Brief regering : Voorhang 10e verlengingsbesluit tijdelijke COVID-19-voorzieningen
35 434 Tijdelijke voorzieningen op het terrein van het Ministerie van Justitie en Veiligheid in verband met de uitbraak van COVID-19 (Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid)
35 457 Regels over een tijdelijke voorziening voor de betekening van exploten op grond van
het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en wijziging van de Loodsenwet, de Algemene
wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Algemene wet inkomensafhankelijke
regelingen en de Luchtvaartwet BES in verband met de uitbraak van COVID-19 (Verzamelspoedwet
COVID-19)
35 497 Tijdelijke voorzieningen op het terrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap en het Ministerie van Justitie en Veiligheid, en tot wijziging van enkele
wetten op het terrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het Ministerie van Justitie en Veiligheid
en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Tweede Verzamelspoedwet COVID-19)
35 449 (R2147) Tijdelijke voorzieningen voor de Rijksoctrooiwet 1995 in verband met de uitbraak
van COVID-19 (Tijdelijke rijkswet voorziening Rijksoctrooiwet 1995 COVID-19)
Nr. 19 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Ontvangen ter Griffie op 14 januari 2022.
De voordracht voor het vast te stellen koninklijk besluit is aan de Kamer overgelegd
tot en met 21 januari 2022.
De voordracht voor het vast te stellen koninklijk besluit kan niet eerder worden gedaan
dan op 22 januari 2022.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 januari 2022
Hierbij bied ik u het ontwerp van een koninklijk besluit, houdende verlenging van
een aantal tijdelijke maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de COVID-19-crisis1.
Voor een deel van de maatregelen is wettelijk voorgeschreven dat de voordracht voor
een verlengingsbesluit niet eerder gedaan wordt gedaan dan een week nadat het ontwerp
aan beide Kamers van de Staten-Generaal is overgelegd. De voorgenomen vaststelling
van het besluit dient plaats te vinden vóór 1 februari 2022 om het verval van de betreffende
voorzieningen per die datum te voorkomen.
In bijlage treft u tevens de beslisnota aan die ten gronde ligt aan het voorstel2.
De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming