Brief regering : Aanwijzing aan de NZa voor het verschijnen ter zitting en voor de zorg tijdens onvrijwillige opname op grond van de Wzd
35 370 Zorg en dwang
Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT
Ontvangen ter Griffie op 1 april 2022.
Het besluit tot het doen van een aanwijzing kan niet eerder worden genomen dan op
12 mei 2022.
Bij deze termijn is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 april 2022
De Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd)
en de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) hebben per 1 januari 2020
de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) opgevolgd.
Sindsdien zijn partijen druk bezig met de implementatie van de wet. Onder meer de
crisiszorg voor de Wzd-doelgroep is onder invloed van de invoering van de twee wetten
anders georganiseerd dan onder de voorgaande Wet Bopz. Dat brengt een verschuiving
van werkzaamheden met zich mee waardoor bepaalde kosten voor rekening komen van andere
zorgaanbieders en waarvoor op dit moment nog geen passende prestaties en tarieven
zijn vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Daardoor kunnen zorgaanbieders
de gemaakte kosten niet in rekening brengen. Dit geldt nu specifiek voor het verschijnen
ter zitting bij de rechter ten behoeve van het opleggen of verlengen van onvrijwillige
opname. Het gaat ook om de zorg tijdens onvrijwillige opname op grond van de Wzd.
Het gaat hier om zorg als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw).
Hierbij deel ik, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, daarom
mijn voornemen op grond van artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg)
om een aanwijzing aan de NZa te sturen voor het verschijnen ter zitting en voor de
zorg tijdens onvrijwillige opname op grond van de Wzd. Op grond van deze aanwijzing
zal de NZa prestatiebeschrijvingen met maximumtarieven vaststellen. Voor deze wijziging
voeg ik geen extra middelen toe; de kosten van deze zorg kunnen binnen de huidige
financiële kaders worden opgevangen.
Ter zitting verschijnen door zorgverleners
Mijn voorganger heeft op 4 juni 2021 een aanwijzing gegeven aan de NZa voor het vaststellen
van een prestatiebeschrijving voor het opstellen van een medische verklaring ten behoeve
van de afgifte van een rechterlijke machtiging (RM) dan wel een inbewaringstelling
(Ibs) onder de Wzd.1 Een medische verklaring, waarin een arts onder meer adviseert over de actuele geestestoestand
van de cliënt en de noodzakelijk geachte zorg, is noodzakelijk voor de aanvraag van
onder meer een RM of een Ibs op grond van de Wzd. Doordat de handelingen ten behoeve
van de medische verklaring niet door elke kundige arts in rekening konden worden gebracht,
was het noodzakelijk om de NZa een aanwijzing te geven voor het vaststellen van een
passende prestatiebeschrijving. In de voorhangbrief ten behoeve van de medische verklaring
is aangegeven dat de financiering van het verschijnen ter zitting nader moest worden
onderzocht.
Na een aantal gesprekken tussen VWS en het Zorginstituut is eind november 2021 duidelijk
geworden dat het verschijnen ter zitting past in het kader van een goede zorg-/hulpverlening
en in deze gevallen noodzakelijk is om tot zorglevering over te kunnen gaan (indien
de rechter de machtiging afgeeft). Dit geldt voor zowel het verschijnen ter zitting
bij de rechter ten behoeve van een RM als een verlenging van de Ibs op grond van de
Wzd. Dit geldt eveneens voor het verschijnen ter zitting bij de rechter ten behoeve
van een zorgmachtiging of een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel
op grond van de Wvggz, waarvoor de bekostiging al is geregeld binnen het zorgprestatiemodel
van de Ggz en forensische zorg.2
Reeds onder de Wet Bopz was het de praktijk dat een arts of andere zorgprofessional
bij de zitting ten behoeve van de afgifte van een rechterlijke machtiging aanwezig
was om toelichting te geven op de meest actuele geestestoestand van de cliënt en de
noodzakelijk geachte zorg. Ook onder de Wzd is voortzetting van deze praktijk wenselijk
opdat de kwaliteit van de rechterlijke beslissing en daarmee de kwaliteit van de zorg
wordt geborgd. De zorgprofessional die bij de zitting aanwezig is hoeft niet dezelfde
te zijn als de professional die de eerdere medische verklaring heeft afgegeven. Dat
is immers gedaan in een veelal andere setting, bijvoorbeeld door de arts van de crisisdienst.
In lijn met de aanwijzing voor de medische verklaring kan een brede groep van zorgprofessionals
ter zitting verschijnen bij de rechter, hierdoor is het nodig om eenduidige bekostiging
vast te stellen die door eenieder die bekwaam en bevoegd wordt geacht in rekening
kan worden gebracht. De aanwijzing zal dan ook zien op zorg als omschreven bij of
krachtens de Zvw.
Onvrijwillige opname en zorg voor cliënten zonder Wlz indicatie op grond van de Wzd
Cliënten met een (vermoeden van een) verstandelijke beperking, een psychogeriatrische
of gelijkgestelde aandoening3 kunnen onvrijwillig worden opgenomen (via een RM of (verlenging van) Ibs) als zij
in een situatie raken van ernstig nadeel dat niet anders dan door de opname kan worden
afgewend.
Deze cliënten voldoen in voorkomende gevallen aan de criteria voor de Wet langdurige
zorg (Wlz), en hebben een Wlz-indicatie. Deze zorg kan voor deze patiënten via de
reguliere Wlz-bekostiging in rekening worden gebracht.
In een aantal gevallen is er geen sprake van dat de cliënt aan de criteria voor Wlz
voldoet. De opname is dan tijdelijk en de cliënt gaat terug naar huis of naar een
beschermd wonen situatie. De vraag vanuit partijen was hoe deze zorg gefinancierd
dient te worden.
Duiding Zorginstituut Nederland (Zorginstituut)
Door het Zorginstituut is onderzocht hoe deze zorg gefinancierd dient te worden.4
Het Zorginstituut heeft aangegeven dat deze Ibs-zorg aan cliënten met een (vermoeden
van een) verstandelijke beperking geduid kan worden als medisch noodzakelijk verblijf
in verband met (generalistische) geneeskundige zorg als bedoeld in artikel 2.12 van
het Besluit zorgverzekering (Bzv).
Het onderzoek van het Zorginstituut was gericht op mensen met een (vermoeden van een)
verstandelijke beperking, maar de zorg tijdens onvrijwillige opname op grond van de
Wzd kan ook voorkomen bij mensen met een psychogeriatrische of gelijkgestelde aandoening
die (nog) geen Wlz-indicatie hebben en daarmee aangewezen zijn op eerstelijnsverblijf.
Rol van de psychiater
Uit de technische overleggen van de NZa met partijen is daarnaast gebleken dat de
psychiater veelal als consulterend arts of als medebehandelaar wordt ingezet voor
de onvrijwillige zorg. Hierdoor zou de zorg binnen de huidige bekostigingssystematiek
bekostigd moeten worden vanuit enerzijds de bekostiging voor het eerstelijnsverblijf,
waar dagtarieven gelden, en anderzijds de Ggz, waarbij het zorgprestatiemodel geldt.
De instellingen waar deze cliënten terecht kunnen, declareren veelal via de Wlz-bekostiging.
Dit leidt tot onwenselijke situaties met veel administratieve lasten tussen zorgaanbieders
onderling. Met het geven van een aanwijzing aan de NZa kan deze binnen de Zvw integrale
prestaties en tarieven vaststellen waaruit ook de inzet van de psychiater kan worden
bekostigd.
Het gaat hier om een kleine, doch kwetsbare groep patiënten waarvoor ik door middel
van deze aanwijzing wens te voorkomen dat zij tussen wal en schip vallen wegens de
hoge administratieve lasten die anders gepaard kunnen gaan met het declareren van
deze zorg.
Inwerkingtreding
Gedurende het overgangsjaar 2020 voor de Wet zorg en dwang is duidelijk geworden dat
anders dan onder de Bopz de zorgprofessionals in de gehandicapten- en ouderensector
vaker ter zitting verschijnen, waar dit voorheen veelal gedaan werd door zorgprofessionals
in de Ggz. Duidelijk is geworden dat voor deze handelingen geen passende bekostiging
bestaat. Ook is gedurende dit jaar gebleken dat er geen passende integrale bekostiging
is om de zorg tijdens de onvrijwillige opname van mensen zonder Wlz-indicatie in rekening
te brengen terwijl de zorg wel geleverd werd.
Ik acht het dan ook noodzakelijk om de prestatiebeschrijvingen van de NZa ten aanzien
van het verschijnen ter zitting alsmede die ten aanzien van de zorg tijdens onvrijwillige
opname met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021 te laten vaststellen. Hiermee
sluit ik aan bij de prestatiebeschrijvingen voor de medische verklaring die reeds
met terugwerkende kracht tot aan 1 januari 2021 zijn vastgesteld.
Vanwege de veranderende organisatie van zorg door de Wzd ga ik in overleg met de NZa
om te bekijken of er aanpassingen nodig zijn in de bekostiging in verband met de uitvoering
van de Wzd. Daarnaast zal ik de NZa vragen om de kosten te monitoren die gepaard gaan
met onvrijwillige opname en zorg op grond van de Wzd en andere kosten die gepaard
gaan met de uitvoering van de Wzd.
Zakelijke inhoud
Ik ben voornemens de NZa een aanwijzing te geven om met terugwerkende kracht vanaf
1 januari 2021 prestatiebeschrijvingen vast te stellen voor het verschijnen ter zitting
bij de rechter ten behoeve van het opleggen of verlengen van onvrijwillige opname
op grond van de Wzd. Het gaat hier om zorg als omschreven bij of krachtens de Zvw.
Daarnaast zal de aanwijzing worden gegeven om met terugwerkende kracht vanaf 1 januari
2021 prestatiebeschrijvingen vast te stellen voor zorg tijdens onvrijwillige opname
op grond van de Wzd. Het gaat hier om medisch noodzakelijk verblijf in verband met
(generalistische) geneeskundige zorg als bedoeld in artikel 2.12 van het Besluit zorgverzekering
(Bzv).
De prestatiebeschrijvingen beschikken over een maximumtarief. Daarnaast zal het macrobeheersinstrument
vanaf 1 januari 2023 van toepassing zijn op deze zorg. Deze kosten vallen binnen het
kader eerstelijnsverblijf, geriatrische revalidatiezorg en geneeskundige zorg voor
specifieke patiëntgroepen.
Overeenkomstig artikel 8 van de Wmg ga ik niet eerder over tot het geven van de aanwijzing
dan nadat dertig dagen zijn verstreken na verzending van deze brief.5
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport