Brief regering : Reactie op verzoek commissie over een brief van Exodus Nederland inzake de subsidieregeling vrijwilligers in de sanctietoepassing (2023 – 2025)
24 587 Justitiële Inrichtingen
Nr. 824 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 januari 2022
Op 2 december 2021 heeft de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid verzocht om
een reactie op een brief van 23 november 2021 van Exodus Nederland namens de vier
grote vrijwilligersorganisaties (Exodus, Gevangenenzorg NL, Humanitas en Bonjo) inzake
de subsidieregeling vrijwilligers in de sanctietoepassing (2023–2025). Bij deze voldoe
ik aan dit verzoek.
Op 26 oktober 2021 heeft mijn ambtsvoorganger, Sander Dekker, uw Kamer geïnformeerd
over de nieuwe subsidieregeling vrijwilligers in de sanctietoepassing die (na het
huidige overgangsjaar 2022) in 2023 in werking treedt.1 In deze brief heeft hij beschreven welke wijzigingen in de nieuwe regeling zijn doorgevoerd,
die tot doel hebben om een gelijk speelveld voor alle vrijwilligersorganisaties te
realiseren. De belangrijkste wijzigingen zijn de afschaffing van de forfaitaire subsidies
aan de vier grote vrijwilligersorganisaties per 2023 en (de aankondiging van) een
nieuwe financieringssystematiek per 2026. Onderdeel van dit laatste is een verplichte
urenverantwoording in de periode 2023–2025.
Vervolgens heeft hij op 19 november 2021 op uw verzoek een reactie gegeven op een
brief van vrijwilligersorganisatie Bonjo over deze nieuwe regeling.2 In deze brief is hij ingegaan op de kritiek van Bonjo op de wijzigingen van de subsidieregeling.
Op 28 november heeft DJI een voorlichtingsbijeenkomst over de nieuwe subsidieregeling
georganiseerd waaraan ongeveer 25 (van de 31) vrijwilligersorganisaties, waaronder
de vier hierboven genoemde, deelnamen. In deze bijeenkomst zijn ook de vragen uit
de brief van Exodus beantwoord. Dit heeft tot op heden niet tot vervolgvragen geleid.
Tot slot heeft mijn ambtsvoorganger op 2 december 2021 de nieuwe subsidieregeling
in het commissiedebat gevangeniswezen en tbs met uw commissie besproken (Kamerstukken
24 587 en 29 452, nr. 821).
Urenverantwoording
In dit commissiedebat is de te introduceren urenverantwoording in de periode 2023
t/m 2025 aan de orde gesteld. Uw Kamer wilde niet dat de urenverantwoording zou leiden
tot hogere administratieve lasten voor vrijwilligers. Mijn ambtsvoorganger gaf in
reactie hierop aan dat de urenverantwoording niet de gehele duur van 2023 tot en met
2025 zou gelden, maar voor één jaar, te weten 2022. Bij nader inzien bedoelde hij
het jaar 2023.
Ik volg deze lijn. De urenverantwoording zal alleen in 2023 (en niet ook in 2024 en
2025) worden verplicht. In 2024 en 2025 zal DJI, op basis van de beleidsinformatie
uit de urenverantwoording 2023, een nieuwe bekostigings- en verantwoordingssystematiek
ontwikkelen. De vrijwilligersorganisaties zullen daarbij worden betrokken. Per 2026
zullen de vrijwilligersorganisaties blijvend moeten verantwoorden of de subsidie is
aangewend voor activiteiten waarvoor de subsidie is verleend. Daarvoor is een vorm
van verantwoording nodig.
Tot slot geef ik een reactie op twee punten in de brief van Exodus die los staan van
de nieuwe subsidieregeling:
1. Het beleid ten aanzien van de verklaring omtrent het gedrag (VOG).
Volgens Exodus geeft het nieuwe VOG-beleid veel verwarring en leidt het door inefficiëntie
tot extra werk en kosten;
2. De bezoekfaciliteiten voor vrijwilligersorganisaties.
Volgens Exodus vindt het bezoek van vrijwilligers steeds vaker plaats in de publieke
bezoekzaal op reguliere bezoektijden waar dit voorheen buiten reguliere bezoektijden
in advocatenkamers plaatsvond. Dit gaat volgens Exodus ten koste van familiebezoek.
Exodus vindt dat de faciliteiten en vertrouwelijkheid en daarmee ook de kwaliteit
van het vrijwilligerswerk steeds meer onder druk komen te staan.
Ad 1. VOG
Het VOG-beleid bij DJI geldt niet alleen voor vrijwilligers maar voor alle externen
die werkzaamheden binnen de inrichtingen uitvoeren. DJI heeft op 20 juli 2021 de circulaire
met de bestaande regels voor het verlenen van toegang tot de inrichting opnieuw onder
de aandacht gebracht van de vrijwilligersorganisaties en de inrichtingen. Dat was
nodig omdat dit beleid, dat al sinds 2012 van kracht is, niet door alle inrichtingen
op de juiste wijze werd uitgevoerd.3 Door de regels opnieuw eenduidig onder de aandacht te brengen wordt gewaarborgd dat
alleen vrijwilligers die de juiste VOG bezitten de inrichtingen binnen komen. Dat
voorkomt mogelijke veiligheidsrisico’s. Daarnaast kunnen ervaringsdeskundigen en ex-gedetineerden
die bijvoorbeeld vanwege hun strafrechtelijk verleden geen VOG kunnen krijgen voor
vrijwilligerswerk, onder voorwaarden met een Beschrijving getoond gedrag tot de inrichting
worden toegelaten. De Beschrijving getoond gedrag (BGG) komt voort uit de motie van
het lid Marcouch om gedetineerden die dat verdienen een «aantekening van goed gedrag»
te kunnen geven.4 Een BGG is een verklaring waarin de directeur van een inrichting een opsomming geeft
van arbeids- en leerervaringen die de gedetineerde op basis van zijn prestaties en
inzet heeft mogen verrichten in detentie.
De directeur kan besluiten de ex-gedetineerde die een BGG kan overleggen ook zonder
een VOG als vrijwilliger tot de inrichting toe te laten. Dit beleid is onveranderd
gebleven en leidt dus niet tot extra werk en kosten. Daarbij zij nog opgemerkt dat
het aanvragen van een VOG door de inrichting wordt gefaciliteerd en betaald.
Ad 2. Bezoekfaciliteiten
Er is een verschil tussen regulier en ambtelijk bezoek. Regulier bezoek betreft bezoek
van familie en vrienden/kennissen. Ambtelijk bezoek is het bezoek van bijvoorbeeld
een advocaat, de gemeente of de reclassering. Het bezoek van vrijwilligers, dat wordt
aangevraagd bij de PI in het kader van het detentie- en re-integratietraject van de
gedetineerde, kan als ambtelijk bezoek worden aangemerkt en komt dan niet in de plaats
van regulier bezoek. Veelal vindt het vrijwilligersbezoek doordeweeks en tijdens reguliere
werktijden plaats. Het bezoek kan op verschillende plekken worden aangeboden, bijvoorbeeld
in de spreekkamers of in de bezoekzaal, afhankelijk van de beschikbaarheid van ruimte.
Vanwege de coronamaatregelen kan het voorkomen dat het bezoek van vrijwilligers vaker
in de bezoekzaal plaatsvindt.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming