Brief regering : Verslag Raad Buitenlandse Zaken van 21 maart 2022 en stand van zaken EU-defensiesamenwerking
21 501-28 Defensieraad
Nr. 240
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 maart 2022
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 21 maart
jl. waaraan de Ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie hebben deelgenomen. Tevens
bevat dit verslag een reactie op de motie van het lid Van Houwelingen over het uitsluiten
door het kabinet van een EU-leger, en zoals gebruikelijk, ter informatie een stand
van zaken over de actuele ontwikkelingen op gebied van het EU-defensiesamenwerking.
Raad Buitenlandse Zaken 21 maart 2022
EU Strategisch Kompas
De Ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie namen tijdens een gezamenlijke sessie
het EU Strategisch Kompas aan.1 Daarmee komen 14 maanden van intensieve consultaties en onderhandelingen tot een
eind. Het strategiedocument geeft voor de komende 5 à 10 jaar richting aan de EU en
haar lidstaten om verder vorm te geven aan EU veiligheids- en defensiesamenwerking.
In de laatste maand van de onderhandelingen is het document nog flink aangepast. De
Kamer is daarover via diverse kabinetsappreciaties geïnformeerd.2 Het ging daarbij vooral om teksten over de agressie van Rusland tegen Oekraïne, het
belang van verantwoordelijkheid voor door Rusland gepleegde misdaden, de noodzaak
tot het verhogen van nationale defensiebudgetten, en daarmee samenhangend de EU-rol
om gezamenlijk capaciteiten te ontwikkelen en aan te kopen. Ook is nog meer aandacht
gekomen voor de strategische EU-NAVO samenwerking.
Het kabinet verwelkomt het Strategisch Kompas, dat de EU beter in staat zal stellen
om een krachtigere geopolitieke rol te spelen, juist op dit belangrijke kantelmoment
voor Europa. Tijdens de gezamenlijke RBZ-sessie onderstreepten de Minister van Buitenlandse
Zaken en de Minister van Defensie onder meer het belang van verdere investeringen
in veiligheid en defensie, het operationaliseren van de snelle EU-interventiemacht
en het versterken van het militair operationeel EU-hoofdkwartier. Zoals eerder aangekondigd
is Nederland voornemens een bijdrage te leveren aan de snelle EU-interventiemacht
die, volgens de planning, in 2025 onder Duitse leiding voor het eerst operationeel
zal zijn. Daarnaast benadrukten de Ministers het belang van samenhang tussen militaire
en civiele EU-instrumenten en van nauwe EU-NAVO samenwerking.
In de paragraaf over de Westelijke Balkan werd t.a.v. Bosnië en Herzegovina in een
laat stadium een verwijzing opgenomen naar de zogenaamde drie constitutionele volkeren.
Om de rechten van minderheden die niet tot deze drie volkeren behoren te waarborgen,
is hier mede op verzoek van Nederland nog een expliciete referentie naar de beginselen
van gelijkheid en non-discriminatie van alle burgers aan toegevoegd. Bovendien heeft
Nederland zowel in de Raad alsmede via een schriftelijke nationale verklaring, die
ook door België en Luxemburg werd onderschreven, duidelijk gemaakt dat het akkoord
over het Strategisch Kompas geen verandering brengt in het Nederlandse standpunt hierover.
Nederland blijft zich inzetten tegen verdieping van etnische tegenstellingen in Bosnië
en Herzegovina, o.a. door het benadrukken van het belang van de uitvoering van relevante
EHRM uitspraken, zoals de Sejdic-Finci uitspraak.
De EU Hoge Vertegenwoordiger, Commissie en alle lidstaten benadrukten het belang van
snelle en daadkrachtige implementatie van de concrete doelstellingen van het Strategisch
Kompas. De Europese Raad van 24 maart a.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1796) zal de aanname van het Strategisch Kompas bekrachtigen.
Oekraïne
Vervolgens werd door de Ministers van Defensie gesproken over de situatie in Oekraïne.
Anders dan gepland, kon de Oekraïense Minister van Defensie, dhr. Oleksiy Reznikov,
niet aanwezig zijn bij het overleg.
Er was veel aandacht voor de militaire steun die de lidstaten Oekraïne bieden via
de steunmaatregelen van de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Op 28 februari jl. besloot
de EU om EUR 500 miljoen uit de EPF te reserveren voor de levering van militaire goederen,
zowel letaal als niet-letaal, aan Oekraïne. Tijdens de vergadering van de Ministers
van Buitenlandse Zaken op 21 maart jl. (Kamerstuk 21 501, nr. 2474) werd een politiek
akkoord bereikt voor aanvullende steun van nog eens EUR 500 miljoen. Ook onder de
Ministers van Defensie kon dit voorstel op brede goedkeuring rekenen. Met deze aanvullende
maatregel kunnen de lidstaten een vergoeding aanvragen voor additionele levering van
onder andere brandstof, medisch materiaal, beschermende kleding, alsook wapens en
munitie waaronder luchtverdedigingssystemen.
Verder was er onder de Ministers van Defensie waardering voor het coördinatieplatform
(Clearing House Cell – CHC) dat de EU heeft opgezet. De cel staat in nauw contact met Oekraïne om doorlopend
de meest urgente behoeften in kaart te brengen en aan de deelnemende landen te communiceren.
Hierdoor kunnen lidstaten en internationale partners, waaronder de VS en het VK, hun
leveringen met elkaar afstemmen.
In navolging van de EU Hoge Vertegenwoordiger onderstrepen veel lidstaten dat de eenheid
die de EU uitstraalt van groot belang is. In dit kader werd ook gerefereerd naar de
aanname van het Strategisch Kompas en naar het belang van samenwerking met de NAVO.
Stand van zaken EU-defensiesamenwerking
Europees Defensiefonds
Graag informeer ik u via dit verslag tevens over de laatste ontwikkelingen met betrekking
tot het Europese Defensiefonds (EDF).
EDF 2021
Zoals eerder aan de Kamer gecommuniceerd werd eind juni 2021 het EDF-werkprogramma
2021 vastgesteld door de lidstaten3. Het werkprogramma 2021 bestaat uit 15 categorieën, waaronder land, zee, lucht, space
en cyber, maar ook materialen en componenten, energie, digitale transformaties en
disruptieve technologieën. Daarnaast zijn er twee zogenaamde «open-calls» voor zowel
het MKB als disruptieve technologieën.
Op 30 juni 2021 heeft de Europese Commissie de zogenaamde «call for proposals» uitgeschreven waar bedrijven en kennisinstellingen op konden inschrijven. Op 9 december
2021 was de deadline voor het indienen van projectvoorstellen voor het EDF-werkprogramma
2021. De Europese Commissie heeft in totaal 142 projectvoorstellen ontvangen, waarbij
wordt samengewerkt tussen 1100 bedrijven en kennisinstellingen verspreid over de EU.
Vanuit Nederland zijn 44 bedrijven en kennisinstellingen betrokken bij projectvoorstellen.
Of een project daadwerkelijk financiering krijgt uit het EDF is afhankelijk van de
beoordeling van de Europese Commissie. De uitslag hiervan wordt in de zomer van 2022
verwacht. Vanaf dat moment gaan de eerste EDF-projecten van start en op dat moment
kan ook meer worden gezegd over de daadwerkelijke deelname van Nederlandse bedrijven
en kennisinstellingen.
EDF 2022
Intussen wordt ook gewerkt aan het EDF-werkprogramma 2022. In oktober jl. zijn de
onderhandelingen daarover van start gegaan en de verwachting is dat deze eind mei
a.s. worden afgerond. Na de vaststelling wordt wederom een «call for proposals» uitgeschreven en hebben consortia tot december 2022 de tijd om projectvoorstellen
in te dienen.
Tot slot wordt de regering, met de motie van het lid Van Houwelingen c.s.4van 10 maart jl. opnieuw verzocht de oprichting van een Europees leger uit te sluiten.
Ik verwijs hiervoor naar een eerdere reactie van het kabinet5.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie