Brief regering : Geannoteerde Agenda onderzoeksdeel informele Raad voor Concurrentievermogen 24 en 25 januari 2022
21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen
Nr. 546 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 januari 2022
Op 24 en 25 januari 2022 vindt het onderzoeksdeel van de informele Raad voor Concurrentievermogen
plaats. Bij deze brief ontvangt u, mede namens de Minister van Economische Zaken en
Klimaat, de geannoteerde agenda voor dit deel van de informele Raad, met daarin een
beschrijving van de verwachte discussiepunten en de Nederlandse inzet. Het onderdeel
Interne Markt en Industrie van de informele Raad voor Concurrentievermogen vindt een
week na het onderzoeksdeel plaats. Daarvoor ontvangt u separaat een geannoteerde agenda
van mijn collega van Economische Zaken en Klimaat.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
Geannoteerde agenda voor het onderzoeksdeel van de informele Raad voor Concurrentievermogen
van 24 en 25 januari 2022
Op 24 en 25 januari 2022 zal het Franse voorzitterschap van de Raad van de Europese
Unie1 het onderzoeks- innovatiedeel van de informele Raad voor Concurrentievermogen organiseren
in Parijs. Voor deze informele Raad zijn zowel de Europese ministers voor onderzoek
en innovatie als die voor hoger onderwijs uitgenodigd. Dit omdat de informele Raad
in het teken zal staan van het versterken van de synergie tussen hoger onderwijs enerzijds
en onderzoek en innovatie anderzijds. De discussie zal zich toespitsen op de Europese
Strategie voor Universiteiten. Overigens is de Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Raad (OJCS-Raad) primair aan zet bij de Raadsbehandeling van de Europese Strategie
voor Universiteiten, waarbij de Raad voor Concurrentievermogen wordt betrokken. Op
het moment van schrijven van deze geannoteerde agenda is nog geen agenda van de informele
Raad voor Concurrentievermogen, noch een discussiepaper met discussievragen, ontvangen
vanuit het voorzitterschap.
De eerder gepubliceerde Mededelingen, Raadconclusies en Raadaanbeveling over de Europese
Onderzoeksruimte2 en de Europese Onderwijs Ruimte3 benoemen het belang van meer synergie tussen onderzoek, innovatie en onderwijs. Daarnaast
publiceert de Europese Commissie naar verwachting op 18 januari aanstaande, kort voor
de informele Raad, het voorstel voor «de Europese Strategie voor Universiteiten».
De Kamer ontvangt via het reguliere proces via het BNC-fiche de kabinetsappreciatie
van het voorstel. Vermoedelijk zal tijdens de informele Raad vooral stilgestaan worden
bij de Europese Strategie voor Universiteiten. Het doel van deze strategie is om de
vier missies van hoger onderwijsinstellingen (onderwijs, onderzoek, innovatie en maatschappelijke
impact) samen te brengen in een kennisecosysteem-aanpak. De strategie zal naar verwachting
een belangrijke rol toebedelen aan de duurzame grensoverschrijdende netwerken van
hoger onderwijsinstellingen, de «allianties», van het Europese Universiteiten Initiatief.
Dit onder andere omdat deze worden gezien als proeftuinen voor meer synergie tussen
hoger onderwijs, onderzoek en innovatie. Na twee pilotjaren (in 2019 en 2020) zal
in 2022 het Europese Universiteiten Initiatief, met financiering vanuit Erasmus+ en
aangevuld met budget vanuit Horizon Europe, verder vorm krijgen.4 Frankrijk heeft aangegeven het Europese Universiteiten Initiatief als prioriteit
te zien tijdens hun voorzitterschap (President Macron riep in 2017 op tot de oprichting
van deze netwerken).
Het belang van synergie tussen hoger onderwijs enerzijds en onderzoek en innovatie
anderzijds wordt naar verwachting breed ondersteund door de lidstaten. De lidstaten
zullen naar verwachting tijdens de informele Raad gevraagd worden naar goede voorbeelden
op het vlak van het bevorderen van synergie tussen onderzoek, innovatie en onderwijs
en naar hun eerste reacties op de Europese Strategie voor Universiteiten.
Het kabinet onderschrijft de toegevoegde waarde van een sterke inzet op grensoverschrijdende
samenwerking in hoger onderwijs, onderzoek en innovatie. In dat kader is het kabinet
blij met de actie die nu ondernomen wordt door het opstellen van de Europese Strategie
voor Universiteiten en het verder uitrollen van het Europese Universiteiten Initiatief,
omdat het kansen biedt voor bredere samenwerking op het gebied van onderwijs, onderzoek
en innovatie en een kwaliteitsimpuls kan opleveren. Belangrijke aandachtspunten van
het kabinet zijn dat bij open internationale samenwerking in onderzoek, innovatie
en onderwijs de fundamentele waarden, zoals academische vrijheid en wetenschappelijke
integriteit, geborgd blijven. Ook vindt het kabinet het belangrijk dat het Europese
Universiteiten Initiatief een bottom-up proces is met focus op het hele spectrum van
hoger onderwijs instellingen en daarbij blijvend inzet op gebalanceerde mobiliteit.
Verder vraagt dit alles om een heldere en bovenal effectieve en efficiënte organisatie,
zonder extra administratieve lasten en vooral voortbouwend op bestaande structuren.
Als laatste moeten de Europese Strategie voor Universiteiten en de Europese Universiteiten
allianties ook bijdragen aan de maatschappelijke uitdagingen zoals de groene en digitale
transities.
Indieners
-
Indiener
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.