Brief regering : Stand van zaken sanctienaleving en handhaving
36 045 Situatie in de Oekraïne
Nr. 61
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 april 2022
Zoals toegezegd in het plenair debat van 31 maart jl. na de speech van de Oekraïense
president Zelenski (Handelingen II 2021/22, nr. 67, debat over de toespraak van de
Oekraïense president) en de toezegging in de brief aan uw Kamer over dit onderwerp
van 1 april (Kamerstuk 36 045, nr. 59), ontvangt u hierbij een brief over de stand van zaken op het gebied van sanctienaleving
en handhaving, mede namens de Minister van Financiën, de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Justitie en Veiligheid,
de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de Minister voor Rechtsbescherming,
de Staatssecretaris van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst) en de Staatssecretaris
van Financiën (Toeslagen en Douane).
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
Stand van zaken sanctienaleving en handhaving
Op 31 maart jl. en op 1 april jl. ontving uw Kamer een uitgebreid overzicht van de
inspanningen t.a.v. sanctienaleving en handhaving. Het kabinet heeft de Kamer goed
verstaan en neemt terechte zorgen over de naleving en handhaving (Kamerstuk 36 045, nrs. 54 en 59) zeer serieus. De uitvoering van het sanctiebeleid is essentieel om de Russische
elite hard te raken in reactie op de Russische agressie in Oekraïne. Daarom zet het
kabinet alles op alles om te zorgen dat we niets missen, binnen de mogelijkheden die
ons ter beschikking staan. Dat is urgent. Het kabinet wil dit voor de korte maar ook
voor de lange termijn goed organiseren. De uitvoering wordt strak getrokken door de
operationele samenwerking te verbeteren onder leiding van de nationaal coördinator
sanctienaleving en handhaving, Stef Blok. Het kabinet werkt aan actieve naleving en
handhaving van sancties die tegen Rusland zijn ingesteld en de Russische personen
en entiteiten die op de sanctielijst staan.
Stand van zaken naleving en handhaving
Sinds de Russische inval en de verschillende EU- sanctiepakketten is op het gebied
sanctienaleving en handhaving al veel gedaan.
Door financiële instellingen en trustkantoren is EUR 516 miljoen aan tegoeden bevroren
en EUR 155 miljoen aan transacties is tegengehouden. We zullen uw Kamer periodiek
blijven informeren over de stand van zaken van ontvangen meldingen. De ministerraad
heeft op 1 april jl. ingestemd met het voorstel van de Minister van Financiën om een
wetsvoorstel voor spoedadvies voor te leggen aan de Raad van State waarin dienstverlening
door trustkantoren gericht op Russische geldstromen wordt verboden. In het wetsvoorstel
is ook een verbod opgenomen om doorstroomvennootschappen aan te bieden en om trustdiensten
te verlenen met betrokkenheid van derde-hoogrisicolanden op witwasgebied of non-coöperatieve landen op belastinggebied. Het kabinet zet nog steeds in op sanctiemaatregelen
op dit onderwerp in Europees verband. Mocht dit niet het gewenste resultaat hebben
dan zal het wetsvoorstel na verwerking van het spoedadvies ingediend worden bij uw
Kamer.
Het Ministerie van IenW heeft vastgesteld dat er in Nederland geen vliegtuigen zijn
van Russen die op de sanctielijst staan. Een vliegtuig staat stil in Nederland vanwege
het luchtvaartverbod. Er zijn ook geen vliegtuigen ingeschreven in Nederland van personen
op de sanctielijsten (bezittingen) voor zover bekend.
In Nederland liggen geen superjachten voor anker, maar ze worden wel in Nederland
gebouwd. De Douane werkt nauw samen met de FIOD, havenautoriteiten en de Kustwacht.
Op dit moment is het beeld dat bij vijf werven in totaal 12 jachten in aanbouw zijn
voor zogenaamde Russische UBO's (ultimate beneficial owners). Vanwege de huidige exportmaatregelen mogen deze vaartuigen op dit moment niet geleverd
worden. De werven zijn hiervan op de hoogte. De eigendomsstructuren van deze jachten
wordt onderzocht. Bij een van deze jachten wordt de relatie met een op de Europese
sanctielijsten genoemde persoon onderzocht, het jacht staat onder toezicht. Betrokken
instanties hebben geen aanwijzingen dat er jachten zijn weggevaren van personen of
entiteiten die op dat moment al op de sanctielijsten stonden.
Het vastgoed van Russische personen en entiteiten in Nederland is bevroren. De notarissen
hebben hier een belangrijke poortwachtersfunctie. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie
(KNB) heeft de notarissen gewezen op hun verantwoordelijkheid hierin. Zij mogen geen
onroerende goederen verkopen, verhandelen of verhypothekeren, en moeten dit controleren.
Met betrekking tot het toezicht op de naleving van de sanctieregelgeving door advocaten
en notarissen wordt in samenwerking met de Minister voor Rechtsbescherming gewerkt
aan een noodzakelijke wettelijke regeling. Hierbij worden de rechtstatelijke uitgangspunten
zoals de wettelijke geheimhoudingsplicht en het onafhankelijk toezicht in acht genomen.
Het Kadaster heeft inmiddels onderzoek gedaan en het eerste resultaat is dat geen
natuurlijke personen op de sanctielijst over vastgoed beschikken in Nederland. Maar
meer onderzoek is nodig want eigendom kan ook achter bepaalde constructies zitten.
Vorige week is daarom geregeld dat de KvK gegevens over de entiteiten van deze natuurlijke
personen mag delen met het Kadaster. Momenteel kijken het Kadaster, de KvK en de Belastingdienst
of via de uitwisseling van informatie entiteiten en natuurlijke personen (ook indirect)
aan elkaar kunnen worden gekoppeld. Dit betreft vaak ingewikkelde constructies. Ook
de FIOD kijkt naar verhuld eigenaarschap. Het kabinet zal uw Kamer hier spoedig een
update over sturen.
De Douane heeft ca. 30.000 containers in doorvoer met bestemming Rusland en Belarus
gestopt en beoordeeld en 49.000 aangiften van vrachtzendingen naar Rusland en Belarus
gecontroleerd. De Douane controleert 100% van de goederen die geraakt worden door
de risicoprofielen. Bij 53 vrachtzendingen is een verdenking dat de sanctiemaatregelen
zijn overtreden. Deze worden nader onderzocht.
In reactie op een vraag van het Lid Dassen, kan uw Kamer worden gemeld dat alle relevante
departementen en uitvoeringsinstanties minstens 1 FTE capaciteit beschikbaar stellen
aan de interdepartementale taakgroep sancties. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken
stelt naast de nationaal coördinator en de projectdirecteur die leiding geeft aan
de taakgroep, 3 FTE beschikbaar ter ondersteuning. Behalve deze capaciteit voor de
taakgroep zijn dagelijks bij de relevante departementen en uitvoeringsinstanties tientallen
FTE belast met de naleving en handhaving van sancties.
Verdere verbeteringen
Voor de korte termijn wordt met de meest betrokken ministeries en uitvoeringsinstanties
actief op zoek gegaan naar bezittingen van gesanctioneerde personen en entiteiten,
voor het geval die gemist mochten zijn bij de toepassing van sanctieprocedures door
financiële instellingen of andere betrokken partijen. Vooralsnog zijn hier geen aanwijzingen
voor. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de sanctieregelingen aangepast om
informatie-uitwisseling mogelijk te maken. Daarnaast wordt op korte termijn bezien
welke overige aanpassingen noodzakelijk zijn voor effectieve handhaving van de sanctieregelingen.
Toezicht en de handhaving van sancties verbeteren we op terreinen waar dit nog niet
(goed) is geregeld. Onder andere voor vastgoed, kunst en erfgoed, het (verborgen)
eigendom van bedrijven en niet-financiële dienstverlening. Het kabinet is in gesprek
met beroepsgroepen en toezichthouders om te horen wat zij tegenkomen in hun werkveld
en welke verbeteringen mogelijk zijn. Indien dit leidt tot verdere wijziging van regelgeving
waar uw Kamer voor nodig is, wordt u hierover via de gebruikelijke procedures geïnformeerd.
Internationale vergelijking
De Europese Commissie zal op zeer korte termijn een overzicht delen over de uitvoering
van de sancties door de lidstaten. Het kabinet pleit ervoor om dit publiek te maken.
Uiteraard zijn de verschillen groot per land en is vergelijken moeilijk. Eerder bleek
al dat van de EUR 23 miljard die door Frankrijk is bevroren er EUR 22 miljard van
één klant is, de Russische centrale bank. In Italië en andere landen aan de Middellandse
zee liggen meer luxe jachten van geliste personen dan in Nederlandse havens. In reactie op het lid Van Dijk informeren we
de Kamer dat Italië EUR 850 miljoen aan bezittingen heeft bevroren. Dit betreft hoofdzakelijk
jachten en onroerende goederen. Het betreft hier bevriezingen in het kader van de
sanctieregelgeving en geen in beslagname waarvoor een strafrechtelijke vordering nodig
is. Tot op heden hebben een groot aantal landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk
en Duitsland, nog geen officiële uitspraken gedaan over de hoogte van het totale aantal
bevroren tegoeden. In een volgende Kamerbrief zullen we zo mogelijk meer informatie
geven over de stand van zaken in andere EU-lidstaten en de rapportage van de Europese
Commissie delen.
Vastgoed
Al eerder is vastgesteld dat geen van de natuurlijke personen op de sanctielijst als
natuurlijk persoon over vastgoed in Nederland beschikken. Vorige week is geregeld
dat de KvK gegevens over de entiteiten van deze natuurlijke personen mag delen met
het Kadaster. De ministeriële regeling die dat mogelijk maakt, is op 4 april jl. gepubliceerd
en met terugwerkende kracht op 1 april jl. in werking getreden. Het Kadaster heeft
in genoemde regeling een grondslag gekregen om in de registers een aantekening te
zetten bij registergoederen (waaronder onroerende goederen) van personen en entiteiten
op de sanctielijst. Daarmee wordt voor een ieder inzichtelijk bij het raadplegen van
de registers welke registergoederen door de sancties bevroren zijn. Hierdoor wordt
het voor de gebruiker van die gegevens, net als voor bijvoorbeeld de notaris, direct
duidelijk dat niet mag worden meegewerkt aan een transactie ten aanzien van dat registergoed.
Afgelopen weekend is door het Kadaster vastgesteld of entiteiten die in KvK gekoppeld
zijn aan natuurlijke personen op de sanctielijst vastgoed bezitten. Dit heeft vooralsnog
geen concrete gevallen opgeleverd. Momenteel maken het Kadaster en de KvK een verdiepingsslag
op de beschikbare informatie. Afgelopen weekend is verder gewerkt aan de uitwisseling
van informatie tussen ook andere overheidsorganisaties (bijvoorbeeld Belastingdienst,
FIOD) en het Kadaster om entiteiten en natuurlijke personen (ook indirect) aan elkaar
te kunnen koppelen. Ook daar met het oogmerk om vastgoed te traceren, mede omdat er
sprake kan zijn van ingewikkelde constructies.
Luchtvaart
Nederland
Zoals aan uw Kamer medegedeeld per brief1 is per 27 februari het Nederlandse luchtruim gesloten voor Russische vliegtuigen.
Dit was nog vooruitlopend op de EU-sanctiemaatregel van 28 februari om het Europese
luchtruim te sluiten.
Op dit moment staat als gevolg van dit luchtvaartverbod één Russisch vliegtuig van
Aeroflot op Schiphol. Ook wordt in Nederland geen onderhoud meer uitgevoerd aan Russische
vliegtuigen. Tevens bevinden zich hier op dit moment geen vliegtuigen van Russische
oligarchen die op de sanctielijst staan, noch dat er in het Nederlandse register vliegtuigen
met een Russische eigenaar of houder ingeschreven staan.
Caribische delen Koninkrijk
Volgens de informatie waar het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over beschikt
bevinden zich op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (de BES-eilanden) geen vliegtuigen
die gelinkt kunnen worden aan de personen en/of entiteiten op de sanctielijst. Van
de BES-eilanden is het luchtruim per 27 februari 2022 gesloten voor Russische luchtvaartuigen.
Begin maart 2022 hebben Curaçao, Aruba en Sint Maarten (de CAS – landen) een vliegverbod
voor Russische vliegtuigen ingesteld en het luchtruim gesloten voor deze vliegtuigen,
gelijkend op de Europese sancties.
Met betrekking tot de CAS-eilanden hebben het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
noch het Ministerie van Buitenlandse Zaken juridische bevoegdheden. Daarom is er enkel
collegiaal contact geweest met de diverse stakeholders. Curaçao en Sint Maarten beschikken
over een relatief klein gezamenlijk luchtvaartuigenregister (ongeveer 25 vliegtuigen).
De vliegtuigen worden met name gebruikt voor vliegverkeer tussen de Caribische delen
van het koninkrijk. De vliegtuigen die in het register van Curaçao en Sint Maarten
zijn ingeschreven, hebben geen Russische eigenaar of houder.
Het Arubaanse Ministerie van Transport heeft gekeken naar negen vliegtuigen die in
hun luchtvaartuigenregister geregistreerd staan waar een mogelijk verband is met Rusland.
Geen van de vliegtuigen bevindt zich in Aruba. Er zijn maatregelen genomen ten aanzien
van zes vliegtuigen terwijl nader onderzoek wordt gedaan naar drie toestellen. Aan
twee vliegtuigen die geen Russische eigenaar hebben, maar die zich ten tijde van het
instellen van de maatregelen in Rusland bevonden is een vliegverbod opgelegd in verband
met de vliegveiligheid. Een ander vliegtuig dat zich ook in Rusland bevindt en wel
een Russische eigenaar heeft (die overigens niet op de EU sanctielijsten staat) heeft
om diezelfde reden een vliegverbod gekregen. Tenslotte zijn twee andere in Rusland
verblijvende vliegtuigen die eigendom zijn van niet door de EU gesanctioneerde Russische
eigenaren ambtshalve uit het register verwijderd omdat de eigenaren hebben aangegeven
niet de intentie te hebben het toestel fysiek uit Rusland te willen verwijderen in
de nabije toekomst.
Scheepvaart
Toezicht op luxe jachten
In het kader van het toezicht op luxe jachten is er vanuit de Douane een werkgroep
jachten opgericht, waarin ook nauw wordt samengewerkt met zowel de FIOD als de Kustwacht.
Het Team precursoren, oorsprong, strategische goederen, sanctiewetgeving (POSS) coördineert
de werkgroep. De werkgroep heeft op dit moment 15 werven en vijf handelaren in luxe-
of superjachten in beeld waar extra onderzoek plaatsvindt. Alle werven zijn ondertussen
bezocht en voorgelicht over de geldende sanctiemaatregelen.
Op dit moment is het beeld dat er bij vijf van de werven in totaal 12 jachten in aanbouw
zijn voor zogenaamde Russische UBO's (ultimate beneficial owners). Dit zijn geen personen die als zodanig voorkomen op de Europese sanctielijsten,
maar gezien de huidige maatregelen mogen deze vaartuigen op dit moment niet geleverd,
overgedragen of uitgevoerd worden. De werven zijn hiervan op de hoogte gebracht. De
eigendomsstructuren van deze jachten wordt verder onderzocht. Een van deze jachten
nadert voltooiing. Onder douanetoezicht heeft 2 april jl. de eerste proefvaart plaatsgevonden.
Daarnaast liggen er twee jachten voor onderhoud bij Nederlandse werven die onder verscherpt
douanetoezicht zijn geplaatst. Ook deze werven zijn gewezen op de beperkingen. Van
één van deze jachten wordt de relatie met een op de Europese sanctielijsten genoemde
persoon onderzocht. Het tweede jacht is waarschijnlijk niet van een Russische of Belarussische
eigenaar, maar er geldt wel een verbod op leveren van diensten aan jachten zonder
vergunning. Tevens is bekend dat één werf onderhoud had gepland voor een eerder aan
een Russische UBO geleverd jacht. Ook deze werf is geïnformeerd en heeft naar aanleiding
daarvan het onderhoud geannuleerd.
Caribische delen Koninkrijk
Navraag bij de BES-eilanden leert dat op dit moment geen schepen van personen of entiteiten
op de sanctielijst in de havens en/of wateren van respectievelijk Bonaire, St. Eustatius
en Saba verblijven. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft een handelingsperspectief
verzonden naar de havenmeesters op de BES-eilanden waarmee zij schepen uit de havens
kunnen weren. Er is proactief contact met de havenmeesters van de BES-eilanden die
als zodanig vallen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat.
De CAS landen zijn zelf verantwoordelijk voor de naleving van de sancties. Er wordt
op collegiale basis proactief informatie uitgewisseld, bijvoorbeeld over het eigenaarschap
van bepaalde schepen die naar de havens (willen) komen. Dit zal de komende weken worden
uitgebreid. Tijdens bijeenkomsten van de Koninkrijks- Maritieme Administratie is eind
maart in Willemstad (Curaçao) hierover gesproken met de verantwoordelijke autoriteiten
genoemd in de brief van 31 maart jl.22 Op dit moment zijn er geen schepen van personen of entiteiten op de sanctielijst
die in de havens en/of wateren van respectievelijk Aruba, Curaçao of St. Maarten verblijven.
Douane
In onder meer de brief van 31 maart jl. het kabinet uw Kamer geïnformeerd over de
bijdrage van de Douane aan het sanctiebeleid. Het kabinet zal hieronder een nadere
toelichting geven op een aantal van de Douane-activiteiten in het toezicht op invoer-,
uitvoer- en doorvoerrestricties van alle gesanctioneerde goederen, diensten en technologie.
Voorlichting bedrijfsleven
Er is bij het uitbreken van de oorlog een speciaal sanctieloket ingericht bij RVO
dat dient als centraal loket voor alle vragen van het bedrijfsleven over de sanctiemaatregelen.
Veel vragen die betrekking hebben op de Douane worden daar nu – in goed overleg met
de Douane – beantwoord. De afgelopen weken maakten circa 60 tot 70 bedrijven dagelijks
gebruik van deze mogelijkheid. Als vragen iets ingewikkelder te beantwoorden zijn,
kunnen deze doorgeleid worden naar Douane Telefoon, maar dat komt in de praktijk op
dit moment nog nauwelijks voor. De informatie over sanctiemaatregelen kan ook vergaande
gevolgen hebben voor de investeringsbeslissingen van bedrijven. Daarom is de Douane
24/7 bereikbaar om bedrijven zo goed mogelijk van de gewenste informatie te voorzien.
Overigens worden daarvoor uiteraard ook de reguliere overlegmomenten met vertegenwoordigers
van het bedrijfsleven en hun koepels gebruikt.
Toezicht op strategische goederen
De Centrale Dienst In & Uitvoer (CDIU) van de Douane is verantwoordelijk voor invoer
en uitvoer van zogenaamde strategische goederen en diensten en geeft hierover voorlichting
aan het bedrijfsleven. Ook de CDIU ontvangt dagelijks rechtstreeks tientallen telefoontjes
en e-mail van bedrijven met vragen over de sancties. Daarnaast geeft de CDIU exportvergunningen
af voor goederen zoals wapens, munitie, goederen voor tweeërlei gebruik (dual-use
goederen) en cultuurgoederen. De Dienst doet dit in nauw overleg met zijn opdrachtgever,
het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarmee is de CDIU een belangrijke spil in
het toezicht op de uitvoering van de sancties.
De CDIU beoordeelt de sanctiegoederen, de transactie en doet een check op de eindgebruiker.
Bij vrachtzendingen waarover twijfel bestaat, stemt de CDIU af met het Ministerie
van Buitenlandse zaken. Wanneer de eindbeoordeling is dat er inderdaad sprake is van
een vermoedelijke overtreding op de sanctiewetgeving draagt de Dienst de zaak over
aan een gespecialiseerd team binnen de Douane, Team Precursoren, Strategische goederen
en Sanctiewetgeving (POSS). Dit team kan een bedrijf een waarschuwing opleggen, waarmee
het bedrijf dan direct onder verscherpt toezicht staat. Verder werkt dit team samen
met het Openbaar Ministerie bij een eventuele strafrechtelijke vervolging.
Toezicht op vracht
Er zijn sinds de oorlog ruim 49.000 aangiften van vrachtzendingen naar Rusland en
Belarus gecontroleerd. De Douane controleert 100% van de goederen die raken aan de
risicoprofielen die vanwege de sancties zijn ingesteld. Dit heeft vooralsnog geresulteerd
in ca. 3.300 fysieke controles of controles van de papieren voor in- of uitvoer. Bij
53 vrachtzendingen (peildatum 4 april jl.) is een verdenking dat de sanctiemaatregelen
zijn overtreden. Net als bij het toezicht op strategische goederen, beoordeelt de
CDIU documentatie van deze goederen, de transactie en doet een check op de eindgebruiker.
Bij vrachtzendingen waarover twijfel bestaat, stemt de CDIU vervolgens ook hier af
met het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Vervolgens wordt de zaak overgedragen naar
het eerde genoemde team POSS binnen de Douane.
Bij 15 van de bovengenoemde 53 zendingen zijn de goederen alsnog vrijgegeven en mochten
hun weg vervolgen. Het ging bijvoorbeeld om ladingen hout die vanuit Rusland op weg
waren naar België. Van negen zendingen is na afgerond onderzoek vastgesteld dat deze
goederen de opgegeven bestemming niet mogen volgen. Het gaat om onder meer onderdelen
voor dieselmotoren, spullen voor de olie-industrie en cryptografiegoederen (databeveiliging).
Deze goederen gaan retour naar de exporteur en dus niet naar de oorspronkelijk opgegeven
bestemming. Het kan zijn dat de Douane in een later stadium een nacontrole uitvoert
bij deze bedrijven om vast te stellen of deze goederen niet alsnog via een andere
weg naar Rusland of Belarus zijn vervoerd. Bij de overige zendingen loopt het onderzoek
nog.
Een belangrijk deel van de controles betreft het toezicht op containers. In de haven
van Rotterdam zijn sinds de eerste sancties bijna 30.000 containers in doorvoer met
bestemming Rusland/Belarus gestopt en beoordeeld om vast te stellen of ze onder de
sanctiemaatregelen vallen. Daarvan gaat het bij ca. 5.500 containers ook om de vraag
of er mogelijk luxegoederen in zitten met een waardegrens van EUR 300,– per artikel.
Is dat het geval, dan mogen deze goederen niet richting Rusland/Belarus. Op dit moment
zijn er nog ca. 2.100 gestopte containers in behandeling bij de Douane omdat informatie
ontbreekt. Dat kan bijvoorbeeld gaan om informatie over de vracht, de eindgebruiker
of over de bestemming.
Duidelijk is in ieder geval dat de handel met Rusland afneemt. Zo heeft de Douane
afgelopen week ca. 750 aangiftes op Rusland verwerkt, tegen meer dan 40.000 per week
net voor de oorlog. Vanwege het sluiten van het luchtruim droogt ook het aangiftevolume
van goederen naar Rusland via de lucht op. De afgelopen twee weken ging het vanuit
douane-perspectief om minder dan 50 aangiften. Het is wel de verwachting dat deze
goederenstroom op termijn weer gaat toenemen.
Naast controle op aangiften van vrachtzendingen vanuit Rusland en Belarus is er ook
extra aandacht van de Douane op goederen naar de zogenaamde uitwijklanden. Dit zijn
landen die grenzen aan Rusland en Belarus. Het risico bestaat immers dat via deze
landen alsnog goederen die onder het sanctieregime vallen in Rusland of Belarus op
de markt worden gebracht. Ook voor deze landen heeft de Douane specifieke risicoprofielen
en controles ingesteld, net als op Rusland en Belarus.
Wijziging art. 43c
Uw Kamer heeft op 24 maart jl. een motie van het lid Omtzigt c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1793) aangenomen waarin het kabinet wordt opgeroepen om alle beschikbare fiscale gegevens,
inclusief APA en ATR, binnen 48 uur beschikbaar te stellen voor alle autoriteiten
in Nederland die toezicht houden op de naleving van de sancties (Handelingen II 2021/22,
nr. 64, Stemmingen). De Belastingdienst is hard aan de slag om informatie-uitwisseling
voor elkaar te krijgen. Daarbij deden zich drie complicerende factoren voor: de geheimhoudingsplicht
van artikel 67 Algemene Wet inzake rijksbelastingen (AWR), een deugdelijke rechtsgrond
in het kader van de Algemene Verordening Gegevensverwerking (AVG) om met andere autoriteiten
te mogen uitwisselen, en het feit dat de Belastingdienst nauwelijks relevante actuele
informatie heeft die snel op te leveren is. Er is en wordt hard gewerkt om de eerste
twee hobbels weg te nemen.
Allereerst is namens de Staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst reeds
op 25 maart jl. ontheffing verleend van de geheimhoudingsplicht van artikel 67 van
de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990. Deze geheimhoudingsplicht
staat dus niet langer aan de verstrekking in de weg. De Belastingdienst kan namelijk
op grond van deze ontheffing desgevraagd informatie verstrekken aan de bevoegde autoriteiten
voor zover relevant voor de uitvoering van de sanctiewet.
In aanvulling hierop wordt nu gewerkt aan een wijziging van artikel 43c van de Uitvoeringsregeling
AWR. Op deze manier willen wij de grondslag voor het delen van fiscale gegevens ten
behoeve de uitvoering van Verordening (EU) 269/2014 verduidelijken, door aan te geven
aan welke instanties de Belastingdienst gegevens kan leveren. Deze wijziging zal zo
spoedig mogelijk voor advies worden aangeboden bij de Autoriteit Persoonsgegevens,
waarbij wij zullen vragen om een spoedadvies.
Belastingdienst & FIOD
In onder meer de brief van 1 april jl. (Kamerstuk 36 045, nr. 59) heeft het kabinet u geïnformeerd over de bijdrage van de Belastingdienst aan het
sanctiebeleid. De uitbetaling aan- en verrekening met vorderingen van gesanctioneerden
wordt onmiddellijk na validatie stopgezet. De uitwisseling van informatie met Rusland
is stopgezet. Van de personen die op de EU-sanctielijst staan is gekeken of zij voorkomen
in de systemen van de Belastingdienst; om dit geheel sluitend te maken wordt dit nu
ook nog handmatig gecontroleerd op juistheid.
Voor de rulings is de eerste beoordeling van de 3.400 van de rulings (APA’s en ATR’s) afgerond. Om te voorkomen dat ten onrechte sancties worden opgelegd,
vindt nu handmatig een (verdiepings)analyse plaats om tot een eindbeoordeling te kunnen
komen. Na de eindbeoordeling zal de informatie aan de relevante autoriteiten worden
verstrekt. Het is van belang om op te merken dat rulings over het algemeen geen informatie bevatten over (overige) bezittingen van UBO’s.
Wel bevatten ze mogelijk informatie over de activiteiten van de Nederlandse vennootschappen
De FIOD is op zijn taakgebieden uitsluitend verantwoordelijk voor de strafrechtelijke
handhaving van overtredingen van de sanctiewet. Door de FIOD is nog geen beslag gelegd
op andere dan de hierna genoemde goederen die onder de sanctiemaatregelen vallen.
Wel heeft de FIOD EUR 137 miljoen in beslag genomen van banktegoeden die niet waren
bevroren en mogelijk gebruikt zouden worden bij overtredingen van de Sanctiewet. De
FIOD werkt pro- en reactief in het achterhalen van mogelijke schendingen. In zijn
aanpak onderkent de FIOD vier hoofdlijnen:
1. Vaststellen van de informatiepositie: informatie en signalen over mogelijke overtredingen van de Sanctiewet zijn en worden
vrijwel onmiddellijk na het instellen van de sancties verzameld binnen de FIOD en
worden door verschillende gespecialiseerde teams, waaronder het Anti Money Laundering
Center (AMLC, het Financial Advanced Cyber Team (FACT) en het Team Criminele Inlichtingen
(TCI) gebruikt om de informatie positie te verbeteren. Alle signalen worden verzameld
en bewaard in de opsporingssystemen van de FIOD.
2. Snelle interventie: in de huidige fase wordt gekozen voor een snelle interventie. Bij een mogelijke overtreding
van de sancties wordt strafrechtelijk beslag gelegd om ontduiking te voorkomen en
wordt er een strafrechtelijk onderzoek ingesteld onder leiding van het Openbaar Ministerie.
3. Inventarisatie van FIOD-onderzoeken: Er is een inventarisatie gemaakt van onderzoeken van de FIOD met een mogelijke link
naar personen en entiteiten genoemd op de lijsten van de Rusland-sancties. Dit overzicht
wordt met gebruik van informatie door diverse teams (zie onder punt 1) nader geanalyseerd.
4. Preventie: Op verzoek van een toezichthouder kan de FIOD op de naleving van het toezicht van
de sanctiewetgeving bijstand verlenen. Zo heeft de FIOD de Douane ondersteund bij
uitvoering van de werkzaamheden van de Werkgroep Jachten.
Tot slot
Het kabinet benadrukt dat de naleving en handhaving van de sancties van groot belang
is. Er zijn op dit moment geen concrete aanwijzingen dat er grootschalig bezit wordt
gemist. Desondanks is het kabinet op korte termijn actief op zoek naar bezit en worden
maatregelen genomen die de naleving en handhaving kunnen verbeteren. Voor de langere
termijn kijkt het kabinet ook waar wet- en regelgeving moet worden gewijzigd voor
dit doel. Het kabinet zal regelmatig een update sturen aan uw Kamer over de voortgang.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken