Brief regering : Voortgang Digitale inclusie 2021
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 809 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 december 2021
Deze brief laat de voortgang in 2021 op digitale inclusie zien en geeft een doorkijk
naar 2022.
De digitalisering van de samenleving heeft gevolgen voor iedereen. Tijdens COVID-19
helpen digitale middelen om in contact te blijven. Veel mensen, zoals ouderen, hebben
nieuwe digitale vaardigheden aangeleerd. Maar niet iedereen lukt het om mee te komen
met alle digitale veranderingen. Door digitalisering wordt overheidsdienstverlening
voor veel mensen niet makkelijker. Er zijn naar schatting 2,5 miljoen Nederlanders
met onvoldoende (digitale) basisvaardigheden. Ongeveer 4 miljoen Nederlanders hebben
onvoldoende digitale en bureaucratische vaardigheden om zelfstandig zaken te doen
met de overheid.
Ook als je voldoende vaardig bent, schiet overheidsdienstverlening soms tekort. De
kinderopvangtoeslagenaffaire heeft dit pijnlijk zichtbaar gemaakt. Bijvoorbeeld als
het gaat om persoonlijk contact. Het kabinet heeft daarom maatregelen aangekondigd
om de dienstverlening te verbeteren en de overheid toegankelijker en begrijpelijker
te maken. Vanuit Digitale Inclusie dragen we daar op verschillende manieren aan bij.
We verhogen bijvoorbeeld het aantal fysieke Informatiepunten digitale overheid. Ook
werken we aan een betere digitale toegankelijkheid van diensten en het gebruik van
duidelijke taal.
Zo werken we met Digitale Inclusie aan een digitaal inclusieve samenleving én een
verbetering van dienstverlening.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops
Digitale diensten voor iedereen makkelijker maken
We verbeteren de (digitale) overheidsdienstverlening zodat informatie en diensten
voor iedereen toegankelijk, gebruiksvriendelijk en begrijpelijk zijn.
Gebruiker Centraal
Gebruiker Centraal is een netwerk van deskundigen dat werkt aan de verbetering van
online overheidsdienstverlening vanuit het perspectief van mensen. Het netwerk deelt
kennis en ontwikkelt instrumenten voor inclusieve dienstverlening.
In december is tijdens de Gebruiker Centraal Conferentie het Expertpanel gebruiksvriendelijkheid
formeel gelanceerd. Dit panel verzorgt collegiale toetsing op producten en diensten
van overheidsorganisaties. In 2021 heeft al een aantal toetsingen plaatsgevonden.
In 2021 zijn 1.000 beeldbrieven van de Kennisbank Beeldtaal gedownload en is de webpagina
van de Kennisbank Beeldtaal circa 8.000 keer bekeken. De Kennisbank helpt organisaties
om hun communicatie begrijpelijker te maken met beeld.
De Toolkit Inclusie ondersteunt ambtenaren bij hun kennis van doelgroepen. De toolkit
bevat ook een handreiking voor ontwerpen en testen met gebruikers. In 2021 is informatie
toegevoegd over ASS (Autisme Spectrum Stoornis). De toolkit webpagina is in 2021 circa
14.000 keer bekeken.
Het NL Design System (NLDS) bevat bouwblokken voor de inrichting van kwalitatief goede
dienstverlening, zoals principes, kant-en-klare programmeercodes of websiteonderdelen.
In een netwerk van bijna 300 ontwikkelaars worden kennis en ervaringen gedeeld om
het NLDS door te ontwikkelen. Om de toegankelijkheid te waarborgen wordt onder meer
gebruik gemaakt van de uitkomsten van onderzoeken met gebruikers.
Optimaal Digitaal is een workshop in spelvorm, bedoeld om de juiste prioriteiten te
stellen bij het verbeteren van dienstverlening. Voor het netwerk Omnichannel bij VNG
Realisatie zijn 7 nieuwe speelsets ontwikkeld, waaronder een speelset over digitale
toegankelijkheid.
Gebruiker Centraal organiseerde in 2021 10 webinars met ruim 1.500 aanwezigen over
het belang van inclusieve dienstverlening. Deze webinars bieden kennis en handvatten
om de eigen dienstverlening te verbeteren. Ook was er in november een podcastreeks
over digitale toegankelijkheid.
In 2022 gaat Gebruiker Centraal met behulp van bestaande inzichten uit onder andere
contacten met burgers en rapporten van de Nationale ombudsman een toetsingskader inclusieve
dienstverlening uitwerken. Het toetsingskader legt uit wat inclusieve dienstverlening
concreet betekent en biedt een methodiek om dit objectief te toetsen. Overheidsorganisaties
kunnen hiermee beoordelen in welke mate iedereen gebruik kan maken van hun dienstverlening.
Digitale toegankelijkheid
Sinds 23 september 2020 zijn overheidsorganisaties wettelijk verplicht om voor hun
websites een actuele toegankelijkheidsverklaring te publiceren.1 In Nederland vallen 1332 overheidsorganisaties onder deze wettelijke verplichting.
Wanneer nog niet aan alle eisen is voldaan, is de overheidsorganisatie verplicht aan
te geven welke verbetermaatregelen zij neemt. Vanaf 23 juni 2021 geldt dit ook voor
mobiele applicaties (apps).
Ik heb in de Eerste Kamer het lid Gerkens (SP) toegezegd de Kamer op de hoogte te
houden van de voortgang op digitale toegankelijkheid.2 In de Tweede Kamer zijn soortgelijke verzoeken in meerdere debatten doorgeklonken.
Op 9 november 2021 stemde de Tweede Kamer in met een motie3 van de leden Bisschop (SGP), Ceder (CU) en De Korte (VVD) om «in het eerste kwartaal
van 2022 een stappenplan naar de Tweede Kamer te sturen voor het zo snel mogelijk
voldoen aan eisen van het besluit digitale toegankelijkheid overheid, waaronder de
volledige digitale toegankelijkheid van overheidswebsites en van apps.» Dit benadrukt
het belang dat beide Kamers hechten aan digitale toegankelijkheid.
In 2021 heeft BZK een verkenning uit laten voeren om de cijfers uit het toegankelijkheidsregister
te kunnen duiden. Er zijn tussen de 5.000 en 6.000 overheidswebsites – exclusief intranetten
en extranetten – en 523 apps die vallen onder de wettelijke verplichting. De cijfers
zijn een schatting, omdat de aantallen websites en apps continu in beweging zijn.
Begin december 2021 waren er 3.112 toegankelijkheidsverklaringen gepubliceerd (2.968
websites en 144 apps). Dat is een aanzienlijke toename in vergelijking met de ingangsdatum
van de wettelijke verplichting 23 september 2020. Toen was het totaal 1.683 (1673
websites en 10 apps). 35% van de websites in het register bevat een verbeterplan.
Vorig jaar was dit 20%. Verbetermaatregelen zijn aangekondigd in eveneens 35% van
de websites in het register. Bij 8% van de websites is aangetoond dat aan alle toegankelijkheidseisen
is voldaan. Specifiek voor BZK zelf waren eind november 2021 234 toegankelijkheidsverklaringen
van BZK- websites gepubliceerd. Dit is 90% van alle BZK-websites.
De cijfers laten een stijgende lijn zien. Echter, dat is geen reden tot tevredenheid.
Zeker niet als we zien dat uit de verkenning een raming komt van twee keer zoveel
overheidswebsites en apps, dan waarvoor er op dit moment een toegankelijkheidsverklaring
is gepubliceerd. Ook al zegt het ontbreken van een verklaring nog niets over de daadwerkelijke
toegankelijkheid van een website of app, het is duidelijk dat er de komende jaren
nog veel werk te verzetten is.
Het expertisecentrum DigiToegankelijk is de helpdesk voor overheidsorganisaties voor
digitale toegankelijkheid en wordt beheerd door Logius. Sinds oktober 2020 neemt het
expertisecentrum contact op met overheden die nog geen verklaring hebben gepubliceerd.
Daarnaast ondersteunt DigiToegankelijk overheden met instrumenten, zoals de invulassistent
voor toegankelijkheidsverklaringen, met het beantwoorden van vragen en met praktische
informatie.
In 2021 hebben we de inzet op digitale toegankelijkheid verder verhoogd. De Vereniging
van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft met subsidie van het Ministerie van BZK een
aanjaagteam4 digitale toegankelijkheid opgezet. Dit team informeert bestuurders, raadsleden en
softwareleveranciers over de noodzaak van toegankelijkheid en begrijpelijkheid van
websites en apps. Het aanjaagteam adviseert gemeenten over de noodzakelijke maatregelen
om de toegankelijkheid structureel te verbeteren. Ook deelt het aanjaagteam instrumenten,
kennis en hulpmiddelen met provincies en waterschappen om hun digitale toegankelijkheid
te verbeteren.
Ik ben echter nog niet tevreden met de resultaten. Daarom gaan we in 2022 het toezicht
en de handhaving verbeteren. Het Wetsvoorstel digitale overheid (Wdo) bevat een grondslag
op basis waarvan het toezicht op medeoverheden nader ingevuld wordt.
Over de naleving van de Europese toegankelijkheidsverplichting moeten de lidstaten
vanaf 2021 elke drie jaar rapporteren aan de Europese Commissie. De rapportage van
Nederland dient uiterlijk 23 december 2021 ingestuurd te worden en is ter informatie
bij deze voortgangsbrief gevoegd5.
Door deze inspanningen kunnen meer mensen met een functiebeperking steeds zelfstandiger
opereren. De afhankelijkheid van anderen wordt daardoor verminderd en het zelfbeeld
wordt beter.
Direct Duidelijk
In 2018 is de Direct Duidelijk campagne gestart en in 2019 heb ik de Direct Duidelijk
Brigade opgericht om overheidsorganisaties te helpen bij begrijpelijke communicatie.
Dat doen we onder andere met een kennisnetwerk, taaltrainingen, workshops, een taalhulplijn,
handreikingen en goede voorbeelden. Die inzet is nog steeds hard nodig. In het onderzoek
«Oordeel burgers en ondernemers over overheidsdienstverlening 2020» vonden ondervraagden
de begrijpelijkheid het belangrijkste aspect van dienstverlening. Tegelijkertijd vond
33% van de ondervraagden het vaak lastig om teksten of informatie van de overheid
te begrijpen.6
1. Direct Duidelijk Tour
Samen met Gebruiker Centraal organiseert de Brigade sinds mei 2020 webinars over begrijpelijke
en toegankelijke communicatie; de Direct Duidelijk Tour. Er zijn sindsdien meer dan
30 afleveringen uitgezonden. Dit jaar hebben in totaal bijna 3.750 mensen live meegekeken
met 17 webinars. Deze afleveringen zijn ongeveer 14.500 keer teruggekeken. We krijgen
vaak enthousiaste reacties zoals «Interessante gasten. Vakmensen met veel praktische
tips.» Of «Het wiel opnieuw uitvinden is niet nodig. Erg fijn, al deze informatie!»
Op de website van de Tour zijn per aflevering alle vragen en reacties van kijkers
terug zien.7 In 2022 gaan we door met de Direct Duidelijk Tour.
2. Testen met burgers
In september 2021 is de Brigade gestart met een pilot voor een landelijk testpanel.
Daarbij worden ook taalambassadeurs van Stichting ABC ingezet. Met de ervaringen uit
de pilot en andere bestaande panels, bijvoorbeeld bij gemeenten, DUO of Logius, onderzoeken
we de meerwaarde van een landelijk gecoördineerd testpanel op inclusieve dienstverlening.
Om organisaties te helpen in het testen met burgers heeft Direct Duidelijk samen met
Heerlijk Helder (Vlaamse campagne op begrijpelijke overheidstaal) een handreiking
gepubliceerd.8 Stichting Lezen en Schrijven en Stichting ABC hebben 12 inspiratiesessies voor ambtenaren
georganiseerd met taalambassadeurs om te laten zien waar zij tegenaan lopen bij overheidstaal
en hoe taalambassadeurs kunnen helpen overheidstaal begrijpelijker te maken.
3. Het effect van Direct Duidelijk
In 2021 hebben we samen met de Taalunie, de Universiteit Utrecht en de Hogeschool
Arnhem Nijmegen een monitor opgezet om de begrijpelijkheid van overheidsteksten steekproefsgewijs
te meten. We bekeken onder andere met proefpersonen en een expertpanel oude en nieuwe
teksten die verbeterd waren met de Direct Duidelijk Checklist en schrijfwijzer. Daarmee
konden we bepalen wat een tekst begrijpelijker maakt en is aangetoond dat de verbetering
van brieven leidt tot een beter begrip bij proefpersonen.9 Ook hebben we onderzoek laten doen naar het effect op het gedrag van de lezer als
een tekst begrijpelijker is. Lezers waarderen de communicatie hoger, hebben een positief
gevoel bij de overheid en maken minder fouten.10 Een samenvatting van de twee onderzoeken vindt u in de infographic in de bijlagen11.
4. Direct Duidelijk Enquête 2021
We onderzochten met deze enquête wat de stand van zaken is bij overheidsorganisaties
in de aanpak op begrijpelijke overheidstaal. Van de organisaties die meededen geeft
80% aan dat ze aan de slag zijn, in vergelijking met 69% in 2020. Er wordt in 2021
iets minder weerstand van de eigen collega’s ervaren dan in 2020. 58% van de respondenten
geeft aan gebruik te maken van testen met burgers afhankelijk van de tekst. In 2020
was dit 50%.
5. Direct Duidelijk-deal
In totaal hebben nu 60 organisaties de Direct Duidelijk-deal ondertekend waarmee zij
laten zien dat zij begrijpelijke taal belangrijk vinden en actie gaan ondernemen.
Bijna een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar. Dit zijn gemeenten zoals Horst
aan de Maas en Apeldoorn, maar ook het Ministerie van SZW en het UWV hebben getekend.
Op dinsdag 16 november 2021 ondertekenden drie burgemeesters van de gemeenten Kapelle,
Noord-Beveland en Reimerswaal tegelijkertijd de Direct Duidelijk-deal. De gemeenten
willen in 2022 «starten met het opleiden van medewerkers tot schrijfcoach, schrijftrainingen
geven en zorgen voor bewustwording bij medewerkers».
6. Direct Duidelijk Doen
Vanaf november 2020 tot 1 september 2021 konden overheidsorganisaties gebruik maken
van de Direct Duidelijk Doen regeling. Ze ondertekenen dan de deal en dienen een plan
van aanpak in bij de Brigade. Met de regeling kunnen organisaties gratis kennismaken
met taaltrainingen en een taalapplicatie. In totaal hebben 45 organisaties zich hiervoor
aangemeld. De Brigade krijgt bijna wekelijks de vraag van enthousiaste organisaties
of ze nog gebruik kunnen maken van de regeling. In 2022 bekijken we daarom of we een
nieuwe regeling kunnen uitzetten. De belangrijkste resultaten uit de Direct Duidelijk
enquête en de analyse van de plannen van aanpak van overheidsorganisaties staan in
de bijlagen12.
7. Direct Duidelijk en Gebruiker Centraal
Begrijpelijke overheidstaal draagt in belangrijke mate bij aan goede dienstverlening
waarbij mensen centraal staan. Inclusieve dienstverlening is echter meer dan alleen
begrijpelijke tekst en taal. Het is een samenspel van gebruiksvriendelijk ontwerp,
begrijpelijke communicatie en digitale toegankelijkheid. Daarom voegen we de Direct
Duidelijk Brigade en haar activiteiten per 1 januari 2022 toe aan Gebruiker Centraal.
De Direct Duidelijk Brigade gaat gewoon door, maar werkt daarbij veel meer samen met
Gebruiker Centraal. Ambtenaren kunnen straks op één plek terecht voor kennis en hulpmiddelen
op inclusieve dienstverlening.
Zo gaan de Brigade en Gebruiker Centraal samen met de Taalunie aan de slag met een
conferentie over het gebruik van beelden en iconen door overheidsorganisaties in de
communicatie met burgers en bedrijven. Niet alleen teksten maar ook beelden worden
getoetst met mensen om vast te stellen of de communicatie daadwerkelijk begrijpelijk
is, zoals ik eerder heb toegezegd in het debat met de Eerste Kamer aan het lid Verkerk.13
Mensen helpen om met digitalisering om te gaan
We investeren in het verbeteren van overheidsdienstverlening. Tegelijkertijd is dat
voor sommige mensen niet voldoende. Daarom helpen we mensen die niet zelfstandig zaken
kunnen doen met de digitale overheid. Ook verbeteren we de digitale vaardigheden van
de 2,5 miljoen mensen die moeite hebben met lezen en schrijven.
Informatiepunt Digitale Overheid
We zijn op 1 juli 2019 gestart met 15 Informatiepunten Digitale Overheid in bibliotheken.
De Manifestgroep (een samenwerkingsverband van uitvoeringsorganisaties zoals het CAK,
SVB, UWV en Belastingdienst) en de Koninklijke Bibliotheek voeren dit gezamenlijk
uit. Bij de Informatiepunten krijgen mensen hulp van een getrainde bibliotheekmedewerker
bij overheidsdiensten. Bijvoorbeeld omdat zij onvoldoende digitaal vaardig zijn of
moeite hebben met lezen en schrijven. Voor meer zelfredzaamheid in de toekomst worden
mensen doorgeleid naar basisvaardigheidscursussen in bibliotheken.
Vanwege COVID-19 waren de bibliotheken gesloten tot en met mei 2021. Sinds de heropening
in juni is er een flinke toename in het aantal Informatiepunten en gestelde vragen.
Afgelopen juni heb ik samen met de Nationale ombudsman het 200ste Informatiepunt geopend. Inmiddels zijn er 351 Informatiepunten open. De verwachting
is dat er in 2022 nog minimaal 40 informatiepunten bijkomen. In de periode juli 2019
tot 30 november 2021 zijn er in totaal bijna 16.000 vragen geregistreerd. 90% van
de bezoekers zegt naar tevredenheid geholpen te zijn bij het Informatiepunt.
Het afgelopen jaar is de dienstverlening van de Informatiepunten uitgebreid. De Informatiepunten
bieden ook hulp bij onderwerpen zoals de CoronaMelder, vaccinatieafspraken en de CoronaCheckapp.
Om de overheidsdienstverlening toegankelijker te maken blijven we, mede naar aanleiding
van de kinderopvangtoeslagenaffaire, structureel inzetten op de Informatiepunten als
fysieke hulploketten. In 2022 verhogen we het aantal punten en experimenteren we met
nieuwe locaties. We denken daarbij aan buurthuizen, sociale werkbedrijven en mobiele
voorzieningen. Ook sluiten we meer overheidsdiensten aan, zoals WorkinNL (overheidsinformatie
voor arbeidsmigranten) en het STAP-budget (subsidieregeling voor scholing en ontwikkeling
vanuit het Rijk, die de fiscale aftrek scholingskosten vervangt).
Tijdens de begrotingsbehandeling in de Tweede Kamer vroeg het lid Arib naar een overzicht
van de Informatiepunten en de behaalde resultaten. Ook heb ik toen toegezegd bij het
Ministerie van OCW het aantal verdwenen bibliotheken op te vragen, samen met een overzicht
van de maatregelen en activiteiten om de 2,5 miljoen mensen met weinig basisvaardigheden
te helpen.14 In de bijlagen vindt u een overzicht met onder meer locaties, gestelde vragen en
de dienstverlening van de Informatiepunten per 1 november 202115.
Met de monitor openbare bibliotheken brengt de Minister van OCW jaarlijks de stand
van zaken in het Nederlandse openbare bibliotheekstelsel in kaart. De monitor 2019/2020
is op 1 oktober 2021 naar de Tweede Kamer gestuurd.16 Daaruit blijkt dat het aantal bibliotheekvestigingen (hoofdvestigingen en filialen)
in de periode 2018–2020 is gedaald van 761 naar 757.
Tel mee met Taal
Met het actieprogramma Tel mee met Taal (2020–2024)17 ondersteunen de Ministeries van BZK, OCW, VWS en SZW de 2,5 miljoen mensen in Nederland
met onvoldoende basisvaardigheden (taal, rekenen, digitale vaardigheden). Op 8 december
is de grote landelijke publiekscampagne «Doe meer met taal» van start gegaan als één
van de maatregelen om het bereik onder de doelgroep verder te vergroten. De campagne
loopt via social media, gemeenten, bibliotheken en radiospots. We ontwikkelen een
monitor samen met het CBS om inzicht te krijgen in aantallen cursisten op landelijk
niveau. Verder helpen we gemeenten en professionals via het Expertisepunt Basisvaardigheden
en een kennisnetwerk. In totaal was er in 2021 € 8,8 miljoen aan subsidie beschikbaar
voor laaggeletterde werknemers, € 1,3 miljoen voor ouders/gezinnen en € 625.000 voor
experimenten. U ontvangt een uitgebreid overzicht van de maatregelen en activiteiten
in de volgende voortgangsbrief over de vervolgaanpak laaggeletterdheid 2020–2024 van
het Ministerie van OCW.
Samenwerken en experimenteren
In 2019 startten wij drie proeftuinen waarin wetenschappers, gemeenten en andere partners
samen met burgers bekijken wat wel en niet werkt om het bewustzijn van mensen te vergroten.
In de bijlagen vindt u de twee eindrapporten van de proeftuinen van Amsterdam en Tilburg18. Het rapport van de proeftuin Groningen wordt later dit jaar opgeleverd.
1. Resultaten proeftuin Amsterdam
De Universiteit van Amsterdam (UvA) heeft met lokale partijen onderzocht hoe mensen
digitale ongelijkheid ervaren en hoe zij beter geholpen kunnen worden. Digitale ongelijkheid
stapelt op andere vormen van sociale ongelijkheid en raakt alle leeftijdsgroepen.
Het beïnvloedt kansen in het leven en gevoelens van er wel of niet bij (mogen) horen.
Het eindrapport geeft een aantal belangrijke aanbevelingen om digitale ongelijkheid
aan te pakken vanuit verschillende hoeken van de samenleving. Zo is het belangrijk
om te investeren in apparaten, gratis internettoegang, maar er moet ook gekeken worden
naar goede offline diensten, zoals een fysiek loket, als alternatief.
2. Resultaten proeftuin Tilburg
Deze proeftuin onderzocht de impact van digitalisering op het cognitief functioneren
en mentaal welzijn van mensen. Er zijn 1.106 personen bevraagd in verschillende leeftijdscategorieën
tussen de 12 t/m 64 jaar. Digitale apparaten kunnen ons functioneren zowel op een
positieve als negatieve manier beïnvloeden. Om de negatieve invloeden te beperken
zijn nieuwe vaardigheden nodig. Veel jongeren beschikken bijvoorbeeld over onvoldoende
vaardigheden om grote hoeveelheden informatie te kunnen verwerken en kritisch te beoordelen.
Bij 2 op de 5 jongeren en 1 op de 4 jonge werknemers is sprake van problematisch smartphonegebruik.
Het smartphonegebruik stoort dan andere activiteiten, zoals (huis)werk of sociale
activiteiten. Een continue versnippering van de aandacht kan leiden tot overprikkeling,
stress en mentale klachten. Onze vaardigheden zijn nog niet voldoende aangepast op
de digitale samenleving, en dat maakt sommigen kwetsbaarder dan anderen voor de negatieve
gevolgen.
3. Resultaten proeftuin Groningen
Door COVID-19 is de proeftuin vertraagd. Hij wordt in december 2021 afgerond. De proeftuin
bekijkt hoe in gezinnen met digitalisering wordt omgegaan en of dit verschilt op basis
van hun sociale achtergrond. Eén van de onderzoeksmethodes zijn driehoeksinterviews
met ouders, kinderen en pedagogisch medewerkers op de kinderopvang.
DigiKwis
Niet iedereen is gebaat bij les in de klas, huiswerk of een docent. Soms vinden mensen
het moeilijk om zelf thuis aan de slag te gaan met wat ze hebben geleerd. We experimenteren
daarom met andere vormen van leren en oefenen. Via het Startup in Residence programma
werken we samen met de startup Raccoon/ De Brouwerij. Zij ontwikkelden de app Digikwis.
Deze app voor de smartphone biedt korte lessen voor dagelijkse digitale zelfredzaamheid.
Mensen kunnen daarmee zelf thuis, onbeperkt en wanneer het hen uitkomt, oefenen met
apps en online diensten. Bijvoorbeeld videobellen, apps installeren, buslijnen zoeken
en online boodschappen doen.
Uitleggen wat de gevolgen van digitalisering zijn
Voor iedereen is digitaal bewustzijn noodzakelijk om veilig gebruik te maken van internet
en de kansen die de digitale wereld te bieden heeft. We zetten diverse instrumenten
in om mensen het zelfvertrouwen te geven om veilig digitaal zaken te regelen en online
te gaan. Zo werken we met de Ministeries van JenV en EZK samen in het kader van Veilig
Online. Ook werken we samen met de Alliantie Digitaal Samenleven, waarvan de activiteiten
later in deze brief aan bod komen.
Digibelle
Digitaal zaken regelen en online actief zijn is leuk en handig, maar soms ook ingewikkeld
en onbekend. We hebben daarom een speciale editie van de Libelle/Margriet ontwikkeld;
de Digibelle. Daarmee willen we het digitaal bewustzijn vergroten en het gebruik van
digitale middelen bevorderen. Deze speciale editie is in november uitgebracht en staat
vol tips, trucs, hulplijnen en praktijkverhalen over digitaal wijzer worden. De Libelle
heeft een bereik van 152.500 abonnees en een online netwerk van 2.239.000 leden. De
Margriet heeft 85.000 abonnees en telt online 1.300.000 leden. De Digibelle verspreiden
we verder via de partners van de Alliantie Digitaal Samenleven en de bibliotheken.
De leden van de Eerste en Tweede Kamer ontvangen ieder een fysiek exemplaar.
Digitale vaardigheden; een onderzoeks- en beleidsagenda
Om goed te weten waar we met digitaal bewustzijn op in moeten zetten is er meer onderzoek
nodig. De Universiteit Twente heeft het onderzoeksrapport «Digitale vaardigheden;
een onderzoeks- en beleidsagenda» opgeleverd. In dit rapport worden digitale vaardigheden
bekeken vanuit de mate waarin iemand in staat is om voordelen met internet(technologie)
te behalen en de risico’s te beperken. Het rapport toont met cijfers aan dat de beheersing
van soorten vaardigheden ongelijk is verdeeld bij individuele personen. Zo beheersen
mensen functionele operationele vaardigheden (knoppenkennis) vaak beter dan kritische
sociaal-creatieve vaardigheden. Juist de kritische sociaal-creatieve vaardigheden
zijn echter nodig om kansen en risico’s te herkennen. Het rapport laat ook zien dat
er in Nederland sprake is van sociaal-digitale ongelijkheid. In dit onderzoek beschikken
vrouwen die in Nederland zijn geboren bij alle opleidingsniveaus over een lager vaardigheidsniveau
dan mannen op hetzelfde opleidingsniveau, ongeacht de soort vaardigheid. Ook het verschil
in beheersing van vaardigheden tussen hoger en lager opgeleiden is aanzienlijk. Mensen
leren makkelijker vaardigheden aan als ze zelf in hun dagelijkse leven het nut ervan
zien. Voor doelgericht beleid is daarom een beter begrip nodig over wie in welke context
bepaalde vaardigheden nodig heeft. Tot slot is meer aandacht nodig voor digitale vaardigheden
bij kunstmatige intelligentie en Internet of Things. De complexiteit van deze technologie
brengt naar verwachting meer uitdagingen mee. Het volledige rapport is toegevoegd
als bijlage19.
Publiek privaat samenwerken: activiteiten Alliantie Digitaal Samenleven
De Alliantie Digitaal Samenleven is een samenwerking van meer dan 30 partijen die
zich inzetten voor een digitale samenleving met kansen voor iedereen. Partners zijn
bijvoorbeeld Vodafone Ziggo, Beeld&Geluid, Number5, ING Bank, Zorgverzekeraars Nederland,
Xerox, Microsoft, onderwijsinstellingen en Stichting Lezen en Schrijven. De Alliantie
richt zich op vier verschillende doelgroepen met bijbehorende actieplannen en partners:
ouderen online, (jong)werkenden met technostress, 18-jarigen en «digitaal gedoe»,
en opvoeders & kinderen. Samen met de doelgroepen en maatschappelijke partners worden
specifieke problemen en behoeften van deze groepen in kaart gebracht en oplossingen
ontwikkeld.
#ouderen online
Een veel gehoorde aanname is dat ouderen niet digitaal vaardig zijn en dit ook niet
willen zijn. Een grote groep ouderen is echter wel digitaal vaardig en ziet ook de
kansen en voordelen. De Alliantie ontdekte dat de groep offliners daarom niet alleen ouderen betreft. Offliners zijn mensen (jong en oud) die nog niet of in beperkte mate meedoen in de digitale
samenleving door een gebrek aan vaardigheden, toegang of bewustzijn. Vanaf november
start de Alliantie met de onderzoekers van de proeftuin Amsterdam een traject rondom
belemmeringen en behoeften van offliners en wat er nodig is om hen digitaal mee te laten doen.
#(jong)werkenden met technostress
Deze actielijn gaat over de invloed van technostress (stress veroorzaakt door het
werken met digitale media) en telepressure (het gevoel altijd «aan» te staan, de druk om continu bereikbaar te zijn en snel
te reageren op berichten). De acties waren vooral gericht op jongwerkenden (tot 35 jaar),
maar door COVID-19 is deze groep breder geworden. Door het thuiswerken brengen mensen
nog meer tijd achter hun scherm door. Uit onderzoeken van de NHL Stenden Hogeschool
en Tilburg University en 3 dialoogsessies met jongwerkenden, werkgevers en wetenschappers,
blijkt dat jongwerkenden worstelen met het vinden van de juiste balans tussen werk
en privé. Maar bovenal blijkt dat ze het moeilijk vinden om dat bespreekbaar te maken.
Om dat gesprek te stimuleren ontwikkelt en test de Alliantie diverse interventies
in een pilot.
#18-jarigen (en digitaal gedoe)
Te veel 18-jarigen zijn onvoldoende voorbereid op het volwassen worden en de bijbehorende
rechten, plichten en administratieve zelfstandigheid. Binnen deze actielijn is een
stevig netwerk opgebouwd van partijen zoals zorgverzekeraars, de Belastingdienst en
het Nibud. Uiteraard is de doelgroep zelf ook betrokken, net als sociaal- en jongerenwerkers
die veel contact hebben met jongeren. Er zijn 10 netwerkdialogen gevoerd. Dit heeft
inzicht gegeven in de behoeften en belemmeringen van jongeren rondom het «digitale
gedoe» van volwassen worden. In december verspreidt de Alliantie de publicatie «Help-Hoera»
hierover.
#opvoeders & kinderen
Samen met Netwerk Mediawijsheid en VodafoneZiggo ontwikkelde de Alliantie «Mediamatties»;
een test die je samen met je kind kunt doen om meer begrip te krijgen voor elkaars
online leefwereld. Verder wil de Alliantie dat opvoeders en kinderen makkelijk nuttige
informatie kunnen vinden over de uitdagingen in hun digitale leefwereld. Daarom heeft
de Alliantie het Netwerk Mediawijsheid, Youngworks en FutureNL bij elkaar gebracht.
Zij werken samen aan HoeZoMediawijs; hét platform waar kennispartners betrouwbare
informatie verzorgen, die goed aansluit bij de behoefte van kinderen en hun opvoeders.
Lokale netwerken en de inzet van jongeren
De Alliantie richt zich het komende jaar nog meer op de samenwerking met het lokale
aanbod binnen gemeenten. Ik ben het met de Tweede Kamer eens dat hier mooie kansen
liggen om ook de hulp van jongeren in te zetten.20 In 2022 onderzoekt de Alliantie een concept waarbij inwoners door lokale jongeren
geholpen worden bij digitale activiteiten. Vergelijkbaar met de digitale werkplaatsen
waarbij studenten het midden- en kleinbedrijf ondersteunen bij digitalisering. Ook
heeft de Alliantie het afgelopen jaar samen met jongeren gekeken naar hun rol als
«digi-maatje» in hun eigen gemeente. De lokale lessen en succesvolle voorbeelden wil
de Alliantie vertalen in een handreiking voor andere gemeenten.
Digitale toegang
Het belang van digitale inclusie werd ook in 2021 weer benadrukt door COVID-19. Meer
dan ooit zijn we aangewezen op digitale technologie. De Alliantie zet daarom verder
in op de toegang tot digitale voorzieningen. Zo ontstonden eerder in 2020 acties zoals
de Digihulplijn en #allemaaldigitaal.
Met #allemaaldigitaal verzamelen de Alliantie en NL Digital gebruikte laptops en tablets
bij bedrijven, maatschappelijke organisaties en de overheid. Vervolgens worden de
apparaten klaar gemaakt voor hergebruik en uitgedeeld aan mensen, die bijvoorbeeld
de middelen niet hebben voor een apparaat. Ook hierbij betrekt de Alliantie jongeren.
Zo wil de Alliantie samen met de gemeente Hilversum de digitale apparaten geschikt
laten maken door ROC’s. Op deze manier worden lokale onderwijsinstellingen en jongeren
ingezet voor hulp aan minder digitaal vaardige mensen, waarmee uitvoering wordt gegeven
aan de motie van het lid Den Haan in het begrotingsdebat met de Tweede Kamer van 28 oktober
2021.21 Er zijn inmiddels 10.000 apparaten uitgereikt aan mensen zodat zij in contact kunnen
blijven met familie en vrienden of online onderwijs kunnen volgen.
Om mensen te helpen met digitale apparaten is in 2020 de DigiHulplijn (0800-1508)
opgezet. Dit is een gezamenlijk initiatief van het Nationaal Ouderenfonds, SeniorWeb
en de Koninklijke Bibliotheek, private partijen (VodafoneZiggo en ContactCare) en
de Alliantie. De kracht achter deze telefonische hulplijn zijn de getrainde, ervaren
vrijwilligers. Ook worden mensen doorgeleid naar andere vormen van hulp, zoals de
fysieke Informatiepunten Digitale Overheid. Momenteel zien we dat vooral ouderen gebruik
maken van de DigiHulplijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties