Brief regering : Rapport internationale defensiesamenwerking 2021
33 279 Internationale militaire samenwerking
Nr. 33
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 januari 2022
Hierbij informeer ik u over de voornaamste ontwikkelingen in de internationale defensiesamenwerking
in het afgelopen jaar. Internationale samenwerking is van groot belang voor de kwaliteit
en effectiviteit van de Nederlandse defensieorganisatie en de veiligheid van Nederland,
Europa en de NAVO. Daarom zetten wij in op verdieping van de samenwerking met omringende
Europese landen en andere strategische partners, zoals ook vastgelegd in het coalitieakkoord.
In deze rapportage ga ik in op de belangrijkste ontwikkelingen in 2021 in de relatie
met de strategische partners van Defensie, namelijk België en Luxemburg, Duitsland,
Frankrijk, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Tevens ga ik
in op significante ontwikkelingen in de samenwerking met andere landen, namelijk Suriname
en Israël. Vervolgens belicht ik relevante ontwikkelingen in multilateraal verband,
namelijk binnen de Europese Unie (EU), de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO),
de Verenigde Naties (VN), de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa
(OVSE), de Northern Group, de Joint Expeditionary Force (JEF) en het European Intervention Initiative (EI2). Tot slot informeer ik u over ontwikkelingen met betrekking tot de bilaterale
INCSEA-overeenkomst (prevention of Incidents at Sea) met de Russische Federatie.
Strategische partners
België en Luxemburg
In 2021 is de gezamenlijke vervanging van de M-fregatten en mijnenbestrijdingscapaciteit
met België voortgezet. Op 30 november 2021 is de kiel gelegd van het eerste Belgische
mijnenbestrijdingsvaartuig. Ook zijn op die dag de namen bekendgemaakt van de in totaal
twaalf Nederlandse en Belgische mijnenbestrijdingsvaartuigen. Het eerste Belgische
schip is naar verwachting in 2024 gereed, het eerste Nederlandse schip in 2025 (Kamerstuk
35 925 X, nr. 47).
In maart 2021 is België toegetreden tot de Nederlands-Luxemburgse samenwerking op
het gebied van het Short Range Tactical Unmanned Aircraft System (SRTUAS). Nederland zal nu ook voor België systemen aankopen en gezamenlijk beheren.
Daarbij is het streven om gezamenlijk te trainen, oefenen, op te leiden en standaard
procedures op te stellen. Ook wordt in nauwe samenwerking de instandhoudingsfase doorlopen.
In december hebben België, Luxemburg en Nederland een herzien Memorandum of Understanding (MoU) getekend aangaande het Benelux Arms Control Agency (BACA). Hiermee is de samenwerking geactualiseerd en uitgebreid. Binnen BACA zijn
de drie nationale wapenbeheersingsorganisaties tot één geïntegreerd agentschap samengevoegd.
Tot slot hebben Luxemburg en Nederland in juli 2021 een aanvullende Technical Arrangement afgesloten, waaronder Nederland additioneel personeel levert voor Luxemburgse functies
binnen de Multinational Multi-Role Tanker Transport (MRTT) Unit in Eindhoven.
Het Belgische Defensiebudget bedroeg in 2021 5,35 miljard euro (ca. 1,13% BBP), een
verhoging van 500 miljoen euro ten opzichte van het budget in 2020. In 2022 zal het
budget wederom met 500 miljoen worden verhoogd en 5,84 miljard euro (1,17% BBP) bedragen.
Het Luxemburgse Defensiebudget bedroeg in 2021 0,57% BBP (van 0,4% in 2019). In 2022
zal het Defensiebudget 464 miljoen euro (0.65% BBP) bedragen. Het voornemen is om
te groeien naar 513 miljoen euro (0,69% BBP) in 2023 en 558 miljoen euro (0,72% BBP)
in 2024.
Duitsland
Op 26 maart 2021 werd door de toenmalige Staatssecretaris en haar Duitse evenknie
in een gezamenlijke verklaring de intentie vastgelegd tot vergaande materieelsamenwerking
en versterking van de defensie-industrie in beide landen, in samenwerking met de Ministeries
van Economische Zaken van beide landen. Daarnaast is verkenning voortgezet van mogelijkheden
voor samenwerking bij de vervanging van de Nederlandse luchtverdedigings- en commandofregatten
en Duitse F-124 fregatten, in lijn met de intentieverklaring van december 2020 hierover.
Tevens is op 24 november 2021 een Letter of Intent (LoI) getekend over verkenning van mogelijkheden voor gezamenlijke ontwikkeling en
verwerving van luchtmobiele voertuigen (Kamerstuk 26 396, nr. 117). Verder blijft Nederland zich, in lijn met de motie van het lid Stoffer (Kamerstuk
35 570 X, nr. 53), inzetten voor aansluiting bij het Duits-Franse project Main Ground Combat System (MGCS) (Kamerstuk 35 925 X, nr. 17).
Ter versterking van de samenwerking op militaire mobiliteit besloten de Ministers
in 2021 tot oprichting van een binationaal Office for Military Mobility, dat in 2022 wordt ingericht in Ulm. Verder is in oktober 2021 een Letter of Intent ondertekend over uitbreiding van de samenwerking bij opleidingen voor helikoptervliegers
in het International Helicopter Training Centre te Bückeburg.
Ook de samenwerking in missies en crisissituaties was in 2021 intensief. Een deel
van de Duits-Nederlandse tankeenheid 414 Pantserbataljon, dat deel uitmaakt van de
Nederlandse 43e Gemechaniseerde Brigade en de Duitse 1. Panzerdivision, is in de tweede helft van 2021 ingezet in enhanced Forward Presence (eFP) in Litouwen (Kamerstuk 29 521, nr. 420). Daarnaast heeft Nederland op Duits verzoek tijdelijk extra militairen voor force protection naar Afghanistan gestuurd vanwege een verhoogde dreiging (Kamerstuk 27 925, nr. 769) en is nauw tussen beide landen samengewerkt tijdens de evacuatie-operatie uit Kaboel.
In Mali leverde Nederland op verzoek van Duitsland drie militair specialisten aan
de Duitse Intellligence Surveillance and Reconnaissance (ISR)-Task Force binnen de VN-missie MINUSMA (Kamerstuk 29 521, nr. 426).
Dat Nederland zeer hecht aan de defensiesamenwerking met Duitsland, blijkt ook uit
het feit dat de Nederlandse coalitiepartijen in december 2021 in het regeerakkoord
hebben vastgelegd dat deze samenwerking onder meer in het landdomein verder zal worden
verdiept.
De Duitse Minister van Defensie en Commandant der Strijdkrachten presenteerden in
mei 2021 een nieuwe visie voor de Duitse krijgsmacht, de zogenoemde «Eckpunkte für
die Bundeswehr der Zukunft». Dit plan bevat ingrijpende wijzigingen voor de defensieorganisatie,
zoals een reorganisatie naar twee operationele commando’s voor aansturing van internationale
en nationale inzet en vier krijgsmachtdelen per domein, waarbij een nieuw krijgsmachtdeel
voor het cyber- en informatiedomein wordt opgericht en ondersteunende capaciteiten
(weer) onder de krijgsmachtdelen zullen vallen. In december 2021 trad een nieuwe Duitse
Bondsregering aan, die naar verwachting in 2022 nieuwe plannen zal presenteren. Het
Duitse defensiebudget bedroeg in 2021 € 45 miljard (1,57% BBP).
Frankrijk
In maart 2021 heeft de toenmalig Minister van Defensie het grootkruis in de Orde van
Oranje-Nassau uitgereikt aan de Franse Minister van Defensie, Florence Parly, voor
de constructieve impuls die zij aan de bilaterale samenwerking heeft gegeven in de
afgelopen vier jaar.
In 2021 is verlenging (met twee jaar) overeengekomen van het verdrag tussen Frankrijk
en het Koninkrijk der Nederlanden inzake ondersteuning bij noodhulp op Sint Maarten
en samenwerking in de COVID-19-crisis. Het verdrag voorziet in het gebruik van elkaars
haven, luchthaven, territoriale wateren en luchtruim en regelt de transit van Frans
defensie- en overheidspersoneel over het grondgebied van Sint Maarten naar de grens
met Saint Martin, en vice versa. Daarnaast ondertekenden beide Ministers van Defensie
op 25 juni 2021 een Status of Forces Agreement (SOFA) dat een breder juridisch kader biedt voor activiteiten op het gebied van defensiesamenwerking
in de Caribische regio. Dit verdrag volgt op dit moment het verdere wetgevingstraject.
Frankrijk organiseerde in 2021 meermaals virtuele bijeenkomsten met de aan Taakgroep
Takuba en de Internationale Coalitie voor de Sahel deelnemende landen, om informatie
te delen over relevante politieke- en veiligheidsontwikkelingen in de Sahel. Nederland
onderhoudt nauw contact met Frankrijk over de herziening van de Franse militaire inzet
in de Sahelregio (Kamerstuk 29 521, nr. 426).
Op 8 december 2021 ondertekende de Commandant Landstrijdkrachten samen met zijn Franse
collega een intentieverklaring ter versterking van de bilaterale samenwerking. Deze
verklaring biedt duidelijke richtlijnen voor het bouwen aan een nog nauwere relatie
en het bereiken van meer interoperabiliteit tussen de twee landmachten.
Het Franse defensiebudget bedroeg in 2021 39,2 miljard euro (2,04% BBP), een groei
van 1,7 miljard euro ten opzichte van 2020. In 2022 moet het Franse defensiebudget
41 miljard euro bedragen.
Noorwegen
Op 5 november 2021, voorafgaand aan het Staatsbezoek aan Noorwegen, tekenden beide
Ministers van Defensie een hernieuwde intentieverklaring ter versterking en verdieping
van de nauwe bilaterale defensiesamenwerking. Deze verklaring is voor uw informatie
bij deze brief gevoegd1.
Ook in 2021 vonden de Joint Arctic Training en Joint Mountain Training plaats in het noorden van Noorwegen. Deze trainingen hebben dit jaar plaatsgevonden
in Bardufoss.
Noorwegen heeft binnen het raamwerk van het reeds bestaande Nederlands contract met
Thales, eind mei 2021 een contract getekend voor de aanschaf van vijf Multi-Mission
Radarsystemen. Dit is een unieke vorm van samenwerking op het gebied van aankoop van
materieel.
In oktober 2021 is een nieuwe Noorse regering aangetreden. Het is een minderheidsregering
met de steun van 76 van de 169 Noorse Kamerleden. Het Noorse defensiebudget bedroeg
in 2021 6,1 miljard euro (2% BBP). Het budget voor 2022 zal ca. 7 miljard euro bedragen.
Verenigd Koninkrijk
De Nederlandse deelname met luchtverdedigings- en commandofregat Zr.Ms. Evertsen aan
de reis met de Britse Carrier Strike Group ’21 naar Azië heeft een impuls gegeven aan de bilaterale samenwerking met als doel de
interoperabiliteit verder te verbeteren (Kamerstuk 29 521, nrs. 418, 422, 423, 424 en 425). Daarnaast tekende de Commandant der Strijdkrachten in 2021 met zijn Britse evenknie
de UK-NL Maritime Roadmap voor verdere versterking van de maritieme samenwerking. De samenwerking in de Joint Expeditionary Force (JEF), die door het VK wordt geleid, is in 2021 verder versterkt, zoals verderop in
deze brief wordt toegelicht.
De Britse regering heeft in maart 2021 een Integrated Review of Security, Defence, Development and Foreign Policy, getiteld «Global Britain in a competitive age» gepubliceerd, gevolgd door een Defence Command Paper. Hiermee positioneert het VK zich, na het vertrek uit de EU, op het internationale
toneel als Europees land met mondiale belangen. De Britse marine wordt versterkt,
de lucht- en landmacht worden gemoderniseerd en er wordt geïnvesteerd in cyber, space en multi-domein optreden. Het Britse defensiebudget kwam in begrotingsjaar 2021/2022
neer op 46 miljard pond (2,5% BBP); een stijging van 4,8 miljard ten opzichte van
2020/2021.
Verenigde Staten
De nauwe defensiesamenwerking met de VS komt onder meer tot uiting in de samenwerking
op het gebied van innovatie, nieuwe technologie en space. Nederland is in 2021 toegetreden tot het door de VS geleide AI Partnership for Defense en heeft de intentie uitgesproken toe te treden tot het International Innovation MoU met betrekking tot space-samenwerking. Ook is in juni 2021 de Nederlandse BRIK-II satelliet vanuit Californië
gelanceerd door Virgin Orbit, tegelijk met enkele satellieten van de US Space Force (Kamerstuk 34 919, nr. 80).
Nederland speelt een belangrijke rol als gast- en doorvoerland voor de VS. In het
kader van verbetering van de militaire mobiliteit in Europa is in 2021 besloten om
€ 38 miljoen te investeren in Army Prepositioned Stocks Eygelshoven (APS-E), waar de VS gebruik van maakt voor de opslag van militair materieel (Kamerstuk
21 501-28, nr. 217).
Met de verlenging in 2021 van het Forward Operating Location (FOL)-verdrag tussen het Koninkrijk en de VS wordt de goede operationele samenwerking
in het Caribisch gebied voortgezet. Dit verdrag betreft het gebruik van faciliteiten
in de Caribische delen van het Koninkrijk ten behoeve van drugsbestrijding in de regio.
De samenwerking tussen Defensie, de Kustwacht Caribisch gebied en de US Coast Guard heeft in 2021 geleid tot meerdere drugsvangsten, waarbij duizenden kilo’s cocaïne
in beslag zijn genomen.
In januari 2021 is een nieuwe Amerikaanse regering aangetreden. Deze heeft in maart
een interim- National Security Strategic Guidance gepubliceerd, in afwachting van de nieuwe National Security Strategy en National Defense Strategy die begin 2022 worden verwacht. De Indo-Pacifische regio vormt een belangrijke prioriteit.
Tegelijkertijd is de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Europa uitgebreid met een
Army Multi Domain Task Force & Theater Fires Command. Het Amerikaanse defensiebudget bedroeg in 2021 732 miljard US dollar (3,6% BBP)
en in 2022 stijgt het budget met 36 miljard USD naar een totaal van 768 miljard USD.
Overige partnerlanden
Suriname
In 2021 is de defensiesamenwerking met Suriname hernieuwd. De Minister van Defensie
heeft tijdens een werkbezoek aan Suriname met de Surinaamse Minister Mathoera een
intentieverklaring ondertekend. Deze verklaring is bijgevoegd2 bij deze Kamerbrief en betreft samenwerking op het gebied van opleiding en training,
verkenning van mogelijkheden voor Nederlandse jungletraining in Suriname, technische
assistentie bij organisatieontwikkeling van het Surinaams Nationaal Leger en de Surinaamse
Kustwacht en kennisuitwisseling over militaire muziek, militair ceremonieel en protocol.
Tevens zijn in 2021 bij een havenbezoek van Zr.Ms. Pelikaan aan Paramaribo maritieme
activiteiten uitgevoerd met de Surinaamse marine en kustwacht en hebben enkele Surinaamse
marineofficieren op Curaçao meegevaren met de Kustwachtcutter Jaguar en Zr.Ms. Pelikaan.
Israël
In oktober 2021 heeft Nederland een Status of Forces Agreement (SOFA) en een Memorandum of Understanding (MoU) op het terrein van defensiesamenwerking getekend met Israël. De Nederlandse
defensiesamenwerking met Israël vindt plaats op basis van staand kabinetsbeleid en
is vooral gericht op kennisuitwisseling (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 1145). De Raad van State heeft in december 2021 een blanco advies gegeven op de memorie
van toelichting bij de SOFA. De SOFA zal in het voorjaar aan uw Kamer worden voorgelegd
ter uitdrukkelijke goedkeuring.
Multilaterale verbanden
Europese Unie
In 2021 is de strategische dialoog over het EU Strategisch Kompas gestart en op 9 november
jl. werd een eerste conceptversie van het Strategisch Kompas gepresenteerd (Kamerstuk
21 501-28, nr. 229). Een andere belangrijke ontwikkeling in 2021 waar Nederland een leidende rol in
speelde was de toetreding van de VS, Canada en Noorwegen tot het PESCO-project over
militaire mobiliteit (Kamerstuk 21 501-28, nr. 220). In het najaar van 2021 werd de Europese Vredesfaciliteit voor het eerst ingezet
en keurde de Raad de eerste steunmaatregelen aan diverse landen goed (o.a. Kamerstuk
21 501-02, nr. 2262, Kamerstuk 21 501-28, nrs. 219 en 223). Ook werden in 2021 de voorbereidingen getroffen voor de start van het Europese
Defensiefonds (EDF), waaruit in 2022 voor het eerst bedragen aan EDF-projecten toegewezen
zullen gaan worden (Kamerstuk 21 501-28 nr. 225). Vanuit het European Defence Industrial Development Programme (EDIDP), een van de voorlopers van het EDF, is in 2021 financiering toegekend aan
meerdere projectvoorstellen met Nederlandse betrokkenheid (Kamerstuk 21 501-28 nr. 225). Daarnaast werden in november jl. 14 nieuwe PESCO-projecten aangenomen door de lidstaten
(Kamerstuk 21 501-28 nr. 228). Tot slot stelden de lidstaten op 16 november jl. een mandaat vast voor het Europees
Defensie Agentschap (EDA) om onderhandelingen met de VS te voeren over een administrative arrangement tussen de VS en het EDA (Kamerstuk 21 501-28 nr. 228), en werd door de VS en de EU besloten om een gestructureerde veiligheids- en defensiedialoog
op te starten.
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
In 2021 heeft het bondgenootschap verder gewerkt aan NAVO2030, het proces om zeker
te stellen dat de NAVO militair sterk blijft, politiek sterker wordt en een meer mondiale
benadering kiest. De agenda voor de uitwerking van dit proces is vastgesteld op de
NAVO-Top van Brussel 2021 (Kamerstuk 28 676, nr. 372). Daarnaast is onder meer de versterking van de bondgenootschappelijke afschrikking
en verdediging, inclusief relevante concepten en onderliggende plannen voortgezet
(Kamerstuk 28 676, nrs. 356, 371 en 376). Op het gebied van inzet werd in 2021 besloten tot beëindiging van de NAVO-missie
in Afghanistan, en heeft Nederland besloten het mandaat voor de enhanced Forward Presence (eFP) in Litouwen te verlengen en uit te breiden (Kamerstuk 29 521, nr. 435). Verder is in juni 2021 luitenant-admiraal Rob Bauer begonnen als voorzitter van
het NAVO Militair Comité, voor een functieduur van drie jaar.
Verenigde Naties
Het hervormen en moderniseren van VN-vredesmissies middels de Action for Peacekeeping-agenda (A4P) en het vervolginitiatief A4P+ blijft een prioriteit van het Koninkrijk
(Kamerstuk 26 150, nr. 193). Begin 2021 organiseerde het Koninkrijk samen met de VN een online evenement waar
stil werd gestaan bij het driejarige bestaan van de A4P-agenda.
Op 25 en 26 oktober jl. organiseerde Nederland samen met Pakistan een online conferentie
over VN-vredesmissies, in aanloop naar de online VN ministeriële bijeenkomst over
peacekeeping op 7–8 december jl. De ministeriële werd georganiseerd door Zuid-Korea met als doel
politieke, materiële en personele steun van VN-lidstaten voor VN-vredesmissies te
werven. Nederland heeft tijdens deze conferentie het belang van en de Nederlandse
inzet op de A4P-thema’s performance, protection en safety & security benadrukt.
Daarnaast heeft Defensie verschillende (online) cursussen georganiseerd voor Nederlandse
en internationale militairen ten behoeve van hun VN-uitzending. Nieuwe initiatieven
betroffen onder meer een Early Warning en Critical Indicator cursus en de UN Military Peacekeeping Intelligence
(Training of Trainers) cursus, die wordt ingebed op het International Peace Support Training Centre in Kenia.
Tot slot leverde het Koninkrijk in 2021 een militaire bijdrage aan de VN-missies MINUSMA,
UNIFIL, UNDOF en UNTSO. De inzet in MINUSMA is in november uitgebreid met een C-130
detachement, als onderdeel van een multilateraal rotatieschema onder leiding van Noorwegen
(Kamerstuk 29 521, nr. 426).
Organisatie van Veiligheid en Samenwerking in Europa
De OVSE is van blijvend belang voor de Europese veiligheid en biedt een belangrijk
platform voor dialoog met Rusland hierover. De OVSE blijft intensief betrokken bij
de situatie in en rond Oekraïne. Ook in de OVSE wordt constructieve dialoog en samenwerking
met Rusland echter steeds lastiger, gegeven onder andere de Russische terugtrekking
uit het Open Skies-verdrag per december 2021. Nederland betreurt dit besluit, gezien het belang van
dit verdrag als vertrouwenwekkende maatregel.
Overige multilaterale verbanden
In 2021 hebben de ministeriële bijeenkomsten van de Northern Group, de Joint Expeditionary Force (JEF) en het European Intervention Initiative (EI2) voor het eerst sinds 2019 weer fysiek plaatsgevonden. Tijdens de JEF-bijeenkomst
op 30 juni 2021 ondertekenden de Ministers de JEF Policy Direction, die voor uw informatie bij deze Kamerbrief is gevoegd3. Dit richtinggevende document biedt een politiek mandaat voor de JEF om breder inzetbaar
te worden, complementair aan de NAVO, zowel in crisis- en conflictsituaties als onder
de grens van gewapend conflict. Tijdens oefening Joint Protector in september 2021 in Zweden beoefende de JEF besluitvorming en commandovoering bij
inzet in hybride situaties, waarbij ook het belang van interdepartementale betrokkenheid
bleek. De mogelijkheden voor inzet en bijbehorende procedures en waarborgen worden
nader besproken binnen de JEF.
Overige ontwikkelingen
In december 2021 hebben Nederland en Rusland het wijzigingsprotocol bij de bilaterale
prevention of Incidents at Sea (INCSEA) overeenkomst getekend. De overeenkomst uit 1990 is gericht op het voorkomen
van gevaarlijke situaties op en boven zee en het uitsluiten van mispercepties tijdens
manoeuvres van onderdelen van beide strijdkrachten. Het wijzigingsprotocol dient om
de veiligheid op zee verder te vergroten en escalatie van incidenten te voorkomen.
Gerichte acties tegen Zr.Ms. Evertsen in internationale wateren in juni van dit jaar
(Kamerstuk 29 521, nrs. 423 en 425) hebben het nut aangetoond van de structurele INCSEA-besprekingen met Rusland. Nederland
hecht belang aan een veiligheidsdialoog met Rusland, omdat dit kan bijdragen aan de-escalatie
en het voorkomen van misverstanden, en het militaire transparantie en vertrouwenwekkende
maatregelen mogelijk maakt. Dit is ten tijde van gespannen relaties extra belangrijk
en sluit aan op het tweesporenbeleid van druk en dialoog dat Nederland voert ten aanzien
van Rusland.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie