Brief regering : Uitvoering sociale zekerheid
26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Nr. 669 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VOOR ARMOEDEBELEID,
PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 april 2022
Zoals toegezegd komen de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister
voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen voorafgaand aan het commissiedebat
Uitvoering van de sociale zekerheid op 6 april aanstaande, terug op de nog niet beantwoorde
vragen over de uitvoering uit het hoofdlijnendebat op 17 februari jl. (Kamerstuk 35 925 XV, nr. 108) Daarnaast wordt uw Kamer hierbij geïnformeerd over de ontwikkelingen op het gebied
van ketensturing en het gebruik van risicomodellen door de Landelijke Stuurgroep Interventieteams
(LSI). Binnen de LSI werken ketenpartners samen om oneigenlijk gebruik en misbruik
van uitkeringen en toeslagen op het gebied van sociale zekerheid en daarmee samenhangende
misstanden te voorkomen en terug te dringen.
Beantwoording openstaande vragen hoofdlijnendebat
In het hoofdlijnendebat vroeg het lid Van Kent (SP) hoe ingezet wordt op het verbeteren
van de dienstverlening van het UWV. In het coalitieakkoord is aangegeven dat we werken
aan een overheid die betrouwbaar, dienstbaar, dichtbij en rechtvaardig is. (Kamerstuk
35 788, nr. 77) Dit biedt mogelijkheden om tot belangrijke veranderingen te komen in de dienstverlening
van UWV voor mensen voor wie UWV werkt. Het rapport van de SP over de dienstverlening
van UWV schetste veel gevallen waar die dienstverlening nog niet goed is en waar mensen
in de knel komen. Alhoewel er hard gewerkt wordt aan de dienstverlening en er extra
middelen worden ingezet, is het de realiteit dat het ook mis kan gaan in de uitvoering.
UWV zet nu met behulp van extra financiering grote stappen in de verbetering van haar
dienstverlening om de menselijke maat daarin meer mee te nemen. De dienstverleningsvisie
2021–2025 «ruimte voor menselijke maat in dienstverlening» biedt daarvoor de kaders.
UWV neemt daarbij de signalen van de SP mee.
Het lid Maatoug (GL) vroeg tijdens het hoofdlijnendebat op welke wijze handhaving
in de praktijk wordt gebracht. Het uitgangspunt van de Handhavingskoers 2022–2025
is dat burgers en bedrijven zich aan de regels houden en vanuit vertrouwen daarop
worden benaderd.
De focus van het handhavingsbeleid begint bij preventie als onderdeel van dienstverlening,
met als beleidsmatig vertrekpunt de wens om beter te begrijpen waarom mensen fouten
of vergissingen maken en om naleving te stimuleren bij die groep die wel wil naleven,
maar dat om verschillende redenen nog niet doet. Duidelijke communicatie en begrijpelijke
regelgeving kunnen daarbij helpen. Zo tekent zich een instrumentarium van preventie,
terugvordering en sanctionering af dat voldoende ruimte biedt om in de uitvoering
proportioneel en evenwichtig te reageren. Zoals eerder aangekondigd in mijn brief
van 23 november 2021, werken wij op dit moment aan een herijking van dit handhavingsinstrumentarium
in de sociale zekerheid. Daarbij staat versterking van het voorkomen van fouten en
vergissingen centraal. Daar waar handhavend optreden aan de orde is, moet het instrumentarium
leiden tot een passende reactie in evenwicht met de ernst van de gedraging, de mate
van verwijtbaarheid en de persoonlijke omstandigheden. De menselijke maat dient hierbij
centraal te staan. Wij verwachten dat het handhavingsbeleid op deze manier meer in
balans komt.
Kamerlid Van Baarle (DENK) vroeg of de SZW-uitvoering kan worden doorgelicht op discriminatie.
Op 6 juli 2021 is aan uw Kamer de inventarisatie nationaliteit SZW aangeboden. Met
deze inventarisatie is het gebruik van nationaliteit en andere afkomst gerelateerde
indicatoren in de sociale zekerheid in wetgeving, registraties en risicomodellen in
beeld gebracht. Ook UWV, de SVB en gemeenten hebben daartoe in kaart gebracht op welke
wijze zij deze indicatoren gebruiken in de uitvoering. De conclusie van deze inventarisatie
is dat er in registraties en toezicht bij de uitvoering geen sprake is van een ongeoorloofd
onderscheid op nationaliteit of etniciteit (discriminatie). Graag verwijs ik u voor
de stukken naar de Kamerbrief inventarisatie nationaliteit en de inventarisaties van
de uitvoering die ik bij de Stand van de uitvoering op 6 juli 2021 aan uw Kamer heb
aangeboden1
Ketensturing
Rond maatschappelijke vraagstukken en beleidsopgaven werkt SZW met verschillende (uitvoerings-
en private) organisaties in ketenverband samen. Deze ketens zijn veelal over ministeries,
uitvoeringsorganisaties en gemeenten heen georganiseerd, waardoor vanuit verschillende
hoeken invloed wordt uitgeoefend op het realiseren van deze maatschappelijke opgaven
en beleidsopgaven. Ketensamenwerking is een belangrijk onderdeel van de uitvoering
van beleid. Dit is bijvoorbeeld terug te zien in de diensten en producten van het
Inlichtingenbureau. Zo levert het Inlichtingenbureau de informatiegegevens over werk
en inkomen waarmee gemeenten inzicht krijgen in welke jongeren mogelijk begeleiding
naar school of werk kunnen gebruiken. Dit draagt bij aan het behalen van beleidsdoelen
zoals het tegengaan van voortijdig schoolverlaten en armoedebestrijding.
Het werken in een keten is complex, vraagt veel van de samenwerking tussen ketenpartners
en het werken aan een eenduidig gezamenlijk doel. Daarbij staat een keten niet op
zichzelf en nemen de afhankelijkheden tussen ketens en organisaties toe. Omdat verschillende
beleidsopdrachten impact hebben op dezelfde domeinen is het van belang om meer zicht
te krijgen op de samenhang tussen beleidsopdrachten. De uitdaging hierbij is om beleidstrajecten
tijdig te realiseren én om op de lange termijn wetgeving, besturing en uitvoering
beheersbaar en wendbaar te houden. Binnen SZW is verkend hoe de effectiviteit van
ketensturing kan worden vergroot en ketensamenwerking gestimuleerd. In 2021 zijn een
drietal ketens binnen het domein van sociale zekerheid – de loonaangifteketen, de
schuldenketen en de SUWI-keten – verkend op succesfactoren en knelpunten. Dit heeft
geleid tot inzichten2 in het sturen op, inrichten van en omgaan met ketens en netwerken van meerdere ketens.
In 2022 worden vervolgstappen gezet rondom governance, ketensturing en ketenarchitectuur.
Zo wordt in kaart gebracht welke afhankelijkheden er tussen ketens zijn en wat het
vraagt van de sturing en samenwerking om maatschappelijke opgaven gezamenlijk te realiseren.
Risicomodel Landelijke Stuurgroep Interventieteams (LSI)
Tot februari 2020 kon de LSI binnen haar projecten gebruik maken van het Systeem Risico
Indicatie (SyRI). Het instrument SyRI was bedoeld om misbruik van uitkeringen, arbeidswetten,
toeslagen en belastingen op te sporen. Zoals u weet, is op 5 februari 2020 het gebruik
van SyRI stopgezet, naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank Den Haag3. Volgens de rechter bood het instrument te weinig waarborgen om de privacy van mensen
te beschermen. Toenmalig Staatssecretaris Van Ark liet na die rechterlijke uitspraak
weten te gaan verkennen of er een nieuw risicomodel voor de LSI ontwikkeld zou moeten
worden4.
Tijdens de verkenning is gesproken met de vroegere gebruikers van SyRI, de leden van
de LSI. Op dit moment zien zij geen noodzaak voor een nieuw risicomodel. De toegevoegde
waarde van een dergelijk systeem is onvoldoende onderbouwd. Op basis van deze verkennende
gesprekken is daarom besloten dat er geen nieuw risicomodel voor de LSI ontwikkeld
zal worden. Voor de volledigheid merk ik nog op dat de verwerking van gegevens in
SyRI niet heeft geleid tot nader onderzoek of handhaving door deelnemende partijen.
Ook zijn alle gegevens die in SyRI verwerkt zijn, conform de wettelijke bewaartermijnen
vernietigd.
Wij hopen u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben om op 6 april het debat over
de uitvoering goed te kunnen voeren.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen