Brief regering : Ontwikkelingen in Oekraïne
36 045 Situatie in de Oekraïne
Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2022
Met deze brief willen de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Defensie
de Kamer, mede namens de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
en van Justitie en Veiligheid, informeren over de belangrijkste ontwikkelingen in
de Nederlandse inzet aangaande de verder oplopende spanningen door de Russische troepenopbouw
aan de grenzen met Oekraïne. Hierbij gaat het kabinet achtereenvolgens in op de diverse
aspecten van deze ontwikkelingen. Allereerst schetst het kabinet de huidige stand
van zaken, de inspanningen op diplomatiek vlak en de inzet van Nederland in dat kader.
Aansluitend volgt een toelichting op genomen en voorgenomen maatregelen op verschillende
terreinen (consulair, sancties, militair), zowel bilateraal, in de EU en de NAVO.
Tot slot gaat het kabinet in op de bilaterale steun aan Oekraïne.
Het kabinet komt met deze brief ook tegemoet aan het verzoek van de vaste Kamercommissie
Buitenlandse Zaken om uw Kamer schriftelijk te informeren over de voorzorgsmaatregelen
die Nederland, in geval van een Russische invasie in Oekraïne, zal nemen in bilateraal,
EU- en NAVO-verband neemt. Het kabinet beantwoordt hiermee tevens aan het verzoek
van de Kamer bij monde van het lid Van Haga van 8 februari 2022 om een brief over
de motie van het lid Ephraim (Kamerstuk 35 925 V, nr. 77) (Handelingen II 2021/22, nr. 47, Stemmingen). Het kabinet doet de toezegging van
de Minister van Defensie gestand, gedaan tijdens het plenaire debat over de veiligheidssituatie
in Oekraïne op 3 februari jl. om de Kamer een brief te sturen over het PESCO Cyber
Rapid Response team (Handelingen II 2021/22, nr. 46, debat over de situatie in de
Oekraïne).
Ten overvloede merkt het kabinet op dat de ontwikkelingen met betrekking tot Oekraïne
elkaar in snel tempo opvolgen. Hoewel het kabinet hecht aan zowel zorgvuldige als
actuele informatievoorziening aan de Kamer kunnen nieuwe ontwikkelingen tussen verzending
van de brief en het commissiedebat over de Raad Buitenlandse Zaken niet worden uitgesloten.
Politieke en diplomatieke ontwikkelingen
Ondanks intensief internationaal diplomatiek en politiek overleg is de veiligheidssituatie
onverminderd gespannen. De Russische troepenmacht aan de grenzen met Oekraïne is nog
steeds aanzienlijk en er zijn vooralsnog geen signalen dat Rusland zijn militairen
op grote schaal terugtrekt, ondanks internationale oproepen te de-escaleren. Rusland
en Belarus zijn op 11 februari jl. een grote militaire oefening begonnen in Belarus.
Ook is Rusland een vlootoefening gestart in de Zwarte Zee, waarbij de doorgang tot
de Zee van Azov en de Straat van Kertsj, belangrijk voor de scheepvaart naar de Oekraïense
havens van Marioepol en Berdjansk, is afgesloten. Hoewel Rusland zegt niet van plan
te zijn Oekraïne binnen te vallen en internationale zorgen bagatelliseert, heeft Moskou
niet gereageerd op Oekraïense verzoeken om een toelichting op Ruslands militaire activiteiten,
ondanks afspraken hierover in OVSE-verband (het zgn. Weens Document).
Het kabinet onderstreept dat de kern van de Nederlandse inzet blijft om de situatie
via dialoog en diplomatie te de-escaleren. Dat is in het belang van alle betrokken
partijen. Nederland zal zich daarom blijven inzetten voor een stevige en eensgezinde
boodschap richting Rusland. Het kabinet onderschrijft bij deze gelegenheden ook de
uitspraak die uw Kamer heeft gedaan conform de motie Van der Plas (Kamerstuk 35 925 V, nr. 76) over het onvoorwaardelijke steun uitspreken voor de soevereiniteit van Oekraïne.
Tegelijkertijd concludeert het kabinet dat de diplomatieke inspanningen tot op heden
geen opening hebben opgeleverd en het onduidelijk is in hoeverre Rusland bereid is
de dialoog voort te zetten zolang zijn eisen niet zijn ingewilligd. De kans op escalatie
blijft vooralsnog reëel. Daarom houdt het kabinet nog steeds rekening met alle scenario’s
en is het belangrijk voorbereid te zijn op het scenario dat gesprekken onverhoopt
niet slagen. Het kabinet blijft om die reden, als onderdeel van het tweesporenbeleid,
naast de-escalatie en dialoog inzetten op afschrikking.
Deze boodschappen heeft het kabinet de afgelopen dagen internationaal op alle niveaus
uitgedragen. Minister van Buitenlandse Zaken Hoekstra heeft de afgelopen dagen met
een groot aantal ambtgenoten uit de EU en NAVO over de situatie gesproken. Ook heeft
hij in Den Haag de verzamelde EU-ambassadeurs o.a. over de crisis rond Oekraïne toegesproken.
Minister-President Rutte heeft eveneens de situatie besproken met ambtgenoten, onder
andere op 8 februari jl. in een telefoongesprek met premier Johnson. De Minister van
Defensie sprak op 8 februari jl. met haar Duitse ambtgenoot, op 9 februari met de
Litouwse Minister van Defensie en op 10 februari met de EU Hoge Vertegenwoordiger
Borrell en de SG NAVO Stoltenberg, ter voorbereiding op de bijeenkomst van NAVO-Ministers
van Defensie op 16 en 17 februari a.s., waar de veiligheidssituatie rondom Oekraïne
hoog op de agenda staat.
Ook in EU- en NAVO verband blijft het kabinet inzetten op dialoog en de-escalatie.
De EU Hoge Vertegenwoordiger Borrell en SG NAVO Stoltenberg hebben op 10 februari
jl. daartoe wederom ook schriftelijk opgeroepen, dit in reactie op een brief van de
Russische Minister van Buitenlandse Zaken Lavrov over het concept van ondeelbare veiligheid
aan verschillende EU-lidstaten en NAVO-bondgenoten, waaronder Nederland. Het kabinet
heeft zich ingespannen voor de coördinatie van de gezamenlijke reacties van de EU
en NAVO, omdat een krachtig signaal van eenheid cruciaal is. Het kabinet bereidt zich
ook inhoudelijk voor op onderhandelingen over wapenbeheersing, in nauw overleg met
onze Europese en Trans-Atlantische bondgenoten. De NAVO is bereid te luisteren naar
de zorgen van Rusland en in dialoog te gaan over hoe de fundamentele principes van
de Europese veiligheidsordening te behouden en te versterken. Tegelijkertijd wordt
ingezet op afschrikking, waaronder via de versterking van de verdediging binnen bestaande
NAVO-verbanden en een krachtige boodschap dat de kosten voor Rusland van een eventuele
verdere agressie hoog zijn.
In OVSE-verband wordt ook gewerkt aan de versterking van dialoog. De Poolse Minister
van BZ Zbigniev Rau, dit jaar Chairperson-in-Office (CiO) van de OVSE, lanceerde op
8 februari jl. in Wenen zijn initiatief voor een Renewed European Security Dialogue (RESD). Met deze dialoog wil de CiO ten eerste het risico op confrontatie verminderen
en de veiligheid en stabiliteit in de OVSE regio versterken, daarnaast overeenstemming
bereiken en voorspelbaarheid vergroten, en tenslotte het concept van comprehensive and indivisible security en vreedzame interstatelijke relaties versterken. Conform de motie Jasper van Dijk
c.s. (Kamerstuk 35 925 V, nr. 78) waarin de Kamer het kabinet verzoekt voorstellen te doen om de OVSE te versterken
met als inzet een meer effectieve collectieve veiligheidsorde in Europa, heeft het
kabinet dit initiatief van het Poolse voorzitterschap gesteund. Hoewel de Russische
delegatie afhoudend reageerde op het voorstel, was er brede steun voor het initiatief
en bekijkt het Poolse voorzitterschap mogelijkheden voor vervolgstappen.
Naast het overleg in multilateraal verband hebben diverse lidstaten bilateraal diplomatiek
en politiek contact met zowel Rusland als Oekraïne, zoals bijvoorbeeld president Macron
en bondskanselier Scholtz. Verder hebben gezanten van Frankrijk en Duitsland, in het
zogeheten «Normandië 4»-proces, besprekingen gevoerd met hun Oekraïense en Russische
collega’s over het vlottrekken van de gemaakte afspraken in de Minsk-akkoorden. Ook
president Biden heeft de afgelopen dagen meerdere malen met president Poetin gebeld,
onlangs nog op 12 februari jl., waarbij hij Poetin nogmaals heeft gewaarschuwd voor
de consequenties van een Russische inval in Oekraïne. Er vindt doorlopend nauwe coördinatie
plaats tussen de EU, NAVO en de VS, zodat de boodschappen die aan Moskou worden afgegeven
goed op elkaar zijn afgestemd.
Gezien de zorgelijke situatie zal het kabinet de Nederlandse inzet ook bij andere
gelegenheden blijven uitdragen, bijvoorbeeld tijdens de Munich Security Conference
op 18–19 februari a.s. en de Raad Buitenlandse Zaken op 21 februari a.s., waarvan
u een geannoteerde agenda heeft ontvangen.
Reisadvies Oekraïne
Het reisadvies is op 12 februari gewijzigd naar rood voor heel Oekraïne. Nederlanders
worden opgeroepen het land te verlaten. Het Nederlandse reisadvies is daarmee in lijn
met dat van andere landen (o.a. Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, België, Noorwegen,
Denemarken, Zweden en Finland) die ook alle reizen naar de Oekraïne afraden en onderdanen
oproepen om het te land te verlaten. De vragen van het lid Brekelmans (VVD) (Aanhangsel
Handelingen II 2021/22, nr. 1717) zal het kabinet separaat beantwoorden.
Informatievoorziening en registratie van Nederlanders
Op 11 februari jl. heeft een online informatiebijeenkomst plaatsgevonden voor Nederlanders
in Oekraïne met de ambassade in Kyiv, die hiervoor waren uitgenodigd via de registratielijst
en sociale media van de ambassade. Er namen circa 50 Nederlanders deel. Doel was om
mensen te informeren over de veiligheidssituatie, de boodschap van het reisadvies
op dat moment te herhalen («overweeg of uw verblijf echt noodzakelijk is») en duidelijk
te maken wat men van de overheid kan verwachten als de situatie verslechtert. Ook
gaf het Nederlanders de gelegenheid om vragen te stellen en hun zorgen te delen. Nederlanders
zijn geïnformeerd dat als mensen besluiten te blijven en de situatie zou verslechteren
er geen door de overheid georganiseerde evacuatie zal plaatsvinden, maar mensen met
eigen vervoer over de weg zouden moeten vertrekken, als men niet wil blijven. Er is
aangekondigd dat er een ambassade steunpunt komt in Lviv waar mensen zich kunnen melden
indien consulaire bijstand nodig is op weg naar de EU.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft naar aanleiding van de toezegging in het
Oekraïne-debat gekeken wat gedaan kan worden om meer Nederlanders te bereiken voor
registratie. Helaas kunnen persoonsgegevens van Nederlanders niet worden verkregen
via luchtvaartmaatschappijen en lokale autoriteiten i.v.m. privacyoverwegingen. Wel
zijn bijvoorbeeld Nederlanders die zich geregistreerd hebben opgeroepen andere Nederlanders
die men kent aan te sporen zich te registeren. De voortdurende oproepen tot registratie
zijn terug te zien in het aantal geregistreerde Nederlanders, zo is het aantal ondertussen
gestegen naar 147.
De verwachting is geenszins dat een compleet beeld kan worden verkregen van hoeveel
Nederlanders zich nog in Oekraïne bevinden en waar. Er is ook geen beeld van het aantal
mensen dat is vertrokken naar aanleiding van het gewijzigde rode reisadvies. Registratie
bij de BZ Infoservice is niet verplicht, afmelden ook niet. Mensen vertrekken verder
ook op eigen gelegenheid en zullen niet altijd het ambassade steunpunt in Lviv aandoen.
Nederlandse vertegenwoordiging in Oekraïne
Nu alle reizen naar Oekraïne zijn ontraden, worden de medewerkers die niet tot de
kernbezetting van de ambassade behoren en alle gezinsleden van uitgezonden medewerkers,
teruggehaald naar Nederland. Slechts een kleine skeleton staff van uitgezonden medewerkers blijft in Kyiv. Zij blijven zolang hun veiligheid zo
goed als mogelijk gewaarborgd kan worden. Het kabinet hecht eraan dat het Koninkrijk
zo lang mogelijk vertegenwoordigd blijft in Kyiv. De Brigade Speciale Beveiliging
(BSB) van de Koninklijke Marechaussee voorziet in de persoonsbeveiliging van de in
Kyiv achterblijvende uitgezonden medewerkers.
Een aantal uitgezonden medewerkers uit de kernbezetting is naar Lviv overgeplaatst
voor het bemensen van het ambassade steunpunt daar, voor het verlenen van consulaire
bijstand aan Nederlanders onderweg naar de EU-buurlanden. In Lviv kunnen noodreisdocumenten
voor Nederlanders worden afgegeven alsmede noodvisa, in principe voor Oekraïners zonder
biometrisch paspoort die behoren tot het kerngezin van Nederlanders. De consulaire
dienstverlening in Kyiv is stopgezet, per 14 februari. De apparatuur in Kyiv is ontkoppeld
en in veiligheid gesteld.
Nederlanders in de OVSE en EU missies in Oekraïne
In Oekraïne zijn met de OVSE Special Monitoring Mission (SMM) en de EU-adviesmissie EUAM twee civiele missies actief. In totaal zijn zestien
door Nederland uitgezonden civiel experts en politiefunctionarissen werkzaam in deze
twee missies. Voor personeel dat door Nederland is uitgezonden naar deze missies wordt
los van het reisadvies een aparte veiligheidsafweging gemaakt, met inachtneming van
de voorzorgsmaatregelen die door de missies zelf zijn genomen en de taak die zij hebben
te vervullen. De Staat der Nederlanden heeft als formele werkgever een juridische
eindverantwoordelijkheid voor de veiligheid van Nederlanders die naar de missies worden
uitgezonden.
Het kabinet onderkent het belang van het werk van de OVSE SMM, ook in de huidige context.
In het licht van de huidige dreiging heeft het kabinet de SMM-missie echter verzocht
om vier Nederlanders werkzaam op veldkantoren in de grensgebieden in het oosten van
Oekraïne uit voorzorg tot nader order naar Nederland te laten terugkeren. Eén in het
oosten aanwezige Nederlander vervult binnen de SMM een essentiële functie en blijft
vooralsnog op locatie onder de verantwoordelijkheid van de missie. Daarnaast keren
zeven Nederlanders die in EUAM tot de niet-essentiële staf behoren tijdelijk terug
naar Nederland. Vier Nederlandse civiel experts die voor de missies in Kyiv werkzaam
zijn blijven daar vooralsnog aanwezig om hun werkzaamheden voort te zetten. Het kabinet
blijft de ontwikkelingen nauwgezet monitoren. Er wordt contact onderhouden met de
uitgezondenen zelf, partnerlanden en de missies.
Veiligheid burgerluchtvaart
KLM heeft zaterdag 12 februari besloten voorlopig niet meer op Oekraïne (Kyiv) te
vliegen. Hiermee zijn zij de eerste grote Europese luchtvaartmaatschappij die deze
beslissing neemt. De vragen van de leden Sjoerdsma en Boucke (beiden D66) van 3 februari
jl., over het bericht dat Rusland BUK-luchtafweersystemen bij de grens met Oekraïne
plaatst, zullen op korte termijn schriftelijk worden beantwoord door de Ministers
van Infrastructuur en Waterstaat en Veiligheid en Justitie, mede namens de Minister
van Buitenlandse Zaken.
Nationale maatregelen
Een conflict in Oekraïne kan directe gevolgen hebben in Nederland zelf. In het dreigingsbeeld
statelijke actoren (Kamerstuk 30 821, nr. 125) is in 2021 door de AIVD, MIVD en NCTV gemeld dat de nationale veiligheidsbelangen
kwetsbaar zijn en substantieel worden bedreigd en aangetast door onder meer Rusland.
Uit het Cybersecuritybeeld Nederland (CSBN) (bijlage bij Kamerstuk 26 643, nr. 767) van juni 2021 bleek dat de dreiging die uitgaat van statelijke actoren richting
de Nederlandse samenleving divers en complex is. De toegenomen digitalisering en technologische
mogelijkheden vergroten de risico’s die daarmee samenhangen. Het kabinet houdt de
situatie in Oekraïne om die reden nauwlettend in de gaten met het oog op mogelijke
consequenties voor de nationale veiligheid. Het kabinet heeft daarbij oog voor eventuele
cascade-effecten op zowel vitale als niet-vitale infrastructuur. Ook het NCSC monitort
de situatie doorlopend en informeert doelgroepen waar nodig. Daarnaast roept het kabinet
bedrijven en instanties op hun cyber-hygiëne op orde te brengen.
NAVO versterking Oostflank
De NAVO heeft een gebalanceerd pakket aan preventieve militaire en niet-militaire
maatregelen genomen, gericht op de-escalatie van de spanningen aan de grens tussen
Rusland en Oekraïne en versterking van de afschrikking en verdediging binnen bestaande
NAVO-verbanden in het NAVO-verdragsgebied. Ook Nederland levert hier een militaire
bijdrage aan, zoals eerder aan uw Kamer gemeld (Kamerstuk 28 676, nr. 387 en Kamerstuk 35 925 V, nr. 66). De Minister van Defensie heeft uw Kamer verder geïnformeerd dat de NAVO in het
licht van de verslechterende veiligheidssituatie rond Oekraïne verschillende handelingsopties
uitwerkt om de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging verder te versterken,
voor het geval de situatie daartoe aanleiding geeft (Kamerstuk 35 925 V, nr. 66). Deze handelingsopties hebben ook betrekking op mogelijke aanpassingen van de NAVO-aanwezigheid
aan de Oostflank van het bondgenootschap. De NAVO-Ministers van Defensie bespreken
de handelingsopties tijdens hun bijeenkomst (DMM) op 16–17 februari a.s.
EU sancties
Zoals eerder aan uw Kamer gemeld zet het kabinet zich, conform de motie Brekelmans
c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2433), in voor een ambitieus, met partners gecoördineerd EU-sanctiepakket ter afschrikking
van verdere Russische agressie. Het kabinet is zich ervan bewust dat het beschermen
van de internationale orde een prijs heeft. Dat betekent dat eventuele sancties mogelijk
ook een effect kunnen hebben op de Nederlandse economie. Over de verschillende onderdelen
van dit pakket is het kabinet intensief in contact met de EU-instellingen, EU-lidstaten
en partners buiten de EU. Onderdeel van deze inzet is het bepleiten en ontwikkelen
van sancties gericht tegen de kring rond president Poetin, zoals ook door de Kamer
verzocht in de motie Sjoerdsma (Kamerstuk 35 925 V, nr. 71). Om dit te bewerkstelligen werkt het kabinet eveneens, conform de motie Van der
Plas (Kamerstuk 35 925 V, nr. 75) aan het breder in kaart brengen van bezittingen in Nederland van de Russische elite.
Over de voortgang van deze inspanningen wordt uw Kamer spoedig nader geïnformeerd.
Vluchtelingen
Ter voorbereiding op mogelijke vluchtelingenstromen worden voorzorgsmaatregelen in
EU-verband gecoördineerd. Het eerste coördinatie-overleg heeft op 14 februari jl.
plaatsgevonden.
Steun aan Oekraïne
Oekraïne heeft een bilateraal verzoek aan Nederland gedaan voor het leveren van militaire
goederen. Uw Kamer zal hierover separaat worden geïnformeerd zodra alle stappen zorgvuldig
zijn doorlopen. Daarmee zal het kabinet ook de motie Brekelmans (Kamerstuk 35 925 V, nr. 72) beantwoorden.
De Minister van Defensie zegde uw Kamer toe nader in te gaan op het EU Permanent Structured
Cooperation (PESCO) Cyber Rapid Response team. Dit team biedt technische steun op
het gebied van cyberveiligheid. Litouwen is projectleider van dit project en bespreekt,
samen met de Europese Dienst voor Extern Optreden en met Oekraïne of er behoefte is
aan inzet van de CRRTs. Nederland staat welwillend tegenover het leveren van cybersteun
aan Oekraïne. Zodra Oekraïne een aanvraag doet, kan een team worden geformeerd en
kan Nederland besluiten tot een bijdrage.
Als een Nederlandse bijdrage wordt geleverd, zal die bestaan uit personeel van het
Defensie Cyber Security Centrum, het onderdeel dat ook de Nederlandse krijgsmacht
beschermt tegen cyberdreigingen. Deze inzet zal dus nadrukkelijk een defensief karakter
hebben, waarbij gedacht kan worden aan ondersteuning bij afhandeling van cyberincidenten,
cybersecurity-advies, tijdelijke monitoring van (aangevallen) netwerken, cybersecurityonderzoek
naar kwetsbaarheden of forensisch onderzoek. Afhankelijk van de werkzaamheden, moet
dit ter plekke of kan dit vanuit Nederland.
Al voorafgaand aan de huidige spanningen heeft Oekraïne de EU om steun gevraagd bij
het professionaliseren van het militair onderwijs. Nederland steunt dit verzoek. Lidstaten
overleggen momenteel hoe het beste en zo spoedig mogelijk aan dit verzoek tegemoet
te komen. Er wordt gedacht aan een kleine groep adviseurs via een EU-trainingsmissie
of via de Europese Vredesfaciliteit. Nederland staat constructief in de discussie,
kan beide opties steunen en is bereid te onderzoeken of het aan zo’n missie kan bijdragen.
De situatie in Oekraïne is momenteel gespannen maar kalm. De regering van president
Zelensky maakt zich enerzijds grote zorgen over de militaire dreiging. Anderzijds
zijn er meer acute zorgen over de gevolgen van de spanningen voor de economie die
nu al voelbaar zijn, zoals de devaluatie van de Oekraïense munt grivna en de snel
teruglopende buitenlandse investeringen.
In de brief van 3 februari jl. (Kamerstuk 35 925 V, nr. 66) heeft het kabinet uw Kamer reeds ingelicht over de voorgenomen niet-militaire en
bilaterale steun aan Oekraïne van Nederland. Het kabinet beziet of de steun op het
gebied van ontmijning uitgebreid kan worden als ook de mogelijkheden voor capaciteitsopbouw.
Uw Kamer werd met een brief van de Minister van Financiën van 3 februari jl. (Kamerstuk
22 112, nr. 3270) ook geïnformeerd over het voorstel van de Europese Commissie voor 1,2 miljard euro
over de macro-financiële bijstand aan Oekraïne. Oekraïne roept ook andere partners,
waaronder Nederland, op om economische steun te verlenen.
De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra
De Minister van Defensie, K.H. Ollongren
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Medeindiener
K.H. Ollongren, minister van Defensie