Brief regering : Verlenging en wijziging subsidieregeling Lerarenbeurs
35 925 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022
Nr. 151 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET
ONDERWIJS
Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 2 februari 2022.
De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling
nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig
leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 4 maart 2022.
De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden
gedaan dan op 5 maart 2022 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de
in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.
Bij de termijnen is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 februari 2022
Hierbij zend ik u de conceptregeling, houdende verlenging en wijziging van de subsidieregeling
Lerarenbeurs1.
Deze toezending geschiedt in het kader van de procedure, bedoeld in artikel 4.10,
zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016. Dit artikel noemt een termijn van 30
dagen.
Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van de regeling met ingang van uiterlijk
1 maart 2022. De aanvraagperiode voor de Lerarenbeurs voor het schooljaar 2022–2023
start namelijk jaarlijks op 1 april.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.