Brief regering : Adviesrapport over de ontwikkeling van een toetsingskader voor gezondheidsapps en het vervolgproces
27 529 Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) in de Zorg
Nr. 271 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2021
In Nederland bestaat een enorme hoeveelheid aan gezondheidsapps. Er is echter weinig
bekend over de effectiviteit en de betrouwbaarheid van deze apps. Ook worden verschillende
toetsingskaders gehanteerd, alle met een eigen aandachtsgebied en kwaliteitscriteria.
Bovendien worden niet alle apps getoetst en zijn ze niet op één centraal punt te vinden.
Dit maakt het voor burgers lastig de juiste app te kiezen en voor zorgverleners lastig
hierop juist te adviseren.
Daarom heb ik het National eHealth Living Lab (NeLL) gevraagd om in samenwerking met
veldpartijen te komen tot één breed gedragen landelijk toetsingskader voor gezondheidsapps.
Met het amendement1 van de leden Van den Berg en Veldman op de VWS-begrotingsstaten voor 2021, zijn middelen
beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het adviesrapport.
In deze brief:
1. Geef ik een korte samenvatting van de uitkomsten van het bijgevoegde adviesrapport
«De ontwikkeling van een Landelijk Toetsingskader voor gezondheidsapps» van NeLL;
2. Geef ik aan wat we uiteindelijk willen bereiken (de stip op de horizon);
3. Geef ik een reflectie op dit adviesrapport; en
4. Schets ik het vervolgproces.
Ik heb u eerder geïnformeerd over het advies van de Gezondheidsraad over een verantwoorde
inzet van apps voor publieke gezondheid. Dit advies heeft u ontvangen op 12 juli en
op 19 oktober is het standpunt op dit advies aan uw Kamer toegezonden2. Het advies van de Gezondheidsraad richt zich enkel op gezondheidsapps voor screeningsdoeleinden.
Het adviesrapport van NeLL gaat over een landelijk toetsingskader voor het gehele
spectrum van gezondheidsapps3.
1. Samenvatting van de uitkomsten
Landelijk Toetsingskader
NeLL is met een brede selectie van partijen uit het Nederlandse en internationale
veld aan de slag gegaan om te komen tot een landelijk toetsingskader. Afstemming heeft
o.a. plaatsgevonden met MIND/NLGGZ, de GGD (AppStore), Thuisarts, en Zorgverzekeraars
Nederland (ZN). Het in het rapport gepresenteerde landelijk toetsingskader heeft als
basis de internationale norm voor toetsing van gezondheidsapps CEN-ISO/DTS 82304–2
(CEN-ISO). CEN-ISO is een norm voor kwaliteit en betrouwbaarheid van gezondheidsapps
en is ontwikkeld door CEN (het Europese Comité voor Standaardisatie) in opdracht van
de Europese Commissie (DG CNECT). NeLL heeft bijgedragen aan de totstandkoming van
de norm. De toetsing bestaat uit verschillende vragen. Naast de basisvragen uit de
internationale norm voor toetsing van gezondheidsapps, zijn voor de Nederlandse situatie
toevoegingen gedaan. Zo wordt er bijvoorbeeld gekeken of er een vertaalfunctie zichtbaar
is. De extra toevoegingen voor de Nederlandse situatie helpen Nederlandse burgers,
patiënten en zorgverleners bij het kiezen van de voor hen meeste geschikte app. Daarbij
is ook aandacht voor laaggeletterdheid.
De antwoorden op de vragen uit het toetsingskader bepalen uiteindelijk de score van
de app op de vier kwaliteitsaspecten gezondheid & veiligheid, gebruikersvriendelijkheid,
dataveiligheid en robuustheid (Healthy & safe, Easy to use, Secure data en Robust build). De scores kunnen met een kwaliteitslabel zichtbaar gemaakt worden, zodat een gebruiker
snel kan zien hoe de app beoordeeld is.
De uitvoering van het toetsingskader
In het advies wordt ook ingegaan op de vraag hoe het toetsingskader toe te passen.
Omdat er zoveel apps zijn en worden ontwikkeld, adviseert het NeLL om eerst tot een
selectie te komen. NeLL stelt vijf kernactiviteiten voor om stapsgewijs het aantal
apps te beperken, de kwaliteit van deze selectie te beoordelen via de toetsing en
de uitkomsten vervolgens beschikbaar te maken en te gebruiken.
1. selecteren & prioriteren
Gezondheidsapps worden geselecteerd door een selectiecommissie met partijen uit het
Nederlandse zorgveld. Hierbij wordt ook van ervaringen van professionals gebruik gemaakt;
2. filteren & screenen
Automatische filtering met behulp van app store intelligence informatie en screening
op basis van publiek beschikbare data. Stap 1 en 2 leveren samen en in wisselwerking
een set apps op die in ieder geval getoetst kunnen worden.
3. registreren & uitnodigen
De bevindingen uit stap 1 en 2 worden met de app ontwikkelaar gedeeld. App ontwikkelaars
worden hierbij aangeschreven en kunnen ervoor kiezen de verdere bewijsvoering aan
te leveren voor toetsing.
4. toetsen & hertoetsen
Geaccrediteerde toetsorganisaties toetsen de antwoorden op de vragenlijst en bewijsvoering
van app ontwikkelaars op de wijze die is afgesproken in het toetsingskader en het
certificatieschema (toetsingsreglement, waarbij mede wordt vastgelegd welke kwalificaties
een toetsorganisatie moet hebben).
5. opnemen & reviewen
Getoetste apps worden opgenomen in de database. Ze kunnen ook worden opgenomen in
richtlijnen, zorgcontracten en bestaande publieke websites. Door (gestandaardiseerde)
reviews geven gebruikers inzicht in hun ervaringen met en effecten van gezondheidsapps
in de praktijk.
2. Stip op de horizon
Ik wil toe naar een landelijke database (back-end) waar apps makkelijk te vinden en
selecteren zijn op basis van het kwaliteitslabel. Organisaties putten zelf uit deze
database om apps aan te bevelen op bestaande websites en front-ends, zodat dit vindbaar
is voor burgers en professionals. Het kwaliteitslabel komt tot stand door eenduidige
toetsing van apps, waarbij zeker ook in het begin enige prioritering van te toetsen
apps plaatsvindt door vertegenwoordigers van patiënten, zorgverleners en uit het veld
van preventie en gezondheid. Zonder deze standaardisering en sturing raken mensen
al snel verdwaald in de jungle van apps, waardoor de potentie van e-health onvoldoende
benut wordt.
Het uiteindelijke doel is immers om inwoners van Nederland te ondersteunen naar een
goede of betere gezondheid.
3. Reflectie en Advies
Graag spreek ik allereerst mijn waardering uit naar de betrokken partijen voor hun
tijd en bereidwilligheid mee te denken met NeLL over een landelijk toetsingskader
voor gezondheidsapps. De betrokken partijen kunnen zich goed vinden in het landelijk
toetsingskader. Ik sluit me hierbij aan. Het is belangrijk dat we zoveel mogelijk
aansluiten bij wat er Europees is en wordt ontwikkeld, maar ook oog hebben voor de
Nederlandse context, bijvoorbeeld waar het gaat om de presentatie en het gebruik maken
van apps. Het rapport geeft hiervoor goede handvatten. Het advies van NeLL levert
daarmee een mooie bijdrage om te komen tot de gewenste stip op de horizon. Het zorgt
er namelijk voor dat er door universele toetsing een eenduidig kwaliteitslabel gevormd
wordt over gezondheidsapps. Kanttekening bij het rapport van NeLL is echter dat het
geschetste uitvoeringsproces voor de toepassing van het toetsingskader, de vervolgstappen
en de stip op de horizon nog om nadere uitwerking vragen. Zo zijn er meerdere mogelijkheden
voor toetsing en kan zelfcertificering bijvoorbeeld ook een alternatief bieden. Bovendien
willen we het gehele toetsingsproces ook in de praktijk uitvoeren, om te kijken of
het een werkbaar en behapbaar proces is. Daarvoor gaan we o.a. aan de slag met een
pilot, waar ik verderop in deze brief meer toelichting over geef. Ik heb daarover
in de afgelopen maanden met de betrokken partijen gesproken. Daarbij speelde ook mee
dat in het voortraject duidelijk werd dat het toetsingskader niet alleen voor gezondheids-
en wellness apps bruikbaar is, maar ook voor apps die in de zorg worden gebruikt (in
ieder geval als eerste stap om te beoordelen of de app zelf van goede kwaliteit is)
en voor apps op het brede terrein van positieve gezondheid. Het bieden van een kwaliteitslabel
door een universeel toetsingskader op dit brede spectrum van apps kan gebruikers helpen
om de juiste app te kiezen voor hun situatie.
4. Vervolgacties
In aansluiting op het adviesrapport en de gesprekken die ik gevoerd heb met de betrokken
partijen, worden de volgende vervolgacties genomen:
– Vorming van een stuurgroep; en
– Uitvoering van een pilot
Daarna kom ik terug bij de geadviseerde stappen uit het adviesrapport die nu nog niet
worden gezet.
Vorming stuurgroep
De eerst benoemde vervolgstap in het adviesrapport van NeLL is het vormen van een
stuurgroep. Dit advies volgen we op. Een stuurgroep met de betrokken veldpartijen
is een belangrijke schakel voor de uitvoering van het toetsingskader, zowel voor het
verder bepalen van de richting en scope als meer praktisch het bepalen welke apps
in aanmerking komen voor toetsing en mogelijke opname in de database. De stuurgroep
ontwikkelt beleid omtrent de (re)presentatie van de toetsingsscores en de toepassing
van het kwaliteitslabel en maakt een businessplan omtrent het verdere uitvoerings-
en integratieproces van het toetsingskader voor gezondheidsapps richting de beschreven
stip op de horizon. Daarbij is ook aandacht voor de financiële borging van het geheel
en voor externe toetsing versus zelfcertificering. De informatie komende uit de verderop
in deze brief beschreven pilot, wordt meegenomen in het businessplan.
De stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van partijen uit het veld van preventie,
gezondheid en zorg die nu al met toetsing en advisering van apps bezig zijn (inclusief
inkopers). Hierin moet het perspectief van burger/cliënt/patiënt en van zorgverlener
voldoende vertegenwoordigd zijn.
De stuurgroep wordt in de pilotfase voorgezeten door een nader aan te wijzen partij
die eindverantwoordelijk is voor de (organisatie van de) uitvoering van de besluiten
die binnen de stuurgroep worden genomen. De partij zal voor de apps uit de pilotfase
de filtering, screening en toetsing organiseren.
Uitvoering pilot
In de pilotfase (2022) worden 10–15 apps getoetst. De stuurgroep draagt in deze pilotfase
de apps aan. Het gaat hierbij om een beperkt aantal, waardoor eerst op kleine schaal
bekeken kan worden hoe het proces van filteren, screenen en toetsen verloopt en wat
er voor nodig is om de getoetste apps goed te integreren binnen de gebruikte front
ends van het veld.
De GGZ-appwijzer van MIND/NLGGZ zou een bruikbare, behapbare basis kunnen vormen voor
een use case voor het landelijk toetsingskader. De bestaande front end (het deel van
een website dat voor een gebruiker zichtbaar is), kan hiervoor worden gebruikt. ZN
werkt binnen de pilot aan het doel om voor de burger en zorgverlener een eenduidige
beoordeling van digitale zorg toepassingen te creëren. Daartoe werken ZN en NeLL samen
om het Landelijk Toetsingskader te verenigen met de Leidraad4 digitale applicaties en algoritmes in de zorg. Op die manier kunnen ook apps die
toegepast worden in de zorg van het toetsingskader gebruik maken (met vanzelfsprekend
nog aanvullende eisen voor vergoeding en gebruik in de zorg).
Stappen uit het adviesrapport die nu nog niet worden gezet
De adviesstap uit het NeLL rapport omtrent het opstellen van een certificatieschema,
wordt nu nog niet opgevolgd. Op dit moment wordt er namelijk in Europees verband ook
een certificatieschema opgesteld en het is van belang een goede afweging te maken
in hoeverre hierbij kan worden aangesloten.
In het advies wordt ook gesproken over de bouw en het beheer van een IT-infrastructuur
voor een E-health database. De stuurgroep neemt in haar businessplan de eisen van
de bouw (o.a. integreerbare backend -het gedeelte van een website dat niet zichtbaar
is voor de gebruiker, waarin wijzigingen en data worden aangebracht-) en het beheer
van een landelijke database, inclusief de keuze van (en toezicht) op de verantwoordelijke
partij voor uitvoering hiervan op, en de financiële borging van het geheel. De stuurgroep
zal op basis van de resultaten uit de pilotfase ook hierover in hun businessplan advies
uitbrengen. Na dit advies kan er een besluit worden genomen over de verder te nemen
vervolgstappen.
Tot slot
Ik ben blij dat er met het adviesrapport van NeLL «De ontwikkeling van een Landelijk Toetsingskader voor gezondheidsapps en een advies
over de uitvoering van de daadwerkelijke toetsing», een toetsingskader beschikbaar is voor het veld. Hoe dit toetsingskader in de praktijk
handen en voeten kan krijgen, wordt met een pilot in de komende jaren getest en besproken
met de betrokken veldpartijen. Daarmee wordt een belangrijke vervolgstap gezet. Na
de pilotfase kom ik bij u terug met de resultaten en het advies van de stuurgroep
over de verdere vervolgstappen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport