Brief regering : Beleidsreactie op het CTIVD-rapport 74 over Automated open source intelligence (OSINT)
29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD
Nr. 223 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 februari 2022
Hierbij bieden wij u rapport nr. 74 van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen-
en Veiligheidsdiensten (CTIVD) aan over automated OSINT1. Wij zijn de CTIVD erkentelijk voor het gedegen onderzoek, dat betrekking heeft op
de periode 1 juli 2020 tot en met 31 maart 2021. In het rapport constateert de CTIVD
geen onrechtmatigheden, wel één onzorgvuldigheid. Wij onderschrijven de conclusies
van de CTIVD en nemen alle aanbevelingen over.
Algemeen
Op grond van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (hierna: Wiv 2017)
hebben de diensten de mogelijkheid om publiek toegankelijke gegevens te verzamelen
en te verwerken. Het doen van openbronnenonderzoek wordt aangeduid met de term OSINT
(«open source intelligence»). Voorbeelden van openbronnen zijn Facebook- of Twitterpagina’s
die voor ieder persoon toegankelijk zijn. Waar een gewone burger vrijblijvend gebruik
kan maken van deze open bronnen zijn de diensten gehouden aan een wettelijk kader
waarop toezicht wordt uitgeoefend door de CTIVD. Openbronnenonderzoek betreft een
algemene bevoegdheid, op grond van artikel 25 lid 1 onder a. Wiv 2017. Bij het uitvoeren
van openbronnenonderzoek kunnen onderzoekers gebruik maken van specialistische software
of webapplicaties. In dat geval is er sprake van automated OSINT. Het onderzoek van
de CTIVD richt zich op de tools die door de diensten worden gebruikt en de bronnen
die via deze tools geraadpleegd kunnen worden. Het onderzoek richt zich daarbij op
de voorbereiding van een besluit tot aanschaf of verwerving van de automated OSINT
tools en dus niet op de inzet van automated OSINT in concrete gevallen.
Zoals de CTIVD in haar rapport constateert, heeft de praktijk van automated OSINT
de afgelopen jaren een groei doorgemaakt. Het toenemend gebruik van automated OSINT
is voor de diensten ook noodzakelijk. Deze noodzaak houdt allereerst verband met het
subsidiariteitsvereiste: OSINT is een inlichtingenmiddel met een relatief geringe
inbreuk op de privacy. Bovendien kan automated OSINT bijdragen aan het verifiëren
van de betrouwbaarheid en juistheid van gegevens die verzameld zijn uit andere bronnen
en daarmee een waarborg vormen.
Het doen van openbronnenonderzoek door de diensten is niet onbegrensd. Openbronnenonderzoek
door de diensten maakt onderscheid tussen een niet- stelselmatige en stelselmatige
inzet. Zodra bij het overnemen van gegevens uit open bronnen redelijkerwijs voorzienbaar
is dat een min of meer volledig beeld van het privéleven van een persoon kan worden
verkregen, is er sprake van een stelselmatige inzet. Op grond van artikel 38 Wiv 2017
dient in deze gevallen toestemming te worden gevraagd.
Conclusies en aanbevelingen
De CTIVD doet een aanbeveling aan de wetgever om een meer voorzienbare wettelijke
grondslag voor automated OSINT met voldoende waarborgen te creëren. Op 1 mei 2020
is een onafhankelijke commissie ingesteld die de Wiv 2017 heeft geëvalueerd: de Evaluatiecommissie
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017. Deze commissie heeft 20 januari
2021 haar evaluatierapport uitgebracht. Naar aanleiding van het evaluatierapport is
een traject opgestart tot wijziging van de Wiv 2017. De aanbeveling voor een meer
voorzienbare wettelijke grondslag voor automated OSINT wordt meegenomen in dit traject.
Het huidige artikel 38 Wiv 2017 is enkel van toepassing op het stelselmatig raadplegen
van openbare bronnen, maar kent die waarborgen niet voor het stelselmatig raadplegen
van commerciële bronnen (artikel 25 lid 1 sub b. Wiv 2017). Zowel open bronnen als
commerciële bronnen kunnen echter in een OSINT-tool worden weergegeven. Vooruitlopend
op het wetswijzigingstraject kiezen de diensten er daarom voor om de waarborgen behorende
bij artikel 38 Wiv 2017 bovenwettelijk toe te passen indien redelijkerwijs voorzienbaar
is dat via een OSINT-tool gegevens worden overgenomen uit commerciële bronnen die
leiden tot een min of meer volledig beeld van iemands privéleven.
Bij de ontwikkeling of selectie en verwerving van een tool voor automated OSINT acht
de CTIVD het in het kader van de zorgplicht voor zorgvuldige gegevensverwerking noodzakelijk
dat de diensten zich op de hoogte stellen van de werking van de tool en de herkomst
en aard van de bronnen die daarbij worden geraadpleegd. De CTIVD heeft op dit punt
tekortkomingen geconstateerd ten aanzien van de reeds verworven tools. De CTIVD oordeelt
dat de diensten «zo goed als mogelijk» de via deze tools te raadplegen bronnen moeten
achterhalen en dat er wat dit betreft dus geen resultaatverplichting rust op de diensten.
Ook constateert de CTIVD dat de diensten tijdens de selectie en verwerving van de
tools wel voldoende rekening hebben gehouden met de operationele- en beveiligingsaspecten.
De CTIVD doet een aanbeveling om in te zetten op een tijdelijk toetsingskader dat
wordt omgezet in beleid, procedures en werkinstructies door de diensten. De diensten
zullen het toetsingskader binnen afzienbare tijd opstellen en zullen de CTIVD hierbij
betrekken.
Tot slot doet de CTIVD het verzoek om dit rapport ook elders binnen de overheid onder
de aandacht te brengen nu OSINT niet exclusief plaatsvindt binnen het domein van de
inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Omdat voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
een ander wettelijk kader voor verwerking van gegevens geldt dan voor de rest van
de overheid zullen wij met de CTIVD in gesprek gaan hoe zo goed mogelijk uitvoering
kan worden gegeven aan deze oproep.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot
De Minister van Defensie, K.H. Ollongren
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Medeindiener
K.H. Ollongren, minister van Defensie