Brief regering : Werkagenda´s Banenafspraak Publieke Sectoren
34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet
Nr. 229 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2021
In het bestuurlijk akkoord uit 20191 over de Banenafspraak is afgesproken dat ik uw Kamer informeer over de voortgang.
In dit akkoord hebben de overheids- en onderwijssectoren uitgesproken dat het belangrijk
is om mensen uit de doelgroep Banenafspraak een baan te bieden in hun organisaties
en zo volwaardig mogelijk mee te laten doen in het arbeidsproces. Op basis van het
akkoord hebben de sectoren in 2019 een werkagenda vastgesteld met concrete acties
om banen te realiseren. Op 17 december 2019 is uw Kamer geïnformeerd over de inhoud
van de werkagenda’s per sector.2 De sectoren hebben in 2021 hun werkagenda geactualiseerd. In deze brief informeer
ik u over de geactualiseerde werkagenda’s en de rapportages over de realisatie van
de Banenafspraak. Hieruit blijkt dat de sectoren hun wettelijke taak ten aanzien van
de Banenafspraak serieus nemen. Ze ontplooien activiteiten om wat minder goed gaat
te verbeteren. Ondanks de uitdagingen van de coronapandemie hebben vrijwel alle sectoren
in de afgelopen twee jaar groei gerealiseerd in het aantal banen voor mensen uit de
doelgroep Banenafspraak. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het algemene beeld
is dat het beoogde quotumpercentage (2,35%) nog niet behaald is. De gemeenten en de
provincies vormen hierop positieve uitzonderingen.
Overheidssectoren
Provincies
Het doel van de provincies gezamenlijk was in 2020 331 banen. Zij hebben 341 banen
gerealiseerd. Daarnaast bieden verschillende provincies ruimte aan kandidaten met
een afstand tot de arbeidsmarkt die niet zijn geregistreerd in het doelgroepenregister
als onderdeel van hun taakopvatting een inclusieve werkgever te zijn. Ondanks de goede
cijfers ervaren de provincies de coronamaatregelen als belemmerend bij het realiseren
van nieuwe banen. Een deel van de doelgroep heeft baat bij een aangereikte structuur
en begeleiding, die bij thuiswerken moeilijker te bieden zijn dan op de werklocatie.
De meeste provincies zouden graag voor de komende jaren een uitbreiding van de doelgroep
en een vereenvoudiging van regelgeving zien.
Het Interprovinciaal Overleg (IPO) heeft het interprovinciale projectleiderschap van
de Banenafspraak overgedragen aan twee projectleiders uit twee van de twaalf provincies,
die nu gezamenlijk verantwoordelijk zijn. De provincies voeren de bestuurlijke en
werkgeverstaken zelf uit en volgen een vijfsporenbeleid:
• Monitoren en informatie delen: o.a. organiseren themadagen, delen realisatiecijfers.
Gerealiseerde banen worden in de Personeelsmonitor Provincies van het A&O fonds gepubliceerd.
• Innoveren door te experimenteren met stages en traineeships op maat voor de doelgroep.
• Consolideren en verduurzamen: het quotum, de Banenafspraak en een aparte functieschaal
zijn in de cao provinciale sector opgenomen. IPO stimuleert de groei van het aantal
vaste banen.
• Uitdragen van inclusie op sociale media en in samenwerking met andere sectoren.
• Landelijke ontwikkeling en samenwerking: het IPO denkt mee over landelijk beleid en
stimuleert deelname aan regionale en landelijke evenementen.
Gemeenten
In 2020 hebben de gemeenten gezamenlijk 5.500 banen ingevuld. Daarmee hebben zij de
doelstelling van 5.250 banen in 2023 op dit moment reeds behaald. «Afstand tot de
arbeidsmarkt» is één van de vijf pijlers van het diversiteits- en inclusiebeleid van
de VNG en wordt gecombineerd met andere activiteiten op het gebied van een inclusieve
werkgeversorganisatie en een strategische personeelsplanning. Activiteiten vanuit
de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) hadden betrekking op het informeren, stimuleren
en enthousiasmeren van gemeenten. Daarnaast signaleert de VNG belemmeringen, monitort
de resultaten en draagt bij aan het realiseren van banen via inkoop, bijvoorbeeld
via regionale bijeenkomsten of webinars. Ook faciliteert de VNG een online werkgeversforum
en een P&O-netwerk waar gemeenten onderling hun kennis en ervaring kunnen uitwisselen.
Het delen van succesvolle voorbeelden maakt de bestaande mogelijkheden en de implementatie
ervan zichtbaar. Ook staat het onderwerp regelmatig op de bestuurlijke agenda om te
zorgen dat bestuurders op de hoogte zijn van wat er gebeurt en indien gewenst kunnen
bijsturen. Individuele gemeenten worden gestimuleerd om de resultaten, zowel kwantitatief
als kwalitatief, op te nemen in hun sociale jaarverslagen.
Waterschappen
De Waterschappen hebben in 2020 262 banen gerealiseerd voor mensen met een arbeidsbeperking
en daarmee 61,3% van het quotum voor dat jaar behaald. De functies waarin medewerkers
uit de doelgroep werkzaam zijn, zijn zeer divers. Naast ondersteunende functies betreft
het in toenemende mate functies in het primaire proces, onder meer via jobcarving,
het terughalen van uitbestede taken, detachering via gespecialiseerde commerciële
partijen en het creëren van werkervaringsplaatsen. Ook buiten de organisatie worden
banen gecreëerd via inhuur van diensten, social return on in investment (SROI) en
samenwerking met andere partijen genoemd. Hoewel deze banen niet meetellen voor het
bereiken van het quotum zetten waterschappen zich hier wel voor in. De belangrijkste
vernieuwing in 2021 is een bewustwordings- en activeringsprogramma, dat is opgestart
met de Stichting Onbeperkte Denkers.
Rijk
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties rapporteert jaarlijks
kwantitatief en kwalitatief over de Banenafspraak in de Jaarraportage Bedrijfsvoering
Rijk. Toen deze rapportage uitkwam, waren de cijfers tot en met het derde kwartaal
van 2020 beschikbaar. Inmiddels zijn de cijfers over heel 2020 beschikbaar: het doel
was in 2020 om 4.072 banen te realiseren en er zijn 2.663 banen gerealiseerd. Dat
is een realisatiepercentage van 65% tegenover 59% in 2019. De geactualiseerde Werkagenda
Banenafspraak Rijk is opgenomen in de bijlage3. Hierin staan onder andere volgende acties en speerpunten voor 2021–2022:
• Leren van elkaars goede voorbeelden door deze te delen in het Interdepartementaal
Overleg Banenafspraak (INBA).
• Verbeteren van het HR-instrumentarium via «design thinking» in samenwerking met o.a.
werknemers uit de doelgroep.
• Samenwerking met categoriemanagers inkoop intensiveren om meer banen te creëren in
samenwerking met leveranciers.
• Bevorderen van een inclusief werkklimaat.
Recent heeft de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in
reactie op de motie van de leden Stoffer en Gijs van Dijk (Kamerstuk 35 570 XV, nr. 67) een brief aan de Tweede Kamer gestuurd om aan te geven welke extra inspanningen
worden verricht door ministeries om de doelstellingen van de Banenafspraak in 2024
te behalen.4
Defensie
In 2020 heeft Defensie 556 banen gerealiseerd voor mensen met een arbeidsbeperking,
waarvan 346 in eigen dienst en via een detacheringsovereenkomst en 210 via SROI. Het
quotum over dit jaar bedroeg 633 banen, waarmee de realisatie neerkomt op 88%. In
2020 heeft Defensie twaalf medewerkers opgeleid tot Interne Begeleider van mensen
met een arbeidsbeperking. Dit zijn medewerkers die naast hun reguliere werkzaamheden
collega’s uit de doelgroep én hun leidinggevenden begeleiden en als vraagbaak fungeren.
Ook is een pilot gestart om mensen met een arbeidsbeperking in te zetten als begeleiders
van en toezichthouders op bezoekers van kazerneterreinen. Aan leidinggevenden en werkbegeleiders
worden workshops en trainingen aangeboden. Defensie heeft ingezet op het realiseren
van banen via inkoop (SROI) en monitort of leveranciers hun SROI-verplichtingen nakomen.
Een centraal loket ontzorgt P&O en leidinggevenden bij het aanstellen van werknemers.
De taakstelling van het centraal loket is om de volgende werkzaamheden centraal aan
te pakken:
• Advies en begeleiding bij het opstellen van taken en functieprofiel;
• De juiste match tussen leidinggevende en mensen met een arbeidsbeperking.
• Het inregelen van P&O-taken rondom de aanstelling van mensen met een arbeidsbeperking;
• Structurele borging en deskundige ondersteuning op de werkvloer;
• Algehele coördinatie, ondersteuning en informatieverstrekking.
Tot slot sluit Defensie aan bij bestaande netwerken en samenwerkingsverbanden en wordt
de bestaande samenwerking met andere werkgevers in het veiligheidsdomein geïntensiveerd.
Politie
De politie meldt voor de jaren 2019, 2020 en 2021 achtereenvolgens een realisatie
van 297, 413 en 663 banen. De doelstelling voor 2024 is 713 banen; de politie ligt
op koers om deze doelstelling te behalen. Voor de politie is de Banenafspraak onderdeel
van het brede, op het realiseren van diversiteit en inclusie gerichte programma De Politie voor Iedereen. Bij het in dienst nemen van mensen uit de doelgroep Banenafspraak ligt de nadruk
op zoveel mogelijk aansluiting op en ondersteuning van de politieorganisatie. Uitgangspunt
is dat het werk dat door deze werknemers wordt verricht, voor de politie van meerwaarde
is en aansluit op de mogelijkheden van de werknemer. De politie werkt aan het realiseren
van de doelstelling van de Banenafspraak op de volgende manieren:
• bieden van centrale processen en op-maat-ondersteuning aan eenheden bij het realiseren
van nieuwe banen voor mensen uit de doelgroep;
• creëren van draagvlak en wegnemen van belemmering;
• regionaal extern en intern netwerk, waarin belanghebbenden elkaar kunnen vinden.
Inspanningen vanuit de afzonderlijke eenheden en de beschikbaarheid van een centraal
budget worden aangewezen als factoren die bijdragen aan het succes. Momenteel zet
de politie in op het behoud van ingestroomde kandidaten. Waar de afgelopen jaren vooral
is gekozen voor externe inhuur, wordt in het kader van verduurzaming ingezet op vaste
aanstellingen. Dit brengt extra kosten met zich mee die momenteel niet volledig zijn
gedekt. In Den Haag en Amsterdam is geëxperimenteerd met proeftuinen waarin mensen
met autisme zijn ingezet als camerabeeldspecialist. Omdat deze proeftuinen succesvol
waren wordt deze aanpak nu door het hele land gekopieerd. Hiermee worden rechercheurs
ontlast die nu tijd overhouden voor andere belangrijke taken. De behoefte aan dit
specialistische werk neemt bovendien sterk toe. Ook worden facilitaire teams gevormd
van WBA-kandidaten die allerhande werkzaamheden uitvoeren die agenten voorheen zelf
moesten doen, zoals het uitgeven van kledingpakketten, huismeestertaken en kilometerstanden
bijhouden.
Onderwijssectoren
Funderend onderwijs
Door de PO-Raad en VO-raad wordt momenteel gewerkt aan het creëren van cijfermatig
inzicht in de gerealiseerde banen in de sector. De bedoeling is om de volgende rapportage
van cijfers te voorzien. De rapportage over 2020 is kwalitatief van aard. In het funderend
onderwijs is in het jaar 2020 de ondersteuning door het projectteam Baanbrekers voortgezet.
Wegens corona is er de tweede helft van het jaar gekozen voor een meer groepsgerichte
aanpak, waarbij de primaire focus lag op het inspireren en aanjagen van de Banenafspraak,
het versterken van de duurzame relatie tussen schoolbesturen en werkgeversservicepunten
en het vergroten van de kennisuitwisseling in de sector. Per 1 juli 2021 is het project
Baanbrekers afgerond. Om de aanjagende beweging gaande te houden wordt door PO-Raad
en VO-raad ingezet op het blijven delen van kennis en goede voorbeelden, en het delen
van ondersteuningsmaterialen die zijn ontwikkeld door het projectteam Baanbrekers.
Verder worden er bijeenkomsten georganiseerd om kennis en ervaringen in de sector
uit te wisselen, draagvlak te creëren en maatschappelijk verantwoorde inkoop te bevorderen
en worden bevlogen schoolbestuurders en schoolleiders benoemd tot ambassadeurs van
de Banenafspraak om zo andere leden te kunnen inspireren en informeren. In het funderend
onderwijs is het nog niet mogelijk om kwantitatieve resultaten bij te houden. Om schoolbesturen
te helpen om meer inzicht te krijgen in de behaalde resultaten en de geleverde inspanningen
is door het funderend onderwijs samen met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
een reken- en rapportagetool ontwikkeld5.
Middelbaar beroepsonderwijs
De mbo-sector kent net als het funderend onderwijs een groot aantal individuele organisaties
die zelf verantwoordelijk zijn voor de realisatie van de Banenafspraak en de rapportage
daarvan in het jaarverslag. Het bijhouden van kwantitatieve resultaten voor de gehele
sector is daardoor nog niet mogelijk. De MBO Raad onderzoekt hoe een kwantitatief
beeld van de sector kan worden opgehaald. Door de coronapandemie geven mbo-scholen
aan een stagnatie te zien in de ondernomen activiteiten en de realisatie van de Banenafspraak,
omdat veel werkzaamheden die werden uitgevoerd door werknemers uit de doelgroep in
2020 op een laag pitje stonden. Daarnaast was het thuiswerken voor een groot deel
van de doelgroep moeilijk in te vullen en werd het bieden van goede begeleiding op
afstand als lastig ervaren. Toch zijn, ondanks de coronacrisis, ook in 2020 nieuwe
banen gerealiseerd en hebben mbo-scholen nieuwe manieren gezocht om invulling te geven
aan de Banenafspraak.
De MBO Raad zal zich de komende tijd actief blijven inzetten op kennisdeling en het
organiseren van regionale bijeenkomsten om projectleiders met elkaar in contact te
brengen. Ook zal er meer verbinding worden gelegd tussen de afdeling inkoop en de
afdeling HR om zo de realisatie van banen via de inkoop van diensten te vergroten.
Daarnaast is er een aantal mbo-scholen die onderzoeken hoe het werk uit het primaire
proces zo kan worden ingericht dat het leidt tot meer banen voor mensen uit de doelgroep.
Als dit lukt kan zowel worden bijgedragen aan het realiseren van meer banen voor mensen
uit de doelgroep als aan de vermindering van het docententekort. De MBO Raad volgt
deze ontwikkelingen en zal voorbeelden hiervan delen binnen en buiten de sector.
Hoger beroepsonderwijs
Door de hbo-instellingen zijn in totaal 408 participatiebanen gerealiseerd6. Ook in het hbo heeft de coronapandemie invloed gehad op de realisatie van het aantal
banen. Een aantal hbo-instellingen geeft bijvoorbeeld aan dat de werving van nieuwe
kandidaten stillag en procedures tijdelijk zijn stilgezet. Toch is ondanks de coronacrisis
het overgrote deel van de bestaande medewerkers behouden vanwege de inzet op duurzame
plaatsingen en zijn er ook nieuwe banen bij gekomen. De Vereniging Hogescholen (VH)
blijft vooral inzetten op het realiseren van banen via inkoop, waarbij hogescholen
ook ondersteund worden door de Normaalste Zaak. Verder worden E-learnings aangeboden
aan (interne) werkbegeleiders en is er een routekaart «Beren op de weg naar participatie»
gemaakt waar voor hogescholen alle stappen van banen creëren, werving tot begeleiding
van medewerkers staan beschreven inclusief de obstakels per stap en hoe deze te overwinnen.
Wetenschappelijk onderwijs
De universiteiten hebben eind 2020 in totaal 870 banen gerealiseerd. Daarmee komt
het realisatiepercentage op 53%. De coronapandemie is de belangrijkste reden dat er
niet veel banen zijn bijgekomen. Universiteitsgebouwen zijn gesloten geweest, waardoor
veel functies niet konden worden uitgevoerd. Daarbij was het niet altijd mogelijk
om vervangend werk te vinden dat vanuit huis kon worden gedaan.
Er zijn verscheidende activiteiten die universiteiten in 2020 hebben ondernomen in
het kader van de Banenafspraak. Voorbeelden zijn het creëren van banen voor hoopgeleide
kandidaten ter ondersteuning van wetenschappelijk personeel om hun werkdruk te verminderen,
het starten van een ambassadeursnetwerk of het afsluiten van aanbestedingen met SROI-voorwaarden.
De werkagenda van Universiteiten van Nederland (UNL)7 staat centraal in de aanpak van de universiteiten. Door de universiteiten wordt de
komende jaren verder ingezet op baancreatie met innovatieve methoden, zoals jobcarving.
Daarnaast wordt er door de UNL samen met de universiteiten proactief opgetrokken in
het delen van kennis en ervaringen en monitort de UNL halfjaarlijks de resultaten
en inspanningen bij de universiteiten. Deze halfjaarlijkse monitors worden ook gebruikt
om bestuurlijk draagvlak te creëren in de sector.
Onderzoeksinstellingen
Door de coronapandemie heeft bij de onderzoeksinstellingen in 2020 de focus volledig
gelegen op het behoud van het aantal banen. Dit betekent dat er ten opzichte van 2019
geen nieuwe banen gecreëerd zijn in de sector en het totaal aantal gerealiseerde banen
nu 51 banen betreft. De werkgeversvereniging onderzoeksinstellingen (WVOI) zet de
activiteiten die worden ondernomen om banen te realiseren voor de doelgroep voort.
Hierbij wordt samengewerkt met de Stichting Studeren & Werken Op Maat en wordt specifiek
gekeken naar het creëren van banen voor hoogopgeleide jongeren met een arbeidsbeperking.
Universitaire Medische Centra (UMC’s)
De UMC’s hebben 659 banen gerealiseerd in 2020. 596 banen zijn gerealiseerd in eigen
dienst en via detacheringen en 63 via SROI. Ondanks de coronapandemie hebben de UMC’s
groei gerealiseerd door nieuwe functies te ontwikkelen binnen de facilitaire ondersteuning
en de inzet van een centraal budget. Ook is het proces van instroom vereenvoudigd
en zijn er e-learnings en e-coaching ontwikkeld om thuiswerkende collega’s met een
arbeidsbeperking te ondersteunen. De Nederlandse Federatie van Universitair Medische
Centra (NFU) beschouwt het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking uitdrukkelijk
in het licht van ontwikkeling naar een inclusieve academische zorgorganisatie. De
UMC’s beperken zich bij het aantrekken van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt
daarom bewust niet tot de mensen uit het doelgroepregister zonder daarbij de wettelijke
verplichtingen uit het oog te verliezen.
Tot slot
De sectoren werken elk op hun eigen manier aan het realiseren van banen voor mensen
met een arbeidsbeperking. Over de gehele linie wordt ingezet op het consolideren van
wat er tot nu toe bereikt is en het vinden van manieren om extra banen te kunnen realiseren.
Er wordt gewerkt aan borging en verduurzaming van geboekte resultaten en het ontwikkelen
van een cultuur waarin arbeidsparticipatie van mensen met een beperking normaal is.
In toenemende mate krijgen behoud en doorstroom van mensen aandacht. Deze ontwikkelingen
zijn belangrijk om verdere stappen te maken naar een inclusieve werkcultuur binnen
de onderwijs- en overheidssectoren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties