Brief regering : Geannoteerde agenda van de Europese raad en de Eurozonetop van 24 en 25 maart 2022 en de NAVO-top van 24 maart 2022
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1762 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 maart 2022
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda van de
Europese Raad en de Eurozonetop van 24 en 25 maart 2022 en de NAVO-top van 24 maart
2022 aan.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE EUROPESE RAAD EN DE EUROZONETOP VAN 24 EN 25 MAART 2022
EN DE NAVO-TOP VAN 24 MAART 2022
Op donderdag 24 en vrijdag 25 maart vindt in Brussel een Europese Raad (ER) plaats.1 De ER zal naar verwachting spreken over de veiligheidssituatie in Europa naar aanleiding
van de Russische invasie in Oekraïne, energie, het Strategisch Kompas, economische
aangelegenheden, de COVID-19-coördinatie, de EU-China-top en de situatie in Bosnië
en Herzegovina. Na afloop van de ER zal er ook een Eurozonetop plaatsvinden. De Minister-President
is voornemens deel te nemen aan de Europese Raad en de Eurozonetop. De voorzitter
van de Europese Raad, Charles Michel, heeft voor deze ER de Amerikaanse president
Biden uitgenodigd, die eveneens aanwezig zal zijn tijdens een extra NAVO-top die op
24 maart in Brussel zal plaatsvinden.
Europese Raad
De veiligheidssituatie in Europa
De ER zal in navolging van de informele bijeenkomst van regeringsleiders en staatshoofden
in Versailles van 10 en 11 maart jl. opnieuw spreken over de veiligheidssituatie in
Europa naar aanleiding van de Russische invasie in Oekraïne. De leden van de ER zal
gevraagd worden om te reflecteren op een aantal aspecten, waarbij de verwachting is
dat in ieder geval zal worden ingegaan op de humanitaire en veiligheidssituatie in
Oekraïne. De inzet van het kabinet ten aanzien van de Russische invasie in Oekraïne
blijft ongewijzigd. De kern van die inzet is zo stevig mogelijke maatregelen tegen
Rusland en zoveel mogelijk steun aan Oekraïne, zowel bilateraal als vanuit de EU en
in nauwe samenwerking met internationale partners en organisaties. Het kabinet verwijst
voor de bredere inzet onder andere naar de Kamerbrief van 26 februari jl.2 en naar het plenaire debat van 10 maart jl. in aanwezigheid van de Minister van Buitenlandse
Zaken en de Minister van Defensie. De Amerikaanse president Biden zal naar verwachting
deelnemen aan deze discussie.
Ook zal naar verwachting worden stilgestaan bij de humanitaire situatie van vluchtelingen.
De inzet van het kabinet blijft ongewijzigd ten aanzien van het bieden van ruimhartig
en veilig tijdelijk verblijf aan mensen die de oorlog in Oekraïne ontvluchten. Het
kabinet hecht daarbij aan een eensgezind Europees optreden. Het kabinet zet in op
het snel beschikbaar maken van benodigde financiële middelen om lidstaten die vluchtelingen
opvangen te ondersteunen. Ook in Nederland wordt door het kabinet, de veiligheidsregio’s,
gemeenten en andere betrokken partijen hard gewerkt aan het realiseren van opvang
in Nederland. Uw Kamer is daarover geïnformeerd per brief op 17 maart jl. inzake de
aanpak van de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne.3
De ER zal naar verwachting ook spreken over de inzet van het sanctie-instrumentarium
in reactie op de oorlog in Oekraïne. Vooralsnog ligt er geen nieuw besluit voor. In
den brede geldt voor het kabinet dat bij de voorbereiding van verdere sancties tegen
Rusland geen enkele sanctiemaatregel moet worden uitgesloten. Specifiek bij eventuele
verdere maatregelen in de energiesector is het echter van belang dat de leveringszekerheid
nauwgezet in het oog wordt gehouden. Conform de motie-Van Haga4 zet het kabinet erop in om de bevolking van Rusland zoveel als mogelijk te ontzien
bij het ontwerp van verdere sancties. Bovendien is het kabinet van mening dat de bestaande
nauwe coördinatie van deze sancties zowel binnen de EU als met gelijkgezinde partners
moet worden voortgezet.
Graag informeert het kabinet de Kamer aan het eind van deze brief over de extra sancties
tegen Rusland en Belarus die zijn ingesteld sinds de Kamerbrief over Oekraïne van
26 februari jl.
Energie
In navolging van de informele top in Versailles op 10 en 11 maart jl. en de Europese
Raden in oktober en december vorig jaar zal de ER wederom spreken over energie, waarbij
leveringszekerheid, energieprijzen en energieonafhankelijkheid centraal zullen staan.
Door de mondiale hoge vraag naar energie en de Russische aanval op Oekraïne zijn de
energieprijzen voor consumenten en bedrijven sterk toegenomen. Tijdens de ER zal het
kabinet erop wijzen dat het lidstaten vrij staat nationale maatregelen te nemen om
energieprijzen te compenseren dan wel te mitigeren. Het kabinet heeft in dit kader
nationaal extra maatregelen aangekondigd.5 Nederland zal er tevens op wijzen dat de werking van de Europese energiemarkt intact
moet blijven en er geen stappen moeten worden gezet die de verworvenheden hiervan
ondermijnen. Het kabinet staat open voor coördinatie op EU-niveau voor mogelijke gezamenlijke
gasinkoop voor strategische opslagen. Hierbij wacht het kabinet de Commissievoorstellen
terzake af. Tevens is het van belang vooruit te kijken. Het kabinet zal daarbij wijzen
op de noodzaak van snelle besluitvorming over het Fit-for-55-pakket met behoud van
ambitie, extra aandacht voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie en verdere
diversificatie van energieleveranciers. In dat licht steunt het kabinet de mededeling
van de Commissie van 8 maart («REPowerEU»6), waarin een aantal maatregelen wordt voorgesteld om de energietransitie te versnellen
en gasleveringen te diversifiëren waarmee de afhankelijkheid van de EU van Russisch
gas in een jaar met twee derde kan worden afgebouwd. De huidige crisis heeft immers
nogmaals het belang van snelle afbouw van afhankelijkheid van de EU van fossiele brandstoffen
uit Rusland onderstreept. De Commissie heeft toegezegd hiervoor in mei met nadere
voorstellen te komen.
Veiligheid en defensie
Strategisch Kompas
De ER zal de recente aanname van het EU Strategisch Kompas door de Ministers van Buitenlandse
Zaken en Defensie tijdens de RBZ van 21 maart bekrachtigen. Dit vormt het sluitstuk
van de onderhandelingen over de tekst, die sinds november 2021 zijn gevoerd. De urgentie
en het belang van een intensivering van het EU-defensiebeleid, in nauwe afstemming
met internationale partners en in de context van de Russische inval in Oekraïne, komen
goed terug. Zaken die dit kabinet in het coalitieakkoord als prioriteiten heeft aangemerkt,
zoals het verbeteren van gemeenschappelijke missies, oefeningen, militaire mobiliteit,
cyber en tegengaan van desinformatie, het ontwikkelen van een snelle EU interventie
capaciteit en belang van EU-NAVO samenwerking, komen prominent naar voren. Het kabinet
kan daarmee de aanname van het Strategisch Kompas steunen.
European Peace Facility (EPF)
Na afloop van de informele bijeenkomst in Versailles heeft Hoge Vertegenwoordiger
Josep Borrell voorgesteld het EPF-steunpakket aan Oekraïne uit te breiden met 500
miljoen euro. Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van dit voorstel
en zal dat tijdens de ER benadrukken. De Oekraïense vraag naar lethale en niet-lethale
militaire steun blijft onverminderd hoog en de Europese Vredesfaciliteit is een geschikt
instrument voor EU-lidstaten om deze steun te leveren.
Economische aangelegenheden
Wat betreft de economische thema’s zullen de regeringsleiders opvolging geven aan
de politieke verklaring die tijdens de informele bijeenkomst in Versailles is ondertekend.7 In deze verklaring is het versterken van de economische basis van de EU als een van
de drie pijlers van het nieuwe groei- en investeringsmodel van de EU neergezet. Het
kabinet ziet dit als een goed initiatief om sturing te geven aan de (economische)
thema’s die bijdragen aan het versterken van de economische positie van de EU in de
wereld. Het verder versterken van de interne markt, het versterken van kritische ecosystemen
en waardeketens, het mitigeren van de risico’s van strategische afhankelijkheden,
het inzetten op duurzame economische groei en het versnellen van de groene en digitale
transities dragen hier aan bij. Het kabinet verwelkomt in dat kader de voorgestelde
Chips Act ter versterking van het Europese ecosysteem voor halfgeleiders, waarover
de Kamer wordt geïnformeerd via een BNC-fiche. Ook zullen de regeringsleiders de eurozoneaanbevelingen
in het kader van het Europees Semester bekrachtigen.
COVID-19-coördinatie
Tijdens de bespreking van COVID-19-coördinatie zal de ER naar verwachting ingaan op
de stand van zaken van de pandemie, coördinatie van maatregelen en internationale
solidariteit. Het kabinet acht het in dit kader van belang om (reis)maatregelen ter
bestrijding van het virus zoveel mogelijk te blijven coördineren in Europees verband
om een lappendeken aan nationale maatregelen te voorkomen. Inzet van (reis)maatregelen
zoals het DCC moet proportioneel zijn. Ten aanzien van internationale solidariteit
zal het kabinet opnieuw het belang van het verbeteren van country readiness en het versterken van het gezondheidssysteem benadrukken. Op dit moment is immers
niet de beschikbaarheid van vaccins maar de absorptiecapaciteit en de country readiness van ontvangende landen de grootste obstakels voor het bereiken van een hogere vaccinatiegraad
wereldwijd.
Extern
EU-China
De ER zal naar verwachting vooruitblikken op de EU-China top die zal plaatsvinden
op 1 april 2022. Van EU-zijde zullen in ieder geval Commissievoorzitter Von der Leyen,
Voorzitter van de Europese Raad Michel en Hoge Vertegenwoordiger Borrell deelnemen.
China wordt naar alle waarschijnlijkheid vertegenwoordigd door president Xi Jinping
en premier Li Keqiang. De top zal voor een groot deel in het teken staan van de oorlog
in Oekraïne. Wat het kabinet betreft is het van belang dat de EU China wijst op zijn
internationale verantwoordelijkheden en China aanspoort zijn invloed aan te wenden
om Rusland zo snel mogelijk te bewegen tot een staakt het vuren.
Bosnië en Herzegovina
De ER zal naar verwachting tevens de politieke crisis in Bosnië en Herzegovina bespreken.
Nederland zal tijdens de ER de zorgen over de voortdurende blokkade van de staatsinstellingen
door het Bosnisch-Servisch leiderschap van de Republika Srpska opbrengen. De retoriek
en acties gericht op afscheiding zijn zorgelijk en ondermijnen de stabiliteit van
Bosnië en Herzegovina als eenheidsstaat. Het kabinet blijft zich zowel bilateraal
als multilateraal inzetten voor Europese maatregelen die ingezet kunnen worden om
het Bosnisch-Servisch leiderschap van de voorgenomen acties te weerhouden.
Eurozonetop
En marge van de Europese Raad zal er een Eurozonetop plaatsvinden. Tijdens de Eurozonetop
zal er naar verwachting gesproken worden over vier onderwerpen: 1) de economische
situatie en fiscal guidance 2023, 2) de bankenunie, 3) de herziening van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP)
en 4) de digitale euro. De voorzitter van de Eurogroep zal een brief aan de voorzitter
van de Europese Raad sturen waarin hij de stand van zaken van de discussie in de Eurogroep
over de agendaonderwerpen toelicht. Naar verwachting wordt er ook een Eurozonetop-verklaring
aangenomen.
De Eurogroep van 14 maart nam een statement8 aan over de fiscal guidance voor 2023, nadat de Commissie hier op 2 maart een communicatie over publiceerde.9 In het statement verwelkomen de ministers de mededeling van de Commissie en herbevestigen
de ministers van Financiën dat de eurozone in 2023 (uitgaande van de winterramingen
uit 2021) over kan gaan van een «aggregate supportive fiscal stance» naar een «broadly neutral fiscal stance», maar geven ze ook aan dat de onzekerheden als gevolg van de oorlog in Oekraïne groot
zijn en dat er ruimte moet zijn voor differentiatie tussen de aanpak van de lidstaten.
De Commissie geeft in de mededeling aan dat op basis van de winterraming 2021 de algemene
ontsnappingsclausule voor de begrotingsregels zal worden gedeactiveerd in 2023, waarbij
dit vanwege de onzekerheid over de economische vooruitzichten zal worden herbezien
bij de voorjaarsraming van de Commissie in mei 2022. Nederland steunt dit.
Met betrekking tot de bankenunie is er de afgelopen maanden gewerkt aan een plan om
voortgang te bewerkstelligen op de vier werkstromen op het bankenuniedossier: 1) versterking
van het crisisraamwerk voor falende banken, 2) een EU-depositogarantiestelsel, 3)
de omgang met banken die grensoverschrijdend actief zijn en 4) diversificatie van
de blootstelling van banken aan staatsobligaties. In de Eurogroep van 14 maart jl.10 is daarvoor een compromisvoorstel op hoofdlijnen neergelegd. Dit voorstel moet de
komende maanden verder worden uitgewerkt om te zien of lidstaten hiermee akkoord kunnen
gaan. Nederland zal zich constructief blijven opstellen, en tegelijkertijd benadrukken
dat het belangrijk is dat er stappen worden waarbij er een goede balans is tussen
risicoreductie en risicodeling. Hiertoe zal Nederland inzetten op duidelijke en meetbare
criteria, zeker ook wat betreft risicoreductie.
Ook zullen regeringsleiders stil staan bij de consultaties die de afgelopen maanden
hebben plaats gevonden in o.a. de Ecofinraad over de herziening van het SGP. Eventuele
voorstellen van de Commissie voor aanpassingen daarvan worden niet voor de zomer verwacht.
Tenslotte zal er een update worden gegeven over de discussie die de Eurogroep de afgelopen
maanden heeft gevoerd over de digitale euro, op basis van het voorwerk van de Commissie
en de Europese Centrale Bank, cf. het werkplan dat de Eurogroep hierover aannam.
NAVO-top
Tijdens zijn persconferentie ter voorbereiding op de bijeenkomst van NAVO-ministers
van Defensie, kondigde de secretaris-generaal van de NAVO Jens Stoltenberg aan dat
op korte termijn een NAVO-top georganiseerd zal worden. Deze zal op 24 maart 2022
plaatsvinden. De Minister-President is voornemens aan deze top deel te nemen.
Naar verwachting zal worden gesproken over de Russische inval in Oekraïne. Nederland
zal bij die gelegenheid conform de kabinetsinzet ten aanzien van Oekraïne opnieuw
steun uitspreken voor Oekraïne en het belang van eenheid binnen de NAVO en nauwe samenwerking
met de EU benadrukken.
Toezegging van de Minister van Buitenlandse Zaken over extra sancties tegen Rusland
en Belarus
Graag informeert het kabinet de Kamer naar aanleiding van de mondelinge toezegging
van de Minister van Buitenlandse Zaken in het plenair debat over Oekraïne van 10 maart
jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 59, debat over de actuele ontwikkelingen in Oekraïne)
hierbij over de sancties tegen Rusland en Belarus die zijn ingesteld sinds de Kamerbrief
over Oekraïne van 26 februari jl., waarin de tot dan toe ingestelde sancties zijn
toegelicht:
• Sluiting van het EU-luchtruim voor alle Russische luchtvaartmaatschappijen, in Rusland
geregistreerde vliegtuigen, en vliegtuigen in eigendom van of gecharterd door Russische
natuurlijke of rechtspersonen.
• Bevriezing van de tegoeden van en een verbod op transacties met de Russische Centrale
Bank.
• Verbod op verstrekken van financiële berichtenverkeerdiensten («SWIFT-verbod») aan
zeven Russische banken (Bank Otkritie, Novikombank, Promsvyazbank, Rossiya Bank, Sovcombank,
VNESHECONOMBANK (VEB), en de VTB BANK) en in Rusland gevestigde rechtspersonen, entiteiten
of lichamen waarvan de eigendomsrechten voor meer dan 50 procent direct of indirect
in handen zijn van de bovengenoemde banken.
• Verbod op het investeren in/deelnemen in projecten van het Russische fonds voor directe
investeringen.
• Verbod op verkoop, levering, overdraging, of uitvoering van eurobankbiljetten naar
Rusland.
• Uitbreiding dual use- en andere handelsbeperkingen voor Belarus (sectoren hout, cement, metaal en staal,
rubber, en «certain machinery») in lijn met degenen die op Rusland van toepassing
zijn.
• Exportverbod richting Rusland voor maritieme navigatie- en radiocommunicatiegoederen
en -technologie.
• Uitbreiding van het verbod op uitvoer van dual use-goederen naar Russische bedrijven in de defensie-industrie.
• Exportverbod op materieel, technologie en diensten in de energiesector, evenals verbod
op investeringen.
• Verbod op transacties met een verschillende staatsbedrijven die voor meer dan 50 procent
in handen van de staat zijn of waarmee de staat een substantiële economische relatie
mee heeft.
• Verbod op aanbieden van kredietbeoordelingsdiensten voor Russische klanten.
• Importverbod op ijzer en staal.
• Exportverbod voor luxegoederen met een waarde van meer dan 300 euro.
• Opschorting van omroepactiviteiten van de Russische staatsmedia Sputnik en RT/Russia
Today, die desinformatie verspreiden en de militaire agressie tegen Oekraïne steunen.
• Toepassen op Belarus van financiële sancties gericht tegen Rusland met loskoppeling
van drie Belarussische banken van SWIFT; verbod op transacties met de Centrale Bank
van Belarus; verbod op ter beschikking stellen van euro’s aan Belarus; verbod op verlening
publieke financiering voor de handel met en investeringen in Belarus.
• Inmiddels zijn door de EU in verschillende rondes sancties opgelegd aan 695 individuen
en entiteiten. Dit zijn allen individuen en entiteiten die direct dan wel indirect
betrokken zijn bij de aanval op Oekraïne ofwel tot de elite rondom Poetin worden gerekend.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken