Brief regering : Onderhandeling van belastingverdragen
25 087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid
Nr. 289
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2022
Mijn ambtsvoorganger heeft toegezegd om uw Kamer jaarlijks in het eerste kwartaal
een brief te sturen over de onderhandeling van belastingverdragen. Door middel van
deze brief geef ik hier graag gevolg aan. Ik zal in deze brief ingaan op de volgende
onderwerpen:
1. de in het afgelopen jaar gevoerde onderhandelingen en de in het afgelopen jaar ondertekende
belastingverdragen;
2. het onderhandelplan voor het komende jaar;
3. een overzicht en status van actieve onderhandelingen.
1. Onderhandelingen 2021
Door de coronacrisis was het in 2021 evenals in 2020 lastiger om (fysiek) te onderhandelen.
Nederland heeft deze onderhandelluwte benut om een aantal verdragen waarover op ambtelijk
niveau (bijna) overeenstemming was bereikt verder te brengen richting ondertekening
en vervolgens goedkeuring door uw Kamer.
Dit heeft geresulteerd in ondertekening van nieuwe belastingverdragen met Chili en
Cyprus en ratificatie door uw Kamer van een wijziging van de belastingverdragen met
Duitsland en Polen. Verder is in 2021 met Andorra, Bangladesh en Spanje ambtelijk
overeenstemming bereikt over een nieuw verdrag en wordt toegewerkt naar ondertekening
in 2022. Begin 2022 is er overeenstemming bereikt over een nieuw verdrag met Iran.
Met Aruba en Curaçao is eind 2021 ambtelijk overeenstemming bereikt over een nieuwe
(Aruba) en aangepaste (Curaçao) belastingregeling en wordt tevens gericht op afronding
in 2022.1
2. Onderhandelplan 2022
Nederland staat in beginsel open voor een belastingverdrag met ieder andere staat.
Capaciteitsbeperkingen dwingen daarbij tot prioritering. Ook is het niet altijd zeker
of bepaalde landen op korte termijn prioriteit zullen geven aan het (verder) onderhandelen
met Nederland. Het ministerie stelt daarom ieder jaar een onderhandelplan op dat aangeeft
op welke onderhandelingen Nederland zich dat jaar primair zal richten. Daarover wordt
een nieuwsbericht gepubliceerd, waarin belangstellenden worden uitgenodigd om informatie
en aandachtspunten te delen die voor de onderhandelingen van belang kunnen zijn.2
In het kader van het onderhandelplan voor 2022 zet Nederland in op het voortzetten
van de gesprekken met België, Brazilië, Kirgizië, Marokko, Moldavië, Mozambique, Oeganda,
Portugal, Rusland, Sri Lanka en de Verenigde Arabische Emiraten. Verder zal Nederland
inzetten op het starten van (her)onderhandelingen met Bahrein, Barbados, Rwanda en
Suriname. Binnen het Koninkrijk zet Nederland in op het starten van gesprekken over
het aanpassen van de belastingregeling met Sint Maarten.
Het verloop van de geplande onderhandelingen is uiteraard mede afhankelijk van de
capaciteit van andere landen, de samenloop van verschillende onderhandelingen en de
ontwikkeling van de COVID-19-pandemie. Daarnaast zal dit jaar capaciteit nodig zijn
voor het uitwerken van de multilaterale verdragen in het kader van de implementatie
van Pijler 1 en Pijler 2.3
Het kan ook voorkomen dat gedurende het jaar een verzoek binnenkomt van een land dat
niet in het onderhandelplan voorkomt en dat daarmee onderhandelingen worden aangegaan.
3. Status actieve onderhandelingen
3.1. Overzicht
De onderstaande tabel biedt uw Kamer een overzicht van actieve onderhandelingen en
de status daarvan.4 In de volgende paragrafen licht ik een aantal (categorieën) onderhandelingen nader
toe. Ik zal in het bijzonder ingaan op de onderhandelingen met België (3.2) en Rusland
(3.3), de aanpassing van de belastingverdragen Bahrein, Barbados en Verenigde Arabische
Emiraten (3.4) en de onderhandelingen met ontwikkelingslanden (3.5) tot slot ga ik
in op de onderhandelingen met overige landen die zijn opgenomen in het onderhandelplan
(3.6).
Ondertekende verdragen
Chili
Ondertekend op 25 januari 2021
Cyprus
Ondertekend op 1 juni 2021
Afrondende fase
Andorra
Ambtelijk akkoord, richten op ondertekening in 2022
Aruba
Ambtelijk akkoord, richten op afronding in 2022
Bangladesh
Ambtelijk akkoord, richten op ondertekening in 2022
Colombia
Ambtelijk akkoord, richten op ondertekening in 2022
Curaçao
Ambtelijk akkoord, richten op afronding in 2022
Iran
Ambtelijk akkoord, richten op ondertekening in 2022
Spanje
Ambtelijk akkoord, richten op ondertekening in 2022
Thailand
Afrondende fase onderhandelingen, richten op ondertekening in 2022
In onderhandeling
België
Brazilië
Kirgizië
Zie 23-ontwikelingslandenproject hieronder
Marokko
Zie 23-ontwikelingslandenproject hieronder
Moldavië
Zie 23-ontwikelingslandenproject hieronder
Mozambique
Geen bestaand verdrag
Oeganda
Zie 23-ontwikelingslandenproject hieronder
Portugal
Rusland
Geen bestaand verdrag
Sri Lanka
Zie 23-ontwikelingslandenproject hieronder
Verenigde Arabische Emiraten
Nederland wil onderhandelingen (her)starten
Bahrein
Barbados
Kenia
Zie 23-ontwikelingslandenproject hieronder
Rwanda
Sint Maarten
Suriname
3.2. België
De onderhandelingen met België zijn in 2021 voortgezet en zijn in een vergevorderd
stadium. Nederland wil de onderhandelingen graag spoedig afronden en zet in op een
ambtelijk akkoord in de eerste helft van 2022.
3.3. Rusland
Rusland heeft helaas op 7 juni 2021 het belastingverdrag met Nederland opgezegd. Nadat
aanvankelijk op ambtelijk niveau akkoord was bereikt over een aanpassing van het verdrag,
stelde Rusland afgelopen zomer wijzigingen voor om in relatie tot Nederland substantieel
meer bronbelasting te kunnen heffen. De Russische voorstellen daarover gingen veel
verder dan enkel de aanpak van belastingontwijking. Nederland heeft verregaande voorstellen
gedaan om misbruik van het verdrag tegen te gaan, maar tegelijkertijd reële activiteiten
van Nederlandse bedrijven te ontzien. Rusland is hier niet mee akkoord gegaan en heeft
het belastingverdrag opgezegd.5 Per 1 januari 2022 is er dus geen belastingverdrag van toepassing tussen Nederland
en Rusland. Nederland heeft inmiddels met Rusland afgesproken om te onderhandelen
over een nieuw verdrag en heeft een eerste voorstel aan Rusland voorgelegd.
3.4. Bahrein, Barbados en Verenigde Arabische Emiraten
Bahrein, Barbados en de Verenigde Arabische Emiraten («VAE») staan op de Nederlandse
lijst van laagbelastende landen. Als deze landen op de lijst van laagbelastende landen
blijven staan, worden in relatie tot deze landen per 2024 de bronbelasting op renten
en royalty’s en de aanvullende bronbelasting op dividenden van toepassing. De huidige
verdragen met Bahrein, Barbados en de VAE zouden Nederland beperken bij het heffen
van deze bronbelastingen. Daarom heeft Nederland Bahrein, Barbados en de VAE in 2021
benaderd om de bestaande belastingverdragen te heronderhandelen. De VAE en Barbados
hebben al laten weten bereid te zijn hierover te praten en met de VAE heeft in 2021
een eerste verkennende bespreking plaatsgevonden. Nederland wil de gesprekken dit
jaar voorzetten.
Overigens zijn Bahrein, Barbados en de VAE lid van het IF en hebben zij het akkoord
over de herziening van het internationale belastingsysteem onderschreven, waaronder
Pijler 2 over een wereldwijde minimumbelasting. Als deze landen naar aanleiding daarvan
hun nationale wetgeving aanpassen, zal dat worden betrokken bij de onderhandelingen.
Als een land zijn belastingwetgeving zo aanpast dat het niet langer als laagbelastende
staat wordt aangewezen is heronderhandeling van het verdrag in beginsel niet langer
noodzakelijk.
3.5. Ontwikkelingslanden en 23-ontwikkelingslandenproject
Nederland houdt in het verdragsbeleid rekening met de bijzondere positie van ontwikkelingslanden.
Conform de Notitie fiscaal verdragsbeleid 2020 («NFV 2020»)6 is Nederland in de verdragsonderhandelingen met ontwikkelingslanden bereid meer heffingsrechten
voor de bronstaat overeen te komen dan met andere landen. Ook hecht Nederland in relatie
tot ontwikkelingslanden extra belang aan het snel opnemen van antimisbruikbepalingen.
3.5.1. 23-ontwikkelingslandenproject
In 2013 heeft Nederland 23 ontwikkelingslanden benaderd om antimisbruikbepalingen
op te nemen in de belastingverdragen met deze landen.7 Ook via het Multilaterale Instrument («MLI») heeft Nederland zich ingezet om antimisbruikbepalingen
door te laten werken in de belastingverdragen met ontwikkelingslanden.
Van de 23 benaderde ontwikkelingslanden, is op dit moment met 19 landen een belastingverdrag
in werking. Met dertien van deze 19 landen is er overeenstemming over opname van antimisbruikbepalingen
in het betreffende verdrag (bilateraal dan wel via het MLI).8
De ontwikkelingslanden waarmee het nog niet is gelukt om bilateraal of via het MLI
overeenstemming te bereiken over de opname van een antimisbruikbepaling in het verdrag,
heeft Nederland in 2021 benaderd om hiervoor opnieuw aandacht te vragen. Met Bangladesh,
Moldavië en Oeganda hebben vervolgens één of meer onderhandelingsrondes in 2021 plaatsgevonden.
In relatie tot Bangladesh heeft dit geleid tot een ambtelijk akkoord over een nieuw
belastingverdrag. Sri Lanka heeft positief gereageerd, maar een onderhandelingsronde
heeft vanwege de corona-situatie niet in 2021 kunnen plaatsvinden. De Filipijnen,
Vietnam en Zimbabwe hebben tot op heden niet gereageerd.
Uw Kamer treft onderstaand een overzicht aan van de actuele stand van zaken met betrekking
tot het 23-ontwikkelingslandenproject. Onder de tabel is voor een aantal landen een
nadere toelichting opgenomen.
Verdrag in werking
Land
Overeenstemming opname antimisbruikbepalingen (bilateraal of via MLI)
Toelichting
Bangladesh
X
Ambtelijk akkoord bereikt
Egypte
X
In werking
Ethiopië
X
In werking
Filipijnen
Nederland heeft in 2021 opnieuw aandacht gevraagd voor de opname van antimisbruikbepalingen
in het verdrag. De Filipijnen zijn hier niet op ingegaan.
Georgië
X
In werking
Ghana
X
In werking
India
X
In werking
Indonesië
X
In werking
Marokko
X
Via MLI na ratificatie door Marokko
Moldavië
Onderhandelingen over een wijzigingsprotocol gestart.
Nigeria
X
Via MLI na ratificatie door Nigeria
Oeganda
In 2021 is hebben meerdere onderhandelingsrondes plaatsgevonden over een vervanging
van het huidige verdrag.
Oekraïne
X
In werking
Oezbekistan
X
In werking
Pakistan
X
In werking
Sri Lanka
Er wordt een onderhandelingsronde gepland.
Vietnam
Nederland heeft in 2021 opnieuw aandacht gevraagd voor de opname van antimisbruikbepalingen
in het verdrag. Vietnam is hier niet op ingegaan.
Zambia
X
In werking
Zimbabwe
Nederland heeft in 2021 opnieuw aandacht gevraagd voor de opname van antimisbruikbepalingen
in het verdrag. Zimbabwe is hier niet op ingegaan.
Geen verdrag in werking
Land
Overeenstemming opname antimisbruikbepalingen (bilateraal of via MLI)
Toelichting
Kenia
X
Kenia heeft aangegeven het in 2015 ondertekende verdrag niet te ratificeren en te
willen onderhandelen over een geheel nieuw verdrag. Er wordt een onderhandelingsronde
gepland.
Kirgizië
Met Kirgizië is in 2017 ambtelijk overeenstemming bereikt. Nederland heeft in 2021
voorgesteld om de minimumstandaard van het BEPS-project te verwerken.
Malawi
X
In afwachting van ratificatie door Malawi
Mongolië
Met Mongolië is geen verdrag gesloten en lopen geen onderhandelingen.
Bangladesh, Moldavië en Sri Lanka
Bangladesh, Moldavië en Sri Lanka hebben aangegeven graag met Nederland (verder) te
onderhandelen. Op verzoek van Bangladesh en Sri Lanka wordt daarbij het gehele verdrag
heronderhandeld. Eind 2021 is met Bangladesh op ambtelijk niveau overeenstemming bereikt.
Nederland richt zich er op dit verdrag dit jaar te ondertekenen. Ook met Sri Lanka
was in 2021 een onderhandelingsronde gepland. Deze heeft helaas in verband met de
corona-pandemie geen doorgang kunnen vinden. Nederland heeft voorgesteld om dit jaar
alsnog te onderhandelen. Op verzoek van Moldavië wordt met hen gewerkt aan het enkel
opnemen van antimisbruikbepalingen in het verdrag.
Oeganda
Met Oeganda hebben in 2021 drie onderhandelingsrondes plaatsgevonden. Nederland kan
conform de NFV 2020 akkoord gaan met ruimere heffingsrechten voor het bronland. Hoewel
er bij de onderhandelingen vooruitgang is geboekt, hebben deze nog niet geleid tot
overeenstemming. Nederland heeft een voorstel gedaan voor de afronding van de onderhandelingen
en zal nu afwachten of Oeganda hiermee akkoord kan gaan.
Kenia en Malawi
Nederland heeft Kenia in 2021 opnieuw benaderd en geïnformeerd naar het ratificatieproces
van het in 2015 ondertekende verdrag. Daarbij heeft Nederland aangegeven ook bereid
te zijn om over een geheel nieuw verdrag te onderhandelen. Kenia heeft laten weten
dat het ratificatieproces van het in 2015 ondertekende verdrag is vastgelopen en heeft
positief gereageerd op de uitnodiging om nieuwe onderhandelingen te starten. Op dit
moment wordt een eerste onderhandelingsronde gepland. Omdat er onderhandeld zal worden
over een nieuw belastingverdrag, zal ik het wetsvoorstel tot goedkeuring van het belastingverdrag
uit 2015 intrekken.
Met betrekking tot Malawi heeft Nederland in 2018 de goedkeuringsprocedure afgerond.
Via diplomatieke kanalen is vernomen dat Malawi de ratificatie van het onderhavige
belastingverdrag wil afronden.
Kirgizië
Met Kirgizië is in 2017 ambtelijk overeenstemming bereikt over een belastingverdrag.
Tot ondertekening van het belastingverdrag is het in de jaren daarna niet gekomen.
In 2021 is contact met Kirgizië geweest over het belastingverdrag en mogelijke ondertekening
ervan. Het in 2017 ambtelijk overeengekomen belastingverdrag voldoet echter niet aan
alle minimumstandaarden uit het BEPS (Base Erosion and Profit Shifting) project. Nederland
heeft daarom aan Kirgizië voorgesteld om de minimumstandaard van het BEPS-project
te verwerken.
3.5.2. Overige ontwikkelingslanden (geen onderdeel van 23-ontwikkelingslandenproject)
In het onderhandelplan zijn twee ontwikkelingslanden opgenomen die geen deel uitmaakten
van het 23-ontwikkelingslandenproject.
Mozambique
Met Mozambique hebben in 2017 en 2018 verschillende onderhandelingsrondes plaatsgevonden.
Het is toen niet gelukt om tot een akkoord te komen. Eind 2021 heeft Nederland Mozambique
opnieuw benaderd om verder te onderhandelen. Als deze onderhandelingen dit jaar worden
voortgezet, doet Nederland dat op basis van de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid (NFV)
2020, waarbij relevant is dat Mozambique bij de groep minst ontwikkelde landen hoort.
Rwanda
Nederland is in 2021 door Rwanda benaderd om de mogelijkheden van een verdrag te verkennen.
In 2021 heeft een verkennend gesprek plaatsgevonden. In 2022 zal een eerste onderhandelingsronde
plaatsvinden.
3.6. Overige onderhandelingen
Aruba, Curaçao, Sint Maarten
In het kader van de coronacrisis biedt Nederland liquiditeitssteun aan Aruba, Curaçao
en Sint Maarten in combinatie met een pakket aan maatregelen dat gericht is op het
realiseren van structurele hervormingen.9 Onderdeel daarvan is het aanpassen van de belastingregelingen10 met deze landen in lijn met de minimumstandaard van het BEPS-project. Met Aruba en
Curaçao is hierover in 2021 ambtelijk overeenstemming bereikt. Nederland zet erop
in de om de belastingregelingen met Aruba en Curaçao dit jaar af te ronden en om met
Sint Maarten te gaan onderhandelen.
Brazilië
Brazilië is geen deelnemer bij het MLI. In het kader van de lopende onderhandelingen
zal het verdrag op het vlak van antimisbruik bilateraal aangepast moeten worden. Van
de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om het verdrag ook op andere punten te moderniseren.
Iran
Met Iran (geen bestaand verdrag) is in 2016 en 2017 onderhandeld waarbij bijna een
ambtelijk akkoord is bereikt. In 2021 is er contact geweest en is ambtelijk akkoord
bereikt over het verdrag. In 2022 zal worden gewerkt aan de afronding en ondertekening
van het Verdrag.
Marokko
Begin 2019 heeft een eerste onderhandelingsronde met Marokko plaatsgevonden. In 2021
heeft contact plaatsgevonden en hebben beide landen aangegeven de onderhandelingen
te willen voorzetten. Nederland streeft ernaar de onderhandelingen dit jaar voort
te zetten.
Portugal
Met Portugal heeft in 2019 een onderhandelronde plaatsgevonden. In 2021 hebben beide
landen aangegeven de onderhandelingen te willen hervatten. Onder het bestaande verdrag
kan Nederland beperkt heffen over hier gefacilieerd opgebouwde pensioenen. Nederland
streeft ernaar (bij voorkeur volledige) bronheffing over pensioenen overeen te komen.
Suriname
Na verkennend overleg met Suriname in 2021 is afgesproken dat Nederland een voorstel
zal doen voor de verwerking van de minimumstandaarden van het BEPS-project in het
verdrag. Er zal op dit moment niet worden gesproken over een gehele herziening van
het verdrag.
4. Tot slot
Met deze brief heb ik meer inzicht gegeven in de lopende verdragsonderhandelingen.
In het eerste kwartaal van volgend jaar zal ik opnieuw een brief aan uw Kamer sturen.
Als daartoe aanleiding is, zal ik uw Kamer uiteraard tussentijds informeren.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën