Brief regering : Vervoerplan NS 2022 en beheerplan ProRail 2022-2023
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 954
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2021
Met deze brief stuur ik u ter informatie het vervoerplan 2022 van NS en het beheerplan
2022–2023 van ProRail1. Als concessieverlener heb ik met de plannen ingestemd.2 Met de plannen geven NS en ProRail uitvoering aan de prestatieafspraken vastgelegd
in de vervoer- en beheerconcessie en hun ambities voor 2022. Dit is voor reizigers
en de goederenvervoersector van belang. De reizigers en goederenvervoerders moet kunnen
rekenen op de continue inzet van NS en ProRail om hun prestaties te verbeteren.
Hieronder licht ik het vervoerplan en beheerplan, waarin ook de herijking van de prestatie-indicatoren
voor de beheerconcessie is opgenomen, op hoofdlijnen toe. In deze brief informeer
ik u daarnaast over:
• de opvolging van de aanbevelingen naar aanleiding van de evaluatie winterweer door
ProRail en NS;
• de audit van de twee gewijzigde prestatie-indicatoren voor de vervoerconcessie en
de stand van zaken ten aanzien van de verbetering van de methodiek van NS om te komen
tot bodem- en streefwaarden van prestatie-indicatoren;
• de voortgang van de uitvoering van het amendement van de leden Amhaouch en Van der
Graaf over beter internet in de trein.3
Vervoerplan NS 2022
Als concessieverlener geef ik elk jaar een aantal beleidsprioriteiten mee aan NS als
concessiehouder. Deze prioriteiten moeten bijdragen aan een aantrekkelijk aanbod voor
de reizigers. NS geeft vervolgens in het vervoerplan invulling aan deze prioriteiten.
Ik heb er voor gekozen om voor 2022, net als in 2021, de focus voor NS te leggen op
de omgang met COVID-19. In het bijzonder de onderwerpen: het bieden van een verantwoorde
reis- en werkomgeving, reizigersspreiding en het terugwinnen van de reiziger voor
de trein.
Deze onderwerpen zijn en blijven van groot belang. Immers, COVID-19 heeft een onverminderd
grote impact op de maatschappij waaronder het openbaar vervoer. Vanwege de vitale
functie van het OV ondersteunt het Rijk de hele OV-sector door de Beschikbaarheidsvergoeding
OV. Sinds de uitbraak van COVID-19 in 2020 heeft NS mede daardoor een dienstregeling
in stand kunnen houden om ervoor te zorgen dat mensen, die afhankelijk zijn van de
trein en in cruciale beroepen werken, veilig en verantwoord konden blijven reizen
met de trein. NS speelt hiermee een belangrijke rol voor de reiziger en de samenleving
als geheel. Ik heb dan ook grote waardering voor de voortdurende inzet van NS en haar
personeel onder soms moeilijke omstandigheden.
NS gaat in het vervoerplan ook in op het belang van OV voor het lange termijn perspectief.
De lange termijn opgaven rondom woningbouw, klimaatdoelen en bevolkingsgroei vragen
om een toekomstbestendig OV. In mijn brief aan uw Kamer over onder meer de actuele
ontwikkelingen in het OV (Kamerstuk 23 645, nr. 762) heb ik aangegeven hoe betrokken partijen hier invulling aan geven. Met het vervoerplan
geeft NS concrete invulling aan het bereikbaar houden van Nederland voor 2022 en de
jaren daarna. Of de door NS in het vervoerplan beschreven ambities en doelen wenselijk
blijven en te realiseren zijn, is uiteraard afhankelijk van het verdere verloop van
COVID-19 en de impact daarvan op de reizigersbehoeften en de ontwikkeling van de financiële
positie van NS gezien de verwachte langetermijneffecten op de mobiliteit.
In bovengenoemde brief aan uw Kamer over onder meer de actuele ontwikkelingen in het
OV geef ik onder andere aan wat dit voorbehoud betekent voor de dienstregeling van
NS. Enerzijds biedt NS een lang van te voren voorbereide verbetering van het OV aanbod
voor de reiziger in 2022, anderzijds vindt er een beperkte en tijdelijke afschaling
plaats in samenhang met de recente aanscherping van de COVID-19 maatregelen. Vanzelfsprekend
blijft de concessie (en daarmee het vervoerplan) de basis voor de dienstverlening
en ook de meetlat waarlangs prestaties worden beoordeeld. Ik houd actief vinger aan
de pols bij het uitvoeren van het vervoerplan door NS.
Uitwerking van de beleidsprioriteiten in Vervoerplan NS 2022
Verantwoorde reis- en werkomgeving
Net als in 2021 blijft NS ook in 2022 uitvoering geven aan het in het NOVB vastgestelde
«Protocol verantwoord blijven reizen in het Openbaar Vervoer».4 In dit protocol is uitgewerkt welke maatregelen vervoerders treffen voor een veilige
en verantwoorde reis voor reizigers en OV-medewerkers en hoe en onder welke voorwaarden
reizigers gebruik kunnen maken van het OV. Gezondheid van reizigers en medewerkers
staat voorop en operationele maakbaarheid is het uitgangspunt. NS neemt daarnaast
maatregelen die de veiligheid positief beïnvloeden of incidenten helpen voorkomen.
Veiligheidsmedewerkers worden hiertoe flexibel ingezet. NS werkt hierbij samen met
politie, de overheid, ProRail en andere vervoerders. Waar nodig en mogelijk ziet NS
toe op het naleven door reizigers van de coronamaatregelen en zorgt NS voor beschermingsmiddelen
voor het rijdend personeel.
Reizigersspreiding
NS geeft in het vervoerplan aan dat een goede spreiding van reizigers in de trein,
over treinen en over de dagen van de week bijdraagt aan het beter benutten van de
beschikbare (kostbare) capaciteit en een hoger comfort voor de reiziger. Dit onderschrijf
ik. Betere spreiding is daarbij ook van belang voor de terugkeer van de reiziger in
de trein, op het moment dat er weer minder vanuit huis gewerkt zal worden. Voor de
inzet van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, andere departementen en
stakeholders verwijs ik naar de brief aan uw Kamer van juli 2021.5 Om spreiding te helpen verbeteren monitort NS de bezetting van treinen op continue
basis. Via onder andere de NS app en de Treinwijzer informeert NS reizigers over de
drukte in de trein. Deze drukte indicatiewaarde wordt ook gedeeld met andere vervoerders,
zodat deze ook in applicaties van derden getoond kan worden. Voor 2022 geeft NS aan
deelname aan de gesprekken in de regio over verbetering van spreiding te continueren.
NS onderzoekt ook of een aangepast productaanbod een betere spreiding kan stimuleren.
Terugwinnen van de reiziger voor de trein
De coronamaatregelen hebben een significant effect op de reisbereidheid en het reisgedrag
van de Nederlandse treinreiziger. De verwachting is dat hier een blijvend effect op
de reizigersaantallen vanuit zal gaan, ook na COVID-19. Bijvoorbeeld omdat reizigers
(meer dan voor COVID-19) thuiswerken. NS zet zich in op het terugwinnen van het vertrouwen
van de treinreizigers door een veilige, vertrouwde en comfortabele treinreis te bieden.
Dit is ook van belang om de toekomstige mobiliteitsgroei duurzaam op te kunnen vangen.
NS is voornemens haar productaanbod aan te passen aan de veranderde reizigerswensen
bijvoorbeeld door het bieden van (groeps)kortingen in daluren en meer flexibele abonnementen.
Daarnaast zet NS in op de doorontwikkeling van het in 2021 opgezette MaaS platform
RiVier met als doel om zoveel mogelijk mobiliteitsdiensten van MaaS aanbieders via
bestaande of nieuwe applicaties online beschikbaar te maken voor reizigers.
Beheerplan ProRail
ProRail zet de in 2020 ingeslagen weg voort door een beheerplan aan te leveren voor
twee jaar. Als nieuw element is een informele tweejarige doorkijk toegevoegd. Enerzijds
sluit dat goed aan bij de aard van de werkzaamheden van ProRail, die vaak een langere
voorbereidings- en doorlooptijd kennen. Anderzijds neemt ProRail zo sectorpartijen
tijdig mee in de beoogde plannen. Daarmee is een beheerplan ontstaan voor 2022–2023
met een doorkijk tot en met 2025. ProRail heeft van mijn voorgangster vanuit haar
rol als concessieverlener drie prioriteiten meegekregen. Deze heeft ProRail uitgewerkt
in het beheerplan met meerjarige doorkijk.
Uitwerking van de beleidsprioriteiten in beheerplan ProRail 2022–2023
Intensivering van de instandhoudingsopgave
ProRail laat in het beheerplan zien dat zij zich voorbereidt op een productiegroei
(groei in het werk aan het spoor en stations) van 35% in de aankomende drie jaar.
ProRail gaat meer sporen en spooronderdelen vervangen en vernieuwen dan de afgelopen
jaren om huidige punctualiteit te handhaven en het mogelijk te maken om meer treinen
te laten rijden. Dat doet zij in nauwe samenspraak met de sectorpartijen en vanuit
het uitgangspunt dat de overlast voor de gebruikers van het spoor waar mogelijk beperkt
moet zijn. De instrumenten uit bijvoorbeeld het programma TWAS (Toekomstbestendig
werken aan het spoor) zijn een goed voorbeeld van manieren waarop ProRail de impact
probeert te minimaliseren van de toegenomen werkzaamheden aan het spoor op gebruikers.
TWAS is de met alle partijen in de sector afgestemde, nieuwe werkwijze met zo min
mogelijk hinder, die past binnen de beschikbare financiële middelen en waarbij oog
is voor een betrouwbaar spoorproduct. In 2022 ga ik samen met ProRail toetsen of TWAS
afgerond kan worden als programma onder de beheerconcessie en volledig overgedragen
kan worden aan de lijnorganisatie van ProRail.
In oktober 2020 is uw Kamer geïnformeerd over het achterstallig onderhoud in de Rotterdamse
haven naar aanleiding van het Crisislab rapport6. ProRail heeft vervolgens intern een verbeterprogramma opgezet om het achterstallig
onderhoud en de last onder dwangsommen op te lossen. De afgelopen periode zijn o.a.
de volgende resultaten geboekt:
– De Waalhaven Zuid is sinds 1 april 2021 weer opengesteld voor het vervoer van gevaarlijke
stoffen;
– Er zijn ruim 60 overwegen, 20 wissels en 10 kilometer aan spoor vernieuwd.
Bovenstaande laat zien dat er resultaten worden neergezet door ProRail. Er wordt hard
gewerkt. Dit gebeurt in constructief overleg met alle betrokken partijen zoals vervoerders,
veiligheidsregio en milieudienst. Tegelijkertijd constateer ik dat er nog sprake is
van overtredingen op de milieuvergunningen, bijvoorbeeld openstaande hekken en verlichting
die niet goed werkt.
Omdat ik als concessieverlener nadrukkelijker betrokken wil zijn bij het programma
en de resultaten daarvan voor de gebruikers van het spoor heb ik besloten om het interne
ProRail programma «Infra op orde» per 1 januari 2022 om te vormen tot een verbeterprogramma
onder de beheerconcessie. Dit past ook bij de aanbeveling die de sector heeft gedaan
in het traject in het kader van de omvorming van ProRail tot zbo om de samenwerking
met de spoorgoederensector en kansen voor verbetering te benutten. Het programmaplan
vindt u als bijlage bij deze brief7.
Het verbeterprogramma richt zich op het gebied Zee-Zevenaar. De doelstelling van het
programma is ten eerste dat ProRail aantoonbaar voldoet aan de vigerende wet- en regelgeving,
in het bijzonder de omgevingsvergunningen en de aanwijzingen van de bedrijfsbrandweer.
Dit betekent onder andere dat het doel is om per 1 januari 2023 volledig te voldoen
aan alle vergunningen en dat geen nieuwe lasten onder dwangsom worden opgelegd. De
tweede doelstelling is dat ProRail de betrouwbaarheid vergroot en de kwaliteit van
de infrastructuur verbetert door het oplossen van een aantal infra- en logistieke
knelpunten die hinder vormen voor de bedrijfsvoering van goederenvervoerders. Het
merendeel van de deelprojecten uit het programma moet voor het einde van 2023 afgerond
zijn. Sommige werkzaamheden zullen echter na die tijd doorlopen, bijvoorbeeld het
plaatsen van assentellers ter vervanging van het huidige treindetectiesysteem. Het
programma heeft daarom een initiële looptijd tot eind december 2023. Dan zal beoordeeld
worden of de doelstellingen en resultaten voldoende behaald zijn om de programmasturing
onder de beheerconcessie vanuit IenW te beëindigen.
In de brief over de financiële situatie met betrekking tot instandhouding en ontwikkeling
van de Rijksinfrastructuur8 heb ik uw Kamer gemeld dat onder andere voor de aanpak van de onderhoudsachterstanden
in de Haven in 2022 extra financiële middelen noodzakelijk zijn, waarover aan uw Kamer
in de Voorjaarsnota een concreet voorstel wordt opgenomen.
In het kader van de programmasturing blijven IenW en ProRail met elkaar in gesprek
over de inzichten over de kosten(ontwikkeling) van de benodigde maatregelen in 2023
en latere jaren. De besluitvorming daarover vindt idealiter plaats als er meer duidelijk
is over de budgettaire en beleidsmatige kaders van een nieuw kabinet in relatie tot
de bredere instandhoudingsopgave van de Rijksnetwerken. Daarbij geldt dat ProRail
uiterlijk in het voorjaar van 2022 duidelijkheid moeten krijgen over in ieder geval
de beschikbare instandhoudingsbudgetten tot en met het jaar 2024, en liefst verder.
Verder bouwen aan een toekomstbestendig en duurzaam spoorsysteem
Ondanks de effecten van COVID-19 op de vraag naar treinvervoer, is de verwachting
nog steeds dat richting 2040 groei zal optreden in het spoorvervoer. Gezien de vitale
maatschappelijke functie is het van belang om verder te kunnen bouwen aan het duurzame
spoorsysteem van de toekomst.
De komende decennia wordt ERTMS (European Railway Traffic Management System) ingebouwd
in treinen én in de spoorinfrastructuur. Het treinbeveiligingssysteem verandert daarmee
van analoog naar digitaal. De komende jaren ligt de focus van het Programma ERTMS
op het sluiten van contracten met de markt, zoals voor de aanleg van het ERTMS-systeem
in de infrastructuur, waarvoor de aanbesteding naar verwachting in de eerste helft
van 2022 afgerond wordt. Ook worden grote stappen gezet in de voorbereiding van het
Proefbaanvak Hanzelijn en het ervaringsleren van machinisten. Hetzelfde geldt voor
de ombouw en indienststelling van het eerste baanvak Kijfhoek – Belgische grens (dat
is voorzien in 2026–2028) en de Noordelijke lijnen (voor 2030). Uw Kamer wordt via
de halfjaarlijkse voortgangsrapportages geïnformeerd over de voortgang van het Programma
ERTMS.
In het beheerplan benoemt ProRail trillingen als belangrijk omgevingseffect. Anders
dan voor geluid is er geen wettelijk kader waar ProRail zich aan moet houden. Voor
de MLT-(Middellange termijn logistiek model)productstappen doet ProRail daarom geen
toetsen op het thema trillingen, maar volgen zij de ontwikkelingen bij IenW. Het ministerie
is sinds 2018 een beleidsintensivering gestart op dit thema, omdat spoortrillingen
zorgen voor veel overlast, en een wettelijk kader ontbreekt. Deze intensivering moet
in de komende jaren leiden tot betere maatregelen en een afweging voor eventuele normstelling.
ProRail ondersteunt deze ontwikkelingen, o.a. door de innovatieagenda bronaanpak spoortrillingen
uit te voeren.
Verdere ontwikkeling (van de taakuitvoering) van de organisatie
In de beleidsprioriteitenbrief is ProRail gevraagd om de integrale adviesrol nader
in te vullen. De ontwikkeling van het spoornetwerk nu en in de toekomst vraagt om
diverse keuze over de toepassing van nieuwe technieken en innovaties. ProRail kan
daarover advies geven. De integrale adviesrol werkt door in de hele organisatie van
ProRail, ook in de inhoudelijke thema’s van de eerste en tweede beleidsprioriteit.
In het beheerplan beschrijft ProRail dat zij mogelijkheden ziet om haar adviezen te
verbeteren en versterken met meer focus op integraliteit, samenwerking en door goed
aan te voelen wat er speelt en wat nodig is. De adviesrol wordt wettelijk verankerd
wanneer ProRail wordt omgevormd tot zbo. In de periode 2022–2023 geeft ProRail concreet
invulling aan de adviesrol door vaardigheden te ontwikkelen en deze toe te passen
in nieuwe cases, de adviesrol te borgen in de organisatie, de integraliteit te vergroten
bij advisering en door middel van evaluaties te leren en te verbeteren.
Herijking prestatie-indicatoren in beheerplan ProRail 2022–2023
In de Kamerbrief over de halfjaarverantwoordingen 2021 van NS en ProRail van 8 oktober
jl.9 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van de herijking van de prestatie-indicatoren
van ProRail en de inhoud geschetst van mijn voorgenomen besluit met betrekking tot
de te hanteren prestatie- en informatie-indicatoren voor de periode 2022 t/m 2024
(einde concessieperiode). Op dat moment lagen de voorgenomen wijzigingen in de indicatoren
ter consultatie voor bij gerechtigden en belanghebbenden in de spoorsector en werd
daarop parallel een externe audit uitgevoerd. Ik heb toen aangegeven u bij de aanbieding
van het beheerplan van ProRail te informeren over de definitieve uitkomsten van de
herijking.
De prestatie-indicatoren die het klantoordeel van reizigers- en goederenvoerders meten
blijven behouden. De bodemwaarde van beide indicatoren blijft een 6 en de streefwaarde
blijft een 7. De sturing op de betrouwbaarheid van regionale treinseries wordt verbeterd
door niet alleen de treinpunctualiteit (op 3 minuten), maar ook de uitval en vervangende
treinen mee te laten tellen. Hierdoor komt de sturing op regionale series meer in
lijn met de sturing op de betrouwbaarheid van het hoofdrailnet. De prestatie-indicator
«treinpunctualiteit regionale series» wordt daarvoor hernoemd naar «betrouwbaarheid
regionale series». De bodemwaarde is ambitieneutraal omgezet en komt uit op 90,7%.
Als de streefwaarde van de oude indicator ook ambitieneutraal zou worden omgezet zou
de streefwaarde voor de nieuwe indicator op 92,8% uitkomen. Gegeven de positieve trend
in de score in de afgelopen jaren wordt de streefwaarde ambitieuzer gesteld op 93,7%.
De prestatie-indicator impactvolle verstoringen blijft behouden. De bodemwaarde (hier
eigenlijk een plafondwaarde) blijft 520 net als in 2021. De streefwaarde wordt ambitieuzer
gesteld op 450 (was 470). Deze en alle overige, in de vorige Kamerbrief geduide, wijzigingen
zijn verwerkt in ProRails beheerplan.
Het is gebruikelijk om voorgenomen besluiten over prestatie-indicatoren en prestatienormen
die voor een langere periode gelden, extern te laten toetsen. Daaruit moet duidelijk
worden dat de definitie en meetmethode van nieuwe of aangepaste prestatie-indicatoren
goed zijn en dat prestatienormen ambitieus doch realistisch zijn. De externe toets
is uitgevoerd door PwC Advisory. Het oordeel van PwC is dat het voornemen op deze
punten navolgbaar onderbouwd is. Het rapport van PwC treft u als bijlage bij deze
brief aan10. Tevens stuur ik u de rapportage van AT Osborne waarin de uitkomsten van het herijkingsproces
opgenomen zijn en dat aan de basis heeft gelegen van mijn voorgenomen en geconsulteerde
besluit11.
In de consultatie zijn reacties binnengekomen van de consumentenorganisaties verenigd
in het Locov, DOVA/IPO, NS, FMN en van Stichting 113 zelfmoordpreventie. Uit de consultatie
blijkt in het algemeen steun voor de meeste onderdelen van het voornemen. Op enkele
aspecten zijn adviezen of suggesties ingebracht die een andere lijn voorstaan. Mijn
beoordeling hiervan heeft ertoe geleid dat ik in het definitieve besluit de informatie-indicatoren
«aantal aanrijdingen overweggebruikers» en «aantal arbeidsveiligheidsincidenten» in
het prestatiegebied Veiligheid behoud in plaats van deze te laten vervallen. Op de
website van het Locov kunt u desgewenst de inbreng van de consumentenorganisaties
en de reactie van IenW daarop vinden. Op de website overheid.nl kunt u de inbreng
van de overige partijen en mijn reactie daarop vinden.
Opvolging aanbevelingen winterweerevaluatie ProRail en NS
Mijn voorgangster heeft uw Kamer op 30 juni jl. geïnformeerd over de uitkomsten van
de door ProRail en NS uitgevoerde evaluatie van het winterweer in februari 202112. Met deze brief geef ik gevolg aan de toezegging om uw Kamer nog dit jaar te informeren
over de opvolging van de aanbevelingen. In aanvulling op de reguliere voortgangsgesprekken,
hebben ProRail en NS mij recentelijk per brief geïnformeerd over de status van de
verbetermaatregelen. Deze deel ik nu met uw Kamer13.
We staan aan de vooravond van een nieuwe winter. Reizigers en overige gebruikers van
het spoor mogen verwachten dat ProRail en NS er alles aan doen om de impact van winters
weer op het spoor te beperken. ProRail en NS hebben geleerd van de langdurig verstoorde
situatie op het spoor in februari dit jaar, waar reizigers en verladers de dupe van
werden. Beide geven aan dat zij vanaf aankomende winter bij vergelijkbare uitzonderlijke
weersomstandigheden verwachten dat zij de periode om de dienstregeling weer op te
starten kunnen verkorten. ProRail en NS beschrijven in bijgevoegde brieven welke maatregelen
zij daartoe hebben genomen. Ik licht hieronder enkele maatregelen uit.
Met inachtneming van de verbetermaatregelen uit de evaluatie heeft ProRail de 100%
wisselverwarmingsinspectie in oktober voltooid. Uit de wisselverwarmingsinspectie
is gebleken dat er nog herstelacties nodig waren om te zorgen dat een landelijk uitgedunde
dienstregeling (LUD) gereden kan worden bij extreme winterse omstandigheden. ProRail
heeft de herstelacties daartoe in gang gezet en mij na het verzenden van haar brief
nog laten weten dat er al veel herstelacties zijn afgerond. Daarmee acht ProRail het
rijden van een LUD inmiddels wel mogelijk. Waar nog herstelacties nodig zijn, heeft
ProRail beheersmaatregelen getroffen om verdere (rest)risico’s zo veel mogelijk te
beperken. ProRail monitort de wisselverwarmingskasten voorafgaand en tijdens het winters
weer, zet gericht extra sneeuwploegen in gedurende winterse dagen en zal indien nodig
handmatig installaties inschakelen. Voor het goederenvervoer zijn er dusdanig veel
aandachtspunten bij het functioneren van de wisselverwarmingen dat ProRail vol inzet
op aanvullende beheersmaatregelen om maximaal goederenvervoer mogelijk te houden onder
winterse omstandigheden. Deze problematiek is reeds in beeld bij het verbeteren van
de staat van de infrastructuur op de Havenspoorlijn.
ProRail heeft daarnaast haar interne processen onder de loep gehouden en aangescherpt.
Zo zijn er kaders ontwikkeld voor betere prioritering van de herstelwerkzaamheden
bij grote verstoringen, richtlijnen opgesteld voor herprioritering van storingen als
bijgestuurd moet worden, en teams in het leven geroepen om sturing te geven aan het
storingsherstel. Ook heeft ProRail zich ingezet om communicatie- en informatievoorziening
aan regionale en goederenvervoerders rondom winterse omstandigheden te verbeteren.
Zo zullen zij eerder en beter door ProRail worden geïnformeerd in voorbereiding op,
en tijdens het afschalen van de infrastructuur bij winterse omstandigheden.
NS heeft onderzoek gedaan naar uitval van materieel tijdens de afgelopen winterse
periode met als doel de oorzaken hiervan weg te nemen of te mitigeren Het verbeteren
van deze «winterhardheid» van materieel draagt bij aan het ook onder extremere weersomstandigheden
kunnen bieden van een betrouwbare dienstregeling voor de reiziger. De werkwijzen van
controles en behandeling van sneeuwaanhechting aan draaistellen en instaptredes van
treinen zijn aangescherpt om storingen te verminderen en onveilige situaties bij het
in- en uitstappen zo veel mogelijk te voorkomen. Daarnaast heeft NS ook kaders ontwikkeld
waarmee de zogenaamde «dooistraten» effectiever kunnen worden ingezet, en wordt verder
onderzoek gedaan naar eventuele uitbreiding hiervan.
Voor de langere termijn onderzoekt ProRail, samen met alle vervoerders, de mogelijkheden
om een uitgedunde dienstregeling te rijden waarvoor minder infrastructuur (met name
wissels) gebruikt hoeft te worden. ProRail verwacht de resultaten in de loop van volgend
jaar. Ik vraag ProRail en NS om over de voortgang van deze en andere nog openstaande
verbetermaatregelen te rapporteren in hun halfjaarverantwoording over de eerste helft
van 2022, die uw Kamer komend najaar ontvangt.
Opvolging motie Grinwis en Boulakjar
Op 1 juli jl. is door de Kamerleden Grinwis en Boulakjar een motie ingediend (Handelingen
II 2020/21, nr. 96, item 12) waarin de regering met NS, ProRail en de regionale vervoerders wordt opgeroepen
om na te gaan op welke wijze werkprocessen kunnen worden aangepast en daarbij van
elkaar kan worden geleerd, zodat het opstarten van de dienstregeling bij storingen,
waaronder winterweer, voortaan sneller kan verlopen14. Ik heb ProRail de opdracht gegeven om hier samen met regionale vervoerders en NS
invulling aan te geven om te bezien of – in aanvulling op de reeds doorgevoerde verbeteringen
naar aanleiding van de evaluatie – verdere verbeteringen geïdentificeerd kunnen worden
door het gesprek te voeren over elkaars processen. ProRail heeft reeds gesproken met
reizigersorganisatie Rover over verbetermogelijkheden die zij vanuit reizigersperspectief
zien. Ik verwacht uw Kamer nader te kunnen informeren in het voorjaar.
Audit gewijzigde prestatie-indicatoren vervoerconcessie
In het kader van de uitgevoerde midterm review heb ik in overleg met NS de vervoerconcessie
op onderdelen geactualiseerd. Hierover heb ik uw Kamer in december 2020 geïnformeerd15. Onderdeel van die actualisatie was de start van twee gewijzigde prestatie indicatoren
vanaf 1 januari 2021: de prestatie-indicator «gebruiksvriendelijke reisinformatie»,
waarmee wordt gemeten of verstoringen juist en tijdig aan reizigers worden gecommuniceerd
en of hen handelingsperspectief wordt geboden. En de prestatie-indicator «aantal drukke
treinen per werkweek in de spits HRN», waarmee effectievere sturing mogelijk is op
het aantal te volle treinen in de spits.
Naar aanleiding van de wijziging heb ik een onafhankelijk extern bureau gevraagd een
audit te laten uitvoeren op de twee gewijzigde prestatie-indicatoren. Hierbij lag
de focus op de definitie van de prestatie indicatoren. U vindt de resultaten van de
audit in het bijgevoegde rapport bij deze brief. De uitkomsten van de audit zijn positief;
de definities zijn helder, concreet en niet-multi-interpretabel. Dit is van belang
voor een effectieve sturing van IenW op de concessie. De reiziger is er van verzekerd
dat deze belangrijke prestatie-indicatoren goed wordt gemeten hetgeen het OV-product
voor de reiziger ten goede komt. Daarbij is een aantal aanbevelingen gedaan om de
definities aan te scherpen, deze zullen worden opgevolgd door NS.
In de eerder genoemde brief aan uw Kamer van december 2020 heb ik aangekondigd met
NS in gesprek te zullen gaan over de verbetering van de methodiek die NS hanteert
om te komen tot een inzet van bodem- en streefwaarden voor prestatie-indicatoren.
Begin 2022 start een onafhankelijk extern bureau met het onderzoek hiervoor.
Stand van zaken amendement beter internet in de trein
Mijn voorganger heeft uw Kamer in oktober 202016 geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek naar een betere internetverbinding
in de trein. Aanleiding voor het onderzoek was het amendement van de leden Amhaouch
en Van Der Graaf over een betere internetverbinding in de trein17. De besteding van de beschikbaar gestelde gelden richt zich, conform de aanbevelingen
uit het onderzoeksrapport, op het verbeteren van de aanmeldprocedure voor Wifi in
de trein, het onderzoek naar de EU-subsidie voor de «Gigabit» trein en de aanpak van
een nader te bepalen aantal knelpunten.
In opvolging van de toezegging van mijn voorganger, informeer ik uw Kamer over de
voortgang.18 ProRail is gestart met het ontwikkelen van een actieplan voor het verbeteren van
de mobiele dekking. Alle belangrijke stakeholders (zoals mobiele operators, uitbaters
van masten en opstelpunten en vervoerders) zijn hierbij betrokken. Daarnaast is ProRail
gestart met het opstellen van een plan voor de realisatie van de «Gigabit train» op
een grensoverschrijdend spoortraject, op basis van een door de EU verstrekte subsidie.
De «Gigabit train» verzekert reizigers van grensoverschrijdende (hoge)snelheidstreinen
(mobiele) verbindingen die vergelijkbaar zijn met thuis en op het werk. ProRail verwacht
de oplevering van beide producten op 1 juli 2022. Op basis van de uitkomsten zal de
verdere aanpak voor beide onderzoeksitems worden bepaald.
NS zal in het tweede kwartaal van 2022 de functionaliteit «single sign-on» opleveren.
Hiermee hoeft een reiziger die eenmaal is ingelogd op het WiFi netwerk van NS bij
een overstap naar een andere NS trein geen extra handelingen meer te verrichten om
gebruik te kunnen blijven van maken van WiFi in de trein. In het rapport is ook de
suggestie gedaan om één wifi-netwerk te ontwikkelen voor het hele openbaar vervoer
(te beginnen in de treinen). NS heeft hierover aangegeven eerst meer onderzoek te
willen doen naar de ervaringen en verwachtingen van reizigers van Wifi in de treinen
van NS.
Subsidieverlening Rover 2022–2024
IenW verstrekt twee subsidies aan Reizigersvereniging Rover. Eén voor de beleidsondersteuning
van Rover (sinds 2000) en één voor OV ombudsman (sinds 2008). Beide subsidies zijn
opgenomen in de Rijksbegroting en lopen steeds voor een periode van drie jaar. Eind
2021 loopt de huidige subsidieperiode af. In 2020 zijn beide subsidies geëvalueerd.
De rapportages hierover zijn op 11 mei 2021 gedeeld met uw Kamer.19 Uit de evaluatie is gebleken dat beide organisaties goed werk verrichten in het behartigen
van het reizigersbelang. Dit wordt gewaardeerd in de OV sector. Beide subsidies worden
daarbij doeltreffend en doelmatig aangewend. Ik ben dan ook voornemens om beide subsidies
opnieuw te verlenen voor een periode van 3 jaar (2022–2024). De aanvraagprocedure
hiervoor is inmiddels gestart.
Tot slot
Het personen- en goederenvervoer per spoor staat voor diverse uitdagingen. Grote uitdagingen.
Om het huidige hoge prestatieniveau te kunnen blijven vasthouden moeten we er allemaal
de schouders onder zetten. ProRail, NS en alle andere vervoerders en al hun medewerkers
doen daarvoor hun uiterste best. Om Nederland mobiel en bereikbaar te houden, ook
in tijden van crisis, is dat hard nodig. De plannen van NS en ProRail liggen er om
hier uitvoering aan te geven. Mijn waardering gaat uit naar de medewerkers van NS
en ProRail en alle anderen werkzaam in de OV sector.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S.P.R.A. van Weyenberg
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.P.R.A. van Weyenberg, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat