Brief regering : Geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 12 april 2022
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2478 BRIEF MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 april 2022
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Algemene Zaken van 12 april
2022.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 12 APRIL 2022
Op dinsdag 12 april 2022 vindt in Luxemburg een Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats.
Op de agenda1 van de Raad staan de volgende onderwerpen: landenspecifieke rechtsstaatdialogen,
de Conferentie over de Toekomst van Europa en een lunch van de Ministers van de toekomst.
De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan deze Raad.
Landenspecifieke rechtsstaatdialogen
Tijdens de Raad wordt in het kader van het rechtsstaatmechanisme de landenspecifieke
dialoog voortgezet waarmee de Raad in 2020 is begonnen.2 Elk voorzitterschap staan er vijf lidstaten op de agenda, in protocollaire volgorde.
Naast Hongarije, Oostenrijk, Luxemburg en Malta is dit keer ook Nederland aan de beurt.
De dialogen worden gevoerd op basis van de landenhoofdstukken uit de rechtsstaatrapporten
van de Commissie. In deze rapporten worden de lidstaten aan de hand van vier pijlers
langs de rechtsstatelijke meetlat gelegd: het rechtsbestel, het anti-corruptiekader,
mediapluriformiteit en overige institutionele zaken met betrekking tot checks and balances. Het kabinet ziet de landenspecifieke rechtsstatelijkheidsdialogen als een waardevolle
uitbreiding van de jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog. Naast de mogelijkheid om
eventuele problemen en uitdagingen in een vroeg stadium te kunnen bespreken, bieden
de dialogen een basis voor het uitwisselen van ervaringen en best practices ten behoeven van de verdere bescherming en versterking van de rechtsstaat in de Unie
en haar lidstaten.
Nederland
Het kabinet spant zich samen met gelijkgezinde lidstaten onverminderd in voor respect
voor de rechtsstaat in de Unie. Bij die inzet past ook kritische zelfreflectie ten
aanzien van het functioneren van de rechtsstaat in Nederland. Zoals verder toegelicht
in de kabinetsappreciatie van het rechtsstaatrapport uit 2021 rijst uit het Nederlandse
landenhoofdstuk over het algemeen het beeld op van een goed functionerende rechtsstaat,
maar de Commissie wijst ook op een aantal tekortkomingen en verbeterpunten.3 Zo besteedt de Commissie in haar rapport aandacht aan de toeslagenaffaire. De Commissie
noemt dat, hoewel bij de uitvoering van het kinderopvangtoeslagensysteem bleek dat
beginselen van de rechtsstaat zijn geschonden, de affaire wel laat zien dat de checks and balances in Nederland functioneren en bovendien een plaats hebben in het publieke debat. De
Tweede Kamer heeft naar aanleiding van de toeslagenaffaire de Venetiëcommissie van
de Raad van Europa verzocht om aanbevelingen te doen. Deze aanbevelingen zullen worden
betrokken bij de op te richten Staatscommissie Rechtsstaat die de rechtsstaat zal
analyseren en met voorstellen zal komen de rechtsstaat in Nederland te versterken.
Daarnaast heeft de Commissie aandacht voor de opvolging van de GRECO-aanbevelingen
die zien op integriteitsregels voor bewindspersonen. Nederland heeft de GRECO-aanbevelingen
ter harte genomen en sinds het publiceren van het rapport verschillende maatregelen
aangekondigd. Zo is het lobbyverbod uitgebreid en is wetgeving aangekondigd voor een
afkoelperiode en draaideurverbod voor gewezen bewindspersonen. Ook is de regeling
voor het melden van financiële belangen van bewindspersonen uitgebreid. De Commissie
ziet ook ruimte voor verbetering van digitalisering binnen de rechtspraak en constateert
een toename van geweld tegen journalisten.
Tijdens de Raad zal de Commissie het Nederlandse landenhoofdstuk introduceren, waarna
Nederland de gelegenheid krijgt een toelichting te geven. Nederland zal hierin een
aantal van de door de Commissie geïdentificeerde aandachtspunten adresseren en ook
een paar ervaringen en best practices delen, zoals bijvoorbeeld het PersVeilig initiatief. Hierna krijgen de lidstaten
de gelegenheid om Nederland op basis van het rapport een aantal vragen te stellen
over de Nederlandse rechtsstaat.
Wat de dialoog met de andere te bespreken landen betreft kan Nederland zich in algemene
zin vinden in de constateringen die de Commissie doet in de geagendeerde vijf landenhoofdstukken.
In algemene zin is de Nederlandse appreciatie per land als volgt:
Luxemburg
De situatie in Luxemburg op het vlak van rechterlijke onafhankelijkheid, corruptiebestrijding
en mediavrijheid is goed. De momenteel in voorbereiding zijnde grondwetsherziening
beoogt het justitieel stelsel verder te versterken middels onder andere de oprichting
van een raad voor de rechtspraak, wat Nederland als positief ziet. Luxemburg zou ter
vergroting van de toegankelijkheid van de rechtspraak en ter modernisering van het
justitieel stelsel verdere stappen kunnen zetten in de digitalisering van het rechtsstelsel.
Hongarije
Zoals bekend heeft het kabinet grote zorgen over de staat van de rechtsstaat in Hongarije.
In het rapport van de Commissie wordt geconstateerd dat de rechtsstaat ook in 2021
verder achteruit is gegaan. In het oog springen zorgen over de onafhankelijkheid van
de rechtspraak, mediavrijheid, corruptie, het niet uitvoeren van uitspraken van het
EU Hof van Justitie en toenemende druk op het maatschappelijk middenveld. Ook blijven
voor Nederland de anti-LHBTI-wetswijzigingen die Hongarije in juni 2021 doorvoerde
verontrustend en onverenigbaar met fundamentele waarden in de EU.
Malta
Malta heeft, op verzoek van de Venetië Commissie, sinds juli 2020 een reeks hervormingen
doorgevoerd die de onafhankelijkheid van het Maltese rechtssysteem ten goede komen.
Het kabinet onderschrijft de zorgen die de Europese Commissie heeft op het gebied
van rechtsvervolging. Uit het openbaar onderzoek naar de moord op journaliste Daphne
Caruana Galizia, ingesteld op advies van Speciaal Rapporteur van de Parlementaire
Assemblée van de Raad van Europa, Pieter Omtzigt, kwamen tekortkomingen van de overheid
aan het licht. Naar aanleiding daarvan heeft Malta een comité van experts gevormd
die de bescherming van journalisten moet verbeteren. Het kabinet ziet uit naar de
resultaten hiervan.
Oostenrijk
Het justitiële stelsel in Oostenrijk werkt efficiënt en kent een hoge mate van onafhankelijkheid.
De bevolking heeft dan ook veel vertrouwen in de rechterlijke macht. Ook het mediaklimaat
in Oostenrijk is over het algemeen gunstig. De Commissie brengt op dit terrein een
aantal aandachtspunten naar voren, waaronder zorgen over transparantie en eerlijkheid
van de verdeling van overheidsreclame aan de media. Oostenrijk heeft een aantal positieve
stappen gezet op het gebied van corruptiebestrijding; zo zijn strafrechtelijke onderzoeken
naar corruptie op hoog niveau geïntensiveerd. De Commissie constateert dat betrokken
aanklagers te maken hebben gekregen met negatieve reacties van de regering, iets dat
indertijd ook door Nederland met zorg werd gevolgd.
Conferentie over de Toekomst van Europa
Het Franse voorzitterschap zal de leden van de Raad informeren over de laatste ontwikkelingen
rondom de Conferentie over de Toekomst van Europa. Dit betreft onder meer de terugblik
op de plenaire vergadering van 25-26 maart en 8-9 april, en de inhoudelijke voorstellen
die daar worden besproken. Daarnaast zal waarschijnlijk worden gesproken over het
proces richting het eindverslag van de Conferentie en de coördinatie in de Raad ten
aanzien van de conclusies van de plenaire vergadering. Het kabinet blijft van mening
dat het eindverslag een weergave moet zijn van wat burgers hebben ingebracht. De totstandkoming
van de conclusies van de Conferentie dienen op een objectieve, zorgvuldige en transparante
wijze te gebeuren, onder meer om er voor te zorgen dat burgers kunnen nagaan wat er
met hun inbreng is gebeurd. Dit standpunt heeft de Nederlandse regering ook overgebracht
in de Raad Algemene Zaken van 22 maart (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2476) en in de werkgroepen en de plenaire vergadering van 25-26 maart jl.
In lijn met de informatie-afspraken4 informeert het kabinet uw Kamer over de inzet in de komende plenaire vergaderingen.
Op 8-9 april wordt in de plenaire toegewerkt naar conclusies van de plenaire vergadering,
op basis van de aanbevelingen volgende uit de Europese en nationale burgerpanels.
Dit zal inhoudelijk worden voorbereid in de 9 werkgroepen voorafgaand aan de plenaire
vergadering. Deze conclusies zullen in de volgende plenaire vergadering op 29-30 april
ter akkoord voorliggen in de verschillende «componenten» (Europees Parlement, nationale
parlementen, Commissie en Raad) op basis van consensus en het voorstel is dat aansluitend
burgers de conclusies goedkeuren. De Raad van Bestuur zal op basis van de conclusies
van de plenaire vergadering het eindverslag van de Conferentie opstellen, en aanbieden
aan het gezamenlijk voorzitterschap van de Conferentie (voorzitters van de drie EU-instellingen).
Dit gebeurt naar verwachting op het eindevenement van de Conferentie op 9 mei in Straatsburg.
In lijn met de gemeenschappelijke verklaring van de Conferentie5 is het daarna aan de EU-instellingen, waaronder ook de Raad, om te bekijken hoe hier
effectief opvolging aan te geven binnen de eigen bevoegdheden en in overeenstemming
met de Verdragen.
Zoals hierboven benoemd, blijft de inzet van het kabinet dat de conclusies van de
plenaire de inbreng van burgers reflecteren, en dat dit proces objectief, zorgvuldig
en transparant gebeurt. Daarbij zet het kabinet zich in voor het aan boord nemen van
de uitkomsten van de Nederlandse burgerdialogen Kijk op Europa.
Lunchbijeenkomst «Ministers van de toekomst»
Binnen de EU-instellingen en in de EU-lidstaten neemt de aandacht voor strategische
beleidsvorming toe. In dat kader vindt in de marge van de RAZ deze lunchbijeenkomst
plaats. De aandacht zal uitgaan naar het derde rapport inzake strategische vooruitzichten,
dat betrekking heeft op een beter begrip van de tweeledige transities: digitaal en
duurzaam en de betekenis van nieuwe technologieen. De Commissie heeft daarover ook
een publieke consultatie gehouden.6 Eerdere rapporten hadden betrekking op de mate van weerbaarheid van lidstaten en
de EU (2020) en de capaciteit om in te spelen op brede uitdagingen tot 2050 (2021).7 Voor het kabinet is het van belang dat de EU de capaciteiten heeft om aan de tweedelige
transitie vorm te geven, door een gedegen agenda op strategische autonomie te ontwikkelen,
door in te zetten op verdere economische convergentie en succesvolle implementatie
van de klimaatagenda.
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.