Brief regering : Verslag Raad voor Concurrentievermogen 24 februari 2022
21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen
Nr. 556
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 maart 2022
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad voor Concurrentievermogen op 24 februari
2022. De Raad stond in het teken van het onderdeel interne markt en industrie.
De Raad debatteerde over de verordening buitenlandse subsidies en over de groene transitie
van het industriële ecosysteem mobiliteit. Daarnaast nam de Raad een algemene oriëntatie
aan voor het richtlijnvoorstel herziening duurzaamheidsrapportage.
De Commissie gaf korte presentaties over onder andere de Chips Act, standaardisatiestrategie,
het jaarlijkse interne marktrapport en het voorstel over internationaal maatschappelijk
verantwoord ondernemen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Verslag Raad voor Concurrentievermogen 24 februari 2022
De Raad voor Concurrentievermogen op 24 februari 2022 stond in het teken van het onderdeel
interne markt en industrie. Door de inval van Rusland in Oekraïne de nacht ervoor
werd de Raad ingekort en was er slechts beperkt mogelijkheid om te interveniëren.
Verordening Buitenlandse Subsidies
Beleidsdebat en voortgangsrapportage
Het Franse voorzitterschap benadrukte dat het huidige wetgevend kader niet efficiënt
genoeg is om verstorende subsidies op de interne markt aan te pakken en oneerlijke
concurrentie tegen te gaan. Zo hebben de staatssteunregels alleen betrekking op staatssteun
verstrekt door lidstaten en niet op staatsteun door derde landen. Daarom heeft de
Raad de Europese Commissie (hierna: Commissie) verzocht om nieuwe instrumenten te
ontwikkelen, waaruit het voorstel voor een Verordening Buitenlandse Subsidies is voortgekomen.
Het voorzitterschap benoemde dat het voorstel ook past binnen het kader van de Europese
industriestrategie en de discussie over strategische autonomie. Het doel van het voorzitterschap
is om de Raadspositie medio 2022 af te ronden.
De Commissie markeerde dat de EU het grootste handelsblok in de wereld is voor buitenlandse
investeringen. Deze openheid bevordert innovatie en economische groei, maar brengt
ook verstorende buitenlandse subsidies mee die eerlijke concurrentie binnen de interne
markt ondermijnen. De Commissie gaf aan zich zorgen te maken dat er op dit moment
geen staatssteunregels voor derde landen gelden, wat een negatief effect kan hebben
op het gelijk speelveld. Met het instrument voor de aanpak van verstorende buitenlandse
subsidies wil de Commissie subsidies onderzoeken en negatieve effecten tegengaan.
Dit instrument moet volgens de Commissie juist, efficiënt en flexibel zijn. Dit vraagt
onder andere om voldoende tijd en middelen voor inspecties en om een ex-ante beoordeling
met een opschortend effect, met afschrikkende sancties wanneer regels niet worden
nageleefd. Ook dienen ad-hoc notificaties mogelijk te zijn. De Commissie benadrukte
ook dat het instrument doelgericht en proportioneel moet zijn en niet mag zorgen voor
onnodige bureaucratie. Zo wordt het instrument afgestemd op bestaande instrumenten,
zoals de fusieverordening. Ook moet het instrument in lijn zijn met internationale
verplichtingen en staatssteunregels. Tot slot onderstreepte de Commissie het belang
van voldoende flexibiliteit, bijvoorbeeld bij het kalibreren van de drempelwaarden.
Omdat het een nieuwe instrument betreft, moet het mogelijk zijn om de drempelwaarden
aan te passen zodat de meest verstorende subsidies worden aangepakt.
Nederland heeft allereerst benadrukt dat het voorstel buitenlandse subsidies een prioriteit
is en heeft waardering uitgesproken voor de voortgang in de onderhandelingen. Daarbij
onderstreepte Nederland het belang van een gelijk speelveld dat de aanpak van verstorende
buitenlandse subsidies noodzakelijk maakt. Ook heeft Nederland aangegeven dat het
instrument zo effectief mogelijk dient te zijn en in dat kader aandacht gevraagd voor
een aantal punten. Ten eerste vindt Nederland het van groot belang dat staatsbedrijven
die op onvoldoende afstand staan van de staat en daarmee niet handelen op zakelijke,
marktconforme grondslag, expliciet binnen de reikwijdte van het voorstel vallen. Ten
tweede heeft Nederland het belang van de aanbestedingsmodule in het voorstel benadrukt
en aandacht gevraagd voor de balans tussen de administratieve lasten voor bedrijven
en aanbestedende diensten enerzijds en de effectiviteit van het voorstel anderzijds.
In dat kader heeft Nederland aangegeven dat de tijdslijnen voor onderzoek naar publieke
aanbestedingen te lang zijn. Ten derde heeft Nederland onderstreept dat de voorgestelde
drempelwaarden juist zijn vastgesteld en niet moeten worden verlaagd. Tot slot heeft
Nederland nadrukkelijk steun uitgesproken voor objectieve en politiek onafhankelijke
handhaving door de Commissie.
Lidstaten spraken brede steun uit voor het voorstel en de voortgang in de onderhandelingen.
Daarbij benadrukten lidstaten het belang van gelijk speelveld op de interne markt,
ook ten aanzien van derde landen. Lidstaten achtten het instrument van groot belang
voor de aanpak van verstorende buitenlandse subsidies uit derde landen en voor het
dichten van de juridische lacune op dat gebied. Een aantal lidstaten markeerde dat
het van belang is dat de EU open blijft voor buitenlandse handel en investeringen.
Lidstaten onderstreepten het belang om goede aansluiting te zoeken met bestaande instrumenten.
Er was brede steun voor de vastgestelde drempelwaarden. Lidstaten benadrukten het
belang dat deze op het juiste niveau worden vastgesteld en steunden de mogelijkheid
om deze te herzien. Daarnaast vroegen veel lidstaten aandacht voor een evenwichtige
benadering waarbij onnodige administratieve lasten voor bedrijven en overheden wordt
voorkomen, waarbij zij bijzondere aandacht hadden voor het mkb. Ten aanzien van de
module voor publieke aanbestedingen vroegen lidstaten om verduidelijking en pleitte
een aantal lidstaten voor inkorting van de procedures. Dit werd ook van belang geacht
voor rechtszekerheid. Een aantal lidstaten wees op het belang van voldoende tijd voor
nationale implementatie van het instrument, waarbij enkele lidstaten een overgangstermijn
voorstelden. Tot slot kon de exclusieve bevoegdheid van de Commissie voor het toezicht
en de handhaving van het instrument op brede steun rekenen. Lidstaten stelden dat
dit erg belangrijk is voor de rechtszekerheid. Daarbij wezen lidstaten op het belang
van een goede samenwerking tussen de Commissie en lidstaten, bijvoorbeeld op het gebied
van informatie-uitwisseling.
Groene transitie van het industriële ecosysteem mobiliteit
Beleidsdebat
Het voorzitterschap benadrukte het belang van een discussie over de toekomst van het
industriële ecosysteem mobiliteit, omdat het ecosysteem een belangrijke bijdrage levert
aan de groene transitie. De uitstoot van de sectoren in dit ecosysteem moet sterk
verminderd worden en dat ambitieniveau vraagt om een andere mobiliteitsstrategie.
Het voorzitterschap stelde dat belangrijke investeringen nodig zijn om de groene transitie
te realiseren. Daartoe zijn verschillende instrumenten uitgewerkt. Het voorzitterschap
benadrukte het belang van regelgeving voor investeringen op de lange termijn. Ook
gaf het voorzitterschap aan dat de transitie leidt tot verschuivingen van werknemers
in de sectoren. Daarnaast dienen nieuwe productietechnologieën ontwikkeld te worden.
Tot slot wees het voorzitterschap op de verstoringen in het ecosysteem als gevolg
van de pandemie. In dat kader benadrukte het voorzitterschap dat halfgeleiders een
bijdrage kunnen leveren aan de weerbaarheid van het ecosysteem en dat dit een belangrijke
discussie is in het kader van de Europese industriestrategie.
De Commissie bevestigde de ambities en nieuwe uitdagingen voor de industrie als gevolg
van de groene transitie. Specifiek benoemde de Commissie de grote gevolgen voor het
ecosysteem mobiliteit, bijvoorbeeld ten aanzien van vaardigheden. Daarbij verwees
de Commissie ook naar vaardigheden op het gebied van kunstmatige intelligentie en
cyber. Ook benoemde de Commissie dat een deel van de Herstel en Veerkracht Faciliteit
(Recovery and Resilience Facility) wordt besteed aan mobiliteit. De Commissie ging ook in op het geopolitieke belang
van investeringen in het ecosysteem, bijvoorbeeld in halfgeleiders, batterijen en
waterstof. In dat kader kunnen de Chips Act en Important Projects of Common European Interest (IPCEI’s) investeringen stimuleren. Daarnaast benadrukte de Commissie het belang
om na te denken over bevoorrading.
Nederland heeft tijdens het beleidsdebat het belang van het ecosysteem mobiliteit
voor de groene transitie benadrukt. Daarbij heeft Nederland aangegeven dat een transitiepad
voor dit ecosysteem kan helpen om de transitie te versnellen. Specifiek heeft Nederland
aandacht gevraagd voor een aantal uitdagingen in het ecosysteem mobiliteit. Ten eerste
acht Nederland het gebruik van hernieuwbare en duurzame energie van groot belang voor
het bevorderen van groene mobiliteit. Ten tweede heeft Nederland het belang onderstreept
van investeringen in nieuwe technologieën en het ontwikkelen van Europese standaarden
voor slimme mobiliteit. Ten derde heeft Nederland het belang van vaardigheden bevestigd.
Ten vierde heeft Nederland aandacht gevraagd voor een gelijk speelveld, zowel op de
interne markt als met derde landen. Ten vijfde heeft Nederland in het kader van de
verordening voor aanscherping van de CO2-normen voor nieuwe personen- en bestelauto’s de noodzaak onderstreept van spoedige
decarbonisatie van de mobiliteitssector. Specifiek heeft Nederland opgeroepen tot
een eerdere uitfaseringsdatum van de verbrandingsmotor (2030) en aangescherpte tussendoelen
in de periode tot 2030. Nederland heeft benadrukt dat biobrandstoffen en synthetische
brandstoffen een oplossing bieden voor de luchtvaart en maritieme sector, waarvoor
de overgang naar elektriciteit moelijker is. Tot slot heeft Nederland aangegeven dat
de focus voor de nieuwe vloot moet liggen op nul-emissie.
Lidstaten onderschreven het belang van de groene transitie van het ecosysteem mobiliteit.
Daarbij onderstreepten lidstaten dat ambitieuze maatregelen, investeringen, nieuwe
technologieën, onderzoek en innovatie nodig zijn om de transitie verder vorm te geven.
Ook riepen lidstaten op om gebruik te maken van circulaire economie en alternatieve
brandstoffen te ontwikkelen, zoals synthetische brandstoffen en waterstof. Specifiek
wezen lidstaten op de noodzaak van infrastructuur voor alternatieve energievormen,
zoals laadinfrastructuur. Ook markeerde een groot aantal lidstaten het belang van
vaardigheden voor de transitie, onder andere door het stimuleren van omscholing. Veel
lidstaten benadrukten dat grondstoffen, batterijen en halfgeleiders essentieel zijn
en spraken in dat kader steun uit voor het werk van de Commissie om strategische afhankelijkheden
in kaart te brengen. In dat kader noemde een aantal lidstaten ook het belang van goede
relaties met internationale partners. Lidstaten noemden industriële allianties, IPCEI’s,
de Europese Herstel- en Veerkrachtfaciliteit en het Kaderprogramma voor onderzoek
en innovatie Horizon Europe als instrumenten die kunnen bijdragen aan de transitie van het ecosysteem. Een aantal
lidstaten wees ook op het belang van maatregelen ter versterking van de interne markt
en het creëren van een gelijk speelveld.
Richtlijnvoorstel herziening duurzaamheidsrapportage
Algemene oriëntatie
Het voorzitterschap onderstreepte het belang van het richtlijnvoorstel voor herziening
van de duurzaamheidsrapportage. Het richtlijnvoorstel verplicht alle grote ondernemingen,
banken en verzekeraars en alle beursvennootschappen (met uitzondering van micro-beursvennootschappen)
om jaarlijks een duurzaamheidsrapportage in het bestuursverslag op te nemen. De tekst
van de algemene oriëntatie was volgens het voorzitterschap goed in evenwicht.
De Commissie markeerde dat het voorstel een belangrijke stap is op het gebied van
duurzame financiering en daarmee voor de groene transitie. Met het voorstel wordt
voorzien in een groeiende behoefte van investeerders en andere geïnteresseerden voor
meer transparantie over duurzaamheid van ondernemingen. De Commissie benadrukte dat
het voorstel grote en beursgenoteerde ondernemingen zo meer verantwoordelijkheid laat
nemen ten aanzien van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Er was beperkte ruimte voor interventies van lidstaten. Nederland heeft de algemene
oriëntatie verwelkomd en het belang van het voorstel onderstreept. Daarnaast heeft
Nederland aangegeven dat in de algemene oriëntatie een juiste balans is gevonden tussen
het belang van de duurzaamheidsrapportage en het belang van het beheersen van de administratieve
lasten voor ondernemingen die moeten rapporteren.
Lidstaten spraken steun uit voor de algemene oriëntatie. Zij onderstreepten dat de
algemene oriëntatie een eerlijk en gebalanceerd compromis betreft. Ook werd het ambitieniveau
en de reikwijdte van het voorstel gesteund. Lidstaten wezen op het belang van proportionaliteit,
specifiek voor beursgenoteerde mkb-ondernemingen. Daarbij werd benadrukt dat het belangrijk
is om onnodige administratieve lasten te vermijden. In dat kader gaf een enkele lidstaat
in een verklaring aan de voorkeur te hebben voor duurzaamheidsrapportage op vrijwillige
basis, maar gezien de brede steun voor het compromis in te kunnen stemmen met de algemene
oriëntatie.
Het voorzitterschap concludeerde dat de Raad unaniem kon instemmen met de algemene
oriëntatie.
Informeel lunchdebat economisch groeimodel EU
Het voorzitterschap had een informeel lunchdebat over het economisch groeimodel van
de EU gepland, waarin de focus lag op de interne markt en het mkb.
De Commissie markeerde dat een sterke interne markt leidt tot weerbaarheid. Ook benadrukte
de Commissie de kansen van de groene en digitale transities voor Europese bedrijven,
waaronder het mkb. In dat kader benoemde de Commissie het belang van grondstoffen
en de noodzaak voor het aanpakken van afhankelijkheden. Ook wees de Commissie op de
noodzaak om vaardigheden te ontwikkelen voor de banen van de toekomst. Daarnaast onderstreepte
de Commissie het belang van een sterk regelgevend kader, waaronder de standaardisatiestrategie.
Tot slot vroeg de Commissie aandacht voor het stimuleren private en publieke financiering.
Nederland onderstreepte het belang van een weerbare Europese economie, dat begint
bij een sterke interne markt. Nederland benoemde in dat kader het belang van het wegnemen
van belemmeringen, het bevorderen van een gelijk speelveld en een robuust mededingingsbeleid.
Daarnaast onderstreepte Nederland de noodzaak voor ambitieuze voortgang en investeringen
in de groene en digitale transities. Tot slot pleitte Nederland voor versterking van
de geo-economische positie van de EU, door te werken aan de eigen kracht, het opbouwen
van capaciteiten en vaardigheden en het aanpakken van ongewenste afhankelijkheden.
Veel lidstaten spraken steun uit voor de analyse van de Commissie.
Diversenpunt presentatie Chips Act
Het voorzitterschap gaf een korte presentatie van de Chips Act, die de Commissie op
8 februari jl. heeft gepubliceerd. Het doel van de Chips Act is om tekorten in het
ecosysteem voor halfgeleiders aan te pakken en technologische onafhankelijkheid te
realiseren. Ook wees het voorzitterschap op het belang om lidstaten te ondersteunen
bij het opzetten van productiecapaciteit. Tot slot wees het voorzitterschap op het
belang van de Chips Act voor versterking van de interne markt en voor de geopolitieke
positie van de EU.
De Commissie benadrukte dat halfgeleiders essentieel zijn voor de groene en digitale
transities en voor het concurrentievermogen van de EU. Daarom acht de Commissie het
van belang om in de toekomst tekorten te voorkomen en ervoor te zorgen dat de EU minder
kwetsbaar is. Specifiek zou de EU moeten zorgen voor versterking van het hele ecosysteem,
van innovatie tot productie. De Commissie lichtte toe dat het voorstel bestaat uit
drie pijlers. De eerste pijler is gericht op grootschalige capaciteitsopbouw en ondersteuning
innovatieontwikkeling. De tweede pijler heeft betrekking op staatssteun voor leveringszekerheid
van halfgeleiders. Dit heeft onder andere betrekking op versterking van de productie.
De Commissie wees daarbij op het feit dat deze steun mogelijk wordt gemaakt binnen
de bestaande staatssteunkaders en proportioneel moet zijn. De derde pijler betreft
een crisisinstrument om verstoringen in waardeketens aan te pakken. Daarbij benadrukte
de Commissie dat de internationale dimensie moet worden meegenomen. Tot slot lichtte
de Commissie toe dat het voorstel bestaat uit een verordening, een mededeling en een
aanbeveling om de samenwerking tussen de Commissie en lidstaten te versterken.
Er was geen ruimte voor interventies door lidstaten. Het voorzitterschap heeft een
beleidsdebat over de Chips Act gepland voor de Raad voor Concurrentievermogen in juni
2022.
Diversenpunt herziening radioapparatenrichtlijn
Het voorzitterschap dankte het Sloveense voorzitterschap voor de inspanningen en gaf
aan hier opvolging aan te geven in de onderhandelingen met het Europees Parlement.
De Commissie lichtte toe dat het voorstel is bedoeld om het leven van consumenten
te vergemakkelijken en afval te verminderen. Het onderhandelingsmandaat kon op steun
rekenen van de Commissie. Specifiek onderstreepte de Commissie het belang dat zij
technische specificaties kan voorstellen, bijvoorbeeld wanneer een standaard nog niet
bestaat of niet efficiënt is. Ook benadrukte de Commissie het belang van transparantie
richting consumenten.
Er was geen ruimte voor interventies door lidstaten.
Diversenpunt presentatie standaardisatiestrategie
Het voorzitterschap benadrukte het belang van de standaardisatiestrategie, die op
2 februari jl. door de Commissie is gepubliceerd. Daarnaast gaf het voorzitterschap
aan dat de besprekingen de Raad inmiddels van start zijn gegaan.
De Commissie onderstreepte het geo-economische belang van de standaardisatiestrategie:
wie de standaard bepaalt, bepaalt de markt. Daarbij benadrukte de Commissie de noodzaak
dat de EU zelf standaarden gaat bepalen. De Commissie benadrukte het belang van een
Europees standaardisatiesysteem waarin tastbare resultaten worden geboekt. Daarbij
is internationale samenwerking met gelijkgestemde partners van belang. Ook acht de
Commissie de ontwikkeling van vaardigheden cruciaal.
Er was geen ruimte voor interventies door lidstaten.
Diversenpunt presentatie jaarlijkse interne marktrapport
Het voorzitterschap lichtte kort toe dat het jaarlijkse interne marktrapport kijkt
naar de staat van de interne markt. Dit jaar heeft de Commissie ook een rapport over
strategische afhankelijkheden gepresenteerd.
De Commissie voegde toe dat het rapport in gaat op de uitdagingen en staat van de
Europese economie. Het rapport van dit jaar is gekoppeld aan een diepgaande analyse
van afhankelijkheden. De Commissie formuleert een aantal aandachtspunten. Allereerst
het effect van de crisis op de Europese economie, en specifiek het mkb. Ten tweede
acht de Commissie verdere versterking van de interne markt essentieel voor het concurrentievermogen.
Dit vraagt ook om investeringen in de transities. Ten derde onderstreepte de Commissie
het belang om te coördineren en anticiperen in tijden van crisis, waarbij de Commissie
kritieke voorraden wil kunnen garanderen. Ten vierde is veerkracht van de interne
markt van groot belang, wat vraagt om de aanpak van structurele kwetsbaarheden. De
Commissie concludeerde dat oplossingen gevonden moeten worden en instrumenten moeten
worden verstevigd om de weerbaarheid van de EU te vergroten.
Nederland heeft benadrukt dat het rapport een waardevol instrument is, omdat het de
balans opmaakt van de staat van de interne markt en de uitdagingen die spelen. Het
rapport is daarmee nuttig voor toekomstig werk ten aanzien van de interne markt. Nederland
heeft er wel voor gepleit dat het rapport gefocust zou moeten zijn op de interne markt,
in het bijzonder het functioneren in de praktijk, en aanbevelingen voor vervolgacties
zou moeten bevatten. Ook heeft Nederland gepleit voor een politieke bespreking van
het rapport in de Raad voor Concurrentievermogen die zo prioriteiten voor de interne
markt beleidsagenda kan bepalen.
Een aantal lidstaten verwelkomde het rapport en volgde de lijn van Nederland. Lidstaten
onderstreepten het belang van het rapport voor de naleving van regels, het wegnemen
van handelsbelemmeringen en investeringen in de transities. Lidstaten achtten het
van belang dat het jaarlijkse rapport gericht is op uitdagingen, waarbij een vaste
structuur wordt aangehouden zodat vergelijking over de jaren mogelijk is. Daarnaast
toonden lidstaten begrip dat de focus van het huidige rapport ligt op industrie en
veerkracht, maar gaven aan dat toekomstige rapporten gefocust zouden moeten zijn op
de interne markt.
Diversenpunt voorstel internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen
De Commissie gaf een korte presentatie van het voorstel over internationaal maatschappelijk
verantwoord ondernemen dat op 23 februari jl. is gepubliceerd. Het voorstel stelt
een kader waarbinnen bedrijven in de gehele waardeketen meer rekening moeten houden
met duurzaamheid en mensenrechten door gepaste maatregelen te treffen. De Commissie
benadrukte dat dit essentieel is voor de duurzame transitie. Daarbij constateerde
de Commissie dat Europese initiatieven nodig waren om snellere voortgang te boeken.
De Commissie lichtte toe dat het voorstel duidelijkheid en rechtszekerheid moet bieden
en proportioneel is door de focus op de grote bedrijven. De Commissie en het voorzitterschap
onderstreepten het belang om spoedig te starten met de onderhandelingen.
Er was geen ruimte voor interventies door lidstaten. Nederland heeft op dit Europese
voorstel aangedrongen – vanuit een gelijk speelveld perspectief is Europese wetgeving
immers te prefereren boven verschillende nationale initiatieven – en zal uw Kamer
middels een BNC-fiche een appreciatie doen toekomen.
Diversenpunt presentatie kritieke grondstoffen
De Commissie gaf een korte presentatie over het belang van strategische partnerschappen
voor kritieke grondstoffen. Daarbij benadrukte de Commissie dat de EU haar weerbaarheid
moet vergroten en strategische autonomie moet versterken, gezien de zeer complexe
geopolitieke context. Kritieke grondstoffen zijn niet alleen van belang voor producten,
maar ook voor strategische veiligheidsaangelegenheden. De Commissie riep op tot het
opbouwen van eigen voorraad kritieke grondstoffen binnen de EU en tot het opzetten
van partnerschappen. Tot slot wees de Commissie op het belang van recycling van kritieke
grondstoffen, bijvoorbeeld van batterijen.
Informele bijeenkomst consumentenbeleid
Op vrijdag 12 februari jl. vond in Straatsburg een informele bijeenkomst plaats van
Ministers verantwoordelijk voor consumentenbeleid. Tijdens deze bijeenkomst werd gesproken
over verschillende onderwerpen die betrekking hadden op een betere bescherming van
consumenten bij de aankoop van producten en diensten online, de effecten van COVID
op de reisbranche en de voorgenomen onderzoeks- en handhavingsactiviteiten van de
Europese consumentenautoriteiten. Het kabinet heeft in reactie hierop de uitgangspunten
zoals al vastgelegd in de BNC-fiche over de nieuwe algemene productveiligheidsverordening
herhaald, namelijk dat wij hierin graag een duidelijke verantwoordelijkheid voor online
marktplaatsen, afhankelijk van hun rol, opgenomen zien. Verder ziet het kabinet de
evaluatie van de richtlijn pakketreizen graag tegemoet. Het kabinet heeft verder aangegeven
dat de keuze van de door consumentenautoriteiten voorgestelde acties te ondersteunen,
omdat deze een aantal consumentenproblemen, vooral online, adresseren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat