Brief regering : Actieplan Dichterbij dan je denkt - korte termijn aanpak krapte
29 544 Arbeidsmarktbeleid
Nr. 1094 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VOOR ARMOEDEBELEID,
PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 april 2022
Inleiding
«Gesloten vanwege personeelstekort». We zien steeds vaker dit soort aankondigingen
op de deuren van allerlei bedrijven. De krapte op de arbeidsmarkt is voelbaar in bijna
alle sectoren: de bouw, industrie, techniek, onderwijs, zorg, ict, land- en tuinbouw
en handel. Ook volgens de UWV-spanningsindicator is in bijna alle beroepsgroepen momenteel
sprake van krapte1. In het vierde kwartaal van 2021 waren er 105 werklozen per 100 vacatures2. Het kabinet ziet dat krapte op dit moment een groot vraagstuk is.
De krapte op de arbeidsmarkt is problematisch voor werkgevers: het belemmert de bedrijfsvoering
en leidt tot uitstel van leveringen en diensten. Er is ook goed opgeleid en genoeg
personeel nodig om te werken aan maatschappelijke opgaven, transities en de prioriteiten
die het kabinet heeft gesteld. Werkgevers hebben een belangrijke rol bij het verminderen
van personeelstekorten. Goed werkgeverschap is daarbij een van de belangrijke aspecten,
maar ook het aannemen van mensen die extra begeleiding nodig hebben en/of niet voldoen
aan alle vacature-eisen. Voor deze mensen biedt deze tijd van krapte op de arbeidsmarkt
in theorie volop werkkansen. Hoewel er steeds meer mensen aan de slag kunnen, becijfert
het CBS3 dat de doelgroep onbenut arbeidspotentieel nog steeds uit 1,2 miljoen mensen bestaat.
Er zijn nog altijd bijna 700 duizend mensen zonder baan die aangeven te willen werken4 en 500 duizend mensen die aangeven meer uren te willen werken. Een deel van hen komt
er niet tussen op de arbeidsmarkt, zoals de 77 duizend langdurig werklozen. Wij zien
deze tijd van krapte als de uitgelezen mogelijkheid om een grotere beweging van inclusie
te realiseren bij werkgevers en daarmee meer werkkansen te creëren voor mensen die
de afgelopen jaren niet hebben kunnen toetreden tot de ruimere arbeidsmarkt. Om op
korte termijn extra inzet en daarmee matches te realiseren tussen werkgevers en werkzoekenden
uit het onbenut arbeidspotentieel, hebben wij een korte termijn actieplan ontwikkeld
met de titel «Dichterbij dan je denkt»5.
In deze brief lichten wij dit actieplan en de besteding van de € 40 miljoen die hiervoor
is vrijgemaakt uit crisismiddelen6 toe. Daarmee geven wij een eerste invulling aan de motie van het lid Nijboer7. Het actieplan «Dichterbij dan je denkt» is een onderdeel van de bredere aanpak van
de krapte op de arbeidsmarkt, waar in de motie van de leden Paternotte en Pieter Heerma8 om wordt gevraagd. Samen met betrokken collega’s onderzoekt de Minister van SZW mogelijkheden
om:
1. de vraag naar arbeid te verminderen; denk bijvoorbeeld aan arbeidsbesparende technologie
en procesinnovatie;
2. het arbeidsaanbod te vergroten; bijvoorbeeld door mensen te stimuleren om meer uren
te werken en door het arbeidsmarktpotentieel beter te benutten;
3. de match tussen vraag naar en aanbod van arbeid te verbeteren; hierbij kunt u denken
aan het verbeteren van werkzoekenden- en werkgeversdienstverlening, leven lang ontwikkelen
en een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
Voor de zomer delen wij de kabinetsbrede aanpak met uw Kamer. De verdere invulling
van de motie van het lid Nijboer wordt hierin meegenomen. De lessen die we leren uit
«Dichterbij dan je denkt» betrekken we expliciet bij de uitvoering van de bredere
aanpak.
Actieplan «Dichterbij dan je denkt»
Het actieplan «Dichterbij dan je denkt» is een verdere uitwerking van de richtingen
waarover de voormalig Staatssecretaris van SZW uw Kamer9 op 17 december 2021 informeerde10. Deze richtingen hebben wij de afgelopen periode uitgewerkt in afstemming met gemeenten,
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), Vereniging Nederlandse Gemeenten
(VNG), Divosa, Cedris, de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven
(SBB), MBO-Raad, het Ministerie van OCW, sociale partners, de uitzendsector en Start
Foundation.
Dit actieplan is ontwikkeld op basis van de analyse dat er mismatches zijn tussen
waar werkgevers naar zoeken en wat werkzoekenden kunnen bieden, dan wel wat zij verwachten
of inschatten te kunnen bieden. Wij vinden het belangrijk om ons samen met alle partners
in de arbeidsmarktregio’s extra in te zetten om de mismatches in informatie, voorkeuren
én vaardigheden te verkleinen. Daarmee willen we de kansen die de krappe arbeidsmarkt
momenteel biedt voor mensen die nog langs de kant staan zo snel mogelijk benutten.
We zetten met dit actieplan in op het verbeteren van informatievoorziening over de
regionale dienstverlening, het veranderen van zoekgedrag van werkgevers en werkzoekenden
en het vergroten van de vaardigheden van werkzoekenden (middels scholing). Doel van
dit actieplan is om werkgevers en werkzoekenden dichterbij elkaar te brengen, waarmee
we extra mensen die nu langs de kant staan op (parttime) werk of een leerwerktraject
willen matchen. We willen de krapte benutten om meer werkgevers ervaring op te laten
doen met het werven van mensen uit het onbenut arbeidspotentieel en daarmee een cultuur-
en gedragsverandering bij werkgevers creëren ten aanzien van inclusie. Met het actieplan
zetten we ons in voor iedereen die wil en kan werken, maar geen werk heeft en ondersteuning
nodig heeft om de arbeidsmarkt te betreden. Het actieplan bestaat uit vier actielijnen.
Actielijn 1. Een landelijke en regionale campagne, waarin vier wervingsroutes centraal
staan
De kernboodschap van de landelijke en regionale campagne is dat er veel mensen zijn
die willen werken en veel werkgevers zijn die op zoek zijn naar talent, en dat zij
dichterbij elkaar zijn dan soms wordt gedacht. Ook straalt de campagne uit dat de
publieke en private dienstverlening in de arbeidsmarktregio’s «dichterbij is dan je
denkt». Met voorbeelden en praktijkverhalen doen we een appel op werkgevers om vacatures
en baanopeningen anders in te richten. We laten werkgevers zien wat het anders kijken
naar mensen en werk kan opleveren. We ondersteunen werkgevers bij het kiezen voor
een andere invulling van hun baanopeningen, bij het inzetten van alternatieve vormen
van werving (onder andere met behulp van scholing) en bij het open staan voor mensen
uit het onbenut arbeidspotentieel die mogelijk iets meer begeleiding nodig hebben.
Uit recent onderzoek van UWV11 blijkt namelijk dat maar 23% van de werkgevers met moeilijk vervulbare vacatures
de keuze maakt om takenpakketten aan te passen en/of het werk anders in te delen om
iemand aan te kunnen nemen die niet volledig aan de functie-eisen voldoet. Ook inspireren
we met de campagne werkzoekenden12 (waaronder niet-uitkeringsgerechtigden) om de stap naar (parttime) werk of een leerwerktraject
te zetten, om zich verder te ontwikkelen en om te kijken naar een ander beroep, bijvoorbeeld
in een kraptesector.
Met de campagne vergroten we de bekendheid en vindbaarheid van de dienstverlening
in de arbeidsmarktregio’s, van onder andere de werkgeversservicepunten (WSP’s), Regionale
Mobiliteitsteams (RMT’s) en SBB (die leerbanen bij werkgevers ontsluit voor bij- en
omscholing van werkzoekenden via praktijkleren in het mbo13), alsmede MBO-instellingen voor scholingsmogelijkheden en begeleiding. We geven in
de campagne extra aandacht aan vier beproefde wervingsroutes. Dit zijn Open Hiring14, leerwerktrajecten (waaronder praktijkleren in het mbo), jobcarving/functiecreatie15 en innovatieve manieren van matching (o.a. banenmarkten, meet & greets, videopitches,
bustours etc.). Deze routes bieden veel potentie voor het aan werk helpen van de doelgroep
onbenut arbeidspotentieel, maar worden in de praktijk nog relatief weinig gebruikt.
We willen deze routes breder inzetten. Richting werkgevers communiceren we bij deze
routes een overzichtelijk dienstverleningsaanbod.
Actielijn 2. Versterking van de matching in de arbeidsmarktregio’s
We zien dat in de arbeidsmarktregio’s dagelijks al hard wordt gewerkt aan de matching
van werkgevers en werkzoekenden. Daarop aanvullend moedigen we arbeidsmarktregio’s
aan om in samenwerking met alle relevante partijen regionale invulling te geven aan
het actieplan en hun eigen inzet te formuleren op de vier wervingsroutes. Ook kunnen
zij in de eigen regio met inzet van communicatiemiddelen uit de campagne werkgevers
en werkzoekenden uit het onbenut arbeidspotentieel bereiken, bijvoorbeeld via scholen,
buurthuizen, gebedshuizen of sportlocaties. We stellen hiertoe middelen beschikbaar
(zie paragraaf financiering). We kiezen bewust voor het geven van een impuls aan de
bekendheid van bestaande wervingsroutes en dienstverlening, zodat arbeidsmarktregio’s
in staat zijn op korte termijn opschaling van de wervingsroutes te realiseren. Met
wethouders van de centrumgemeenten zullen we een vrijwillige bijeenkomst organiseren
om met hen stil te staan bij de ambities van het actieplan Dichterbij dan je denkt
en de regionale vertaalslag daarvan. Door vrijwillige samenwerking met en tussen de
arbeidsmarktregio’s te faciliteren, kunnen belangrijke lessen uit deze impulsaanpak
worden gedeeld en geleerd.
Actielijn 3. Extra inzet op landelijke matching
Een landelijk team treedt in samenwerking met VNO-NCW/MKB-Nederland en de uitzendbranche
en in afstemming met de landelijke werkgeversservicepunten van UWV en gemeenten en
de SBB in contact met de grote landelijk opererende werkgevers. Dit team ondersteunt
werkgevers bij de invulling van hun baanopeningen en organiseert indien desgewenst
met hen gerichte activiteiten in het kader van de vier wervingsroutes (denk bijvoorbeeld
aan meet & greets, banenmarkten of ondersteuning bij Open Hiring).
Actielijn 4. Impuls aan bestaande trajecten: het bufferbudget & de werkagenda Verdere
Integratie op de Arbeidsmarkt (VIA)
Bufferbudget: in het kader van het project Simpel Switchen in de Participatieketen
verkennen we samen met Divosa het «bufferbudget». Dit is een budget om inkomensschommelingen
bij (parttime) werken vanuit de bijstand op te vangen, zodat mensen niet op maandbasis
onder het sociaal minimum uitkomen. Mensen die naast hun bijstandsuitkering gaan werken
ondervinden vaak financiële onzekerheid en soms zelf achteruitgang in inkomen. Dit
ontstaat doordat het inkomen uit meerdere elementen kan bestaan en gemeenten het inkomen
en de bijstand met elkaar moeten verrekenen. Deze financiële onzekerheid maakt dat
parttime werk vanuit de uitkering voor mensen vaak een lastige stap is om te zetten.
Met de verkenning bufferbudget willen we onderzoeken hoe de onzekerheid veroorzaakt
door het verrekenen van inkomsten met de bijstand verminderd kan worden en (parttime)
werken vanuit de bijstand aantrekkelijker kan worden gemaakt. De uitkomsten van de
verkenning betrekken we bij het wetstraject voor het verbeteren van de Participatiewet.
Werkagenda VIA: van de doelgroep onbenut arbeidspotentieel heeft 35,6% een migratieachtergrond.
In absolute zin gaat dit om zo’n 380.000 personen16. Ook heeft de meerderheid van de personen in de bijstand een migratieachtergrond17. Vanwege onder meer dit potentieel is synergie gezocht tussen het actieplan «Dichterbij
dan je denkt» en de Werkagenda VIA. Met de Werkagenda VIA wordt in partnerschap met
20 landelijke koepelorganisaties, verenigd in de Taskforce Werk & Integratie18, uitvoering gegeven aan activiteiten om arbeidsmarktkansen en -posities van mensen
met een migratieachtergrond structureel te verbeteren. Deze activiteiten bouwen voort
op geleerde lessen uit het programma VIA (2018–2021). Elke organisatie doet binnen
deze Werkagenda mee vanuit eigen motivatie en (financiële) mogelijkheden. Zo wordt
door werkgevers(organisaties) ingezet op het stimuleren van meer culturele diversiteit
op het werk en door onderwijspartijen gewerkt aan het stimuleren van meer kansen op
een eerste stage of baan voor jongeren met een migratieachtergrond. Samen met gemeenten,
UWV en andere stakeholders wordt ingezet op een betere dienstverlening aan mensen
met migratieachtergrond zodat meer mensen uit deze groep naar (vrijwilligers)werk
worden begeleid.
De toenmalig Staatssecretaris van SZW heeft uw Kamer in 2021 samen met de toenmalige
Ministers van OCW geïnformeerd19 over de werkagenda VIA, met toelichting op de rol van het Rijk. Zij gaven destijds
aan dat aanvullende budgettaire dekking aan een volgend kabinet was. Met extra middelen
vanuit het actieplan «Dichterbij dan je denkt» wordt de uitvoering van de activiteiten
van SZW en partners binnen de Werkagenda VIA versneld en worden aanvullende activiteiten
ontplooid. Op die wijze kunnen meer mensen met migratieachtergrond een (betere) positie
op de arbeidsmarkt verwerven. Met de aanvullende middelen wordt ingezet op training
en ontwikkeling van vakmanschap in de uitvoering, op het opzetten en uitrollen van
lerende netwerken, op communicatieactiviteiten richting regio’s, werkgevers en werkzoekenden
uit de doelgroep en op aanvullend onderzoek naar effectieve interventies. In het najaar
informeert de Minister van SZW uw Kamer over de stand van zaken van de uitvoering
van de Werkagenda VIA.
Uitvoering arbeidsmarktregio’s
De ondersteuning van werkgevers en werkzoekenden in het kader van «Dichterbij dan
je denkt» wordt ingebed in de bestaande infrastructuur en samenwerking van gemeenten,
UWV, sociale partners, SBB en onderwijsinstellingen in de arbeidsmarktregio’s, onder
andere via de WSP’s en de RMT’s. Wanneer uit de monitoring van het actieplan blijkt
dat de impuls op de wervingsroutes succesvol is, dan kan deze worden voortgezet binnen
de bestaande dienstverlening van de bij het actieplan betrokken organisaties.
In afstemming met alle betrokken partijen werken wij bovendien aan de uitvoering van
de motie van het lid Maatoug c.s.20 die de regering onder andere oproept om de RMT’s voor alle werkenden, werkzoekenden
en werkgevers beschikbaar te stellen, zodat zij mensen naar een baan in een tekortsector
kunnen begeleiden. Wij staan positief tegenover deze uitbreiding. Hiermee wordt de
inzet van de RMT’s ook mogelijk voor personen die al langere tijd werkloos zijn, en
niet langer uitsluitend voor personen die werkloos zijn geworden of dreigden te worden
vanaf 12 maart 2020. De uitbreiding van de doelgroep van het ontschot budget vraagt
om een wijziging van de Tijdelijke regeling die de aanpak van de RMT’s faciliteert21. De beoogde wijziging ligt bij de uitvoerende partijen voor ter consultatie. We verwachten
uw Kamer hierover spoedig te kunnen informeren. De RMT-aanpak kan voor een brede doelgroep
helpen bij het overbruggen van de mismatch tussen vraag en aanbod door de inzet van
ontschotte dienstverlening. Ook juist voor de doelgroep van dit actieplan.
Financiering22
Voor de uitvoering van dit actieplan stelde het vorige kabinet € 40 miljoen beschikbaar.
Deze middelen zetten wij in ter ondersteuning van de uitvoering van het actieplan.
Tabel 1 bevat een overzicht, gevolgd door een toelichting.
Tabel 1: Besteding middelen korte termijn aanpak krapte
Besteding korte termijn aanpak krapte (in dzn.)
2022
Struct.
Financiering 35 arbeidsmarktregio’s
€ 17.500
0
Subsidie werkgevers (incl. uitvoeringskosten)
€ 17.942
0
Programmakosten, inclusief verkenning bufferbudget
€ 3.758
0
Werkagenda Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt (VIA)
€ 800
0
Totaal
€40.000
0
Financiering 35 arbeidsmarktregio’s
We zijn voornemens € 500.000 per regio (totaal € 17,5 miljoen) te verstrekken aan
de centrumgemeenten van de 35 arbeidsmarktregio’s via een decentralisatie-uitkering
met de septembercirculaire. Hierover vindt nog overleg plaats met de Ministeries van
BZK en Financiën. Deze middelen zetten we, aanvullend op de bestaande budgetten, in
met het doel om de matching tussen werkgevers en werkzoekenden uit het onbenut arbeidspotentieel
te intensiveren, in het licht van de krapte op de arbeidsmarkt. Dit kunnen de arbeidsmarktregio’s
mogelijk doen door dit jaar extra in te zetten op 1) de vier wervingsroutes en bijbehorende
werkgeversdienstverlening en 2) het uitvoeren van communicatie-activiteiten in de
regio, gericht op het bereiken van mensen uit het onbenut arbeidspotentieel en werkgevers
die nog geen gebruik maken van de dienstverlening van de WSP’s. De bestaande budgetten
van gemeenten en UWV zijn voor 2022 immers al gealloceerd. We roepen de regio’s op
om nu al te beginnen, vanwege de actuele kansen die de krappe arbeidsmarkt biedt en
om aan te sluiten op de campagne die in het voorjaar zal starten. De middelen voor
de arbeidsmarktregio’s zijn beleids- en bestedingsvrij, dit creëert ruimte voor regionaal
maatwerk passend bij de regionale arbeidsmarkt en behoeften van werkgevers en werkzoekenden.
Nadeel hiervan is wel dat zicht en controle op waar de middelen aan worden besteed
beperkt is. We vragen regio’s daarom om op basis van vrijwilligheid mee te doen aan
de monitoring van het actieplan, zodat wij kunnen leren van de ervaringen met de extra
inzet op de vier wervingsroutes. Wij waarderen de goede ervaringen die we met vrijwillige
monitoring in regio’s hebben in eerdere trajecten. De opgehaalde lessen gaan we expliciet
gebruiken bij de uitvoering van de bredere aanpak van de krapte.
Subsidie werkgevers
Aanvullend op de campagne «Dichterbij dan je denkt» en de impuls aan de regionale
en landelijke matching, werken wij aan een subsidieregeling voor werkgevers. Daarmee
willen we werkgevers stimuleren om mensen uit het onbenut arbeidspotentieel, die extra
begeleiding nodig kunnen hebben, aan te nemen. De krappe arbeidsmarkt en het bijbehorend
productieverlies stellen werkgevers voor uitdagingen. Dit zou voldoende reden kunnen
zijn voor werkgevers om baanopeningen anders in te vullen, vanuit hun eigen verantwoordelijkheid
voor de bedrijfsvoering. In het licht van de krapte kan een werkgeverssubsidie daarom
overbodig lijken. Wij erkennen dit dilemma. Ervaringen uit het verleden laten echter
zien dat enkel krapte maar in beperkte mate leidt tot ander zoekgedrag. Hoewel de
arbeidsmarkt in de afgelopen jaren meer inclusief is geworden, zien we dat bepaalde
groepen werkzoekenden nog steeds moeilijk toegang tot de arbeidsmarkt krijgen. Met
dit actieplan stimuleren wij werkgevers om te kiezen voor de voor hen minder voor
de hand liggende oplossingen om vacatures in te vullen. Het gewoontegedrag is kandidaten
aannemen die passen op vacatures en die zonder extra begeleiding aan het werk kunnen.
Om dat gewoontegedrag aan te passen en te komen tot cultuurverandering bekijken we
gedurende de periode van het actieplan of een financiële prikkel een stimulerend effect
heeft op werkgevers om mensen uit het onbenut arbeidspotentieel aan te nemen. We grijpen
juist nú het momentum van de krapte aan om meer werkgevers te motiveren tot inclusief
ondernemen, zodat zij in de toekomst vanuit de van hen gevraagde eigen inzet en verantwoordelijkheden,
eerder kiezen om op andere manieren te werven (ook zonder de extra impuls vanuit het
actieplan).
Met die financiële tegemoetkoming spelen we in op de extra kosten die het aannemen
van mensen uit het onbenut arbeidspotentieel met zich mee kunnen brengen. Deze kosten
kunnen werkgevers weerhouden van de gewenste gedragsverandering. Mensen uit het onbenut
arbeidspotentieel hebben namelijk extra aandacht nodig, zeker in de opstartfase. Denk
aan extra scholing na de match, begeleiding/buddy op de werkplek en coaching op de
langere termijn. Met de subsidieregeling komen we werkgevers in deze kosten tegemoet,
als zij een kandidaat via een van de vier wervingsroutes23 hebben aangenomen. Uit de gedragswetenschap weten we dat het voor gedragsverandering
noodzakelijk is dat iemand moet «weten, kunnen en willen». Met de campagne spelen
we in op «weten» en met de subsidieregeling ondersteunen we het «kunnen» voor werkgevers.
De financiële prikkel, in combinatie met de communicatiestrategie, draagt daarnaast
bij aan het «willen».
We verwachten dat positieve ervaringen van werkgevers met het aannemen van mensen
uit het onbenut arbeidspotentieel en de dienstverlening van WSP’s leiden tot minder
vooroordelen over de doelgroep (cultuurverandering) en meer gebruik van de dienstverlening
van de WSP’s (gedragsverandering). Deze werkgevers kunnen bovendien inspiratie zijn
voor andere werkgevers en zo een beweging op gang zetten op lange termijn. Goede ervaringen
van werkgevers gaan we delen in de campagne. We gaan de ervaringen met deze subsidieregeling
en de hiervoor beschreven cultuuromslag monitoren.
We trekken voor deze subsidieregeling € 17.942.000 uit, waarvan deels uitvoeringskosten.
De subsidieregeling zal bestaan uit een bedrag van € 1.500 per plaatsing via één van
de vier wervingsroutes (met een maximum van € 7.500 per werkgever bij vijf plaatsingen
of meer). We voeren momenteel verkennende gesprekken met de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO) over hoe de uitvoering van deze regeling kan worden vormgegeven en
hoe deze in te passen in de portefeuille van de RVO. De komende maanden werken we
de subsidieregeling in afstemming met alle relevante partners verder uit. We streven
ernaar de regeling rond de zomer te publiceren. We onderzoeken de mogelijkheid om
subsidieaanvragen in te dienen voor werkzoekenden die vanaf de start van het actieplan
zijn aangenomen via één van de vier wervingsroutes.
Programmakosten, inclusief verkenning bufferbudget en Werkagenda VIA
€ 3.758.000 wordt benut voor de programmakosten van het actieplan. Dit wordt besteed
aan het ontwikkelen van een campagne en materialen voor de arbeidsmarktregio’s, personele
kosten, uitvoering van landelijke activiteiten, monitoring en de verkenning van het
bufferbudget. € 800.000 wordt benut voor het thema arbeidstoeleiding van de Werkagenda
VIA.
Planning
We merken bij alle partijen veel energie om samen snel aan de slag te gaan. Binnenkort
verzenden wij daarom een brief aan de colleges van B&W van de 35 centrumgemeenten
in de arbeidsmarktregio’s. Daarin geven we toelichting op het actieplan en doen we
de oproep om aan de slag te gaan met een eigen regionale invuling. De regio’s hebben
na verzending van deze brief tijd nodig om de regionale uitvoering van het actieplan
voor te bereiden samen met alle partners (onder andere gemeenten, UWV, leerwerkloketten,
onderwijsinstellingen, SBB, sociale partners, sociaal ontwikkelbedrijven, Start Foundation
en de uitzendbranche). We lanceren het actieplan en de campagne daarom half mei. Vanwege
de intensieve samenwerking die wij de afgelopen maanden hebben gehad met de arbeidsmarktregio’s
Noordoost-Brabant, Midden-Brabant, Flevoland, Groningen, Twente, Rijnmond en Groot-Amsterdam
verwachten wij in die regio’s op korte termijn de eerste activiteiten. De komende
weken benaderen wij bovendien andere regio’s om hen indien gewenst te helpen bij het
uitdenken van plannen.
Dit actieplan loopt tot eind 2022. De brede opbrengsten, kwalitatieve leerervaringen
en inzichten over de doelmatigheid van het actieplan gaan wij uiteraard monitoren.
Wij verwachten u hier in de loop van 2023 over te informeren.
Tot slot
De oorlog in Oekraïne vergroot de kans op een recessie en zal zorgen voor een instroom
van vluchtelingen. Dit kan de krapte verminderen, maar hoe groot het effect zal zijn
is nu nog erg onzeker. In het recent verschenen Centraal Economisch Plan van het CPB
wordt nog steeds gerekend op een aanhoudend krappe arbeidsmarkt. Het kabinet spant
zich samen met gemeenten en andere relevante partners in om ontheemden uit Oekraïne
een opvangplek en de benodigde ondersteuning te bieden, bijvoorbeeld als zij aan het
werk willen gaan. Dat betrekken wij ook binnen de uitvoering van het actieplan «Dichterbij
dan je denkt». De intentie is om de vier wervingsroutes ook in te zetten voor het
matchen van Oekraïense werkzoekenden met werkgevers. Over de bredere inzet voor de
ondersteuning van ontheemden uit Oekraïne informeren wij u binnenkort.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Indieners
-
Indiener
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Medeindiener
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.