Brief regering : Invulling motie van het lid Bisschop c.s. over mogelijkheden onderzoeken om betaling van schade ook tijdens detentie af te dwingen (Kamerstuk 35925-VI-95)
33 552 Slachtofferbeleid
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 88 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2022
Op 30 november 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 28, item 21) heeft uw Kamer de motie van Kamerlid Bisschop c.s. aangenomen (Kamerstuk 35 925 VI, nr. 95). Hierin wordt overwogen dat meer mensen slachtoffer worden van phishing of andere
vormen van internetfraude, en dat daders proberen hun verplichting tot het vergoeden
van schade te omzeilen door vervangende hechtenis te ondergaan of onder de radar te
blijven. De regering is verzocht de Kamer te informeren over de mogelijkheden om betaling
van schadevergoeding, ook tijdens detentie, af te dwingen.
In deze brief ga ik eerst in op het belang van schadevergoeding en vervolgens zet
ik de mogelijkheden om betaling daarvan af te dwingen uiteen. Hiermee geef ik invulling
aan deze motie.
Belang van schadevergoeding
Een strafbaar feit kan diepe sporen achterlaten bij een slachtoffer. Niet alleen fysiek
en emotioneel maar ook financieel. Zo kan bij internetfraude geld door middel van
list en bedrog afhandig worden gemaakt en blijft het slachtoffer berooid en gedesillusioneerd
achter. Een snelle berechting en passende straf kunnen dan genoegdoening bieden. Als
het slachtoffer schade heeft geleden is het hierbij van belang dat die wordt vergoed
door de dader. Een schadevergoeding kan daarbij ook een gevoel van erkenning geven
en bijdragen aan herstel van geschaad vertrouwen.
Het strafproces is zo ingericht, dat slachtoffers zich kunnen voegen om een vergoeding
voor hun geleden schade te vorderen. Deze voeging is laagdrempeliger dan de civiele
procedure. Als de strafrechter een schadevergoedingsmaatregel oplegt, dan neemt het
CJIB de inning en incasso voor het slachtoffer op zich. Dit neemt slachtoffers veel
werk uit handen, kan stress helpen voorkomen en bespaart kosten. Dit is een voorbeeld
van hoe de overheid oog heeft voor burgers die zich in een kwetsbare positie bevinden
en hen in staat stelt aanspraak te maken op hun rechten. Beide zijn onmisbare elementen
van een goede rechtsbescherming.
Mogelijkheden om betaling af te dwingen
Het CJIB heeft diverse mogelijkheden om ervoor te zorgen dat de dader een opgelegde
schadevergoedingsmaatregel betaalt. Zo ook als het gaat om internetfraude.
In onderstaand kader zijn de inningsmogelijkheden van de schadevergoedingsmaatregel
voor het CJIB opgenomen. Waar nodig en mogelijk past het CJIB maatwerk toe om tot
inning te komen.
Stappen
Het CJIB stuurt een brief naar de veroordeelde. Daarin staat het bedrag van de schadevergoeding dat de rechter heeft bepaald. De
veroordeelde krijgt 30 dagen de tijd om te betalen. Het CJIB biedt hierbij de mogelijkheid
om een betalingsregeling te treffen.
Het CJIB stuurt twee aanmaningen. Indien de veroordeelde niet of niet op tijd betaalt, ontvangt hij een tweede brief
en moet hij extra betalen. Het bedrag van de eerste aanmaning is 20 euro hoger dan
de boete. Hij krijgt hiervoor weer 30 dagen de tijd. Indien de veroordeelde nog niet
betaalt krijgt hij een tweede aanmaning en moet hij nog meer betalen. Het bedrag van
de tweede aanmaning is 20% van het (nog openstaande) opgelegde bedrag van de schadevergoedingsmaatregel
met een minimum van 40 euro. Hij krijgt wederom 30 dagen de tijd om te betalen en
het CJIB biedt ook hierbij de mogelijkheid om een betalingsregeling te treffen.
Het CJIB schakelt een gerechtsdeurwaarder in. Indien de veroordeelde na de aanmaning nog niet betaalt kan het CJIB een deurwaarder
inschakelen. Deze probeert afspraken met de veroordeelde te maken over de betaling.
Als dat niet lukt, mag hij beslag leggen op het salaris, de uitkering, spaargeld of
spullen van de veroordeelde. Dit betekent dat de deurwaarder aan de werkgever of het
UWV opdracht geeft om een deel van het salaris of de uitkering aan hem over te maken
en niet aan de veroordeelde. De deurwaarder mag ook spullen van de veroordeelde verkopen. De opbrengst daarvan wordt gebruikt
om de schadevergoeding te betalen.
Het CJIB vraagt de officier van justitie om gijzeling. In de beslissing waarbij de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd beslist de
rechter ook hoeveel dagen gijzeling maximaal mogen worden toegepast als de veroordeelde
niet (volledig) aan de betalingsverplichting voldoet. Het CJIB hoeft daarom niet naar
de rechter, maar kan de officier van justitie toestemming vragen om het dwangmiddel
gijzeling in te zetten om betaling af te dwingen. Aan de hand van beschikbare informatie
bij het CJIB en/of aan de hand van stukken die de veroordeelde heeft overlegd, beoordeelt
het CJIB of de veroordeelde financieel in staat is te voldoen aan de betalingsverplichting.
Indien iemand aantoonbaar niet in staat is om het verschuldigde bedrag in een keer
of in termijnen te betalen, vindt gijzeling niet plaats.
Het CJIB hervat de inning. Ook na een eventuele gijzeling blijft het CJIB tot aan het einde van de tenuitvoerleggingstermijn
(art. 76 Sr.) de inning van de schadevergoeding vervolgen. Inkomsten en vermogen van
daders worden periodiek getoetst. Als blijkt dat er veranderingen zijn omtrent het
vermogen of inkomen van de veroordeelde, hervat het CJIB de inning. Dit kan leiden
tot een (nieuwe) betalingsregeling of het opnieuw inzetten van de deurwaarder.
Overigens werd tot 1 januari 2020 vervangende hechtenis in plaats van gijzeling opgelegd
in geval van het niet betalen van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vervangende
hechtenis verving de verplichting tot betaling van de schadevergoeding niet. Ook niet
na het uitzitten. Dit in tegenstelling tot de vervangende hechtenis bij de geldboete,
die deze wel vervangt.
Inningsmogelijkheden schadevergoeding tijdens detentie
Als een veroordeelde in detentie zit en een schadevergoedingsmaatregel moet betalen,
wordt de inning van de schadevergoedingsmaatregel door het CJIB direct in detentie
gestart. De draagkracht van gedetineerden is echter vaak beperkt, omdat zij weinig
of geen inkomen hebben. Daarnaast is vaak sprake van schulden. Ook in het geval de
veroordeelde in de gevangenis verblijft kan hij met het CJIB een betalingsregeling
treffen. Ruim 45% van de gedetineerden doet dit. Afhankelijk van het inkomen en vermogen
van de veroordeelde wordt een termijnbedrag bepaald, waarbij het uitgangspunt is dat
uiteindelijk het volledige bedrag wordt betaald.
Relevant is hierbij dat op 1 juli 2021 de wet Straffen en beschermen in werking is
getreden. Bij de afweging of er sprake kan zijn van een verantwoorde terugkeer in
de samenleving worden voortaan uitdrukkelijk de belangen van slachtoffers meegenomen.
Indien de veroordeelde een schadevergoeding moet betalen, kijkt het CJIB persoonsgericht
welke mogelijkheden er bij de veroordeelde zijn om deze te innen en welke inspanningen
de veroordeelde daarvoor al heeft geleverd.
Aantal geïnde schadevergoedingsmaatregelen
Jaarlijks stromen er circa 12.000 schadevergoedingsmaatregelen bij het CJIB in. Ruim
70% van dit totaal wordt binnen drie jaar volledig betaald. In de resterende zaken
lopen dan in veel gevallen nog betalingsregelingen, waardoor het percentage volledig
betaalde schadevergoedingsmaatregelen uiteindelijk oploopt naar ruim 80% na tien jaar.
Voorschotregeling
Indien de veroordeelde weinig vermogen of een beperkt inkomen heeft (bijvoorbeeld
tijdens detentie) kan het lange tijd duren voordat het slachtoffer zijn schade vergoed
krijgt. Om te voorkomen dat slachtoffers die een schadevergoeding van een dader te
goed hebben hierdoor lang op hun geld moeten wachten is de voorschotregeling ingericht.
Deze regeling houdt in dat in geval een dader van een gewelds- of zedenmisdrijf niet
binnen acht maanden nadat het vonnis onherroepelijk is geworden zijn schadevergoeding
(volledig) heeft betaald, het slachtoffer het gehele nog openstaande bedrag als voorschot
ontvangt. Zodoende wordt het slachtoffer volledig schadeloos gesteld.
Slachtoffers van overige misdrijven en overtredingen ontvangen een voorschot tot een
maximum van € 5.000. Dit maximum geldt ook voor slachtoffers van internetfraude.
Ruim 90% van de slachtoffers die in aanmerking komt voor een voorschot, krijgt hiermee
de volledige schade vergoed. Het CJIB zet de inning van de volledige schadevergoedingsmaatregel
ook na bevoorschotting onverminderd door, zodat de dader uiteindelijk toch betaalt
voor de toegebrachte schade.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming