Brief regering : Opvang vluchtelingen uit Oekraïne
19 637 Vreemdelingenbeleid
36 045 Situatie in de Oekraïne
Nr. 2829 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 maart 2022
Door de oorlog in Oekraïne zijn volgens schattingen van UNHCR nu ongeveer anderhalf
miljoen mensen op de vlucht geslagen. Het grootste deel van deze vluchtelingen verblijft
op dit moment in de buurlanden om Oekraïne. Vooralsnog is een beperkt deel doorgereisd
naar de rest van Europa waaronder Nederland. De opgave om deze groep op te vangen,
tegen de achtergrond van het geweld in Oekraïne, is voor Europa en voor Nederland
een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Hiertoe zal vanuit heel Nederland, op alle
niveaus van persoonlijk initiatief tot alle overheidslagen een serieuze inspanning
worden gevraagd en gepleegd. Dat commitment zal de komende periode cruciaal zijn.
Het kabinet wil grote waardering uitspreken voor alle gemeenten en veiligheidsregio’s
die samen met (lokale) partners en vrijwilligers in actie zijn gekomen om opvanglocaties
te realiseren voor vluchtelingen uit Oekraïne. De maatschappelijke en particuliere
initiatieven die zijn opgestart om vluchtelingen uit Oekraïne te helpen, laten grote
betrokkenheid zien van Nederlanders bij deze humanitaire crisis. Het kabinet heeft
bewondering voor alle vrijwilligers die aan dit vraagstuk werken.
Het opvangen van vluchtelingen uit Oekraïne is een belangrijke opgave waar in het
gehele land gezamenlijk aan moet worden gewerkt. Bij de invulling van deze opgave
komen meer vraagstukken naar voren, zoals huisvesting, onderwijs, gezondheid, veiligheid
en werk en inkomen. Het Rijk bereidt zich derhalve voor op brede inzet op dit onderwerp,
niet alleen voor nu maar ook voor de langere termijn.
Inwerkingtreding crisisstructuur
Zoals in de brief van 3 maart jl. (Kamerstukken 19 637 en 36 045, nr. 2828) al aangegeven is het een onweerlegbaar feit dat de situatie beschouwd moet worden
als een crisis. Bij de aanpak van de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne zijn ook
vele disciplines betrokken, zoals onderwijs, gezondheid, veiligheid en arbeidsmarkt.
Dit maakt het noodzakelijk dat met ingang van 9 maart a.s. tijdelijk op hoog ambtelijk
en politiek-bestuurlijk niveau wordt zorggedragen voor coördinatie en besluitvorming
over het geheel van maatregelen en voorzieningen die in samenwerking met de betrokken
publieke en private partners – met het oog op een samenhangende aanpak – moeten worden
getroffen. De structuur voor nationale crisisbesluitvorming, die wordt gecoördineerd
vanuit de NCTV, wordt geactiveerd specifiek ten behoeve van de opvangopgave voor vluchtelingen
uit Oekraïne. Deze structuur bestaat uit het Interdepartementaal Afstemmingsoverleg
(IAO) een Interdepartementale Commissie Crisis Beheersing (ICCB) en Ministeriële Commissie
Crisisbeheersing (MCCB), alsmede het Nationaal Kernteam Communicatie (NKC). Binnen
deze structuur wordt nauw samengewerkt met de veiligheidsregio’s, gemeenten en andere
crisispartners vooruitlopend op een programmatische aanpak.
Aanpak opvang vluchtelingen uit Oekraïne: een gefaseerde aanpak
Nederland werkt met een gefaseerde aanpak ten aanzien van de opvang van vluchtelingen
uit Oekraïne, waarin op hoofdlijnen drie fasen bestaan.
Voor de eerste fase zijn de afgelopen week op diverse plekken in Nederland opvanglocaties
ingericht door gemeenten, ondersteund door veiligheidsregio’s, Defensie en maatschappelijke
organisaties. In Amsterdam, Zaanstreek-Waterland, regio Groningen, Haaglanden, Eindhoven,
Gorinchem en Harskamp zijn al locaties in gebruik genomen en in andere gemeenten worden
nog locaties gerealiseerd. Deze eerste fase omvat ongeveer 2.000 opvangplekken. Deze
zijn reeds verworven en deels gevuld. Er maken nu bijna 1.400 vluchtelingen uit Oekraïne
gebruik van de opvanglocaties die door gemeenten en veiligheidsregio’s zijn ingericht.
De verwachting is dat in een tweede fase op korte termijn het aantal vluchtelingen
uit Oekraïne dat naar Nederland komt fors zal toenemen. Hiertoe hebben de veiligheidsregio’s
op 7 maart jl. de opdracht gekregen om, onder voorbehoud en in afwachting van juridische
onderbouwing, te werken aan onmiddellijke vervolgstappen voor de opvang van Oekraïners.
De veiligheidsregio’s zullen de realisatie coördineren, samen met gemeenten, van opvanglocaties
tot minimaal 1.000 vluchtelingen uit Oekraïne per regio binnen twee weken. Het gaat
hierbij om het volledig realiseren van locaties, het inrichten van locaties en de
daadwerkelijke zelfstandige exploitatie. Daarnaast werken zij vervolgens aan nogmaals
1.000 opvangplekken extra per regio in de periode daarna. Op die manier komen de komende
periode een totaal van circa 50.000 opvangplekken voor Oekraïners beschikbaar. Samen
met de betrokken gemeenten en veiligheidsregio’s wordt ook een Knooppunt Informatie
Oekraïne ingericht, zodat voor vluchtelingen uit Oekraïne die zich melden inzichtelijk
is welke opvangplekken er zijn en die de verdeling van de opvang over de regio’s kan
vormgeven.
De realisatie en exploitatie van opvang van Oekraïners brengen ook kosten met zich
mee voor gemeenten en veiligheidsregio’s. Het kabinet zal van Rijkswege de kosten
die gemaakt zullen worden integraal vergoeden. Over de wijze van vergoeden zullen
nadere afspraken worden gemaakt.
Deze opdracht is in eerste instantie een bestuurlijke opdracht. Nu er sprake is van
een landelijke crisis (en daarmee ook een crisis van meer dan plaatselijke betekenis),
vervullen de voorzitters van de veiligheidsregio’s hierin op grond van de Wet veiligheidsregio’s
(artikel 39 Wvr) een coördinerende rol binnen hun veiligheidsregio. Het kabinet is
voornemens om – indien er sprake is van buitengewone omstandigheden vanwege een zeer
grote toestroom van vluchtelingen uit Oekraïne – noodrecht in te zetten (zonder de
noodtoestand af te kondigen), en onderzoekt welke bepalingen daartoe geschikt zijn.
Naast het creëren van opvanglocaties voor vluchtelingen uit Oekraïne speelt de acute
vraag naar opvanglocaties voor andere groepen asielzoekers, waaronder in het bijzonder
die voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Deze locaties worden gerealiseerd,
geëxploiteerd, bemenst en ondersteund door het COA of Nidos. Om gemeenten niet vanuit
twee lijnen te bevragen en om verdringing te voorkomen ten aanzien van de realisatie
van opvanglocaties, is het verstandig om de coördinatie van beide opgaven tijdelijk
in één hand te leggen. De veiligheidsregio’s zijn daarom gevraagd om ook in deze een
coördinerende rol te spelen.
Of het gevraagde aantal opvangplekken aan de veiligheidsregio’s voor vluchtelingen
uit Oekraïne voor de langere termijn genoeg is en of medeoverheden deze aantallen
opvangplekken gedurende langere periode draaiende kunnen houden is de vraag. Bovendien
bestaat de mogelijkheid dat Oekraïners uit de tweede fase langer en duurzamer in Nederland
zullen verblijven.
Het is daarom verstandig om binnen het Rijk toe te werken naar een meer programmatische
aanpak van de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. Aan de vormgeving en aanpak van
deze derde fase wordt op dit moment gewerkt vanuit het Rijk. Daarbij wordt ingezet
op een samenwerking waarbij ook voor de langere termijn de opvang geborgd is en waarbij
ook maatschappelijke spelers, private sector en andere partijen betrokken worden.
Die fase wil het kabinet nu starten, juist omdat er op verscheidene disciplines werk
te verzetten is. Wanneer deze aanpak verder vorm krijgt, wordt uw Kamer hierover geïnformeerd.
Coördinatie particuliere initiatieven
Er zijn in heel Nederland vele particuliere initiatieven om vluchtelingen uit Oekraïne
te ondersteunen, door bijvoorbeeld goederen of diensten ter beschikking te stellen.
Ook zijn er verschillende (particuliere) initiatieven opgezet om vluchtelingen uit
Oekraïne (tijdelijk) in huis te nemen of onderdak te bieden. Dergelijke initiatieven
tonen de solidariteit van veel Nederlanders en verlichten de druk op de opvang die
door gemeenten en veiligheidsregio’s worden gerealiseerd. Tegelijkertijd brengen deze
initiatieven ook risico’s met zich mee. Een belangrijk risico is dat vluchtelingen
uit Oekraïne vanwege het grote en versnipperde aanbod van opvangplaatsen uit beeld
kunnen raken van de overheid, waardoor zij eerder slachtoffer kunnen worden van uitbuiting
of ander ongewenst gedrag.
Om op een veilige manier gebruik te kunnen maken van particuliere opvang bundelen
het Rode Kruis, VluchtelingenWerk Nederland en het Leger des Heils hun krachten en
zullen zij werken aan het werven, screenen en begeleiden van gastgezinnen en/of woonruimte
voor gemeenten. De organisaties beschikken over een betrouwbaar netwerk van partnerorganisaties
en voldoende inzetbaar personeel en vrijwilligers die de taken op korte termijn kunnen
uitvoeren. Vanuit het Rijk zullen deze organisaties hierbij (financieel) worden ondersteund.
Deze organisaties doen daarnaast veel aan het koppelen van andere hulpaanbiedingen
die vanuit het gehele land binnenkomen (goederen, diensten, vrijwilligers).
Registratie
Op verscheidene andere terreinen worden thans verdere voorbereidingen getroffen om
vluchtelingen uit Oekraïne zo goed mogelijk te kunnen opvangen, dat betreft in het
bijzonder de registratie van personen die uit Oekraïne naar Nederland komen.
Daarbij wordt erop ingezet om via de Basis Registratie Personen (BRP) te komen tot
een zo snel mogelijke en eenduidige registratie van Oekraïners in Nederland. Dat vergt
een serieuze inspanning, ook vanuit gemeenten.
Europa
Europa treedt eensgezind op als het gaat om het ontvangen van allen die de oorlog
in Oekraïne ontvluchten. Ten aanzien van de toekomstige tijdelijke status voor Oekraïners
wordt thans de uitwerking vormgegeven van de Europese afspraken rondom de Richtlijn
Tijdelijke Bescherming. Op die wijze wordt gestreefd naar een uniforme status voor
alle Oekraïners. Daarbij zullen ook aspecten rondom gezondheidszorg, eventuele arbeidsmarktparticipatie
en scholing van kinderen worden betrokken. Dit onderwerp is ook in de JBZ-raad van
3 en 4 maart jl. besproken. Een verslag hiervan wordt met uw Kamer gedeeld.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid