Brief regering : Voorbereiding gemeenteraadsverkiezingen
35 165 Verkiezingen
Nr. 46 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2022
In deze brief informeer ik u over een aantal kiesrechtzaken. De meeste daarvan hebben
betrekking op de gemeenteraadsverkiezingen van 14, 15 en 16 maart aanstaande. Graag
maak ik van de gelegenheid gebruik om u een aantal stukken aan te bieden die verband
houden met het verkiezingsdossier. In deze brief geef ik daarbij een toelichting.
Voorbereiding gemeenteraadsverkiezingen
In 334 gemeenten vinden gemeenteraadsverkiezingen plaats op 14, 15 en 16 maart aanstaande.
11 gemeenten houden geen verkiezingen vanwege een eerdere of nog aanstaande herindeling.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) staat in nauw contact
met de gemeenten waar verkiezingen worden gehouden. Zo organiseert het ministerie
regelmatig digitale inloopspreekuren waar gemeenten met hun vragen terecht kunnen,
weten gemeenten het digitale informatiepunt van de Kiesraad en het Ministerie van
BZK goed te vinden, en is er een sms-service in het leven geroepen waarmee de verkiezingscoördinatoren
van alle gemeenten indien nodig worden geïnformeerd over relevante zaken die de organisatie
van de verkiezingen betreffen.
Over het algemeen is mijn indruk dat de voorbereiding van de verkiezingen goed verloopt.
Nog niet alle gemeenten hebben voldoende stembureauleden en tellers gevonden. Aandachtspunt
daarbij is dat gemeenten een ruim reservebestand moeten aanhouden waaruit kan worden
geput als op het laatste moment stembureauleden uitvallen als gevolg van besmetting
of quarantaine. Ik heb gemeenten aangeboden hun gemeente extra onder de aandacht te
brengen bij de oproep onder ambtenaren van de rijksoverheid via het Rijksportaal (intranet)
om zich beschikbaar te stellen als stembureaulid. De volgende gemeenten hebben van
dat aanbod gebruikgemaakt: Almere, Amstelveen, Arnhem, Helmond, Katwijk, Rotterdam,
Schiedam, Soest, Staphorst en Woensdrecht). Rijksambtenaren hoeven geen verlof op
te nemen voor het lidmaatschap van een stembureau. Verder roep ik gemeenten met een
tekort aan potentiële (reserve)stembureauleden op om waar mogelijk gebruik te maken
van gemeenten in de regio in de uitwisseling van (reserve)leden en (reserve)tellers.
Als bovenstaande activiteiten op de verkiezingsdagen alsnog ontoereikend blijken te
zijn voor de bezetting van de stembureaus, kan worden aangesloten bij de procedure
en de voorwaarden waaraan voldaan moet worden bij de uitzondering op de quarantaineregels
voor werknemers in essentiële bedrijfsprocessen. Daarnaast blijven de andere uitzonderingen
gelden, zoals dat mensen die een booster hebben gekregen of in de afgelopen acht weken
positief zijn getest en inmiddels zijn hersteld, niet langer in quarantaine hoeven
na contact met een positief getest persoon.
Democratische processen, zoals de organisatie van verkiezingen, kwalificeren als essentieel
proces. Dit is onder meer van toepassing op ambtenaren die zijn belast met de organisatie
van verkiezingen. De burgemeester kan besluiten dat deze uitzondering ook van toepassing
is op stembureauleden en tellers. Wel geldt een aantal voorwaarden, zoals dat betrokkene
vooraf een zelftest moet doen. Gemeenten zijn erover geïnformeerd dat deze uitzonderingsmogelijkheid
alleen geldt als de inzet van andere stembureauleden en tellers ontoereikend is. Als
de gemeente de uitzonderingsmogelijkheid gebruikt, gebeurt dat natuurlijk altijd in
overleg met het stembureaulid, dat de keuze heeft alsnog in quarantaine te gaan. Uiteraard
geldt deze maatregel niet als iemand klachten heeft. In dat geval gaat degene in quarantaine
en bij een positieve test in isolatie.
Zelftesten
In overleg met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is door
het Ministerie van BZK in samenwerking met de Dienst Testen en het Landelijk Consortium
Hulpmiddelen (LCH) het aanbod aan gemeenten gedaan dat zij ten behoeve van hun stembureauleden
en tellers kosteloos zelftesten kunnen bestellen. Zo kunnen zij deze personen de gelegenheid
bieden om kort voor hun inzet tijdens de verkiezingen extra zekerheid te verkrijgen
over de vraag of zij veilig aan de slag kunnen. Gemeenten zijn hierover onlangs door
het Ministerie van BZK geïnformeerd.
Uiteraard is het doen van een zelftest niet verplicht. Een gemeente mag het doen van
een zelftest dus niet als voorwaarde aan stembureauleden en tellers opleggen. De zelftest
is een extra mogelijkheid die kan worden aangeboden.
Versoepelingen coronamaatregelen
Op 15 februari jl. heeft mijn collega van VWS een brief aan uw Kamer gestuurd waarin
hij nieuwe versoepelingen van de coronamaatregelen heeft aangekondigd, die op vrijdag
18 februari ingaan, dan wel waarvan het voornemen bestaat om die te laten ingaan op
vrijdag 25 februari 2022, onder voorbehoud van afronding van de nahangprocedure bij
het parlement.1 Door deze versoepelingen zullen er minder coronamaatregelen gelden tijdens de gemeenteraadsverkiezingen.
Het zal bijvoorbeeld in lijn met de landelijke maatregelen niet langer verplicht zijn
om een mondkapje te dragen of anderhalve meter afstand te houden in het stemlokaal.
Ik heb de burgemeesters geïnformeerd over de gevolgen van de versoepelingen voor de
organisatie van de gemeenteraadsverkiezingen. Een afschrift van de brief aan de burgemeesters
heb ik bijgevoegd (bijlage 1)2.
Het blijft belangrijk dat alle kiezers, dus ook de kiezers die kwetsbaarder zijn voor
het coronavirus, zich comfortabel voelen om in het stemlokaal hun stem uit te brengen.
Er worden daarom in het stemlokaal nog altijd enkele hygiëne- en beschermingsmaatregelen
genomen. Dat houdt bijvoorbeeld in dat de stemlokalen zo veel mogelijk zo worden ingericht
dat kiezers die dat willen, afstand kunnen houden, en dat handcontactpunten regelmatig
worden gereinigd. Daarnaast blijft het vervroegd stemmen in het stemlokaal op maandag
14 en dinsdag 15 maart een goede manier om kiezers te spreiden, en hun de mogelijkheid
te bieden een rustig moment uit te zoeken om te stemmen. Op die manier is gewaarborgd
dat de gemeenteraadsverkiezingen op een veilige manier worden georganiseerd: veilig
voor kiezers om hun stem uit te brengen en veilig voor stembureauleden om hun werk
te doen.
Voor eventuele verkiezingsdebatten en een uitslagenavond die gemeenten willen organiseren,
moeten de landelijke maatregelen in acht worden genomen. Een verkiezingsdebat kwalificeert
in beginsel als een evenement en daarom zal er tot aan 25 februari 2022 een plicht
gelden om een coronatoegangsbewijs (CTB) te tonen en de sluitingstijd van 01:00 uur
in acht te nemen. Kandidaat-raadsleden die deelnemen aan een verkiezingsdebat hoeven
geen CTB te tonen, aangezien dit valt onder de uitzondering voor beroeps- of bedrijfsmatige
werkzaamheden, op grond van artikel 58ra, achtste lid, van de Wet publieke gezondheid.
Het voornemen is dat vanaf 25 februari 2022 deze regels vervallen. Bij het organiseren
van verkiezingsdebatten vanaf die datum en bij de uitslagenavond hoeft enkel nog rekening
te worden gehouden met een aantal basismaatregelen, zoals goede ventilatie. Ik heb
gemeenten aanbevolen om bij dergelijke evenementen te zorgen voor een livestream,
zodat personen die de bijeenkomst liever vanuit huis volgen daartoe de mogelijkheid
hebben. Indien bij deze evenementen meer dan 500 personen aanwezig zouden zijn en
de personen die als publiek zijn toegelaten niet geplaceerd zijn, moeten de landelijke
maatregelen voor dergelijke evenementen in acht worden genomen. Dat betekent dat alle
aanwezigen een CTB op basis van 1G (getest) moeten tonen.
Gebruikersonderzoek Waarismijnstemlokaal.nl
Het platform www.waarismijnstemlokaal.nl helpt kiezers bij het vinden van een stemlokaal bij hen in de buurt en geeft informatie
over de toegankelijkheid van stemlokalen. Waarismijnstemlokaal.nl is een initiatief
van de Open State Foundation met subsidie van het Ministerie van BZK. In aanloop naar
de gemeenteraadsverkiezingen is onderzoek gedaan naar de toegankelijkheid van het
platform zelf: er is een gebruikersonderzoek3 uitgevoerd onder mensen met een motorische beperking, een visuele beperking, een
licht verstandelijke beperking en mensen die laaggeletterd zijn. In bijgevoegd eindrapport
(bijlage 2)4 treft u de conclusies aan van dit gebruikersonderzoek. In het rapport staan aanbevelingen
op het vlak van informatiebehoefte, gebruik en vormgeving van het platform. Het rapport
zal worden gebruikt om het platform nog voor de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen
op verschillende onderdelen gebruikersvriendelijker te maken. Bijvoorbeeld door de
website beter leesbaar te maken voor screenreaders en door toegankelijkheidsfilters
te creëren. Ook na de gemeenteraadsverkiezingen gaat het werk aan het platform verder.
Kiesgerechtigdheid Britse ingezetenen in Nederland bij aankomende gemeenteraadsverkiezingen
Sinds de Brexit kwalificeren personen met de Britse nationaliteit niet langer als
EU-onderdaan. Hun verblijfsrechten zijn daarentegen beschermd op grond van het tussen
de EU en het Verenigd Koninkrijk gesloten terugtrekkingsakkoord.
De kiesgerechtigdheid voor gemeenteraadsverkiezingen is voor Britse ingezetenen niet dezelfde als die voor EU-onderdanen. Om kiesgerechtigd te zijn voor gemeenteraadsverkiezingen
moeten Britse burgers ingevolge artikel B 3, tweede lid, van de Kieswet ten minste
vijf jaar onafgebroken verblijfsrecht hebben gehad op grond van artikel 8, onder a,
b, c, d, e of l, van de Vreemdelingenwet 2000. Nederland heeft bij de implementatie
van eerdergenoemd burgerrechtengedeelte uit het terugtrekkingsakkoord gekozen voor
een constitutief verblijfstelsel, waarover uw Kamer met enige regelmaat is geïnformeerd.5 Dat houdt in dat Britse burgers verplicht zijn een verblijfsvergunning aan te vragen
om in aanmerking te komen voor een verblijfsrecht op grond van het terugtrekkingsakkoord.
Voor deze aanvragen wordt een procedure in het informatiesysteem van de Immigratie-
en Naturalisatiedienst (IND) opgevoerd. Bij een inwilliging van de aanvraag wordt
het verblijfsrecht dat de Britse burger eerder had als EU-burger op basis van de Richtlijn
vrij verkeer van personen, voortgezet op grond van het terugtrekkingsakkoord, met
als ingangsdatum de datum van beslissing op de aanvraag. Dit heeft er onvoorzien toe
geleid dat de in de Basisregistratie personen (Brp) geregistreerde verblijfshistorie
voor deze Britse burgers een onderbreking van hun (voor de Kieswet relevante) verblijfsrecht
te zien geeft. Namelijk de korte periode dat zij in afwachting waren van een besluit
op de aanvraag in het kader van het terugtrekkingsakkoord. Omdat zij op dat moment
(ook) verblijf genoten op grond van de EU-richtlijn vrij verkeer van personen, is
de iure echter geen sprake van onderbreking in het verblijfsrecht. Gevolg is dat voor deze
Britse burgers in de Brp geen vijf jaar onafgebroken verblijfsrecht als bedoeld in
de Kieswet is geregistreerd, waardoor zij in een aantal gevallen bij het bepalen van
de kiesgerechtigdheid ten onrechte niet als kiesgerechtigde zijn aangemerkt.
Samen met de IND, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en de leveranciers van de
applicaties die gemeenten gebruiken voor het vaststellen van de kiesgerechtigdheid,
werk ik aan een oplossing. Die moet waarborgen dat voor de betrokken Britse burgers
alsnog een stempas wordt aangemaakt en verzonden. Het betreft naar schatting een groep
van een kleine 3.000 Britse burgers voor wie alsnog een stempas zou moeten worden
aangemaakt.
Mogelijk zullen niet alle betrokken Britse burgers uiterlijk 2 maart aanstaande hun
stempas hebben gekregen (de datum waarop kiesgerechtigden ingevolge de Kieswet hun
stempas moeten hebben ontvangen), maar alle inzet is erop gericht dat zij wel uiterlijk
een week later in bezit zullen zijn van hun stempas, zodat zij tijdig kunnen deelnemen
aan de stemming.
Kiesgerechtigdheid Britse ingezetenen in Nederland en Nederlandse ingezetenen in het
Verenigd Koninkrijk
Over de kiesgerechtigdheid bij lokale verkiezingen voor Britse ingezetenen in Nederland
en Nederlandse ingezetenen in het Verenigd Koninkrijk informeer ik u ook graag over
het volgende.
Voor EU-onderdanen geldt dat zij bij vestiging in Nederland zonder verblijfsrechtelijke
eisen kiesrecht hebben voor gemeenteraadsverkiezingen. Zoals hiervoor opgemerkt geldt
sinds het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie voor Britse ingezetenen
in Nederland dat zij op grond van artikel B 3, tweede lid, van de Kieswet pas na een
onafgebroken verblijf van vijf jaar in Nederland het kiesrecht voor de gemeenteraadsverkiezingen
verkrijgen. Voor de waterschapsverkiezingen zijn zij als ingezetene wel meteen kiesgerechtigd.
In het Verenigd Koninkrijk hebben Nederlandse burgers die zich daar vestigen op dit
moment meteen kiesrecht voor lokale verkiezingen, zonder verblijfsrechtelijke eisen.
Het Verenigd Koninkrijk heeft na het vertrek uit de Europese Unie te kennen gegeven
bilaterale verdragen te willen sluiten over stemrechten bij lokale verkiezingen. Vanaf
2020 hebben hierover onderhandelingen plaatsgevonden met het Verenigd Koninkrijk.
De Britse wens is dat, in dit bilaterale verdrag, voor Britse burgers die reeds gevestigd
zijn in Nederland dan wel zich daar vestigen geen verblijfsrechtelijke eisen gelden
voor deelname aan lokale verkiezingen. De Nederlandse inzet daarbij was om te kiezen
voor een verdrag waarbij dezelfde verblijfsrechtelijke eisen worden vastgelegd die
nu al gelden voor alle andere derdelanders: in Nederland hebben niet-Nederlanders
stemrecht (zowel passief als actief) bij de gemeenteraadsverkiezingen en de waterschapsverkiezingen,
waarbij bij de gemeenteraadsverkiezingen geldt dat zij pas na een onafgebroken verblijf
van vijf jaar in Nederland het kiesrecht verkrijgen.
Als de Britse wens zou worden gevolgd om deze verblijfsrechtelijke eis los te laten
ontstaat een verschil in behandeling tussen onderdanen van het Verenigd Koninkrijk
en onderdanen van andere derde landen (niet zijnde EU-onderdanen). Een dergelijk onderscheid
op grond van nationaliteit vergt een objectieve rechtvaardiging. Daarvoor moet sprake
zijn van een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel moeten passend
en noodzakelijk zijn. Een dergelijk verschil in behandeling kan niet goed worden verdedigd,
aangezien het onmiddellijke kiesrecht voor de gemeenteraadsverkiezingen rechtstreeks
volgt uit het lidmaatschap van de EU van het land van herkomst. Met het vertrek van
het Verenigd Koninkrijk uit de EU is er nu juist een einde aan die situatie gekomen
voor de Britse ingezetenen.
Het Verenigd Koninkrijk heeft onlangs te kennen gegeven op basis van deze inzet op
dit moment geen verdrag te willen sluiten. Britse ingezetenen in Nederland houden
daarmee na 5 jaar onafgebroken verblijf kiesrecht voor de gemeenteraadsverkiezingen,
en bij ingezetenschap onmiddellijk voor de waterschapsverkiezingen. Op het kiesrecht
voor Nederlanders in het Verenigd Koninkrijk is het recht van het Verenigd Koninkrijk
van toepassing. Er is in het Verenigd Koninkrijk wetgeving in behandeling die als
consequentie kan hebben dat het kiesrecht voor lokale verkiezingen wordt uitgesloten
voor EU-onderdanen die in het VK geen verblijfsrecht genieten onder het terugtrekkingsakkoord
(EU settled of pre-settled status), tenzij er een wederzijds bilateraal verdrag is gesloten. Mochten hier nadere
ontwikkelingen op plaatsvinden dan zal de Minister van Buitenlandse Zaken uw Kamer
daarover informeren.
Onderzoek vervroegd stemmen herindelingsverkiezingen 2021
Bij de herindelingsverkiezingen in november jl. bracht ongeveer een op de vijf kiezers
zijn stem uit op maandag of dinsdag (de dagen waarop vervroegd stemmen in het stemlokaal
mogelijk was). Het ging om 8,3% van het totale aantal kiesgerechtigden. Uit onderzoek
van I&O research in opdracht van het Ministerie van BZK bleek dat de belangrijkste
redenen om vervroegd te gaan stemmen waren dat stemmen op de maandag of dinsdag beter
uitkwam (41%) of dat men op woensdag geen tijd had om zelf te stemmen (26%). Voor
17% van de kiezers speelde corona een rol om op maandag of dinsdag naar het stemlokaal
te gaan om te stemmen. 4% van de kiezers die bij de herindelingsverkiezingen vervroegd
hebben gestemd (8,3% van het totale aantal kiesgerechtigden), geeft aan dat zij niet
zouden hebben gestemd als vervroegd stemmen niet mogelijk zou zijn geweest.
Naast het onderzoek onder kiezers bij de herindelingsverkiezingen heeft I&O research
in opdracht van het Ministerie van BZK in december 2021 een peiling uitgevoerd naar
hoeveel kiezers bij de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2022 van plan zijn gebruik
te maken van vervroegd stemmen in het stemlokaal. Uit deze peiling blijkt dat ongeveer
een op de vijf uitgebrachte stemmen naar verwachting vervroegd wordt uitgebracht in
een stemlokaal. Dit komt overeen met het aantal vervroegd uitgebrachte stemmen bij
de herindelingsverkiezingen. De belangrijkste redenen die worden genoemd om vervroegd
te willen stemmen bij de aankomende gemeenteraadsverkiezingen zijn «het coronavirus»
(46%) en gemak (35%). Van de kiezers die vervroegd willen gaan stemmen, geeft één
procent aan niet te gaan stemmen wanneer vervroegd stemmen niet mogelijk zou zijn.
2% zou in dat geval per volmacht gaan stemmen.
Uit het onderzoek van I&O research blijkt verder dat ouderen (65-plus), jongeren (18–34 jaar)
en lager opgeleiden de belangrijkste doelgroepen zijn die gebruik maken van vervroegd
stemmen. Jongeren die vervroegd stemmen doen dit vooral vanwege tijdgebrek op woensdag.
Ook zijn deze jongeren eerder geneigd niet te gaan stemmen wanneer vervroegd stemmen
niet mogelijk zou zijn.
De onderzoeksrapportage is bij deze brief gevoegd (bijlage 3)6. Ook bij de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen laat ik onderzoek doen naar de redenen
van diverse groepen kiezers om wel of geen gebruik te maken van vervroegd stemmen.
Nieuwe modellen van stembiljetten
Vervolgrapportage over een kwalitatief onderzoek naar de begrijpelijkheid van de teksten
van een voorziening om te oefenen met een nieuw model stembiljet
In verband met het voornemen om het mogelijk te maken dat in enkele gemeenten in het
stemlokaal wordt gestemd met nieuwe modellen van stembiljetten, is het wetsvoorstel
Tijdelijke regels voor experimenten met nieuwe stembiljetten ingediend (Kamerstuk
35 455), dat op 12 oktober 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 10, item 8) door uw Kamer is aangenomen. Een van de middelen waaraan in het kader van de voorbereiding
van een experiment wordt gewerkt, is een digitale oefenvoorziening waarmee de kiezers
kunnen oefenen met het nieuwe stembiljet en zo daarmee vertrouwd kunnen raken. Een
dergelijke oefenvoorziening is ook in 2014 ontwikkeld voor de kiezers buiten Nederland
die bij de toen gehouden verkiezing van het Europees Parlement voor het eerst konden
stemmen met een nieuw model stembiljet. Bij brief van 11 oktober 2021 heb ik uw Kamer
de rapportage doen toekomen over een kwalitatief onderzoek naar de begrijpelijkheid
van de teksten in de oefenvoorziening.7 Naar aanleiding van die rapportage zijn verbeteringen doorgevoerd in het concept
van de oefenvoorziening. In vervolg hierop is in december 2021 een kwalitatief onderzoek
gehouden naar de begrijpelijkheid van de teksten in de aangepaste oefenvoorziening.
De rapportage hierover treft u bij deze brief aan (bijlage 4)8. Uit de vervolgrapportage komt naar voren dat de doorgevoerde verbeteringen (o.a.
minder oefenopdrachten, het overzicht van kandidaten meer zichtbaar in beeld en de
gebruiker technisch meer dwingen teksten te lezen) goed uitpakken. De nadere verbetervoorstellen,
die betrekking hebben op de gebruiksvriendelijkheid van de oefenvoorziening en op
de verwachtingen van een digitale omgeving, worden betrokken bij de verdere ontwikkeling
van het concept van de oefenvoorziening.
Rapportage over kwalitatieve testen van hulpmiddelen voor blinden en slechtzienden
bij het uitbrengen van een stem met een nieuw model stembiljet
In het kader van de voorbereiding van een experiment met een nieuw model stembiljet
wordt tevens gewerkt aan hulpmiddelen die door kiezers met een visuele beperking kunnen
worden gebruikt om met een nieuw model stembiljet zelfstandig hun stem uit te brengen.
Een van die hulpmiddelen is een mal waarin het stembiljet wordt gelegd. De mal wordt
gebruikt in combinatie met een audio-voorziening. Een ander hulpmiddel is een overzicht
van kandidaten met extra grote letters. In het najaar van 2021 zijn met blinden en
slechtzienden kwalitatieve testen van deze hulpmiddelen gehouden. Het geteste ontwerp
van de mal is een doorontwikkeling van het ontwerp waarmee in 2012 en 2015 testen
hebben plaatsgevonden en waarvan de rapportages destijds met uw Kamer zijn gedeeld9. De rapportage over de in 2021 gehouden kwalitatieve testen treft u bijgaand aan
(bijlage 5)10. Uit de rapportage komt naar voren dat alle blinde testdeelnemers met de mal zelfstandig
een geldige teststem konden uitbrengen. Ook alle slechtziende testdeelnemers brachten
met de mal zelfstandig een geldige teststem uit. Ruim 84,5% van de slechtziende testdeelnemers
was in staat om zonder gebruikmaking van de mal met behulp van het papieren overzicht
van kandidaten zelfstandig een geldige teststem uit te brengen. De rapportage laat
zien dat het ontwerp van de mal op onderdelen verbeterd kan worden. De voorstellen
voor verbetering worden betrokken bij de verdere ontwikkeling.
Tot slot
De aankomende verkiezingen op 14, 15 en 16 maart vinden andermaal plaats onder bijzondere
omstandigheden, zowel in de voorbereiding als in de organisatie van de verkiezingen
zelf, en dat vraagt daarom weer veel van de gemeentelijke organisaties. Ik spreek
daarom via deze weg mijn waardering uit voor al het werk dat de gemeenten verzetten
voor de organisatie van de verkiezingen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.