt bezien of deze verder uitgebreid
kan worden.
Verkenning publiek-private samenwerking
Ik heb uw Kamer eerder geïnformeerd dat er ook wordt gekeken welke mogelijkheden er
zijn voor de inzet van private partijen. In dat kader is in samenwerking met de Nederlandse
Veiligheidsbranche en met experts vanuit de private sector geïnventariseerd welke
kansen en mogelijkheden er zijn voor samenwerking. De private partijen geven aan een
breed palet aan diensten te kunnen leveren, waarmee bestaande beveiligingsconcepten
kwalitatief kunnen worden verrijkt.
Mede om die reden sta ik in beginsel positief tegenover de inzet van expertise vanuit
de private sector. De wijze waarop de beveiliging op Schiphol wordt ingevuld, kan
daarbij als goed voorbeeld genoemd worden. Ook in de dagelijkse praktijk van bewaken
en beveiligen wordt thans al op verschillende onderdelen gebruik gemaakt van inzet
van private partijen.
Voorop staat dat de samenwerking betrouwbaar moet zijn (men moet gegarandeerd kunnen
leveren wanneer daarom gevraagd wordt) en onder toezicht en ondersteunend aan de uitvoeringsorganisaties.
Het geweldsmonopolie blijft daarbij altijd bij de overheid liggen. Dit moet zorgvuldig
worden uitgewerkt. In het vervolgtraject wordt daarom samen met experts vanuit de
uitvoerende organisaties nader uitgewerkt op welke wijze een mogelijke samenwerking
concreet kan worden vormgegeven. Hierbij komen dan aspecten aan de orde als juridische
vormgeving, de kwaliteit, opleiding en screening, en de garantie van beschikbare en
gekwalificeerde capaciteit. Deze verdiepende uitwerking is in de zomer afgerond. Op
basis van deze verkenning zal waar mogelijk publiek-private samenwerking worden ingezet,
al dan niet als pilot.
Ontwikkeling innovatieve beveiligingsconcepten en toepassing technologie
Ten slotte wordt geïnvesteerd in het ontwikkelen van nieuwe beveiligingsconcepten,
waarbij ook meer gebruik wordt gemaakt van technologieën. Vanuit de brede aanpak tegen
georganiseerdere criminaliteit, zijn hiervoor vanaf 2022 middelen beschikbaar gesteld.
Eén van de concepten die op basis daarvan wordt ontwikkeld, is het zogenoemde Flexibel
Reactieconcept. Met de inzet van meerdere sensoren (zoals slimme camera’s, geluid-
en gedragsherkenning) kunnen tijdig verdachte handelingen geautomatiseerd worden opgemerkt.
Zo moet het mogelijk worden om bijvoorbeeld «spotters» op te merken, die zich structureel
in de omgeving van een beveiligde locatie begeven.
In dat kader wordt ook gewerkt aan technologische mogelijkheden waardoor de te beveiligen
personen in direct contact kunnen staan met de overheid en zelf ook signalen en zorgen
kunnen melden. Door daarnaast op strategische plekken operationele eenheden te positioneren,
kan de juiste inzet op het juiste moment gepleegd worden.
De politie en KMar vormen een integraal ontwikkelteam dat onder coördinatie van het
Kenniscentrum bewaken en beveiligen dit concept verder ontwikkelt. Elk kwartaal wordt
een tussenproduct of prototype opgeleverd en getest in een experimentele omgeving.
De ontwikkeling en invoering van dergelijke nieuwe (technologische) beveiligingsconcepten
vraagt om zorgvuldigheid. Daarbij wordt scherp gekeken naar het optimaal benutten
van mogelijkheden binnen de juridische kaders, zodat waar mogelijk tussentijdse inzichten
en/of ontwikkelde technologieën al meteen toegepast worden. Als het nodig is, kijken
we naar het aanpassen van wetgeving.
4. Versterken informatiepositie stelsel
De informatiepositie binnen het stelsel is cruciaal. De Commissie Bos constateerde
dat de huidige informatiepositie in toenemende mate niet meer voldoet aan de behoefte
van de praktijk, waarin de dreiging complexer en ongrijpbaarder is geworden. De Commissie
stelt dat de huidige informatiepositie in het stelsel reactief en vraaggericht is
en vindt het voor een toekomstbestendig stelsel nodig dat de informatiepositie een
transitie doormaakt van voorstelbaarheid naar voorspelbaarheid. We zetten een aantal
concrete stappen, die ook door de Commissie zijn aanbevolen:
• Professionaliseren van informatieproducten, werkwijzen, (analyse)methoden en technieken.
• Inrichten van een informatieplatform binnen de politie.
• Koppelen van verschillende informatiestromen.
Als onderdeel van het eerdere versterkingstraject ontwikkelt de politie de intelligencefunctie
door. Zo wordt er gewerkt aan een informatieplatform voor de producten van de centrale
en regionale informatiediensten van politie en de KMar. Hierbij koppelt de politie
de verschillende informatiestromen. Het versterkingsprogramma van de politie kent
ook protocollen om de kwaliteit van de op te leveren producten en technieken te verbeteren
en vast te leggen. Dit traject loopt parallel aan de formatieve uitbreidingen van
het aantal maatregelenadviseurs en het aantal informatieanalisten. Verder zijn binnen
de politie stappen gezet om de coördinatie tussen de processen opsporing, intelligence
en bewaken en beveiligen te versterken. Het doel is proactief te kunnen bepalen of
een bepaald opsporingsproces gevolgen heeft voor de in te zetten capaciteit voor bewaken
en beveiligen en om (dreigings)informatie die relevant is voor bewaken en beveiligen
tijdig te signaleren.
Verder wordt gekeken naar de wettelijke bevoegdheden bij de verzameling van informatie.
De Commissie Bos heeft de aanbeveling gedaan om te onderzoeken in hoeverre de wettelijke
bevoegdheden voor informatieverzameling voor bewaken en beveiligen moeten worden verruimd.
We analyseren welke belemmeringen zich in de praktijk voordoen bij het inrichten van
een goede informatiepositie. Op basis van deze analyse wordt bezien of de ruimte binnen
het huidige juridische kader ten volle wordt benut, of dat verruiming hiervoor noodzakelijk
is. Dit vraagstuk is breder dan bewaken en beveiligen en geldt mogelijk voor meerdere
politietaken. De uitvoering van het juridisch onderzoek wordt daarom ook in dat licht
beschouwd.
5. Perspectief en weerbaarheid van een te beveiligen persoon
Het ondergaan van een beveiligingsregime heeft forse impact op iemands leven. Zoals
ik eerder ook al benadrukte, sta ik pal voor de mensen die met gevaar voor eigen leven
hun taak in de democratische rechtsorde vervullen. Die doorgaan met hun strijd tegen
de criminaliteit, die het nieuws blijven brengen en die hun mening blijven verkondigen.
Het stelsel is bedoeld om dit – ondanks de dreigingen – mogelijk te blijven houden.
Daarom vind ik het cruciaal dat het perspectief van de bedreigde persoon continu betrokken
wordt bij de doorontwikkeling (en toekomstige evaluaties) van het stelsel.
In dat kader heeft in november 2021 een kenniscongres plaatsgevonden waarbij professionals
uit het stelsel en (voormalig) te beveiligen personen met elkaar in gesprek gingen
om van elkaars ervaringen te leren. In verschillende workshops is gezamenlijk gewerkt
aan het ontwikkelen van handvatten om de weerbaarheid (van zowel de bedreigde persoon
als de professional) te verhogen en de onderlinge communicatie te versterken. In het
verlengde van dit kenniscongres wordt een expertsessie georganiseerd om verbeterpunten
door te kunnen voeren.
We moeten meer aandacht besteden aan de impact van beveiliging en de hierbij helpende
communicatie. Functionarissen moeten effectiever kunnen communiceren met te beveiligen
personen. De kwaliteit van de communicatie draagt bij aan het veiligheidsgevoel van
de te beveiligen persoon en creëert draagvlak voor het beveiligingsconcept. Daarom
wordt een multidisciplinaire trainingsmodule ontwikkeld waarin functionarissen gericht
getraind worden in de wijze hoe zij de te beveiligen persoon beter kunnen meenemen
in het infomeren over de dreiging en in het bieden van (na)zorg. Deze module wordt
naar verwachting in voor de zomer opgeleverd.
Verder worden periodiek gesprekken gevoerd met (een representatieve selectie van)
te beveiligen personen om hun inzichten actief te betrekken bij verschillende versterkingsprojecten.
Uiteindelijk zijn dit de mensen voor wie we het doen. Deze gesprekken bieden waardevolle
inzichten om verbeteringen te ontwikkelen die aansluiten bij de dagelijkse leefwereld.
Zo worden zij bijvoorbeeld geconsulteerd bij de ontwikkeling van bovengenoemde trainingsmodule.
Ten slotte wordt op dit moment geïnvesteerd in het weerbaar en bewust maken van nieuwe
functionarissen die een functie gaan bekleden waar het aannemelijk is dat ze op termijn
te maken kunnen krijgen met dreiging en intimidatie. Zo wordt sinds 2020 in het kader
van het breed offensief tegen ondermijnende criminaliteit ingezet op de versterking
van de weerbaarheid van advocaten, officieren van justitie, rechters en journalisten.
In een daartoe ingesteld netwerk komen vertegenwoordigers van deze beroepsgroepen
maandelijks bijeen om kennis, ervaring en handelingsperspectieven te delen en samen
te werken. Er zijn financiële middelen beschikbaar gesteld om weerbaarheidsversterkende
initiatieven te ondernemen, waardoor beroepsgroepen door de overheid in staat worden
gesteld hun eigen weerbaarheid te vergroten en de werkgevers om hun rol op dit terrein
goed te vervullen. Hiermee gaan we door.
6. Kennis en kwaliteit
Versterking kennisfunctie en inrichting wetenschappelijk domein
Het Kenniscentrum – een samenwerkingsverband van experts vanuit de stelselpartners
NCTV, OM, politie en KMar – geeft in overleg met een wetenschappelijke instelling
vorm aan een meerjarig en flexibel werk- en onderzoeksprogramma op het domein bewaken
en beveiligen. Naar verwachting zal dit programma na de zomer starten. Vraagstukken
die leven binnen het stelsel, krijgen hiermee een wetenschappelijke verdieping. Naast
structurele rapportages (zoals trendanalyses en onderzoeken naar dreigingsontwikkelingen
en scenario’s) zal flexibel ingespeeld worden op urgente vraagstukken die dan opspelen.
Er wordt gekeken naar stelselrelevante thema’s die leiden tot het ontsluiten van meer
fundamentele kennis en inzichten zoals de preventie van bedreigingen binnen het lokale
domein, de politiek-bestuurlijke aspecten rond bewaken en beveiligen en de impact
van bewaken en beveiligen op de te beveiligen personen of organisaties. De wetenschappelijke
instelling fungeert als loket naar de wetenschappelijke wereld; voor de uitvoering
van onderzoeken wordt de expertise van verschillende universiteiten en kennisinstellingen
gebruikt. De opgedane kennis wordt breed gedeeld, zodat het vakgebied bewaken en beveiligen
zich verder kan ontwikkelen.
Internationale vergelijking
Aanvullend wordt een internationaal vergelijkend onderzoek uitgevoerd, zoals ook aanbevolen
door de Commissie Bos. Ook in andere landen spelen – soms al vele jaren – vraagstukken
over het omgaan met de veranderingen in de dreiging en het neerzetten van een stevig
stelsel van bewaken en beveiligen. Het is goed om hiervan te leren en opgedane ervaringen
vanuit andere landen te benutten om het stelsel in Nederland toekomstbestendig te
maken.
Het Kenniscentrum en de Politieacademie voeren hiervoor een vergelijkend praktijkonderzoek
uit. Aspecten die in dit onderzoek worden betrokken zijn onder meer de organisatiestructuur
en verantwoordelijkheidsverdeling, de invulling van de zorgplicht, de wijze waarop
dreigingsinschattingen worden gemaakt, ervaringen met publiek-private samenwerking
en de psychosociale (na)zorg voor een te beveiligen persoon en diens naasten. Naar
verwachting is het onderzoek in de zomer gereed. Tussentijds worden relevante inzichten
beschikbaar gesteld, zodat het mogelijk wordt om deze spoedig toe te passen in het
Nederlandse stelsel.
Overige aanbevelingen
In deze brief is verslag gedaan van de eerste tranche aan aanbevelingen die het afgelopen
kwartaal zijn opgepakt. Een aantal aanbevelingen die nu nog niet zijn opgepakt of
waar nog geen concrete resultaten over zijn te melden, komen in een volgende voortgangsbrief
aan de orde. Het gaat hier om zaken die meer tijd kosten en/of afhankelijk zijn van
afronding van de aanbevelingen die in deze brief zijn beschreven. Het gaat daarbij
bijvoorbeeld om het opzetten van een kwaliteitssysteem, het inrichten van een evaluatiefunctie,
het onderzoeken of (en op welke wijze) het mogelijk is om inlichtingen te delen met
het decentraal domein, of om te onderzoeken of het op termijn nodig is om het stelsel
beter wettelijk te verankeren, mede gelet op de impact van de maatregelen. Ook wordt
uitgewerkt wat de gevolgen van statelijke en digitale dreigingen zijn voor het stelsel.
Verder vindt binnen het OM een verkenning plaats naar hoe de afstemming tussen het
stelsel bewaken en beveiligen en het programma getuigenbescherming versterkt kan worden.
Dat heeft al versterking van de onderlinge samenwerking opgeleverd en zal – zodra
de analyse is afgerond – tot verdere verbetering leiden.
Op dit moment voert de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) tevens onderzoek uit naar
de beveiligingssituaties van de broer, de toenmalig advocaat en de vertrouwenspersoon
van de kroongetuige in het Marengo-proces. Het doel van het onderzoek is om hier lessen
uit te trekken voor de toekomst. Dat rapport zal – naar verwachting – ook aanbevelingen
voor het stelsel bewaken en beveiligen bevatten.
Planning en vervolgstappen
De noodzakelijke versterking, versteviging en flexibilisering van het stelsel wordt
met prioriteit door de vele betrokken organisaties en professionals vormgegeven. Er
wordt een groot beroep op hen gedaan. Ik wil ook mijn grote dank uitspreken voor de
inspanningen die zij leveren. Het besef dat er nog vele opgaves liggen is er, maar
met de ingezette trajecten zetten we stap voor stap een toekomstbestendig stelsel
neer. Dit is nodig in de snel veranderende omgeving met vele ontwikkelingen in de
dreiging waarin we ons bevinden. Doorontwikkeling van het stelsel bewaken en beveiligen
blijft daarom urgent en zal de komende jaren nodig blijven.
Het is mijn ambitie om een groot deel van de aanbevelingen van de Commissie Bos na
de zomer te hebben gerealiseerd. De aanbevelingen die meer tijd kosten, zullen dan
in ieder geval in gang zijn gezet. Daarnaast zal de Circulaire met betrekking tot
de bewaking en beveiliging van personen, objecten en diensten (2019) geactualiseerd
worden, zodat de in deze brief beschreven ontwikkelingen ook geborgd worden.8 Ik informeer uw Kamer graag spoedig na het zomerreces over de stand van zaken.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
Bijlage: Samenvatting stand van zaken
Inmiddels gerealiseerd / lopende trajecten
Voor de zomer gerealiseerd
Na de zomer gerealiseerd
Integrale aansturing van het stelsel
• Vierhoek Bewaken en beveiligen (strategisch)
• Strategische agenda doorontwikkeling stelsel
• Inrichting bewaken en beveiligen als hoofdtaak
• Borging rol stelsel-verantwoordelijk bij NCTV
• Bestuurs-secretariaat sturingsstructuur
• Tactisch-strategisch sturingsorgaan ingericht
• Centrale coördinatie stelsel
• Dashboard met sturingsinformatie
• Sturingsmodulen die helpen bij het besluitvormingsproces
• Uitwerking voorstel uniformering besluitvorming
• Pilot van op- en afschalen in decentraal en rijksdomein gestart
• Uniforme werk- en besluitvormings-processen
Concretisering uitgangspunten stelsel bewaken en beveiligen
• (eerste) analyse beleidsruimte zorgplicht
• Verduidelijking uitgangspunten stelsel
• Uitkomsten verkenning beleidsruimte zorgplicht
• Opzet standaard beveiligings-pakketten
• Circulaire bewaken en beveiligen geactualiseerd
Capaciteit en uitvoering
• Vier teams bewaken en beveiligen
• Informatie-organisatie politie versterkt (30 fte.)
• Capaciteit voor cameratoezicht versterkt (90 fte.)
• Werving en selectie DKDB
• HRB inzetbaar gemaakt voor persoons-begeleiding
• Verkenning mogelijkheden PPS met private sector uitgevoerd
• Flexibilisering van bestaande beveiligings-concepten
• Concrete voorstellen voor PPS in beveiligings-concepten
• In alle tien politie-eenheden een team bewaken en beveiligen
• Testen van prototypes nieuwe beveiligings-concepten en technologieën
• (op basis van verkenning) eerste pilots / daar waar mogelijk inzet PPS
Versterken informatiepositie stelsel
• Professionaliseren van informatie-producten, werkwijzen, (analyse)methoden en technieken.
• Inrichten van een informatieplatform binnen de politie
• Koppeling van informatiestromen opsporing, intelligence en bewaken en beveiligen
bij diverse processen
• Mogelijkheden om informatie van de dienst te delen ten behoeve van het decentrale
domein
• Verkenning welke versterkingen en bevoegdheden nodig zijn voor toekomstbestendige
versterking informatieproducten
Perspectief en weerbaarheid van een te beveiligen persoon
• Kenniscongres weerbaarheid TBP
• Versterking weerbaarheid doelgroepen
• Ophalen inzichten TBP’s
• Doorlopende verbinding TBP’s bij meerdere verbetertrajecten
• Trainingsmodule communicatie TBP
• Adviesproduct gereed ten behoeve van versterking betrokkenheid TBP
• Structurele verbinding TBPs geborgd bij verbetertrajecten
Kennis en kwaliteit
• Doorontwikkeling Kenniscentrum bewaken en beveiligen
• Inrichting wetenschappelijke ring domein bewaken en beveiligen
• Tussentijdse inzichten internationale vergelijking
• Meerjarig wetenschappelijk onderzoeksagenda
• Start eerste wetenschappelijke onderzoeken
• Eindrapportage internationale vergelijking
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid