Brief regering : Aanpak van de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne
19 637 Vreemdelingenbeleid
36 045 Situatie in de Oekraïne
         
Nr. 2834
                   BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 maart 2022
Door de oorlog in Oekraïne zijn volgens de Europese Commissie op moment van schrijven
                  circa 3 miljoen vluchtelingen de grens overgegaan, waarvan met 1,8 miljoen verreweg
                  de meesten in Polen zijn opgevangen en meer dan 1 miljoen in Roemenië, Hongarije,
                  Slowakije en Moldavië. De instroom bestaat voornamelijk uit vrouwen en kinderen. De
                  UNHCR heeft ondertussen haar voorspelling naar boven bijgesteld en voorspelt nu dat
                  er ongeveer 5 miljoen personen uit Oekraïne zullen vluchten.
               
Nog steeds verblijft het grootste deel van deze vluchtelingen in de buurlanden om
                  Oekraïne. Ik heb veel bewondering voor inspanningen van de buurlanden, die met deze
                  vluchtelingenstroom voor een enorme opgave staan. Inmiddels reizen steeds meer mensen
                  door naar de rest van Europa en ook Nederland. De afgelopen periode zijn door gemeenten,
                  samen met (lokale) partners en vrijwilligers al veel locaties gerealiseerd waar de
                  eerste vluchtelingen konden worden opgevangen. Zoals ik bij brief van 8 maart jl.
                  uiteen heb gezet (Kamerstukken 19 637 en 36 045, nr. 2829), wordt sinds 9 maart 2022 binnen de crisisstructuur door gemeenten, samen met veiligheidsregio’s
                  en andere betrokken partijen hard gewerkt aan het op korte termijn realiseren van
                  50.000 plekken. Ik heb grote waardering voor gemeenten en alle partijen die betrokken
                  zijn bij deze enorme inspanning in een kort tijdsbestek. Ook is het hartverwarmend
                  om te zien hoeveel burgers en maatschappelijke en commerciële organisaties een bijdrage
                  willen leveren aan de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Inmiddels zijn onder coördinatie
                  van de veiligheidsregio’s bijna 23.000 opvangplekken gerealiseerd, waarvan er vandaag
                  ongeveer 8000 bezet zijn. De stroom van vluchtelingen uit Oekraïne stelt Nederland
                  voor een grote opgave en er wordt hard gewerkt om allerlei vraagstukken die daarbij
                  opkomen op te lossen. Nog niet op alle vragen is nu al antwoord, maar er wordt wel
                  steeds meer duidelijk hoe de opvang van Oekraïners in Nederland op de korte, maar
                  ook middellange termijn wordt vormgegeven.
               
Daarnaast hecht het kabinet eraan om te benadrukken dat veel van wat er nu plaatsvindt
                  om de benodigde gezamenlijke aanpak vorm te geven, onontgonnen terrein betreft, onder
                  grote druk en onder moeilijke omstandigheden. Het is dan ook eerlijk aan te geven
                  dat deze aanpak risico’s met zich meebrengt, en dat er zaken mis zullen gaan. Dat
                  geldt bijvoorbeeld ten aanzien risico’s rondom de financiële aanpak, vraagstukken
                  rondom verwerving en aanbesteding, maar ook de mate waarin de gewenste kwaliteit van
                  opvang kan worden geborgd. Het spreekt voor zich dat wordt geprobeerd deze risico’s
                  waar mogelijk te ondervangen, en vanaf het begin is er contact met toezichthouders
                  en vindt regelmatige evaluatie plaats om deze risico’s te mitigeren.
               
Voorts is het goed aan te geven dat voor asielzoekers met een andere nationaliteit
                  een oplopend tekort aan opvangplekken bestaat. Uiteraard moet hier ook opvang en begeleiding
                  voor worden geboden. Om deze zoektocht te versterken is de veiligheidsregio’s gevraagd
                  om deze zoektocht ook te coördineren, in samenwerking met het COA.
               
De ontwikkelingen in Oekraïne en daarbuiten ten gevolge van de situatie in Oekraïne
                     volgen elkaar zeer snel op.
                  
In deze brief wordt ingegaan op:
I. de aanpak van de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne waarbij achtereenvolgens het
                           wettelijk kader, de spreiding van en oriëntatie op toekomstige opvang, de Richtlijn
                           Tijdelijke Bescherming, het nationaal proces, proces amv’s, de Handreiking Gemeentelijke
                           Opvang Oekraïners, onderwijs, arbeid, zorg, financiën, private initiatieven en signalen
                           mensenhandel/mensensmokkel aan bod komen.
                        
II. De contouren voor de toekomstige aanpak voor omvangrijke en langdurige aanpak van
                           opvang voor mensen uit Oekraine;
                        
III. De aanpak op Europees niveau.
Gezien het brede scala aan onderwerpen schrijf ik deze brief mede namens alle kabinetsleden
                  van de Ministeriële Commissie Crisisbeheersing (MCCb).
               
I. Aanpak opvang vluchtelingen uit Oekraïne
               
Wettelijk kader
Zoals ik in de brief van 8 maart jl. aan uw Kamer heb aangegeven is het kabinet voornemens
                  om noodrecht in te zetten – zonder de noodtoestand af te kondigen – indien er sprake
                  is van buitengewone omstandigheden vanwege een grote toestroom van personen die vanuit
                  Oekraïne naar Nederland vluchten. Hiertoe wordt onderzocht of het mogelijk is om in
                  deze bijzondere situatie de opvang van uit Oekraïne gevluchte personen wettelijk op
                  gemeentelijk niveau te beleggen bij burgemeesters. Zo krijgen burgemeesters een formele
                  taak in de opvang van deze groep. Regionaal hebben de voorzitters van de veiligheidsregio’s
                  reeds formeel een coördinerende rol op grond van artikel 39 Wet veiligheidsregio’s.
               
Spreiding opvang en oriëntatie toekomstige opvang
Op dit moment zijn de veiligheidsregio’s bezig om elk 2.000 opvangplekken te creëren
                  voor vluchtelingen uit Oekraïne; in totaal zal dit optellen tot circa 50.000 plekken
                  bestemd voor de opvang van mensen afkomstig uit Oekraïne. Deze opvang geldt uitsluitend
                  voor vluchtelingen conform de Tijdelijke Richtlijn bescherming. Daarbij is het op
                  dit moment niet mogelijk om onderscheid te maken in de locaties waar vluchtelingen
                  opgevangen worden; het doel is nu om zoveel mogelijk bedden te creëren om elke vluchteling
                  een dak boven het hoofd te kunnen bieden.
               
Nederland dient echter ook passende voorzorgsmaatregelen te nemen voor de middellange
                     termijn. Dat betekent dat ook voorbereidingen moeten worden getroffen voor een verdergaande
                     situatie waarin de opvang van mensen uit Oekraïne in omvang in ruime mate groter wordt
                     dan de circa 50.000 plekken die thans in voorbereiding zijn of waarin deze opvang
                     langer duurt.
                  
Voor die fase ligt een pragmatische aanpak voor de hand om te zorgen voor een spreiding
                     van vluchtelingen over Nederland, waarbij gebruik wordt gemaakt van gezamenlijke opvanglocaties
                     van serieuze omvang waar gewenst en mogelijk. Dit kunnen omvangrijke locaties zijn
                     met enkele duizenden bewoners.
                  
Daarnaast zal er altijd sprake zijn van enige verspreiding over de overige gemeenten.
                  Die aanpak en strategische oriëntatie, gericht op gezamenlijkheid van locaties van
                  een serieuze omvang, is ook nodig om op verscheidene terreinen invulling te kunnen
                  geven aan de aanpak vanuit de overheid, zoals op de terreinen van gezondheidszorg,
                  arbeid of scholing. Wanneer sprake is van verdergaande grootschalige instroom, krijgt
                  opvang noodzakelijkerwijs een grootschaliger en een meer regionaal gecentraliseerd
                  karakter, waarbij ter plaatse ook specifieke voorzieningen, zoals onderwijs, worden
                  geboden.
               
Richtlijn Tijdelijke bescherming
De Europese Unie heeft op 4 maart 2022 de Richtlijn Tijdelijke bescherming via een
                  Raadsbesluit geactiveerd (Kamerstukken 32 317 en 36 045, nr. 750). Mensen die het conflict in Oekraïne ontvluchten krijgen bescherming in de lidstaten
                  van de Europese Unie, zo ook in Nederland. Tijdelijk beschermden volgens de richtlijn
                  hebben recht op onder meer fatsoenlijk onderdak, levensonderhoud, medische zorg, en
                  onderwijs. Naast Oekraïners is de richtlijn ook van toepassing op bepaalde categorieën
                  derdelanders die in Oekraïne verblijf hadden. Dit geldt in de eerste plaats voor derdelanders
                  (en staatlozen) die in Oekraïne een asielstatus hadden. Lidstaten kunnen zelf besluiten
                  om deze groep verder uit te breiden naar andere derdelanders met legaal verblijf in
                  Oekraïne. Voor deze groep zal veelal wel een wat uitgebreidere toets nodig zijn dan
                  voor goed gedocumenteerde Oekraïners.
               
Voor elke lidstaat geldt dat hij de verplichting heeft om de mate van bescherming
                  te bieden die in de richtlijn staat opgenomen. Daarbij wordt wel, ook naar aanleiding
                  van de oproep hiertoe van Nederland, ruimte geboden voor het hanteren van bestaande
                  nationale instrumenten. Onder lidstaten leven nog veel vragen over de implementatie
                  van de Richtlijn Tijdelijke bescherming en het Raadsbesluit. De Europese Commissie
                  werkt aan richtsnoeren die Lidstaten bij de implementatie kunnen helpen. Daarbij wordt
                  rekening gehouden met de noden en vragen van Lidstaten.
               
Nationaal proces
Oekraïners die in Nederland aankomen en gemeentelijke opvang wensen te krijgen, dienen
                  zich te wenden tot de gemeente. Sinds vorige week is vanuit JenV en de 25 veiligheidsregio’s
                  het Knooppunt Coördinatie Informatie Oekraïne ingesteld. Het knooppunt voorziet in
                  een informatieplatform tussen Rijk en regio’s en betrokken partners als bijvoorbeeld
                  het Nederlandse Rode kruis, VNG en COA. Daarnaast is er een verzamelpunt opgericht,
                  waarvanuit het overzicht van de beschikbare gemeentelijke opvangplekken op bovenregionale/landelijke
                  schaal in beeld wordt gebracht en coördinatie plaatsvindt, het Landelijk Coördinatiepunt
                  Vluchtelingen Spreiding (LCVS).
               
Voor mensen uit Oekraïne die zich melden bij een gemeente volgt een, net gestart,
                  registratieproces. Via de Basis Registratie Personen (BRP) wordt gekomen tot een zo
                  snel mogelijke en eenduidige registratie van personen die uit Oekraïne naar Nederland
                  zijn gekomen. Deze registratie vindt plaats op basis van overgelegde documenten. Ook
                  personen die worden opgevangen bij particulieren en hun identiteit, herkomst, nationaliteit
                  en verblijfsrecht op basis van overgelegde documenten kunnen aantonen, worden ingeschreven
                  in de BRP door de gemeente waarin zij verblijven. Dit vergt opnieuw een grote inspanning
                  van gemeenten, die zich ook op het punt van opvang en andere vraagstukken maximaal
                  inspannen. Vanuit het Rijk wordt bezien op welke wijze gemeenten in die rollen kunnen
                  worden ondersteund, en zal vanzelfsprekend vergoeding plaatsvinden van de kosten die
                  verbonden zijn aan die inzet.
               
Indien de vreemdeling niet of onvoldoende is gedocumenteerd en er twijfel bestaat
                  over de Oekraïense afkomst of het recent rechtmatig verblijf in Oekraïne van derdelanders
                  zal, in samenwerking met de Vreemdelingenketen, een aanvullend herkomst- en identificatieproces
                  in een daarvoor nader in te richten BRP-straat plaatsvinden. Indien bij die beoordeling
                  de twijfel wordt weggenomen volgt alsnog de registratie in de BRP en kan de vreemdeling
                  in gemeentelijke opvang blijven. Voor personen die hun herkomst, identiteit en – waar
                  nodig- rechtmatig verblijf in Oekraïne niet aannemelijk kunnen maken wordt het verblijf
                  in de gemeentelijke opvang beëindigd. Op basis van deze werkwijze wordt geborgd dat
                  personen die niet in aanmerking horen te komen voor gemeentelijke opvang spoedig worden
                  onderkend en hun verblijf in de gemeentelijke opvang wordt beëindigd. Deze groep zal
                  gewezen worden op de mogelijkheden voor terugkeer. Diegenen die stellen gevaar te
                  lopen bij terugkeer naar hun land kunnen asiel aanvragen. Momenteel worden de mogelijkheden
                  verkend om hiervoor een aparte locatie aan te wijzen. Gedurende de asielprocedure
                  heeft deze groep recht op COA opvang.
               
Terugkeer en repatriëring kunnen ook aan de orde zijn voor de groep derdelanders,
                  die weliswaar gedocumenteerd is en recht heeft op gemeentelijke opvang, maar ervoor
                  kiest om terug te keren naar het land van herkomst of door te migreren naar een ander
                  land. De Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) en IOM Nederland kunnen bij terugkeer
                  en repatriëring ondersteunen. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid werkt samen
                  met DT&V en IOM Nederland een handelingskader uit voor gemeenten voor de terugkeer
                  van personen uit Oekraïne.
               
Proces voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv)
Voor Oekraïense amv geldt dat, in samenspraak met Nidos, de Raad voor de Kinderbescherming,
                  COA de VNG en andere betrokken partijen nog wordt bezien op welke wijze de opvang
                  kan worden vormgegeven. Dit omdat amv een kwetsbare groep vormen, waarbij het van
                  belang is dat zij in een veilige omgeving opgevangen worden met oog voor hun unieke
                  situatie. Op dit proces kan momenteel nog niet vooruit gelopen worden.
               
Handreiking
Om gemeenten zoveel mogelijk te helpen bij het opzetten en beheren van opvanglocaties
                  heeft het Ministerie van Justitie en Veiligheid samen met de Ministeries van Volksgezondheid,
                  Welzijn en Sport, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
                  Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
                  en andere partners buiten de rijksoverheid een voorlopige Handreiking Gemeentelijke
                  Opvang Oekraïners opgesteld. Deze is op 13 maart jl. gepubliceerd en verspreid onder
                  gemeenten. De Handreiking biedt handvatten die gemeenten ondersteunen bij de organisatie
                  en uitvoering van de opvang. Uitgangspunt daarbij is dat de gemeentelijke opvang toegankelijk
                  is voor alle vluchtelingen uit Oekraïne. De voorzieningen en rechten voor deze vluchtelingen
                  dienen zoveel mogelijk gelijkwaardig te zijn aan de rechten en voorzieningen van personen
                  die worden opgevangen via het reguliere asielproces.
               
Onderwijs
Ook veel minderjarige kinderen zijn naar Nederland gevlucht. Het is verschrikkelijk
                  als je je leven achter je moet laten omdat oorlogsgeweld je eigen thuis te onveilig
                  maakt om er te blijven. Dat geldt voor kinderen des te meer. Daarom geven we ze hier
                  een veilig onderdak. Maar juist in zo’n moeilijke situatie is het van belang dat deze
                  kinderen weer zo snel mogelijk iets van een «normaal» leven op kunnen pakken. Net
                  als alle andere kinderen die in Nederland verblijven hebben ook deze kinderen recht
                  op onderwijs. Het is dan ook belangrijk dat we hen zo snel mogelijk een plek op school
                  bieden om samen met vriendjes te kunnen spelen, en weer iets te kunnen leren. Op verschillende
                  plekken zijn gemeenten en scholen samen met andere partners bezig dit onderwijs te
                  organiseren en op een aantal plekken gaan gevluchte Oekraïense kinderen al naar school.
                  Gelukkig kunnen we daarbij gebruik maken van de inzet en expertise van het nieuwkomersonderwijs
                  dat we in Nederland hebben. Daar werken enorm betrokken en gespecialiseerde leraren
                  die deze leerlingen goed kunnen helpen, en hun expertise ook graag delen. Het Ministerie
                  van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ondersteunt hierbij. Scholen komen in aanmerking
                  voor extra bekostiging voor het onderwijs aan deze kinderen.
               
Naar verwachting komen er nog veel meer kinderen naar Nederland. Indien er voldoende
                  ruimte is, dan verdient het de voorkeur dat Oekraïense kinderen terecht kunnen in
                  het bestaande nieuwkomersonderwijs. Daarbij gaat het in het primair onderwijs om nieuwkomersklassen
                  en taalklassen en in het voortgezet onderwijs om internationale schakelklassen (ISK’s).
                  Wanneer de aantallen gevluchte Oekraïense kinderen verder toenemen, zoals de verwachting
                  is, dan is er niet overal voldoende ruimte in het bestaande nieuwkomersonderwijs.
                  Gegeven de op korte termijn beschikbare opvangcapaciteit voor 50.000 vluchtelingen
                  houdt het Ministerie van OCW daarbij rekening met 15.000 tot 25.000 leerplichtige
                  kinderen. De mogelijkheid bestaat dat dit aantal verder toeneemt. Dit vraagt veel
                  van de samenleving en van het onderwijs. Daarom treft de Minister voor Primair en
                  Voortgezet Onderwijs samen met verschillende andere betrokken partijen nu voorbereidingen
                  om nieuwkomersscholen in staat te stellen het aantal beschikbare onderwijsplaatsen
                  op te schalen. Zo lang het kan blijft het bestaande nieuwkomersonderwijs de voorkeur
                  hebben.
               
In regio’s waar de bestaande voorzieningen, ook in een opgeschaalde variant, onvoldoende
                  zijn, zet het Ministerie van OCW daarbij in op het opzetten van extra, tijdelijke
                  onderwijsvoorzieningen. Ook dat zal uiteraard gebeuren met inzet van de expertise
                  die in het bestaande nieuwkomersonderwijs voorhanden is. Het aanbod dat in die voorzieningen
                  gerealiseerd wordt is bedoeld om nauw aan te sluiten bij hetgeen wat deze kinderen
                  nodig hebben en wat tegelijkertijd praktisch realiseerbaar is. Dit is een grote opgave
                  die alleen kan worden uitgevoerd door inzet van verschillende partijen, met name schoolbesturen,
                  het bestaande nieuwkomersonderwijs en gemeenten, maar ook Lowan, kinderopvang, NGO’s,
                  sport-, cultuur- en welzijnsorganisaties, et cetera. Het Ministerie van OCW en het
                  Ministerie van SZW kijken hierbij gezamenlijk naar de rol van de kinderopvang. Ook
                  verkent het Ministerie van OCW de inzet van docenten vanuit de Oekraïense gemeenschap
                  zelf. De juridische ruimte daarvoor wordt momenteel nader onderzocht. Het uitgangspunt
                  is een combinatie van onderwijs gericht op verwerving van de Nederlandse taal, met
                  vakonderwijs (mogelijk in het Oekraïens en het Engels) en inzet op het sociaal-emotionele
                  welbevinden van gevluchte kinderen. Voor al deze aspecten is een goede onderwijskwaliteit
                  uiteraard een voorwaarde. Verder gaat het hierbij nadrukkelijk om tijdelijke voorzieningen.
                  Indien Oekraïense kinderen langere tijd in Nederland blijven, moet ingezet worden
                  op zo snel mogelijke doorstroom naar de bestaande nieuwkomersonderwijsvoorzieningen.
                  Het Ministerie van OCW werkt deze opgave uit samen met betrokken organisaties en informeert
                  uw Kamer zodra er meer duidelijkheid is over de mogelijkheden en de bijbehorende benodigde
                  extra middelen.
               
Voor Oekraïense jongeren en volwassenen die willen instromen in het mbo, hoger onderwijs
                  of volwassenenonderwijs geldt dat het Ministerie van OCW momenteel ook in gesprek
                  is met verschillende betrokken partijen om te kijken hoe hen een plek in het onderwijs
                  kan worden geboden. Tot 18 jaar geldt daarbij een formeel recht op onderwijs op basis
                  van internationale verdragen.
               
Arbeid
Op grond van de Richtlijn Tijdelijke bescherming is er ook toegang tot de arbeidsmarkt,
                  maar heeft de werkgever op dit moment nog een tewerkstellingsvergunning nodig. Het
                  Ministerie van SZW is voornemens om op korte termijn de toegang tot de arbeidsmarkt
                  voor Oekraïners tijdelijk te verruimen, door een vrijstelling op de plicht om een
                  tewerkstellingsvergunning te regelen. Wel geldt er een meldplicht. Er wordt naar gestreefd
                  om de vrijstelling op 1 april 2022 in werking te laten treden. Uw kamer wordt op korte
                  termijn hierover nader bericht. Tevens wordt in dit kader gekeken naar de toegang
                  tot kinderopvang en mogelijke knelpunten die hierbij spelen.
               
Medische zorg
Toegang tot zorg en vergoeding op de korte termijn
Het is van belang dat vluchtelingen uit Oekraïne die naar Nederland komen, of hier
                  reeds zijn, zo goed mogelijk toegang krijgen tot de zorg en ondersteuning uit de verschillende
                  domeinen. Op de verscheidene opvanglocaties zijn thans reeds GGD en andere medische
                  actoren actief. De GGD vervult een belangrijke wettelijke taak op het gebied van de
                  Publieke Gezondheid en is betrokken bij de eerste medische zorg, zoals verzorgen van
                  vaccinaties, gezondheidsscreening, infectieziektebestrijding, technische hygiënezorg
                  van de locaties, jeugdgezondheidszorg en de organisatie van opvang van mensen met
                  pyschosociale problemen en trauma’s. De wijze waarop zorgkosten worden vergoed is
                  mede afhankelijk van de vraag of de Richtlijn Tijdelijke bescherming van toepassing
                  is. Voor de korte termijn wordt uitgegaan van de volgende situaties:
               
• Aanvraag asiel met registratie bij het COA
• Zonder aanvraag asiel en aanvraag asiel zonder registratie bij het COA
Hieronder wordt toegelicht hoe op de korte termijn de toegang tot zorg en ondersteuning
                  voor vluchtelingen uit Oekraïne is georganiseerd of hoe hieraan wordt gewerkt. Hierbij
                  is aandacht voor de verschillende manieren waarop opvang wordt georganiseerd, zodat
                  toegang tot zorg wordt gewaarborgd voor zowel vluchtelingen in een centrale opvang
                  als in particuliere opvang. De vergoeding van de kosten van zorg en ondersteuning
                  aan vluchtelingen uit Oekraïne verloopt zoveel mogelijk via bestaande regelingen,
                  zodat de zorg en ondersteuning zoveel mogelijk per direct beschikbaar is. Het gaat
                  om personen met de Oekraïense nationaliteit, maar ook derdelanders met een verblijfsrecht
                  in Oekraïne. De verwachting is dat het merendeel van de vluchtelingen in de Gemeentelijke
                  Opvang Oekraïners (GOO) en de Particuliere Opvang Oekraïners (POO) zullen worden opgevangen
                  en derhalve niet bij het COA worden ingeschreven.
               
De regelingen die worden genoemd in deze brief zijn mogelijk niet volledig geschikt
                  voor alle kosten die worden gemaakt in relatie tot de zorgverlening aan de vluchtelingen.
                  Op landelijk niveau is het Ministerie van VWS met betrokken partijen, waaronder de
                  landelijke huisartsenvereniging en InEen, in gesprek over de organisatie van de huisartsenzorg.
                  Hierbij zijn als knelpunten onder meer de medische dossiervoering, de financiering
                  van talentolken en de administratieve lasten van de subsidieregeling onverzekerden
                  ter sprake gekomen. Het Ministerie van VWS en Ministerie van J&V en betrokken partijen
                  zien tezamen hoe deze knelpunten zoveel mogelijk kunnen worden weggenomen. Ook voor
                  de ggz zal worden geïnventariseerd welke (aanvullende) knelpunten zij zien met betrekking
                  tot het verlenen van geestelijke gezondheidszorg aan vluchtelingen uit Oekraïne.
               
Aanvraag asiel met registratie bij het COA
Als de Oekraïense vluchteling asiel heeft aangevraagd dan is de Regeling Medische
                  zorg Asielzoekers (RMA) alleen van toepassing als betrokkene daadwerkelijk bij het
                  COA staat geregistreerd. Het grootste deel van de aanspraken onder de RMA komt overeen
                  met de aanspraken in het basispakket van de Zorgverzekeringswet. Daarnaast wordt een
                  deel van de zorg die onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet langdurige
                  zorg (Wlz) valt, ook vanuit de RMA vergoed. Voor mondzorg bestaat een zeer beperkt
                  pakket voor volwassenen met acute klachten, voor kinderen geldt de vergoeding vanuit
                  het basispakket. Er geldt geen premie, eigen bijdrage en eigen risico.
               
Zonder aanvraag asiel en aanvraag asiel zonder registratie bij het COA
Medische zorg
Voor de Zvw-zorg is de «Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden»
                  op de korte termijn vooralsnog het meest geëigende instrument (SOV). Zorgaanbieders
                  kunnen de kosten van medische zorg aan vluchtelingen declareren bij het CAK. Het gaat
                  daarbij om zorg die onder de basisverzekering valt, waaronder huisartsenzorg, medisch-specialistische
                  zorg en geestelijke gezondheidszorg. De SOV voorziet evenwel niet in onder andere
                  reguliere mondzorg, abortuszorg en anticonceptiemiddelen. Hier wordt apart naar gekeken.
               
Mondzorg: De SOV gaat uit van de mondzorg die vergoed wordt uit de basisverzekering.
                  Voor jongeren onder de 18 jaar geldt een uitgebreid pakket behandelingen. Bijvoorbeeld:
                  periodieke controle, tandsteen verwijderen, vullingen en chirurgische tandheelkundige
                  hulp. Voor volwassenen geldt vergoeding van de kosten van chirurgische tandheelkundige
                  hulp, röntgenonderzoek en uitneembare kunstgebitten. Op de website van de KNMT zijn
                  de aanpak en acties te lezen die de leden van de KNMT ondernemen om de vluchtelingen
                  te helpen.
               
Administratieve lasten SOV
Administratieve lasten SOV
De inzet van deze subsidieregeling kent – mede om het gebruik goed te monitoren –
                  enkele administratieve lasten. Wij zullen zorgaanbieders zoveel mogelijk ondersteunen
                  om de bestaande procedures te volgen en daarbij onduidelijkheden zoveel mogelijk weg
                  te nemen. Wij onderzoeken daarbij of het noodzakelijk is om de meldtermijn en de aan
                  te leveren gegevensset aan te passen.
               
Langdurige zorg
Legaal verblijvende personen zonder verblijfsstatus zijn niet verzekerd voor wlz-
                  zorg. De Regeling voor Medische Zorg aan asielzoekers (RMA) wordt opengesteld voor
                  wat betreft de aanspraak op wlz-zorg voor vluchtelingen uit Oekraïne wanneer er sprake
                  is van een langdurige zorgbehoefte die niet vanuit de subsidieregeling (Zvw) of Wmo
                  ondersteuning door gemeenten geboden kan worden en waarbij verblijf in een instelling
                  nodig is. Daarvoor is een indicatie van RMA Healthcare nodig. Het zorgkantoor kan
                  bemiddelen bij het vinden van een plek in een Wlz-instelling. De betrokken zorgverlener
                  kan de indicatie bij RMA Healthcare aanvragen. Zodra de plaatsing in een instelling
                  heeft plaatsgevonden wordt de betrokkene geregistreerd bij het COA en kunnen de kosten
                  via de RMA worden betaald. Er geldt geen eigen bijdrage en geen eigen risico.
               
Zorg en ondersteuning door gemeenten voor vluchtelingen met zorgvraag
De status die de tijdelijk ontheemden uit Oekraïne krijgen op korte en lange termijn,
                     is van invloed op welk beroep gedaan kan worden op de zorg en ondersteuning van gemeenten
                     (Wmo 2015).
                  
Het is niet duidelijk in hoeverre de zorg en ondersteuningsvraag van vluchtelingen
                     uit Oekraïne vergelijkbaar is met de zorgvraag van inwoners van Nederland. Onder de
                     vluchtelingen uit Oekraïne bevinden zich: kinderen met een beperking, jeugdigen met
                     een jeugdhulpvraag, wezen, gezinnen met pleegkinderen, ouderen met dementie en/of
                     fysieke beperkingen, mantelzorgers, enzovoorts. Op dit moment is nog niet in te schatten
                     hoe groot het aantal vluchtelingen zal zijn dat naar Nederland reist en hier opgevangen
                     zal worden.
                  
Op basis van eerdere ervaringen met evacués en vluchtelingen uit oorlogsgebieden is
                     de eerste prioriteit van deze mensen een plek om te verblijven en op adem te komen.
                     Men is blij de oorlog te zijn ontvlucht. Pas later komen wensen met betrekking tot
                     zorg en ondersteuning nadrukkelijker naar de voorgrond. Veel zorg en ondersteuning
                     zal in familiekring opgevangen worden zoals in Oekraïne dat ook gebruikelijk is, maar
                     het sociale netwerk zal voor een groot deel niet meer intact zijn bij aankomst in
                     Nederland.
                  
Met gemeenten en aanbieders is het kabinet zich aan het voorbereiden wat deze toestroom
                     van potentieel beroep op de Jeugdwet en Wmo 2015 gaat betekenen voor de capaciteit
                     bij aanbieders, de financiën en de uitvoering van de toegang en indicatiestelling.
                     BZK, JenV, VNG en VWS zullen hier nauw samen in op trekken. Zo heeft bijvoorbeeld
                     de keuze voor de meer regionale spreiding i.p.v. lokale spreiding weer invloed op
                     hoe de financiële regeling met gemeenten voor de meerkosten ingericht moet worden.
                  
Communicatie en inventarisatie knelpunten in de uitvoering
Goede communicatie met de vluchtelingen, gemeenten, hulpverleners en zorgaanbieders
                  is van groot belang. De communicatie over zorgkosten verloopt voornamelijk via de
                  websites van de rijksoverheid, het CAK en Zorgverzekeringlijn. Op de website van Zorgverzekeringslijn
                  is reeds informatie in het Oekraïens beschikbaar.
               
De regelingen die worden genoemd in deze brief zijn mogelijk niet volledig geschikt
                  voor alle kosten die worden gemaakt in relatie tot de zorgverlening aan de vluchtelingen.
                  Op landelijk niveau is het Ministerie van VWS met betrokken partijen, waaronder de
                  landelijke huisartsenvereniging en InEen, in gesprek over de organisatie van de huisartsenzorg.
                  Hierbij zijn als knelpunten onder meer de medische dossiervoering, de financiering
                  van talentolken en de administratieve lasten van de subsidieregeling onverzekerden
                  ter sprake gekomen. Het Ministerie van VWS en Ministerie van J&V en betrokken partijen
                  zien tezamen hoe deze knelpunten zoveel mogelijk kunnen worden weggenomen. Ook voor
                  de ggz wordt geïnventariseerd of en welke (aanvullende) knelpunten zij zien met betrekking
                  tot het verlenen van geestelijke gezondheidszorg aan vluchtelingen uit Oekraïne.
               
Publieke gezondheidszorg
Mede vanwege de relatief lage vaccinatiegraad van de vluchtelingen uit Oekraïne doet
                  zich het risico voor van introductie van polio en mazelen en van extra toename van
                  COVID-besmettingen. Als maatregel daarop voeren de GGD’en onder regie van het RIVM
                  inhaalvaccinaties uit via instroom in het rijksvaccinatieprogramma. Daarnaast wordt
                  de rioolwatersurveillance op polio geïntensiveerd. De kosten hiervan en de wijze van
                  financiering worden nader in kaart gebracht.
               
Financiën
Op dit moment werkt het kabinet samen met partners binnen en buiten de rijksoverheid
                  aan financiering van de opvanglocaties en bijhorende kosten in gemeenten en Veiligheidsregio’s.
                  Uitgangspunt daarbij is dat het kabinet van rijkswege de kosten die gemaakt zullen
                  worden door gemeenten en Veiligheidsregio’s integraal zal vergoeden. Daartoe rondt
                  het kabinet een ministeriële regeling af, in overleg met gemeenten, Veiligheidsregio’s.
               
Private initiatieven
Om de vele private initiatieven in goede banen te leiden, hebben het Rode Kruis, Vluchtelingenwerk
                  Nederland en het Leger des Heils hun krachten gebundeld om deze initiatieven te coördineren.
                  Samen met andere betrouwbare partners werken zij aan een platform waar particuliere
                  initiatieven kunnen worden aangeboden (goederen, diensten, vrijwilligers).
               
Voor particuliere opvang is het consortium, in samenwerking met TakeCareBNB, bezig
                  met het werven, screenen en begeleiden van gastgezinnen. Vanuit het Rijk zullen deze
                  organisaties hierbij (financieel) worden ondersteund. Zo wordt er naast de Handreiking
                  voor Gemeentelijke Opvang Oekraïners, ook gewerkt aan een handreiking voor de opvang
                  van Oekraïense vluchtelingen door particulieren. Verder zijn er door het consortium
                  Humanitarian Service Points opgezet op verschillende stations in Nederland om vluchtelingen
                  uit Oekraïne op te vangen, te informeren en door te verwijzen naar een opvanglocatie.
               
Signalen mensenhandel/-smokkel
Het kabinet is bekend met signalen van mensenhandelaren en -smokkelaars die misbruik
                  kunnen maken van kwetsbare personen die uit Oekraïne vluchten. In de JBZ-raad van
                  2 en 3 maart jl. heeft Nederland aandacht gevraagd dat alle autoriteiten en Europese
                  instanties betrokken bij de grenscontroles van personen uit Oekraïne alert zijn op
                  signalen van mensenhandel en mensensmokkel en daar actief interventies op plegen (Kamerstuk
                  32 317, nr. 715). Ook EUROPOL monitort gezamenlijk met de desbetreffende grenslanden deze signalen
                  nauwlettend. Zij hebben daarbij in het bijzonder aandacht voor kwetsbare groepen.
                  Omdat de gevolgen voor de georganiseerde criminaliteit nog niet exact duidelijk zijn
                  en deze ook juist in Europees verband in onderlinge samenhang in kaart moeten worden
                  gebracht, verkent het Ministerie van Justitie en veiligheid samen met het Openbaar
                  Ministerie, Politie en andere partners op nationaal en in Europees verband hoe het
                  beeld daarover kan worden ontwikkeld en continu kan worden geactualiseerd zodat vervolgens
                  ook de meeste effectieve gezamenlijke interventies kunnen worden vastgesteld.
               
Er is ook contact tussen de lidstaten via het operationele samenwerkingsverband in
                  het kader van de bestrijding van mensenhandel, EMPACT-THB, waar Spanje het voortouw
                  neemt om ten aanzien van de situatie in Oekraïne zorg te dragen voor een versterking
                  van de informatiepositie van alle lidstaten en het delen van best practices. Nederland
                  is als driver van EMPACT-THB nauw betrokken en Europol, Eurojust en Frontex ondersteunen
                  dit initiatief.
               
Ook in Nederland zijn de instanties die betrokken zijn bij de inrichting van de opvang
                  en uitvoeringsorganisaties alert op signalen van mensenhandel en uitbuiting van kwetsbare
                  groepen en mensensmokkel. In de Handreiking Gemeentelijke Opvang Oekraïners is aandacht
                  voor mensenhandel. Tevens is een informatiebrochure voor vluchtelingen zelf opgesteld
                  door CoMensha (i.s.m. verschillende partners) waarin zij uitleg krijgen over verschillende
                  zaken en ook een waarschuwing voor het risico op mensenhandel.
               
II. Voorbereidingen op een volgende fase opvang van vluchtelingen uit Oekraïne: Nationaal
                  Programma Oekraïense Vluchtelingen en nationale opvangorganisatie
               
Zoals eerder aangegeven moeten Nederland en Europese partners rekening houden met
                     een langduriger situatie waarin de opvang van mensen Oekraïne in omvang in ruime mate
                     groter wordt dan de circa 50.000 plekken die thans in voorbereiding zijn.
                  
Dat kunnen situaties betreffen die zich thans reeds bij Europese partners voordoen
                     waarbij tienduizenden en in sommige gevallen zelfs meer dan honderdduizend mensen
                     uit Oekraïne opvang behoeven in een land.
                  
Daarop moeten voorbereidingen worden getroffen en passende voorzorgsmaatregelen worden
                     genomen.
                  
Daarom werkt het kabinet nu reeds aan de volgende fase van de opvang van vluchtelingen
                     uit Oekraïne.
                  
De voorbereidingen worden getroffen voor een nationale opvangorganisatie, als onderdeel
                     van een Nationaal Programma Oekraïense Vluchtelingen. De inzet van die organisatie
                     is om voor de langere termijn de opvang te borgen, ook voor grotere aantallen mensen
                     uit Oekraïne en wanneer er sprake is van langduriger of (semi-)permanent verblijf.
                     Hierbij betrekt het kabinet nadrukkelijk ook maatschappelijke spelers, de private
                     sector en andere partijen, omdat dit daadwerkelijk een inzet van iedereen zal vergen.
                  
Om deze ontwikkelingen te faciliteren en te begeleiden heeft het kabinet ook besloten
                     tot het opzetten van een programma-organisatie binnen de rijksoverheid, een programmatische
                     inzet vanuit de rijksoverheid met een heldere en eenduidige structuur vanuit een directoraat
                     -generaal dat zich inzet voor de coördinatie van de komende vraagstukken.
                  
Er wordt thans door een projectteam hard gewerkt aan het uitwerken van deze nieuwe
                     organisatie en de samenwerking en inbedding in bestaande structuren. Hiervoor is uiteraard
                     voorwaardelijk dat de instroom van vluchtelingen uit Oekraïne in de komende periode
                     aanzienlijk toeneemt. Als dit niet het geval blijkt te zijn, zullen deze voorbereidingen
                     worden gestaakt.
                  
De opvang van mensen uit Oekraïne zal op vele fronten consequenties kunnen hebben.
                     Voor de woningmarkt geldt bijvoorbeeld dat het op dit moment moeilijk is om een woning
                     te vinden. Het is niet de bedoeling dat de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne die
                     situatie nog lastiger maakt. De opvang moet dan ook zo georganiseerd worden, dat andere
                     woningzoekers niet worden verdrongen.
                  
Dat geldt niet alleen voor de woningmarkt, maar eenzelfde vraagstuk speelt rondom
                     de opvang van asielzoekers uit overige landen, ook daar is het zaak om te voorkomen
                     dat concurrentie plaatsvindt voor locaties die geschikt zijn voor opvang.
                  
III. Aanpak op Europees niveau
               
In de Europese Unie is zoals bekend eensgezind gereageerd: het bieden van een veilige
                  haven en ondersteuning voor eenieder die de oorlog in Oekraïne ontvlucht is prioriteit.
                  Op moment van schrijven ziet het kabinet dat de situatie aan de grenzen tussen Europese
                  Lidstaten en Oekraïne momenteel onder controle is. De wachttijden aan de grenzen lijken
                  af te nemen. Daarentegen ontvangt het kabinet wel de eerste berichten dat omringende
                  landen aan de grenzen van de opvangcapaciteit zitten. Daar wordt in Brusselse gremia
                  over gesproken, o.a. in het solidariteitsplatform gecoördineerd door de Commissie.
               
Europese coördinatie
EU-coördinatie is van groot belang. De Europese Unie heeft hiervoor meerdere instrumenten
                  tot haar beschikking, onder andere voor het delen van informatie, het coördineren
                  van noodhulp en het coördineren van steunverzoeken aan Europese Agentschappen zoals
                  het Europese Asielagentschap, Europol en Frontex. In de regel geldt dat lidstaten
                  bij deze agentschappen en bij het Civiele Beschermingsmechanisme een verzoek tot ondersteuning
                  kunnen indienen. De Agentschappenkunnen vervolgens, indien noodzakelijk, verzoeken
                  uitzetten bij andere lidstaten. Nederland geeft in deze gremia continu aan open te
                  staan voor dergelijke verzoeken.
               
Op dit moment is Frontex actief in Roemenië en Slowakije. Daarnaast heeft Frontex
                     een verzoek om ondersteuning voor Estland bij Nederland ingediend. Het kabinet is
                     voornemens daar positief op te reageren. Er wordt door de Commissie bovendien gewerkt
                     aan een status overeenkomst tussen Frontex en Moldavië om ondersteuning vanuit Frontex
                     aan de grensbewakingsautoriteiten mogelijk te maken. Daarover wordt momenteel in Raadsverband
                     gesproken – Nederland steunt dit voorstel. Tot slot ondersteunt Frontex lidstaten
                     bij de vrijwillige terugkeer van derdelanders naar landen van herkomst.
                  
Het Europees Asielagentschap (EUAA) geeft aan klaar te staan om lidstaten te ondersteunen
                     bij de opvang en reguliere asielprocedures. Tot nu toe heeft Roemenië hierom verzocht
                     en op dit moment voert het EUAA een zogenaamde «needs assessment» uit. Daarnaast zal
                     het waar nodig lidstaten kunnen bijstaan bij de implementatie van de Tijdelijke Beschermingsrichtlijn.
                     Ook Europol is actief en heeft mensen ingezet in Slowakije en Polen en hebben andere
                     Europese Lidstaten verzoeken ingediend.
                  
Voorts coördineert de Europese Commissie de inrichting van een solidariteitsplatform,
                  zoals overeengekomen in verband met de Richtlijn Tijdelijke Bescherming. In dit verband
                  spreken Europese lidstaten over opvangcapaciteiten en solidariteitsmaatregelen. Inmiddels
                  hebben de eerste bijeenkomsten plaatsgevonden waarin informatie is gedeeld over de
                  opvangcapaciteit van verschillende landen.
               
Ten slotte heeft de Europese Raad een crisismechanisme, het zogenoemde Integrated
                  Political Crisis Mechanism (IPCR). Dit mechanisme maakt snelle politieke besluitvorming
                  en informatiedeling onder lidstaten mogelijk. Inmiddels hebben ook hiervan de eerste
                  bijeenkomsten plaatsgevonden.
               
Dublin
Bij de activering van de Richtlijn Tijdelijke bescherming hebben de EU-lidstaten door
                  middel van een verklaring afgesproken dat ter ondersteuning van de lidstaten van binnenkomst
                  en ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanningen van alle lidstaten, de
                  lidstaten geen gebruik zullen maken van artikel 11 van de Richtlijn. Dit betekent
                  dat personen die in een bepaalde lidstaat tijdelijke bescherming genieten en die zonder
                  toestemming naar een andere lidstaat vertrekken, niet zullen worden teruggestuurd
                  naar de lidstaat die de tijdelijke bescherming heeft verstrekt, tenzij de lidstaten
                  op bilaterale basis anders overeenkomen. In lijn met deze verklaring zullen voorlopig
                  vanuit Nederland in beginsel geen Oekraïners (en anderen die de tijdelijke beschermingsstatus
                  genieten) meer in het kader van de Dublinverordening worden overgedragen aan andere
                  EU-lidstaten. Ten aanzien van andere nationaliteiten/personen die geen tijdelijke
                  bescherming genieten, zal de Dublinverordening nog wel worden toegepast. Bij het overdragen
                  van deze andere nationaliteiten moet wel de kanttekening worden geplaatst dat Polen,
                  Slowakije en Tsjechië eind februari/begin maart jl. hebben verzocht hetzij aangegeven
                  alle inkomende Dublinoverdrachten aan hun landen op te schorten. Hoewel zij hiermee
                  niet direct de verantwoordelijkheid afwijzen, betekent het wel dat er sprake is van
                  een feitelijk overdrachtsbeletsel waardoor de overdracht niet kan worden gerealiseerd.
                  Indien in individuele zaken de uiterste overdrachtstermijn verstrijkt, heeft dat in
                  die zaken tot gevolg dat een overdracht niet meer mogelijk is en de betreffende personen
                  toegelaten dienen te worden tot de Nederlandse asielprocedure. Ook Roemenië heeft
                  aangegeven alle inkomende Dublinoverdrachten op te schorten. Roemenië heeft daarbij
                  aangegeven dat urgente zaken kunnen worden voorgelegd voor overdracht. Indien er bijvoorbeeld
                  sprake is van een overdracht vanuit bewaring of van een korte resterende uiterste
                  overdrachtsdatum zal deze zaak door de DT&V aan Roemenië worden voorgelegd, om zo
                  toch de overdracht te kunnen realiseren. Uiteraard zal blijvend worden bezien of Europese
                  ontwikkelingen aanleiding geven de hierboven geschetste lijnen te herzien.
               
Humanitair
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zal u in de toegezegde
                  brief over de humanitaire inspanningen voor slachtoffers van de invasie in Oekraïne
                  informeren over de stand van zaken van de humanitaire crisis in Oekraïne en de buurlanden.
               
Conclusie
Tot slot wil ik benoemen dat de ontwikkelingen op het gebied van migratie en aangrenzende
                  werkvelden zich ten gevolge van de oorlog in Oekraïne razendsnel opvolgen, zowel op
                  nationaal, Europees als internationaal niveau. Dat heeft tot gevolg dat het beeld
                  zeer snel verandert en het kabinet zich daar continu op dient aan te passen. Ik span
                  mij, samen met mijn collega’s, in om uw Kamer tijdig en adequaat te informeren.
               
Actieve openbaarmaking stukken
In het kader van actieve openbaarmaking maakt het kabinet de stukken die ten grondslag
                  liggen aan de in deze brief beschreven besluitvorming openbaar. De stukken worden
                  op de website1  van de rijksoverheid gedeeld voor zover daar geen zwaarwegende belangen2  in de weg staan en zijn op korte termijn raadpleegbaar.
               
Risico’s
Daarnaast hecht het kabinet eraan om te herhalen dat deze aanpak de komende tijd onder
                  grote druk en moeilijke omstandigheden zal moeten opereren. Het besef dat daarbij
                  risico’s zich zullen voordoen, en dat er ook zaken verkeerd zullen gaan dient op alle
                  niveau’s benoemd te worden. Niet alleen bij de Rjiksoverheid, maar ook bij medeoverheden,
                  private partijen en organisaties is het transparant om bij voorbaat te benoemen dat
                  deze risico’s er zijn en dat onbedoeld zaken verkeerd kunnen gaan, of dat partijen
                  met kwade bedoelingen misbruik zullen maken van de omstandigheden. Het legt een grote
                  verantwoordelijkheid bij alle partijen om daarop bedacht te zijn, maar noopt evenzeer
                  tot de gezamenlijke vaststelling dat dergelijke risico’s horen bij de huidige omstandigheden.
               
Mede namens alle kabinetsleden van de Ministeriële Commissie Crisisbeheersing (MCCb),
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
                  E. van der Burg
Indieners
- 
              
                  Indiener
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid