Brief regering : Verslag van de informele Raad Algemene Zaken van 3 en 4 maart 2022
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2473 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 maart 2022
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Algemene Zaken van 3 en 4 maart
2022.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
VERSLAG VAN DE INFORMELE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 3 EN 4 MAART 2022
Op 3 en 4 maart jl. vond de informele Raad Algemene Zaken plaats in Arles, Frankrijk.
Op de agenda stonden de onderwerpen «De EU en de crisis in Oekraïne», dat was toegevoegd
naar aanleiding van de actualiteit en waardoor het eerder voorziene onderwerp «Taalkundige
diversiteit bij Europese instellingen» kwam te vervallen, «Rechtsstatelijkheid en
fundamentele waarden van de Unie» en de «Conferentie over de Toekomst van Europa».
De directeur-generaal Europese Samenwerking vertegenwoordigde Nederland bij deze Raad.
De EU en de crisis in Oekraïne
Tijdens de informele Raad werd stilgestaan bij de zorgwekkende ontwikkelingen in Oekraïne
en de gevolgen hiervan voor de regio. In haar introductie gaf de Commissie aan prioriteit
te geven aan humanitaire hulp en hiervoor EUR 500 miljoen beschikbaar te stellen.
Daarnaast benoemde de Commissie haar coördinerende rol bij de in-natura steun vanuit
lidstaten en beschreef haar verdere inzet waaronder op de mobilisatie van Frontex
en activering van de Tijdelijke Beschermingsrichtlijn. De Commissie sprak verder waardering
uit voor de Europese eenheid en nauwe trans-Atlantische samenwerking, waaronder op
sanctiegebied en steun aan Oekraïne.
Lidstaten deelden de waardering voor de Europese eenheid en het belang van gezamenlijk
opkomen voor de Europese waarden. Daarnaast gaven diverse lidstaten, waaronder Nederland,
in hun interventie aandacht aan de instroom van vluchtelingen en spraken zij waardering
uit voor de opvang van vluchtelingen in de regio, waaronder in verscheidene EU-lidstaten.
Tevens was er aandacht voor substantiële steun vanuit de EU, waaronder op humanitair
en financieel vlak. Er was grote overeenstemming onder lidstaten dat de EU moet bijdragen
aan het tegengaan van desinformatie.
Ook brachten verschillende lidstaten het belang van toetredingsperspectief voor Oekraïne
tot de Europese Unie ter sprake en gaven enkele lidstaten aan dat er zo spoedig mogelijk
stappen gezet dienen te worden om naar kandidaat-lidmaatschap voor Oekraïne toe te
werken. Nederland en enkele andere lidstaten benadrukten dat de focus moet liggen
op wat we nu kunnen doen om Oekraïne concreet te helpen en weerbaarheid te versterken.
Rechtsstatelijkheid en fundamentele waarden van de Unie
De informele raad voerde een dialoog over het Europese rechtsstaatinstrumentarium.
In haar introductie onderstreepte de Commissie het belang van het versterken van de
rechtsstatelijke principes binnen de Unie. De Oekraïnecrisis toont des te meer aan
dat ongecontroleerde macht desastreuse gevolgen kan hebben. Het instrumentarium is
de laatste jaren aangepast om in te kunnen spelen op de verschillende ontwikkelingen
op het gebied van de rechtsstaat; de Commissie noemde hierbij onder andere het MFK-rechtsstaatmechanisme
en de aanbevelingen die vanaf dit jaar worden toegevoegd aan het jaarlijkse rechtsstaatrapport
van de Commissie. Ook vroeg de Commissie aandacht voor mediavrijheid en de veiligheid
van journalisten door te verwijzen naar de in september 2021 gepubliceerde aanbeveling
over verbetering van de veiligheid van journalisten en een voorstel voor een Media Freedom Act, waarvan de publicatie in het derde kwartaal van dit jaar wordt verwacht.
Het overgrote deel van de lidstaten deed actief mee aan de discussie. Verschillende
lidstaten, waaronder Nederland, benadrukten dat de EU een goed gevulde gereedschapskist
heeft op het gebied van de rechtsstaat. Nederland verwelkomde de aanname van de richtsnoeren
voor de MFK-rechtsstaatverordening op 2 maart jl. en riep de Commissie op de MFK-rechtsstaatverordening
nu zo snel mogelijk volledig te benutten. Deze oproep werd door meerdere lidstaten
herhaald waarbij de vraag werd opgeworpen of de ontvangst van EU-fondsen ook gekoppeld
zou kunnen worden aan respect voor de overige Uniewaarden. In haar reactie beaamde
de Commissie dat dit het geval kon zijn zolang de schending van de Uniewaarden voldoende
rechtstreekse gevolgen (dreigt te) hebben voor de bescherming van de financiële belangen
van de Unie.
Nederland riep de lidstaten verder op actief deel te nemen aan Hofzaken om de Commissie
te ondersteunen in haar rol als hoedster van de Verdragen. Nederland onderstreepte
daarnaast het belang van actieve deelname aan de artikel 7-procedure. Andere lidstaten
vroegen in hun interventies onder andere aandacht voor de rol van het Europese Hof
van Justitie en het belang van preventieve maatregelen en dialoog. Meerdere lidstaten
verwelkomden de opname van concrete aanbevelingen in het rechtsstaatrapport van de
Commissie, waarbij ook werd opgemerkt dat dit de effectiviteit van de rechtsstatelijkheidsdialoog
kan gaan versterken. Daarnaast onderstreepte een aantal lidstaten het belang van vrije
media en de veiligheid van journalisten. Een tweetal lidstaten plaatsten enkele kritische
kanttekening bij het rechtsstaatinstrumentarium, en riepen de Commissie onder andere
op haar bevoegdheden op dit terrein niet te overschrijden. De Commissie concludeerde
dat de rechtstaat een verbindende factor is tussen de lidstaten in een periode waarin
Europese eenheid en onderling vertrouwen van essentieel belang is.
Conferentie over de Toekomst van Europa
Het Franse voorzitterschap stond kort stil bij de Conferentie over de toekomst van
Europa. Het voorzitterschap benadrukte daarbij het belang om tot een duidelijk proces
te komen hoe met de aanbevelingen wordt omgegaan richting het einde van de Conferentie.
Besluitvorming in de raad van bestuur van de Conferentie hierover heeft nog niet plaatsgevonden.
Verder werd gesproken over de invloed van de Oekraïnecrisis op de Conferentie. Daarbij
werd onder meer de mogelijkheid genoemd om Oekraïense burgers uit te nodigen bij de
plenaire vergadering van de Conferentie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken