Brief regering : Planning van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit m.b.t. land- en tuinbouwsector en visserij
35 925 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2022
Nr. 97
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2022
Tijdens het debat van de Regeringsverklaring van 18 en 19 januari jl. (Handelingen
II 2021/22, nr. 38, items 6 en 9 en Handelingen II 2021/22, nr. 39, items 3 en 6) heeft het lid Hermans (VVD) verzocht om van iedere bewindspersoon een planningsbrief
te ontvangen. Middels deze brief informeer ik uw Kamer over de planning aangaande
de opgaven waar de land- en tuinbouwsector en de visserij voor staan en welke ambities
dit kabinet heeft geformuleerd in het coalitieakkoord (Kamerstuk 35 788, nr. 77). Ik ga de komende periode graag met uw Kamer in gesprek over zowel de uitwerking
van de voornemens uit het coalitieakkoord als de uitdagingen die deze ambities kennen
en hoe we hiermee om kunnen gaan.
Perspectief voor de landbouwsector
In het coalitieakkoord is opgenomen dat, om de natuur in Nederland in goede staat
te brengen, het kabinet kiest voor een brede aanpak die zich richt op de verscheidenheid
aan gebieden. Die aanpak richt zich niet alleen op stikstof, maar ook op de (Europese)
normen en opgaven van de waterkwaliteit, bodem, klimaat en biodiversiteit. De aanpak
van deze uitdagingen zal leiden tot grote aanpassingen in het landelijk gebied. De
Minister voor Natuur en Stikstof zal aan de slag gaan met de gebiedsgerichte aanpak.
Dit vraagt de komende periode noodzakelijkerwijs ook een grote inzet van de landbouw.
Tegelijk is een krachtige landbouwsector, sterk genoeg om een forse transitie door
te maken, voorwaarde voor het kunnen realiseren van de opgaven op het gebied van stikstof,
water en klimaat. Het gaat er daarbij om dat agrarische ondernemers in staat worden
gesteld toekomstbestendige keuzen voor hun bedrijf te maken, passend bij de voor het
bedrijf en gebied geldende doelen én met voldoende zekerheid ten aanzien van het verdienvermogen
en bedrijfseconomische continuïteit. We zullen daarvoor ontwikkelrichtingen (daarbij
valt te denken aan extensivering, omschakeling, innovatie en verplaatsing, maar ook
andere vormen van landbouw)identificeren en uitwerken en in beeld brengen wat nodig
is of bijdraagt aan perspectief voor agrarische ondernemers zodat de transitie in
de landbouw die volgt uit de maatschappelijke opgaven, daadwerkelijk kan worden gemaakt.
Het perspectief voor de landbouw zal daarom ook een centrale plaats krijgen in gebiedsprocessen.
Ik informeer uw Kamer, samen met de Minister voor Natuur en Stikstof, in maart op
hoofdlijnen onder meer over de invulling van het perspectief landbouw en wij zullen
dan een eerste inzicht geven in het proces en de aanpak om de transitie naar kringlandbouw
voort te zetten én de samenhang met de integrale gebiedsgerichte aanpak. Over de invulling
van het perspectief zullen we in overleg gaan met betrokken partijen in gebieden en
in de landbouwsector.
Positie van de boer in de keten
De transitie naar een duurzaam voedselsysteem om zo de negatieve effecten op de leefomgeving
te verkleinen is een opgave voor de gehele keten. Ketenpartijen, zoals banken, toeleveranciers,
de verwerkende industrie, de retail en de consument, kunnen daar een belangrijke bijdrage
aan leveren door bijvoorbeeld het veranderen van het voedselconsumptiepatroon, door
efficiënter en zorgvuldiger te produceren en door het creëren van financiële prikkels
om de omschakeling op het boerenerf mogelijk te maken.
Het kabinet zal samen met ketenpartijen en de Autoriteit Consument en Markt bindende
afspraken maken om de positie van de boer in de keten te versterken. We verwachten
een niet-vrijblijvende bijdrage van banken, toeleveranciers, de verwerkende industrie
en de retail. Waar nodig worden afspraken juridisch geborgd. Van supermarkten verwachten
we transparantie over de wijze waarop hun gehele assortiment aantoonbaar duurzaam
en diervriendelijk wordt, inclusief duurzaam inkoopgedrag en een eerlijke prijs voor
boeren. We onderzoeken op welke wijze een bijdrage van de consument aan de verduurzaming
van de land- en tuinbouw vormgegeven zou kunnen worden. Om bewuste keuzes te stimuleren
wordt in Nederland geproduceerd voedsel voorzien van een herkomstetiket. Het kabinet
committeert zich bij haar inkoop aan duurzaam en lokaal geproduceerd voedsel.
Het kabinet zal uw Kamer voor de zomer informeren over de aanpak om te komen tot afspraken
met ketenpartijen om de positie van de boer in de keten te versterken waarmee zij
bijdragen aan de transitie naar duurzame landbouw. Specifiek met betrekking tot rol
van de consument en het aanbod van ketenpartijen aan consumenten, heeft het kabinet
met de Voedselagenda hier vanaf 2015 aandacht aangegeven. Deze agenda is afgelopen
en geëvalueerd. Uw Kamer wordt in het voorjaar geïnformeerd over deze evaluatie en
de inzet op het voedselbeleid voor de komende jaren, met daarin aandacht voor het
tegengaan van voedselverspilling, een inzichtelijk duurzaam geproduceerd voedselaanbod
en een duurzaam voedingspatroon.
Klimaat
Om te voldoen aan de Europese Klimaatwet scherpt Nederland het klimaatdoel in 2030
aan tot tenminste 55% broeikasgasreductie. Die aanscherping leidt tot een hogere klimaatopgave,
zo ook voor de landbouw en het landgebruik. Het gaat in de eerste plaats om het verminderen
van de uitstoot van broeikasgassen. Daarnaast bieden de landbouw en het landgebruik
kansen om meer koolstof vast te leggen, bijvoorbeeld via agrobosbouw (agroforestry)
en koolstoflandbouw.
Het pakket met maatregelen voor de aangescherpte klimaatopgave zal in de komende maanden
worden uitgewerkt. De Minister voor Klimaat en Energie informeert uw Kamer op korte
termijn over het hierbij te doorlopen proces en de planning. De uitwerking hiervan
loopt mee in de uitwerking van de integrale aanpak die wordt ondergebracht in het
programma NPLG. Daarnaast wordt de klimaatopgave ook meegenomen in het perspectief
voor de landbouw.
Verduurzaming glastuinbouw
Een deel van de reductie geldt voor de glastuinbouw. Voor deze sector is de uitdaging
om naar 2030 tot ongeveer een halvering van de CO2-emissie te komen met oog voor de investeringspositie van de sector. Tegelijkertijd
is er de ambitie om de glastuinbouwsector koploper te laten zijn in energiezuinige
en circulaire producten. Om klimaat- en koploperdoelen in samenhang te realiseren
worden incidenteel middelen vrijgemaakt in het Klimaatfonds, waar ook LNV een beroep
op kan doen, en zijn in de Financiële bijlage van het coalitieakkoord diverse fiscale
en beprijzingsmaatregelen benoemd. In samenwerking met de Minister voor Klimaat &
Energie en met de Minister van Financiën zal dit uitwerking krijgen in respectievelijk
het beleidsprogramma klimaat en het belastingplan.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
Het kabinet versterkt de positie van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
door een aanzienlijke publieke investering in de publieke taken van de NVWA. Keuring
en toezicht worden gescheiden. Daarnaast ambiëren we voor de retribueerbare activiteiten
kostendekkende tarieven en hervormen we het tariefgebouw om te komen tot arrangementen
die differentiëren naar bedrijfsgrootte en die goed gedrag en naleving belonen. Hierbij
trekt het Ministerie van LNV nauw op met het Ministerie van VWS.
De ontwikkeling en verantwoording over de besteding van de extra middelen uit het
coalitieakkoord wordt onderdeel van de reguliere jaarplancyclus NVWA. In aanvulling
op het jaarplan 2022 wordt uw Kamer naar verwachting in het voorjaar geïnformeerd
over de investeringen die op basis van de coalitieakkoord middelen nog in 2022 worden
gedaan.
Medio 2021 is een programma gestart waarin overheid en bedrijfsleven samenwerken aan
een herziening van het retributiestelsel. Een goede en zorgvuldige implementatie van
een nieuw retributiestelsel vergt tijd, waardoor het doorvoeren van alle gewenste
aanpassingen per 1 januari 2023 niet verantwoord is. Ik ben wel voornemens om in de
lijn van het coalitieakkoord per 2023 te bewegen naar meer kostendekkende tarieven
daar waar dit beheerst kan. Dit voorjaar zullen het Ministerie van LNV en het Ministerie
van VWS via de reguliere overleggen met de verschillende sectoren in gesprek gaan
over de mogelijke opties. Hierbij vindt ook afstemming met het Ministerie van Financiën
plaats. De uitkomsten van deze gesprekken worden betrokken bij de vaststelling van
de tarieven voor 2023 die zoals gebruikelijk in het najaar bekend worden gemaakt.
Om de scheiding van keuren en toezicht vorm te geven wordt gewerkt aan de doorontwikkeling
van het stelsel van keuren en toezicht in de vleesketen (zie ook Kamerstuk 33 835, nr. 194), tot een eigenstandige organisatie, los(ser) van de andere delen van de NVWA. Hierover
wordt uw Kamer uiterlijk voor het zomerreces geïnformeerd.
Geïntegreerde gewasbescherming
De maatschappelijke zorgen omtrent de risico’s van gewasbeschermingsmiddelen voor
mens en milieu nemen toe. Het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen staat
onder druk, zelfs met de strenge Europese procedures voor deze stoffen die is gebaseerd
op het voorzorgsbeginsel en een wetenschappelijke risicobeoordeling. Het is nodig
de agrarische sector een perspectief te bieden in de transitie naar weerbare planten
en teeltsystemen met teelten en technieken die de behoefte aan chemische middelen
sterk verminderd. Zonder dat perspectief staat niet alleen het inkomen en een duurzame
toekomst van de agrariër op het spel, maar ook een voldoende kwalitatief en betaalbaar
voedselaanbod.
Zoals aangegeven in het coalitieakkoord, intensiveren we de ingezette omslag naar
geïntegreerde gewasbescherming door het stellen van tussendoelen, bevorderen van innovatie
en precisielandbouw, stimuleren van groene alternatieven en loskoppelen van verkoop
en advies. Daarnaast stemmen we de normen voor het gebruik van middelen af op de Kaderrichtlijn
Water. Ook doen we onderzoek naar gezondheidseffecten bij boeren en omwonenden.
We werken het coalitieakkoord verder uit door het aanvullen, selecteren en zo mogelijk
intensiveren of in tijd prioriteren van de acties uit het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie
gewasbescherming 2030, zoals het concretiseren van verschillende tussendoelen en het
bevorderen van innovatie, precisielandbouw en laag-risicomiddelen (bevorderen toelating
in Europees verband). Hiermee zorgen we ervoor dat de behoefte aan gewasbeschermingsmiddelen
afneemt.
Geïntegreerde gewasbescherming staat centraal in het Uitvoeringsprogramma, evenals
doelen en acties om in 2027 te voldoen aan de waterkwaliteitsnormen van de Kaderrichtlijn
water. Dit laatste in afstemming met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Aanvullend zal in afstemming met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
een agenda worden opgesteld voor onderzoek naar gezondheidseffecten bij agrarische
ondernemers en omwonenden, rekening houdend met het binnenkort te verwachten advies
van het RIVM over aanvullend blootstellingsonderzoek. De inzet is om hierover voor
de zomerperiode duidelijkheid te verschaffen.
Convenant en wetgeving dierwaardige veehouderij
De afgelopen 25 jaar hebben er merkbare verbeteringen ten behoeve van dierenwelzijn
in de veehouderij plaatsgevonden. Tegelijkertijd liggen er nog grote opgaven op het
gebied van dierenwelzijn en diergezondheid. In het coalitieakkoord is de ambitie uitgesproken
om in deze kabinetsperiode te komen tot wetgeving voor een dierwaardige veehouderij
in balans met de volksgezondheid. Als basis daarvoor zal ik initiatief nemen tot een
convenant over de ontwikkeling naar een dierwaardige veehouderij, waarin stakeholders
zoals boeren, maatschappelijke organisaties, marktpartijen, maar ook toezichthouders
betrokken zijn en afspraken worden gemaakt over tijdshorizon, instrumentarium en financiële
ondersteuning.
In de eerste helft van 2022 start ik met de voorbereidingen voor het convenant. In
het tweede kwartaal van 2022 ontvangt uw Kamer een brief met een plan van aanpak voor
het convenant en het wetgevingstraject. Tevens wordt uw Kamer geïnformeerd over de
samenhang tussen deze aanpak en het gewijzigde artikel 2.1 van de Wet dieren1, waarbij uw Kamer ook de toegezegde juridische en impactanalyse ontvangt (zie ook
Kamerstuk 28 286, nr. 1208).
Visserij
De visserijsector staat voor grote uitdagingen. Zo ondervindt bodemberoerende visserij
op de Noordzee de gevolgen van de Brexit, het sluiten van gebieden voor windenergie
en natuurbescherming, de aanlandplicht en toenemende maatschappelijke druk om te verduurzamen.
Maar ook sectoren als de garnalenvisserij en schelpdiervisserij kennen ieder zijn
eigen uitdagingen en problematiek. Vissers ervaren gebrek aan perspectief en zijn
onzeker over hun toekomst. In het coalitieakkoord wordt dit erkend. Hierin wordt aangegeven
dat, gezien de uitdagingen voor de visserij, er voldoende ruimte en perspectief moet
zijn voor innovatie en diversificatie.
Samen met de vissers en de andere partners in het Noordzeeoverleg ga ik in het komende
jaar hiermee aan de slag. Daarbij beginnen we niet bij nul maar wordt voortgebouwd
op wat er de afgelopen jaren is neergezet in kader van de Kottervisie en het Noordzeeakkoord.
Uw Kamer wordt voor de zomer geïnformeerd over de innovatieagenda in kader van de
Kottervisie, waarmee innovaties met het oog op verduurzaming worden gestimuleerd.
Op dat moment zal uw Kamer ook nader worden geïnformeerd over de verdere invulling
van het toekomstperspectief voor de visserij. Eerder is uw Kamer geïnformeerd over
de uitvoering van een sociaaleconomische impactanalyse van de grote veranderingen
in de sector en de mogelijke doorwerking in de hele keten2. Deze brief is voorzien voor het einde van dit jaar.
Ik wil daarmee samen met ondernemers en onderzoekers toewerken naar een sector die
qua aard en omvang past binnen de bredere opgaven die er liggen, zoals op het gebied
van natuur en energie. Dit vergt niet alleen van de overheid maar ook vanuit de sector
durf en initiatief. Ook de samenwerking met de andere partijen in het Noordzeeoverleg
en daarbuiten is essentieel. LNV kan en wil de vissers helpen bij de transitie, maar
dat kan alleen als we de krachten bundelen.
Actieplan versterken zoönosenbeleid
Het kabinet heeft naast de beleidsagenda pandemische paraatheid een nationaal actieplan
versterken zoönosenbeleid aangekondigd. Hierin staan acties om de kans te verkleinen
op het ontstaan van ziektekiemen die overgaan van dier op mens, evenals het beperken
van de verspreiding hiervan. Input voor het plan is onder andere het rapport van de
expertcommissie Bekedam. Dit actieplan wordt in samenwerking met de Minister van VWS
opgesteld, die hierbij het voortouw heeft. Het actieplan is voorzien in de zomer van
2022.
Tot slot
In deze brief heb ik geen uitputtend overzicht gegeven van alle onderwerpen waarmee
ik aan de slag zal gaan en waarover ik uw Kamer zal informeren. Wel meen ik de belangrijkste
aspecten, met name die raken aan het coalitieakkoord, eruit gelicht te hebben en van
een planning te hebben voorzien.
Ik kijk ernaar uit om hier met uw Kamer de komende periode vorm aan te geven.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
H. Staghouwer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.