Brief regering : 21e Voortgangsrapportage Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma
32 698 Hoogwaterbeschermingsprogramma
Nr. 66 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 april 2022
Hierbij bied ik u de 21e Voortgangsrapportage (VGR21) van het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)
aan1. De rapportage bestrijkt de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021.
In het HWBP-2 werken de waterschappen en Rijkswaterstaat samen aan de waterveiligheid
rekening houdend met de inpassing van de primaire dijk- en kustverbeteringen in de
omgeving.
Al meer dan 1.000 jaar worden dijken ingezet om Nederland droog te houden. Dijken
zijn de dragers van ons landschap, bodemdaling en klimaatverandering hebben grote
invloed op de Nederlandse Delta en het dijkenstelsel. Het aanleggen, versterken en
onderhouden van dijken is daarom nooit klaar. Het HWBP-2 bevindt zich in een afrondende
fase. Nieuwe projecten vallen niet meer onder het HWBP-2, maar onder het Hoogwaterbeschermingsprogramma
(HWBP).
Samenvatting wijzigingen ten opzichte van de 20e Voortgangsrapportage (Kamerstuk 32 698, nr. 61)
Planning
Zoals eerder is verantwoord voldoen 85 van de 87 projecten aan de vigerende veiligheidsnorm.
Op dit moment bevinden de twee nog niet opgeleverde projecten zich in de realisatiefase.
Het betreft hier de projecten Eemdijken en Zuidelijke Randmeren en Markermeerdijk
Hoorn-Edam-Amsterdam. Voor het project Waddenzeedijk Friese Kust, dat wel al is opgeleverd,
dienen nog herstelwerkzaamheden uitgevoerd te worden.
De oplevering van het gehele HWBP-2 programma was voorzien eind 2022. Het is duidelijk
dat het project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam vertraging oploopt. Hiermee schuift
de oplevering van het totale programma HWBP-2 op. Graag verwijs ik voor nadere informatie
hierover naar de passage project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam onder voortgang.
Voortgang
Project Eemdijken en Zuidelijke Randmeren
Bij een deelproject binnen het project Eemdijken en Zuidelijke Randmeren wordt momenteel
de toegepaste thermisch gereinigde grond afgegraven die gebruikt is bij het versterken
van het deeltraject Westdijk. In 2017 bleek dit materiaal verontreinigd, waarna besloten
is de thermisch gereinigde grond volledig af te graven en te vervangen door schone
grond. Volgens planning is al het vervuilde materiaal uit de dijk volledig verwijderd.
Afrondende werkzaamheden, waaronder schoonmaken van de slootbodem, lopen door tot
in het eerste half jaar van 2022. Het waterschap gaat conform de vereisten in de subsidieregeling
de kosten van het herstel trachten te verhalen op de aannemer.
Project Waddenzeedijk Friese Kust
Zoals in eerdere voortgangsrapportages gemeld, is er onderzoek gedaan naar de bestendigheid
van nieuwe verlijming bij het project Waddenzeedijk Friese Kust (Elastocoast) gedurende
het stormseizoen 2018–2019. De resultaten zijn geanalyseerd en er zijn scenario’s
uitgewerkt voor de vervolgstappen. In de verslagperiode heeft het waterschap een besluit
genomen omtrent de voorkeursvariant voor het HWBP project Koehool-Lauwersmeer. Dit
besluit heeft een direct gevolg voor de oplossingsrichting voor het HWBP-2 project
Waddenzeedijk Friese Kust. In de komende voortgangsrapportages zal ik u informeren
over de vervolgstappen die het waterschap neemt om tot een oplossing te komen voor
het project Waddenzeedijk Friese Kust. De eerste verkennende stappen zijn genomen.
Project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam
De uitvoering is in volle gang. Het waterschap heeft voor dit project, zoals eerder
gemeld, meerkosten van circa € 130 miljoen gerapporteerd. Daarnaast heeft het waterschap
aangegeven dat de voorziene einddatum verschuift naar eind 2027. Deze meldingen zijn
exclusief de eventuele effecten uit traject Durgerdam, PFAS en Corona. Een deel van
de gerapporteerde meerkosten komt voort uit tegenvallers, die zich hebben voorgedaan
na het moment van de subsidieverlening in november 2018 of zaken die op dat moment
van subsidieverlening nog onvoldoende uitgewerkt waren. De financiële- en planningsconsequenties
hiervan worden in beeld gebracht. Dit is een ingewikkeld proces. Het is het waterschap
in deze verslagperiode niet gelukt om voor alle meerkosten een passende onderbouwing
aan te leveren en is hierover met de programmadirectie HWBP in gesprek. Dit is noodzakelijk
voor de toetsing van deze complexe dossiers binnen het reguliere toetsproces. Voor
een aantal meerkostendossiers (omvang circa € 57 miljoen) is inmiddels wel een passende
onderbouwing aangeleverd. Deze meerkosten zijn opgenomen in de raming van het project.
Project Kinderdijk-Schoonhovenseveer (KIS)
Vanaf 2015 zijn tijdens de uitvoering van het werk tussen het waterschap Rivierenland
en de aannemerscombinatie geschillen ontstaan over de financiële afwikkeling van het
project. Er spelen meerdere geschilpunten over onder andere het overeengekomen opslagpercentage,
het referentieontwerp diepwanden, de steenbekleding, de baretten fundering en de voorfinanciering.
Op alle geschilpunten heeft de rechtbank op 25 augustus 2021 het waterschap in het
gelijk gesteld. De aannemerscombinatie heeft aangegeven in beroep te gaan tegen deze
uitspraak.
Risico’s
Voor de risico’s van het HWBP-2 worden risicoreserveringen aangehouden op zowel project-
als programmaniveau.
De totale financiële waarde van de risico’s op programmaniveau zijn gewijzigd met
een bedrag van € 3 miljoen tot totaal € 51 miljoen. Dit is exclusief de in het toetsproces
lopende risico’s van het project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam.
De totale financiële waarde van de risico’s op projectniveau is in de rapportageperiode
ongewijzigd ten opzichte van de VGR20. Deze risicoreservering bedraagt op 31 december
2021 € 76 miljoen.
Financiën
Het actuele programmabudget is in de huidige verslagperiode gewijzigd en bedraagt
op peildatum 31 december 2021 € 2.755 miljoen (was € 2.675 miljoen). Deze wijziging
betreft de verwerking van € 80 miljoen budgetschuif tussen het HWBP en het HWBP-2
budget als gevolg van de verwachte meerkosten voor de dijkversterking Markermeerdijk
Hoorn-Edam-Amsterdam. Het restant van de eerder gevraagde € 120 miljoen budgetschuif
(€ 40 miljoen) staat binnen mijn ministerie gereserveerd (totale reservering van € 60 miljoen
inclusief Durgerdam) en is direct opvraagbaar.
De actuele programmaraming is in de huidige verslagperiode toegenomen met € 61 miljoen
en bedraagt op peildatum 31 december 2021 € 2.750 miljoen (VGR20 € 2.689 miljoen).
Deze stijging wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het financieel afronden van zeven
van de acht deelprojecten binnen het project Eemdijk en Zuidelijke Randmeren en het
actualiseren van de prognose van de lopende projecten waaronder het verwerken van
afgeronde issues en risico’s.
Het programmabudget ligt € 5 miljoen hoger dan de programmaraming. Op dit moment is
er dus geen spanning tussen programmaraming en programmabudget. Ten tijde van de VGR20
was er nog een spanning van € 14 miljoen.
De verwachting is dat de huidige ruimte van € 5 miljoen nog stevig muteert om de volgende
redenen: doorvoeren van het Deltafonds deel van de budgetschuif van € 40 miljoen en
de eventueel getoetste en positief beoordeelde meerkosten vanuit het project Markermeerdijk
Hoorn-Edam-Amsterdam.
In het verleden is budget van het HWBP-2 vrijgevallen (in totaal € 572 miljoen). Deze
vrijval is voor 2/3 deel toegevoegd aan het budget van het Hoogwaterbeschermingsprogramma
en voor 1/3 deel aan de vrije investeringsruimte van het Deltafonds. Zoals in eerdere
voortgangsrapportages toegelicht, zal bij een eventueel toekomstig budgettekort op
het HWBP-2 volgens diezelfde verdeelsleutel budget worden overgeheveld uit het HWBP
en het Deltafonds. Mocht er bij het afronden van het HWBP-2 programma budget overblijven,
wordt dit ook via dezelfde verdeelsleutel verrekend.
Scope
In de verslagperiode zijn geen inhoudelijke scopewijzigingen vastgesteld.
Ontwikkelingen na de verslagperiode
Project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam
Voor de dossiers waar overeenstemming is tussen het waterschap en de programmadirectie
(de hierboven genoemde € 57 miljoen) heeft het waterschap op 21 februari 2022 een
herbeschikking aangevraagd. Hiervoor zal aanvullende subsidie verleend worden. Zodra
een passende onderbouwing van de overige meerkostendossiers aangeleverd wordt, kan
ook voor die dossiers een aanvullende subsidie verleend worden.
Met betrekking tot PFAS heeft het Bevoegd Gezag een project specifieke invulling van
de zorgplicht in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit toegestaan. De consequenties
van de PFAS-problematiek voor het project worden de komende periode door het waterschap
in beeld gebracht.
Zoals bij de 20ste Voortgangsrapportage reeds gemeld heeft het waterschap voor het traject Durgerdam
aangegeven dat de verwachting is dat de terinzagelegging van het ontwerp Projectplan
Water minimaal vertraagt naar eind 2022 (was Q1 2021). Die extra tijd is nodig om
een oplossing te vinden voor de versterkingsopgave in het licht van de gebleken verzakking
van de bebouwing die dicht tegen of in de dijk staat.
Project Kinderdijk-Schoonhovenseveer (KIS)
Er zijn ontwikkelingen rondom het reeds afgeronde project dijkversterking Kinderdijk-Schoonhovenseveer
(KIS) van het waterschap Rivierenland. Op 14 april 2021 is een rapport van Professor
Van Baars verschenen over de toegepaste techniek in dit dijkversterkingsproject. Volgens
Professor Van Baars verzwakt de toegepaste techniek (in de grond gestorte betonconstructies
met zogenaamde boorpalen) de dijk en veroorzaakt deze schade aan de aanliggende woningen.
Het waterschap heeft naar aanleiding van dit rapport onderzoek laten doen door Deltares.
Naar aanleiding daarvan en aanvullend advies van het Expertise Netwerk Waterveiligheid
(ENW) laat het waterschap op locatie onderzoek doen naar de kwaliteit van de boorpalen
en wordt gekeken of deze goed (conform opdracht) zijn aangelegd. De kans is aanwezig
dat de kosten voor aanvullend onderzoek en eventueel herstel en schades ten laste
van het HWBP-2 komen. In dat geval is een goede onderbouwing door het waterschap van
de noodzaak nodig en moet worden aangetoond dat deze kosten niet kunnen worden verhaald
op de aannemer die het werk heeft uitgevoerd. Op dit moment bestaat nog geen inzicht
in de resultaten van het onderzoek op locatie en de eventuele gevolgen voor het HWBP-2.
Zodra hier meer duidelijkheid over bestaat, zal ik u hierover via de voortgangsrapportage
informeren.
Financiële ontwikkelingen na verslagperiode
Zoals hierboven gemeld heeft het waterschap op 21 februari 2022 een herbeschikking
aangevraagd voor het project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.